Dat geen enkele ster jouw profiel brandt Dat geen god zich jouw naam herinnert Dat geen wind blaast waar jij langskomt
Voor jou zal ik één zuivere dag scheppen Vrij als de wind en steeds opnieuw Zoals regelmatige golven die openbloeien
(eigen vertaling)
Sophia de Mello Breyner (1919-2004) werd geboren in Porto, maar kwam als studente naar Lissabon, waar zij is blijven wonen tot haar dood. Zij wordt gezien als de grand old lady van de Portugese dichtkunst en beschouwd als een van de belangrijkste dichteressen van het land. Zoals de vertaler opmerkte in het internationale poëzienummer van Kruispunt, waaruit de vertalingen afkomstig zijn: 'Uit haar werk spreekt een groot gevoel voor harmonie, ritme en schoonheid...' Zij publiceerde dertien dichtbundels. Meer informatie over haar is te vinden op:
Um etnólogo diz ter encontrado / Een etnoloog zegt hen te hebben ontdekt / Entre selvas e rios depois de longa busca / Na een lange zoektocht, tussen wouden en rivieren / Uma tribo de índios errantes / Een ronddolende indianenstam / Exaustos exauridos semi-mortos / Uitgeput, afgemat, halfdood / Pois tinham partido desde há longos anos / Want ze waren al jarenlang op pad geweest / Percorrendo florestas desertos e campinas / Doorkruisten bossen, woestijnen en boerenvelden / Subindo e descendo montanhas e colinas. / Klommen bergen en heuvels op en af / Atravessando rios / Doorwaadden rivier na rivier / Em busca do país sem mal / Op zoek naar het Paradijs / Como os revolucionários do meu tempo / En, net zoals de revolutionairen van mijn eigen tijd: / Nada tinham encontrado. / Niets hebben ze gevonden.
Sophia de Mello Breyner Andresen Vertaling: Jef van Egmond
Haar beeld staat in het "Parque dos Poetas" in Oeiras (Lissabon) (KLIK HIER!)
Categorie:Poëzie, literatuur... Tags:Sophia de Mello Breyner Andresen
De Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago is overleden. Hij was 87 jaar en leed aan leukemie. Hij is vooral bekend van zijn boek "Stad der blinden" dat hij schreef in 1995. Drie jaar later kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur.
Saramago stierf op het Canarische eiland Lanzarote, waar hij verbleef na een publieke rel met de Portugese regering in 1992. De auteur was een man met een uitgesproken mening, die als overtuigd communist in het katholieke Portugal velen tegen zich in het harnas joeg.
"Saramago was een van onze grote culturele figuren", reageert de Portugese eerste minister José Socrates. "Zijn heengaan laat onze cultuur armer achter."
Lid van de Communistische Partij
Saramago werd in 1922 geboren in een arm gezin van dagloners. Hij groeide op in Lissabon. Hij maakte de universiteit niet af, maar ging halftijds studeren en werken als metaalbewerker.
In 1947 publiceerde hij zijn eerste roman, "Land van de zonde". Het boek leverde hem een baantje op bij een literair tijdschrift. Pas 20 jaar later verscheen een nieuwe roman van zijn hand. Ondertussen werkte hij als journalist.
In 1969 werd hij lid van de Communistische Partij van Portugal. Hij nam ook deel aan de Anjerrevolutie in 1974 die het dictatoriale regime van Salazar deed vallen.
Als auteur brak hij internationaal door in 1981 met "Memoriaal van het klooster". Daarna volgden nog een tiental romans, zoals "Het jaar van de dood van Ricardo Reis" en het omstreden "Het evangelie volgens Jezus Christus". Hij schreef ook poëzie, dagboeken en theaterstukken. In 1998 kreeg hij de Nobelprijs van de Literatuur voor "De stad der blinden". Zijn laatste boek "Caim" dateert van vorig jaar. Saramago was ook literair criticus en politiek commentator.
