Om te beluisteren
vergeet niet om eerst
de muziekspeler (rechterkolom) te stoppen
O Fado nasceu um dia / De Fado werd geboren op een dag, / quando o vento mal bulia / dat de wind zachtjes blies / e o céu o mar prolongava, / en de hemel overging in de zee, / na amurada dum veleiro, / in de voorsteven van een zeilschip, / no peito dum marinheiro / uit de borst van een zeeman / que, estando triste, cantava, / die, vol verdriet, zong, / que, estando triste, cantava. / die, vol verdriet, zong. / Ai, que lindeza tamanha, / Ah, wat enorme schoonheid / meu chão , meu monte, meu vale, / mijn grond, mijn berg, mijn valei, / de folhas, flores, frutas de oiro, / vol bladeren, bloemen, gouden fruit, / vê se vês terras de Espanha, / verlangend naar de kusten van Spanje, / areias de Portugal, / de stranden van Portugal, / olhar ceguinho de choro. / met ogen verblind door het huilen. / Na boca dum marinheiro / Uit de mond van een zeeman / do frágil barco veleiro, / van de fragiele zeilboot, / morrendo a canção magoada, / sterft het droevig lied, / diz o pungir dos desejos / verwoordt het schrijnende verlangen / do lábio a queimar de beijos / van de lippen om hete kussen / que beija o ar, e mais nada, / enkel een kus in de lucht, en niets meer, / que beija o ar, e mais nada.
/ enkel een kus in de lucht, en niets meer. / Mãe, adeus. Adeus, Maria. / Moeder, vaarwel. Vaarwel, Maria. / Guarda bem no teu sentido
/ Hou dit in je gedachten / que aqui te faço uma jura: / dat ik hier een eed gezworen heb: / que ou te levo à sacristia, / ofwel neem ik je mee naar de sacristie, / ou foi deus que foi servido / ofwel zal ik god dienen, / dar-me no mar sepultura. / in een zeemansgraf. / Ora eis que embora outro dia, / Ooit zal het weer gebeuren, / quando o vento nem bulia / dat wanneer de wind zachtjes waait / e o céu o mar prolongava, / en de hemel en de zee in elkaar vervloeien / à proa de outro veleiro / op de voorsteven van een ander zeilschip / velava outro marinheiro / je een andere zeeman ontwaart / que, estando triste, cantava, / die, vol verdriet, zal zingen, / que, estando triste, cantava. / die, vol verdriet, zal zingen. / Ai, que lindeza tamanha, / Ah, wat enorme schoonheid / meu chão, meu monte, meu vale, / mijn grond, mijn berg, mijn valei, / de folhas, flores, frutas de oiro, / vol bladeren, bloemen, gouden fruit, / vê se vês terras de Espanha, / verlangend naar de kusten van Spanje, / areias de Portugal, / de stranden van Portugal, / olhar ceguinho de choro. / met ogen verblind door het huilen. (eigen vertaling)
Om te beluisteren vergeet niet om eerst de
muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
Hortelã Mourisca / Watermunt
Vem o sol de agosto, vou dormir no prado, / Wanneer de augustuszon komt, ga ik slapen in de weide, / Tudo lá é de gosto, sem ferro de arado. / Alles is dan smaakvol, zonder een ijzeren ploeg. / A cama está feita de hortelã mourisca / Mijn bed is gemaakt van watermunt / E a macela espreita com graça e belisca! / En de kamille verspreidt haar bevalligheid en geuren!
Hortelã mourisca por entre a macela, / Watermunt tussen kamille, / Vem lavar teu rosto no orvalho dela! / Kom uw gezicht wassen in hun dauw! / Hortelã mourisca pela madrugada, / Watermunt, bij de dageraad / Beijarei teus olhos, rosa perfumada! / Wil ik uw ogen kussen, geurende roos!
