twee planken, twee meter lang, op rughoogte en verticaal twee doorgebogen, op konthoogte, horizontaal gehecht zonder notie aan twee stukken beton dragen mij in de passerende zon
ik was maar even gaan zitten kan wel op haar gaan zitten vitten het leidt deze keer toch niet tot zomerse hitte ze komt wanneer het wordt voorspeld en dat is deze week, in aantal, op één hand geteld
het vocht dringt door mijn kleding heen langzaam trekt het omhoog het "genieten" kent derhalve twee kanten zoals het ervaren van natte billen en het stijgen van een kleffe warmte het moment toont beide zijden des weders grillen
het moet gezegd, allengs begin ik te rillen u voelt de bui al hangen, een naderend onheil ik begin door het optrekkend vocht te verkillen de stemming zakt naar een dienovereenkomstig peil
|