"Ik ben een scepticus"
Hij kreeg zowel nationaal als internationaal erkenning, maar zelf was hij geen grote fan van de bekendheid die literaire prijzen met zich meebrengen. "Ik ben een scepticus, gereserveerd. Ik loop niet lachend rond, mensen knuffelend, proberen vrienden te maken."
"De stad der blinden" werd twee jaar geleden nog verfilmd met Julianne Moore in de hoofdrol. Het boek gaat over een stad waar de mensen op een mysterieuze manier getroffen worden door blindheid. Daardoor stort het sociale weefsel in. Volgens Saramago gaat de roman over "de blindheid van het verstand". "We zijn rationele wezens, maar we handelen niet rationeel. Als we dat zouden doen, zou er geen honger zijn in de wereld", zei hij.
Hij was een van de bestverkopende Portugese auteurs. Zijn romans werden in meer dan 20 talen vertaald. Hij trouwde in 1988 met de Spaanse journaliste Pilar del Rio, die ook zijn boeken vertaalde. Hij was vanochtend aan het ontbijten met zijn vrouw, toen hij onwel werd. Daarna is hij overleden omringd door familieleden.
Gato que brincas na rua poesje, spelende op straat Como se fosse na cama, als was het op het beddenkleed, Invejo a sorte que é tua Jouw lot was mij het minste kwaad Porque nem sorte se chama. omdat het zelfs geen lot meer heet.
Bom servo das leis fatais
gehoorzaam aan de wet die dwingt Que regem pedras e gentes, en stenen en mensen gebiedt, Que tens instintos gerais heb je een algemeen instinct E sentes só o que sentes. en voel je wat je voelt, meer niet.
És feliz porque és assim,
je bent gelukkig: zo ben jij, Todo o nada que és é teu je hebt het niets dat je zelf bent. Eu vejo-me e estou sem mim, ik zie me en ben zonder mij. Conheço-me e não sou eu. ik ben degeen niet die mij kent.
Janeiro de 1931
Fernando Pessoa (1888-1935) Poesje, spelende op straat
Uit: Gedichten, vertaling August Willemsen, Arbeiderspers, Amsterdam, 1998.
Als herinnering aan het overlijden van Herman De Coninck op 22 mei 1997 in Lissabon. Onderweg naar een Poëziecongres zeeg hij neer op straat
MEISJE
Jezelf, het besef en meteen ook het lef dat je dat gewoon kunt hebben en er af en toe een mening van kunt laten zien of een borst: hoe vroeg begint dat,
en eindigt dat eigenlijk ooit? Vrouwen zijn gemaakt van meisjes, steken op hun veertigste nog altijd hun tong uit van vijftien, worden almaar even jong,
kunnen niet niet-verleiden. Zoals poezie: een poes die voorzichtig over een toets of tien van een piano is gelopen en omkijkt: heb je dat gehoord? Heb je me gezien?
O, de meisjesachtigheid van veertigjarige meisjes, hoe ze soms willen, soms niet, maar eigenlijk altijd, als je het maar ziet. Waar is de tijd? Hier is de tijd.
-Herman de Coninck-
RAPARIGA
Tu própria, que podes ter a noção e ao mesmo tempo o atrevimento de simplesmente expor de vez em quando uma opinião ou um seio: quando começa isso,
e no fundo quando acaba? As mulheres são feitas de raparigas, aos quarenta ainda deitam a língua de fora como aos quinze, ficam cada vez mais jovens,
não sabem não seduzir. Como a poesia: um gato que prudentemente caminha sobre as teclas de um piano e olha para trás: ouviste? viste-me?
Ah, o ar jovem das raparigas de quarenta, como umas vezes querem, e outras não, mas afinal sempre, se repararmos bem. Onde estão os bons velhos tempos? Estão aqui, esses tempos.
Bron: klik HIER! Voor een eerder bericht over Herman de Coninck: klik HIER!