Sobum mar de estrelas de flor de macela, / Boven een sterrenzee van kamillebloemen, /Não tenho fronteiras, não tenho janelas! /Heb ik geen grenzen, heb ik geen ramen / Tenho a minha amada, cotovia arisca, / Ik heb mijn geliefde, een schuwe leeuwerik, / Toda perfumada de hortelã mourisca! / Volledig geparfumeerd door watermunt!
Mafalda Arnauth is een van de jonge vrouwelijke singer/songwriters in de wereld van de Fado. Een bloedmooi zingende dame, die zich onderscheidt van Cristina Branco, Dulce Pontes en Misía door haar lichtere toon in de vaak zo melancholieke Portugese blues. Mafalda wil de Portugese tradities en cultuur vertegenwoordigen op een manier die past bij haar eigen woorden en muziek. Wie haar albums kent hoort inderdaad meer vrolijkheid. Hetgeen niet wegneemt dat Arnauth tot in het diepst van haar ziel de gevoelige muziek van haar vaderland vertolkt.
Lentamente apagas o claro dia Vais fazer dormir a flor Sei que partes em agonia Por isso tens outra cor.
Langzaam verdwijnt het daglicht Je laat de bloemen slapen Ik weet dat je vertrekt met pijn Daarom verander je van kleur.
Lentamente perdes teu ar altivo Tua cor no céu escorre É a cor de sangue vivo Que derrama alguém que morre.
Langzaam verlies je jouw trotse air Je kleur vervloeit in de hemel Het is de kleur van levend bloed Verspreid door degene die sterft.
(eigen vertaling)
Het Canção de Coimbra (Lied van Coimbra) is een niet-professioneel muziekgenre, dat geworteld is in de plaatselijke folklore. Het wordt gezongen door studenten en oudstudenten van Coimbra (op academisch niveau) en door de mensen van de stad (het populair genre). Het vindt zijn oorsprong in de traditionele muziek van Coimbra (met regionale en lokale invloeden ) en het meest authentieke ervan wordt geopenbaard in het Serenata-Concerto (serenadeconcert) .
Het populair genre wordt uitgevoerd door een niet-academisch geschoolde inwoner, die buiten zijn beroep, de tijd en de mogelijkheid vindt om zijn talenten te ontwikkelen. Het academisch genre wordt niet alleen gecultiveerd door de studenten maar ook door de oud-studenten. Dat betekent evenwel niet dat zij hun academische vorming of hun professionele activiteit verwaarlozen. Zij hebben een eigen manier van optreden, met een eigen stijl en een eigen ritme.
Het aanleren is gebaseerd op de uitwisseling van muzikale ervaringen tussen de jonge en vroegere uitvoerders, want de traditionele vorm van het Canção de Coimbra wordt hoofdzakelijk overgebracht door het gehoor
Dit alles met een constante improvisatie die het gevolg is van uitwisseling van verschillende muzikale gevoeligheden tussen de uitvoerders. Binnen een uitvoering van de Guitarra de Coimbra met zijn specifieke klank, samen met een vocale interpretatie, blijft de specifieke toon belangrijk, omdat die gekenmerkt wordt door een empirische en intuïtieve creatie van een harmonische melodie met nuances die het Canção de Coimbra identificeren als de traditionele muziek van Coimbra.