Categorie:Poëzie, literatuur... Tags:Herman De Coninck
(klik op de afbeelding voor de link naar het webalbum) Que o mar é em última análise o coraçao do mundo. Que pulsa, que geme, só por ser como o nosso: fonte e consciência de tudo. (Miguel Torga, Nazaré, 1943, in Diário)
De zee is in feite het hart van de wereld. Het klopt, het kreunt, het is zoals ons hart: bron en geweten van alles.
Ne Me Quitte Pas Não Me Deixes Jacques Brel / Maysa
Ne me quittepas/Não me deixes Il faut oublier/Devemos esquecer Tout peut s'oublier/Tudo que pode ser esquecido Qui s'enfuit déjà/Que já tenha passado Oublier le temps/Esquecer os tempos Des malentendus/Dos mal-entendidos Et le temps perdu/E os tempos perdidos A savoir comment/Tentando saber como Oublier ces heures/Esquecer as horas Qui tuaient parfois/Que às vezes mataram A coups de pourquoi/Com sopros de porque Le coeur du bonheure/O coração de felicidade
Ne me quitte pas/Não me deixes (4x)
Moi je t'offrirai/Eu vou te oferecer Des perles de pluie/Pérolas de chuva Venues de pays/Que vêm dos países Où il ne pleut pas/Onde não chove Je creuserai la terre/Eu vou cavar a terra Jusqu'aprè ma mort/Até a minha morte Pour couvrir ton corps/Para cobrir teu corpo D'or et de lumière/De ouro e luzes Je ferai un domaine/Eu farei uma terra Où l'amour sera roiOnde o amor será rei Où l'amour sera loi/Onde o amor será lei Où tu seras reine/Onde tu serás rainha
Ne me quitte pas/Não me deixes (4x)
Ne me quitte pas/Não me deixes Je t'inventerai/Eu inventarei Des mots insensés/Palavras sem sentido Que tu comprendras/Que tu compreenderás Je te parlerai/Eu te falarei De ces amants-là/Sobre os amantes Qui ont vue deux fois/Que viram duplamente Leurs coeurs s'embraser/Seus corações incendiarem-se Je te racontrai/Eu te contarei L'histoire de ce roi/A história deste rei Mort de n'avoir pas/Morto por não poder Pu te rencontrer/Te reencontrar
Ne me quitte pas/Não me deixes (4x)
On a vu souvent/Nós freqüentemente vemos Rejaillir le feu/Renascer o fogo De l'ancien volcan/Do vulcão antigo Qu'on croyait trop vieux/Que pensamos estar velho demais Il est paraît-il/Nos é mostrado Des terres brûlées/Em terras que foram queimadas Donnant plus de blé/Nascendo mais trigo Qu'un meilleur avril/Do que no melhor abril Et quand vient le soir/E quando vem a noite Pour qu'un ciel flamboie/Com um céu flamejante Le rouge et le noir/O vermelho e o negro Ne s'épousent-ils pas/Não se casam
Ne me quitte pas/Não me deixes (4x)
Ne me quitte pas/Não me deixes Je ne vais plus pleurer/Eu não vou mais chorar Je ne vais plus parler/Eu não vou mais falar Je me cacherai là/Eu me esconderei lá A te regarder/Para te contemplar Danser et sourire/A dançar e sorrir Et à t'écouter/E para te ouvir Chanter et puis rire/Cantar e então rir Laisse-moi devenir/Deixa que eu me torne L'ombre de ton ombre/A sombra da tua sombra L'ombre de ta main/A sombra da tua mão L'ombre de ton chien/A sombra do teu cachorro
Ne me quitte pas/Não me deixes (4x)
Nog even de versie van Maysa, een Braziliaanse zangeres, componiste en actrice, uit het programma
Estudos van TVE met muziek van Jacques Brel, opgenomen in 1975. Luister met mij mee naar haar vertolking van: Ne me quitte pas
Toen zij twaalf jaar was componeerde Maysa reeds sambamuziek. Zij stierf tijdens een auto-ongeluk in januari 1977 op 40-jarige leeftijd. Maysa dankt haar bekendheid aan televisieoptredens en als oprichtster van een Bossanovagroep. Haar stijl beïnvloedde veel Braziliaanse zangeressen zoals Ângela Rô Rô, Simone, Fafá de Belém, Leila Pinheiro.
Nog even een link naar een vorig bericht over Brel en Fado: KLIK HIER!
É feito dos efeitos mais grosseiros, usa as calças como o palhaço pobre, os joelhos a nadar; dá passinhos de dança como um pastelão a martelar um tanga, enquanto o olho do cu parece uma dentadura acabada de tirar. E depois a tromba e mesmo ao lado os olhos. Como é que ficarias se te pusessem a gaita no nariz?
Herman de Coninck Uit: Os Hectares de Memória - 1996
Olifant
Hij is gemaakt van de grofste effecten, draagt zijn broek als clown August, de knieën slodderend, maakt danspasjes als tante Bertha die een tango de grond inheit, terwijl zn kont doet denken aan een vals gebit dat net is uitgenomen. En dan zijn slurf en vlak daarnaast zijn ogen. Hoe zou jij kijken als ze je lul op je neus gezet hadden?
Vorig bericht over Herman de Coninck en Portugal: KLIK HIER!
Categorie:Poëzie, literatuur... Tags:Herman De Coninck
José de Sousa Saramago - 'Ensaio sobre a cegeira' (1995) Prémio Nobel da literatura (1998)...
De stad der blinden
is een roman van de Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago. Het boek beschrijft hoe de mens reageert als plotseling het zicht wordt ontnomen, en hoe beschaafde mensen in noodsituaties kunnen degenereren tot dierlijk gedrag. Het boek is in een zeer merkwaardige stijl geschreven, waarbij komma's en hoofdletters op een manier worden gebruikt die men niet is gewend. Ook worden eigennamen niet gebruikt. In plaats daarvan benoemt de auteur de hoofdpersonages simpelweg met 'de oogarts', 'de vrouw van de oogarts', 'het meisje met de zonnebril', etc.
Het verhaal
Ergens in Lissabon raakt een automobilist ineens blind terwijl hij voor een verkeerslicht wacht. De man wordt uiteindelijk naar een oogarts gebracht, die niets vindt: het oog is volledig intact. Toch beweert de man dat hij niets ziet behalve wit, alsof hij "in een melkzee is ondergedompeld".
Vrij snel daarna worden andere mensen, die met de eerste blinde in contact zijn gekomen, ook blind: de oogarts, de man die de eerste blinde naar huis bracht en vervolgens diens auto stal ("de dief"), en een aantal patiënten. Ze worden opgespoord en in quarantaine geplaatst. De vrouw van de oogarts, die wel kan zien (en haar gezichtsvermogen ook niet zal verliezen), doet alsof ze ook blind is om bij haar man te zijn. De groep wordt ondergebracht in een voormalig gesticht, waar een vleugel voor de blinden en een vleugel voor de vermoedelijk besmetten is ingericht. Wanneer een vermoedelijk besmette daadwerkelijk blind wordt, wordt hij of zij hardhandig naar de blindenafdeling gedreven. De overheid kondigt aan op gezette tijden eten klaar te zetten, maar dreigt dat degene die probeert te ontsnappen of te dicht bij het hek komt wordt neergeschoten. Het gesticht wordt al snel voller en voller doordat telkens nieuwe busladingen blinden en besmetten arriveren.
Als de plaag, die al snel de bijnaam "de witte ziekte" krijgt, om zich heen grijpt, raakt het gesticht al snel overbevolkt. De zalen raken vol en de toiletten raken verstopt, zodat men al snel de behoeften in de tuin doet. Overal ligt vuilnis, en de vloer van het gebouw wordt steeds smeriger. De vrouw van de oogarts ontpopt zich als leidster en moeder en handhaaft in haar slaapzaal de maximaal mogelijke hygiëne. De autodief probeert avances te maken naar een jonge vrouw maar wordt door haar getrapt met haar naaldhak. De wond ontsteekt, en gek van de koorts en pijn loopt de dief naar het hek. Daar schieten de soldaten hem zonder pardon dood.