(vertaling uit de folder Noites da Canção de Coimbra Verão 2009)
Om te beluisteren vergeet niet om eerst
de muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
Chuva / Regen
As coisas vulgares que há na vida / De gewone gebeurtenissen in ons leven / Não deixam saudades / Geven ons geen saudade / Só as lembranças que doem / Enkel de herinneringen doen pijn / Ou fazem sorrir / Of doen ons glimlachen
Há gente que fica na história / Er zijn mensen die geschiedenis maken / Da história da gente / Binnen de geschiedenis van mensen /E outras de quem nem o nome / Er zijn anderen waarvan wij de naam / Lembramos ouvir / Zelfs niet zullen herinneren
São emoções que dão vida / Het zijn gevoelens die leven geven / À saudade que trago / Aan de saudade die ik draag / Aquelas que tive contigo / Naar degenen waarmee ik samen was / E acabei por perder / En die ik uiteindelijk kwijtraakte
Há dias que marcam a alma / Er zijn van die dagen waarop de ziel / E a vida da gente / En het leven met littekens bedekt worden / E aquele em que tu me deixaste / En de dag waarop jij me achterliet / Não posso esquecer / Zal mij altijd bijblijven
A chuva molhava-me o rosto / De regen stroomde over mijn gezicht / Gelado e cansado / Dat koud en vermoeid was / As ruas que a cidade tinha / In de straten van de stad / Já eu percorrera / Waarin ik doelloos rondliep
Ai... meu choro de moça perdida / Ah... mijn schreeuw van verloren meisje / Gritava à cidade / Schalde over de stad / Que o fogo do amor sob chuva / Waar de regen het vuur van de liefde / Há instantes morrera / Ter plaatse bluste
A chuva ouviu e calou / De regen luisterde en verzweeg / Meu segredo à cidade / Mijn geheim voor de stad / E eis que ela bate no vidro / En ineens tikt zij op het raam / Trazendo a saudade / en brengt mij saudade
(eigen vertaling)
'Saudade' is een onvertaalbaar woord. Het is een soort onbestemd verlangen naar iets wat mooi of goed is en nooit nog (terug-)komt.
Om te beluisteren vergeet niet om eerst de
muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
O Amor A Portugal / De Liefde voor Portugal
Dulce Pontes
O dia há de nascer / De dag wordt geboren / Rasgar a escuridao / Het licht scheurt de duisternis / Fazer o sonho amanhecer / De dageraad de droom / Ao som da canção / Met de klank van het lied / E então: / en dan: / O amor há de vencer / Liefde zal overwinnen / A alma libertar / De ziel bevrijden / Mil fogos ardem sem se ver / Duizend vuren ontvlammen onzichtbaar / Na luz do nosso olhar / Voor het licht van onze ogen / Na luz do nosso olhar / Voor het licht van onze ogen / Um dia há de se ouvir / Een dag om te beluisteren / O cântico final / Het ultieme lied / Porque afinal falta cumprir / Want uiteindelijk lukt het niet te vertolken / O amor a Portugal / De liefde voor Portugal! / O amor a Portugal! / De liefde voor Portugal!
Om te beluisteren vergeet
niet om eerst de muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
Ó Gente da Minha Terra Mensen van mijn land
Letra: Amália Rodrigues Música: Tiago Machado
É meu e vosso este fado / Deze fado is van mij en jullie / Destino que nos amarra / Een noodlot dat ons verbindt / Por mais que seja negado / Hoe zeer dit ook ontkend wordt / Às cordas de uma guitarra / Door de snaren van een gitaar / Sempre que se ouve o gemido / Telkens als zich de klaagzangen / De uma guitarra a cantar / Van een gitaar laten horen / Fica-se logo perdido / Ben ik onmiddellijk verloren / Com vontade de chorar / En wil ik huilen / Ó gente da minha terra / Mensen van mijn land / Agora é que eu percebi / Nu pas heb ik gevoeld / Esta tristeza que trago / Deze droefheid die ik jullie breng / Foi de vós que a recebi / Heb ik van jullie gekregen / E pareceria ternura / Door een schijn van tederheid / Se eu me deixasse embalar / Liet ik mij inpakken / Era maior a amargura / Daardoor groeide een bitterheid / Menos triste o meu cantar / En minder droef werd mijn gezang / Ógente da minha terra / Mensen van mijn land / Agora é que eu percebi / Nu pas heb ik gevoeld / Esta tristeza que trago / Deze droefheid die ik jullie breng / Foi de vós que a recebi / Heb ik van jullie gekregen...