Terwijl de toestand in het gesticht verslechtert, raken meer en meer mensen blind. De overheid tracht de blinden eerst te isoleren, maar roept uiteindelijk de noodtoestand uit en vormt een regering van nationale eenheid. Het mag niet baten, meer en meer mensen raken blind tot uiteindelijk de hele stad, en misschien zelfs heel Portugal en de wereld niet meer kan zien. Dit vindt plaats in een toenemende paniek en wetteloosheid.
Op een dag neemt een groep blinden van een bepaalde slaapzaal bezit van al het voedsel. Ze hebben gordijnenroeden als wapen, en zelfs een pistool. Deze groep, "de schoften", eist eerst betaling met juwelen voor het eten, en vervolgens seksuele diensten van de vrouwen. De vrouw van de oogarts beraamt een aanslag, en verwondt de leider van de schoften dodelijk met een schaar op het moment dat een andere vrouw hem pijpt. De schoften raken in paniek, maar barricaderen de gangen met bedden en dreigen met hun pistool. Uiteindelijk breekt brand uit en een groep van zeven mensen, geleid door de vrouw van de oogarts, ontsnapt. Niemand probeert ze tegen te houden, de soldaten zijn weg.
De groep trekt door de stad en tracht een onderkomen te vinden. Ze ontmoeten blinden die met open mond regenwater proberen op te vangen, en anderen die supermarkten plunderen. Weer anderen zijn dodelijk verongelukt. Ze komen een vrouw tegen die als een dier leeft en kippen en konijnen met de blote handen wurgt en rauw opeet. Ten slotte bereiken ze het appartement van de oogarts en zijn vrouw, en gaan daar wonen.
Op een dag krijgen de blinden, te beginnen met de eerste, weer een voor een hun gezichtsvermogen terug. De stad is er nog.
Het boek wordt dit jaar verfilmd en zal als titel Blindness krijgen. Hij wordt geregisseerd door Fernando Meirelles. Juliane Moore and Mark Ruffal zijn de sterren in de film, met Danny Glover die het verhaal vertelt. De film komt uit in 2008.
Largo do Barão de Quintela - Lisboa: José Maria Eça de Queirós...
Standbeeld van José Maria Eça de Queirós
Portugees roman- en verhalenschrijver Povoa de Varzim 25 nov. 1845 - Parijs 16 aug. 1900
Het originele beeld, vervaardigd door de beeldhouwer António Teixeira Lopes (1860-1942), was van wit marmer. Nadat dat vele malen doelwit geweest was van vandalen, is het in de zomer van 2000 van hogerhand vervangen door een bronzen replica.
Sobre a nudez forte da Verdade o manto diáfano da Fantasia
Over de rauwe naaktheid van de Waarheid de doorschijnende mantel van de Fantasie
Categorie:Poëzie, literatuur... Tags: Eça de Queirós
José de Sousa Saramago - escritor português galardoado com o Nobel da Literatura...
José Saramago
(°Azinhaga, 16 november 1922) is een van de belangrijkste Portugese hedendaagse schrijvers. Hij won in 1998 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Biografie
José Saramago wordt geboren op 16 november 1922 als kind uit een daglonersgezin op het Portugese platteland, in het dorpje Azinhaga in de provincie Ribatejo. In de officiële registers staat hij echter op 18 november. Zijn ouders zijn José de Sousa en Maria de Piedade. 'Saramago' is de naam van een wild kruid, en tevens de roepnaam van zijn vader. Bij de burgerlijke stand wordt deze roepnaam per ongeluk aan zijn naam toegevoegd. José Saramago heet dus voluit José de Sousa Saramago.