Een oude zoniet de oudste fadolegende is ongetwijfeld Maria Severa. Zij werd geboren in de wijk Madragoa en verhuisde later met haar moeder naar de Mouraria. Zij groeide uit tot een ware mythe.
Fado gezongen door Argentina Santos, een fadista met een heel persoonlijke stijl die nog steeds optreedt in haar restaurant A Parreirinha de Alfama'.
Om te beluisteren vergeet
niet om eerst de muziekspeler (rechterkolom) te
stoppen
Maria Severa
Letra: João Galhardo
Música: Raul Ferrão
Num beco da Mouraria / in een steegje van Mouraria / Onde a alegria / waar de vreugde / Do sol não vem / van de zon nooit komt, / Morreu Maria Severa / stierf Maria Severa. / Sabem quem era?... / weten jullie wie zij was? / Talvez ninguém. / misschien wel niemand. / Uma voz sentida e quente / een warme stem, vol gevoel, / Que hoje à terra disse adeus / nam vandaag afscheid van de aarde. / Voz saudosa, voz ausente / een stem, weemoedig en afwezig, / Mas que vive eternamente / leeft nu voor eeuwig / Dentro em nós e junto a Deus / in ons hart en ginder / Além nos céus. / in de hemel - één met God.
Refrão / Refrein Bem longe o luar / daar ginder in de verte waar de maneschijn / No azul tem mais luz / en blauwe lucht meer licht verspreiden, / Eu vejo-a rezar / zie ik haar bidden / Aos pés de uma cruz / aan de voet van een kruis./ Guitarras trinai / guitaren, trilt, / Viradas p'ro céu / naar de hemel gericht / Fadistas chorai / fadistas, weent, / Porque ela morreu / omwille van haar dood.
Caíu a noite na viela / de nacht viel in de steeg / Quando o olhar dela / toen haar blik / Deixou de olhar / ophield te kijken. / Partiu pra sempre, vencida / geknakt voor altijd ging zij heen, / Deixando a vida que a fez penar./ het leven dat kwetste achter zich. / Deixa um filho idolatrado / verweesd liet zij een verafgode zoon achter / Que outro afeto igual não tem / die geen vergelijkbare liefde kent. / Chama-se ele o triste fado / zijn naam is trieste fado / Que vai ser desse enjeitado / wat is het lot van dit verlaten kind, / Se perdeu o maior bem / verstoken van het grootste goed, / O amor de mãe? / de moederliefde?
Vertaling: Dirk Lambrechts, boek+cd 'Fado. As lagrimas do Tejo', uitgeverij EPO, april 2001, ISBN9064452199
Categorie:Fado Tags:Maria Severa, Argentina Santos
Estranha Forma de Vida cantada por Dulce Pontes...
Estranha Forma de Vida (Een Vreemde Manier van Leven)
Poema: Amália Rodrigues
Musica: Alfredo Duarte
Foi por vontade de deus Het is door gods wil Que eu vivo nesta ansiedade.
Dat ik met deze angst leef. Que todos os ais são meus,
Dat alle smarten van mij zijn, Que é toda a minha saudade.
Dat dit alles mijn saudade is . Foi por vontade de deus.
Het is door gods wil.
Que estranha forma de vida
Wat een vreemde manier van leven Tem este meu coração:
Heeft het mijn hart: Vive de vida perdida Het leeft een verloren leven; Quem lhe daria o condão?
Wie gaf het die gave? Que estranha forma de vida.
Wat een vreemde manier van leven.
Coração independente,
Onafhankelijk hart, Coração que não comando:
Hart dat niet beveelt: Vive perdido entre a gente,
Het leeft verloren tussen de mensen, Teimosamente sangrando,
Voortdurend bloedend, Coração independente.
Onafhankelijk hart.
Eu não te acompanho mais: Ik zal je niet verder vergezellen: Pàra deixa de bater. Hou toch op met kloppen. Se não sabes onde vais Als je niet weet waarheen je gaat Porque teimas en correr Omdat je koppig blijft slaan Eu não te acompanho mais. Zal ik je niet verder vergezellen. Se não sabes onde vais Indien je niet weet waarheen je gaat Pára deixa de bater Hou dan op met kloppen want Eu não te acompanho mais.
Ik zal je niet verder vergezellen.
Faz da noite confidente
A noite é sempre calada
Escuta o que diz a gente
E nunca repete nada
Laat de nacht vertrouweling zijn
De nacht is altijd discreet
Luistert naar wat mensen zeggen
En nooit zal hij iets verder vertellen.
Teus olhos são passarinhos
Que ainda não podem voar
Cuidado que andam aos ninhos
Os rapazes do lugar
Uw ogen zijn vogeltjes
Die nu niet kunnen vliegen
Ze stappen naar hun nesten, oplettend
Voor de plaatselijke jongens
Teus olhos, quem é que, ao vê-los
Tão doces na tua face
Não lhe apetece comê-los
Como dois olhos dalface
Uw ogen, wie ook, die ze ziet
Zo zacht in je gezicht
Zijn ze niet om op te eten
Zoals twee ogen van sla
O fado tem tal encanto
É diverso em cada hora
Suspira, guitarra chora
Cada hora tem seu pranto
Fado heeft zo zijn charme
Hij verandert van uur tot uur
Smacht, een gitaar die huilt
Elk uur heeft zijn klaagzang
(eigen vertaling)
(*) Alfacinha heeft dezelfde betekenis als Lisboeta,. een inwoner van Lissabon. Het is afgeleid van het woord alface wat sla betekent. Waarschijnlijk ontstond de naam tijdens de Moorse overheersing (714-1147). Buiten de geneeskrachtige eigenschappen (kalmerend en pijnstillend) die de slaplant heeft, groeide die ook uitbundig op de heuvels van Lissabon en in periodes van oorlog was die dan ook regelmatig het enige voedsel dat de Alfacinhas(of sla-eters) ter hunne beschikking hadden
Haar echte naam was Glória Mendes Leal Carvalho, zij werd geboren in Figueira da Foz, groeide op in Vila Nova de Ourém en verhuisde op 14-jarige leeftijd naar Lissabon, na het overlijden van haar vader.
Zij was één van de eerste fadistas die haar stem op een plaat liet opnemen. Zij was tevens de eerste om dit te doen voor de platenfirma van Valentim de Carvalho, die het Teatro Taborda als studio gebruikte.
Perseguição Achtervolging
(Carlos da Maia/Avelino de Sousa)
Se de mim nada consegues
Als je van mij toch niets kunt varwachten Não sei porque me persegues
Weet ik niet waarom jij mij achtervolgt
Constantemente na rua
Constant in de straat Sabes bem que sou casada
Jij weet dat ik gehuwd ben Que fui sempre dedicada
Dat ik voor altijd trouw ben E que não posso ser tua
En dat ik niet van jou kan zijn
Lá porque és rico e elegante
Slechts omdat jij rijk en elegant bent
Queres que eu seja tua amante
Wil jij dat ik jouw minnares wordt Por capricho ou presunção
Als gril of om jouw ijdelheid te strelen
Eu tenho um marido pobre
Ik trouwde met een arme man
Que possui uma alma nobre
Met een edele ziel
E é toda a minha paixão
En hij is mijn grote passie Como sentinela alerta
Zoals een alerte bewaker
Noite e dia sempre esperta
Ben ik dag en nacht steeds wakker Na posição de sentido
Gericht op mijn doel Eu sou, a todo o instante,
Ben ik, op elk moment, Sentinela vigilante
Een attente bewaker Da honra de meu marido
Van de eer van mijn echtgenoot
(eigen vertaling)
De tekstdichter is Avelino de Sousa (1880-1946), fadista, componist, volksdichter en dramaturg.