Na twee jaar, in 1924 verhuist het straatarme gezin naar Lissabon, waar bijna heel zijn leven zich heeft afgespeeld. Saramago komt wel nog een aantal keren naar zijn geboortedorp terug. Vader begint bij de politie. Zijn twee jaar oudere broer Francisco sterft na twee maand.
Kort daarop moet José Saramago wegens geldgebrek het lyceum inwisselen voor de ambachtsschool, richting automechanica. Na een hele reeks betrekkingen, van autohersteller, slotenmaker en tekenaar tot ambtenaar bij de gezondheidsdienst, komt hij op een drukkerij en in de krantenwereld terecht. Al tijdens zijn studie mechanica is hij echter een fervente bezoeker van de openbare bibliotheek van Lissabon.
In 1944 huwt hij Ilda Reis. Saramago is dan ambtenaar bij de gezondheidsdienst. Hun enige kind, Violante, wordt in 1947 geboren. Dat jaar komt ook zijn eerste roman (Terra de Pecado - Het land van de zonde) uit. Hij schrijft nog een onafgewerkte roman, maar stopt met schrijven omdat hij volgens zichzelf 'niets behoorlijks meer te melden' heeft. Tot 1966 legt hij dan ook de pen neer.
In 1949 wordt Saramago om politieke redenen ontslagen. Eind de jaren vijftig begint hij bij een uitgeverij te werken, zodat hij de Portugese schrijverswereld leert kennen. Vanaf 1955 werkt hij deeltijds als vertaler. In 1966 verschijnt zijn eerste dichtbundel (Os Poemas Possíveis), in 1970 zijn tweede (Provalmente Alegria). In 1967-68 werkt hij aanvullend als literatuurcriticus.
In 1969 sluit hij zich aan bij de illegale Communistische Partij van Portugal
. Zijn ster rijst; hij wordt literair criticus en politiek commentator, lid van het bestuur van de zojuist opgerichte Portugese Schrijversbond en tenslotte adjunct-hoofdredacteur.
Na de scheiding van zijn vrouw in 1970 begint hij een relatie met de Portugese schrijfster Isabel da Nógreba, die tot 1986 zal duren.
In 1972 en 1973 is hij redacteur bij het dagblad Diário de Lisboa, waar hij als politiek commentator werkte en waar hij enige tijd het culturele supplement verzorgde. Hij behoorde tot de eerste Directie van de Portugese Schrijvers Vereniging. Gaandeweg begint hij zelf artikelen te schrijven, zichzelf aan cultuur bijbrengend wat hij aan scholing mist. Saramago wordt omstreden als gehard communist en genadeloos criticus, als zelfverklaard atheïst en pessimist.
Na de Anjerrevolutie neigt Portugal korte tijd naar het Communisme. Van april tot november 1975 werkt Saramago, die het communistisch gedachtegoed steunt, als vicehoofdredacteur bij de krant Diário de Notícias. Na een machtswisseling verliest Saramago zijn baan. Hij besluit zich op zijn 53ste aan de literatuur te wijden. Dat is een sprong in het diepe omdat hij al een tijd niet meer schrijft en weinig op zijn palmares heeft (een paar poëziebundels, verzamelde journalistieke stukken en een roman).
Vijf jaar later, in 1980 krijgt hij succes in eigen land met zijn roman 'Opgestaan van de grond', over de mensonwaardige levensomstandigheden van de Portugese landarbeiders. In 1981 breekt hij internationaal door met zijn roman 'Memoriaal van het klooster'.
In 1988 huwt Saramago de Spaanse journaliste Pilar del Rei. Zij is tevens de vertaalster van een aantal van zijn boeken. Haar familie geeft Saramago's boeken uit.
In 1992 verlaat hij het land en gaat op het Spaanse Canarische eiland Lanzarote in vrijwillige ballingschap wonen. Zijn roman 'Evangelie volgens Jezus Christus' is door Portugese bisschoppen als godslasterlijk bestempeld en daarom door de minister van Cultuur geweigerd als kandidaat voor de Europese Aristeion-prijs. Op Lanzarote schrijft hij een reeks dagboeken en romans.