Hij werd geboren in Lissabon en woonde in Bairro de Campolide.
Hij begon als arbeider in een boekhandel, werd nadien tipograaf en ten slotte bibliothecaris in de "Torre do Tombo".
Op 15-jarige leeftijd zong hij reeds zijn eigen teksten en liet die horen op eender welk arbeidersfeest. Hij werd meestal begeleid door zijn jeugdvriend en kameraad, de gitarist Domingos Pavão. Zijn liederen gingen vooral over de liefde met de daarmee verbonden saudade en hij gebruikte de fado als middel om zijn politieke en sociale ideeën te verspreiden.
Lisboa, casta Princesa, Lissabon, zedige prinses Que o manto da realeza Die het koninklijk gewaad Abres com pejo Verlegen openslaat Num casto beijo; Voor een kuise kus; Lisboa tão linda és, Lissabon je bent zo mooi, Que tens de rastos aos pés Aan jouw voeten ligt A majestade do Tejo. De majestueuze Taag Lisboa das Descobertas Lissabon van de Ontdekkingen De tantas terras desertas Van zoveel verlaten gebieden Que deram brado Die zichtbaar werden No teu passado Tijdens jouw verleden De Lisboa tens a coroa Lissabon heeft de kroon Velha Lisboa Het oude Lissabon Da Madragoa Van Madragoa Quantos heróis tens criado! Hoeveel helden heb jij voortgebracht!
(Refrão) (Refrein)
Sete colinas Zeven heuvels São teu colo de cetim Zijn jouw satijnen kraag Onde as casas são boninas Waar de huizen madeliefjes zijn Espalhadas num jardim Verspreid in een tuin E no teu seio En in jouw schoot Certo dia foi gerado Werd op een dag verwekt E cantado En gezongen Pelo povo sonhador Door mensen die dromen O nosso fado. Onze fado.
Lisboa, tardes doiradas Lissabon, vergulde avonden Dos Domingos, das toiradas Op de Zondagen van de stierengevechten Em que luzia Waarin straalde A fidalguia; De edelmoedigheid; E em que esse sangue valente En degenen met dit dapper bloed Mostrava que havia gente Toonden dat er mensen waren A quem a morte sorria. Naarwie de dood glimlachte. Lisboa, terra de fama, Lissabon, land van roem, Tens a tristeza de Alfama Heeft het verdriet van de Alfama E a poesia En de poëzie Da Mouraria. Van Mouraria. E nos teus velhos recantos En in uw oude uithoeken Eu sei lá quantos Weet ik dat er heel veel Tu tens encantos Charmes liggen Dos tempos da valentia! Uit die moedige tijden!
Cheira Bem, Cheira A Lisboa... Amália Rodrigues...
Cheira Bem, Cheira A Lisboa De Geur van Lissabon
César De Oliveira, Carlos Dias
Lisboa já tem Sol mas cheira a Lua Lissabon heeft al de zon, maar ruikt naar de maan Quando nasce a madrugada sorrateira Wanneer de dag stiekem ontwaakt E o primeiro eléctrico da rua En het eerste trammetje in de straat Faz coro com as chinelas da Ribeira Klingelend sloffert langs de oever van de Taag
Se chove cheira a terra prometida Als het regent ruikt het naar het beloofde land Procissões têm o cheiro a rosmaninho Processies hebben de geur van rozemarijn Nas tascas da viela mais escondida In de verborgen tavernes van het steegje Cheira a iscas com elas e a vinho Ruikt het naar 'iscas com elas'(*) en wijn
(Refrão) (Refrein) Um craveiro numa água furtada Een anjelier in een dakkapel Cheira bem, cheira a Lisboa Ruikt goed, ruikt naar Lissabon Uma rosa a florir na tapada Een roos die bloeit in het park Cheira bem, cheira a Lisboa Ruikt goed, ruikt naar Lissabon A fragata que se ergue na proa Het fregat dat opstijgt vanuit de boeg A varina que teima em passar De visvrouw die haar waar wil verkopen Cheiram bem porque são de Lisboa Ruiken goed want ze zijn van Lissabon Lisboa tem cheiro de flores e de mar Lissabon heeft de geur van bloemen en de zee