Op 8 oktober 1998 krijgt José Saramago de Nobelprijsvoor de Literatuur. Bij de Europese Verkiezingen heeft Saramago zich (op een onverkiesbare plaats) kandidaat gesteld voor de Communistische Partij Portugal.
Saramago houdt een aantal eredoctoraten aan de Universiteit van Turijn (Italië), Universiteit van Sevilla (Spanje), Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk) en Coimbra (Portugal).
Lees verder op wikipedia via volgende link: KLIK HIER! In het Portugees: KLIK HIER! Op 3 oktober 2007 werd een interview met Saramago uitgezonden op Klara in Ramblas (12:05).... voor een link: KLIK HIER!
Categorie:Poëzie, literatuur... Tags:José de Sousa Saramago
Tanto de meu estado me acho incerto - LuÃs de Camões
Ik weet buiten Camões en Pessoa bestaan nog vele andere Portugese dichters die het waard zijn om besproken te worden, maar Nederlandse vertalingen zijn praktisch onvindbaar en zelf waag ik mij (nog) niet aan een aanvaarbare vertaling Daarom, én omdat Camões ook één van mijn lievelingsdichters is, deze prachtig verwoorde onzekerheid
Tanto de meu estado me acho incerto
Onzeker zwerf ik door onzekerheden
Tanto de meu estado me acho incerto,
Onzeker zwerf ik door onzekerheden, Que em vivo ardor tremendo estou de frio. Van kou doorhuiverd als de zonnen branden. Sem causa, juntamente choro e rio, Steeds wijkt de wereld uit mijn open handen. O mundo todo abarco e nada aperto. In één zucht lach en ween ik zonder reden.
É tudo quanto sinto um desconcerto,
Al wat ik voel raakt in het ongerede, Da alma um fogo me sai, da vista um rio. Mijn oog is vocht, vuur zijn mijn ingewanden. Agora espero, agora desconfio, Soms hoop ik, en dan voel ik mij weer stranden, Agora desvario, agora acerto. Soms voel ik grond, dan ben ik weggegleden.
Estando em terra, chego ao Céu voando -
Staande voel ik mij soms ten hemel varen - Num hora acho mil anos, e é de jeito En leef ik dan in één uur duizend jaren, Que em mil anos não posso achar um hora. Duizend jaar lang leef ik geen enkel uur.
Se me pergunta alguém porque assim ando,
En omwille waarvan ik dit verduur? Respondo que não sei - porém suspeito Ik weet het nauwelijks - ik ben misschien Que só porque vos vi, minha Senhora. Hiertoe geworden door u aan te zien.
Luís de Camões
BRON: Saudades en andere verzen uit het Portugees door Dolf Verspoor, Moussaults uitgeverij nv Amsterdam 1961
Transforma-se o amador na cousa amada, De minnende gaat op in de beminde por virtude do muito imaginar; medegevoerd op zijn gedachtegangen - Não tenho logo mais que desejar, Ik heb geen enkel ding meer te verlangen pois em mim tenho a parte desejada. want het begeerde is in mijzelf te vinden.
Se nela está minha alma transformada,
En wat zou dan mijn lichaam nog verblinden que mais deseja o corpo de alcançar? nu zulk een ziel de mijne heeft bevangen? Em si sómente pode descansar, Het heeft in deze nieuwe samenhangen pois consigo tal alma está liada. de rust ontvangen der gelijkgezinden.
Mas esta linda e pura semideia,
Maar deze zachte en zuivere verschijning que, como o acidente em seu sujeito, die als de regen met de waterdeining assim co'a alma minha se conforma, zich met mijn ziel kon vereenzelvigen
Está no pensamento como ideia;
Waart enkel door mijn denken en mijn dromen. E o vivo e puro amor de que sou feito, En al de liefde die ikzelve ben como matéria simples busca a forma. blijft ruwe stof die tot een vorm wil komen.