Lisboa cheira aos cafés do Rossio Lissabon ruikt naar de koffies op het Rossio E o fado cheira sempre a solidão En de fado ruikt altijd naar eenzaamheid Cheira a castanha assada se está frio Het ruikt naar geroosterde kastanjes als het koud
is Cheira a fruta madura quando é Verão Het ruikt naar rijpe vruchten wanneer het zomer is
Teus lábios têm o cheiro de um sorriso Je lippen hebben de geur van een glimlach Manjerico tem o cheiro de cantigas Basilicum heeft de geur van liedjes E os rapazes perdem o juízo En de jongens verliezen hun verstand Quando lhes dá o cheiro a raparigas Wanneer ze de geur van meisjes tegenkomen (Refrão) (Refrein)
Cheira bem, cheira a Lisboa (2x) Het ruikt goed, het ruikt naar Lissabon (2x)
A fragata que se ergue na proa Het fregat dat opstijgt vanuit de boeg A varina que teima em passar De visvrouw die haar waar wil verkopen Cheiram bem porque são de Lisboa Ruiken goed want ze zijn van Lissabon Lisboa tem cheiro de flores e de mar Lissabon heeft de geur van bloemen en de zee
(*) iscas com elas = een geurige schotel van gestoofde lever met aardappeltjes, wordt vooral in Lissabon geserveerd in tavernes
O Fado já é Património Mundial... Parabéns ao povo português...!!!
Klik HIERvoor de volledige nieuwsuitzending van zondagavond 27 november 2011 (Vanaf 33'45" wordt de reportage verdergezet en hoor je, rond de 38ste minuut, een landgenote iets zeggen én zingen)
Fado Nascente Fadouit het Oosten
Embarcou nas caravelas, Hij scheepte in aan boord van zeilschepen, Correu tascas e salões, Doorliep tavernes en feestzalen, Viajou pelas vielas Trokdoor steegjes A cantar suas paixões. Zingend over hun passies.
Sem nunca perder o norte, Zonder ooit het noorden te verliezen, Às vezes vira a nascente Draaiend naar het Oosten Em busca de antepassados Bij het zoeken naar vroeger Da canção da nossa gente. In het lied van onze mensen.
O fado mora em Lisboa, De fado woont in Lissabon, Lá longe, em qualquer lugar, Overal en nergens, No coração deste povo In het hart vandit volk Que traz a alma a cantar. Dat de ziel doet zingen.
Pele
encarquilhada
Carapinha branca
Gandôla de renda
Caindo na anca
Embalando o
berço
Do filho do sinhô
Que há pouco tempo
A sinhá ganhou
Era assim
que mãe preta fazia
Criava todo o branco
Com muita alegria
Porém lá na sanzala
O seu pretinho apanhava
Mãe preta mais uma lágrima enxugava
Mãe preta 2x
Enquanto a chibata
Batia no seu amor
Mãe preta embalava
O filho branco do sinhô
Mãe preta 3x
Zwarte moeder Met een verschrompelde
huid
Wit kroeshaar
En een kanten sjaal
Die tot op haar heupen valt
Schommelt ze
de wieg
Van de zoon van haar Meester
Die onlangs
Door haar Meesteres werd gebaard
Dat is wat
de zwarte moeder deed
Zij gaf de borst aan zijn witte kinderen
Tot grote voldoening
Terwijl in het slavenverblijf
Haar zwarte kind verstopt zat
Waarvoor de zwarte moeder vele tranen liet
Zwarte
moeder 2x
Terwijl de zweep
Sloeg op haar geliefde
Wiegde de zwarte moeder
Het witte kind van de Meester
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....