- Luís de Camões -
Vertaling uit het boek Saudades en andere verzen uit het Portugees door Dolf Verspoor, Moussaults uitgeverij nv Amsterdam, 1961
Verwijzing naar vorig bericht over Camões: klik HIER!
Sou um guardador de rebanhos - Alberto Caeiro - Pessoa...
Geen echte fado, maar een gedicht van Alberto Caeiro (één van de heteroniemen van Pessoa) op muziek gezet door Vasco Martins en gezongen door Bévinda, een prachtige Frans-Portugese fadista met een warme stem. Om de soms opvallende gelijkenis tussen het Frans en het Portugees aan te tonen, heb ik van het gedicht zowel de Nederlandse als de Franse vertaling overgenomen. Geniet maar klik hiervoor op de foto's...
IX
Sou um guardador de rebanhos.
Je suis un gardeur de troupeaux, Ik ben een hoeder van kudden. O rebanho é os meus pensamentos Mon troupeau se sont mes pesées, De kudde, dat zijn mijn gedachten E os meus pensamentos são todos sensações. Et mes pensees sont toutes des sensations. En al mijn gedachten zijn gewaarwordingen. Penso com os olhos e com os ouvidos Je pense avec les yeux et avec les oreilles, Ik denk met mijn ogen en met mijn oren E com as mãos e os pés Et avec les mains et les pieds, En met mijn handen en mijn voeten E com o nariz e a boca. Et avec le nez et la bouche. En met mijn neus en met mijn mond.
Pensar numa flor é vê-la e cheirá-la
Penser une fleur, cest la voir et la sentir, Een bloem denken is haar zien en haar ruiken E comer um fruto é saber-lhe o sentido. Et manger un fruit, cest en savourer le sens. En een vrucht eten is zijn betekenis proeven.
Por isso quando num dia de calor
Cest pourquoi, par un jour de chaleur, Daarom, wanneer ik op een warme dag Me sinto triste de gozá-lo tanto, Si tant de jouissance me rend triste, Mij droef voel van er zóveel van genieten, E me deito ao comprido na erva, Je métends de tout mon long sur lherbe, En languit in het gras ga liggen, E fecho os olhos quentes, Je ferme mes yeux chauds, En mijn verhitte ogen sluit Sinto todo o meu corpo deitado na realidade, Je sens tout mon corps étendu sur la réalité, Dan voel ik heel mijn lichaam liggen in de werkelijkheid Sei da verdade e sou feliz. Je sais la vérité et suis heureux. Ik weet de waarheid en ik ben gelukkig. - Alberto Caeiro -
De Franse vertaling komt uit het bijhorend boekje van de cd Bévinda - pessoa em pessoas. De Nederlandse vertaling is van August Willemsen, uit het boek De hoeder van kudden Alberto Caeiro (Fernando Pesso).
De varkenshoeder - Olieverf op doek (74 x 93 cm) Paul Gaugin (1848-1903) schilderde dit doek in 1888. Het bevindt zich in de Los Angeles County Museum of Art.
Kom niet tegenover me zitten, niet naast me, kom niet naar me toe; Kom niet met me lachen of praten Ik ben alles moe, ik ben moe En wil alleen slapen.
Zelfs wakend nog slapen, al dromend Of ook zonder dromen, Maar in een ver en vaag vergeten opgenomen Waar geen gedachte hoeft te komen.
Ik heb nooit kunnen beminnen, voelen heb ik nooit gekund, Zelfs was het denken in mij onomlijnd. Tussen distels wierp ik wat aan geloof mij was gegund, En op een blanco bladzij schreef ik: Eind.
De incognito prinsessen bleven onbekend, Voor de beloofde tronen kwam geen timmerman. Miljoenen levens heb ik door elkaar in mij omklemd. Maar niemand die ooit in mijn leven kwam.
En daarom, mocht je komen, kom niet naast me zitten en spreek niet. Ik wil slechts slapen, al is het een dood, Iets dat mij niet verdriet en waarmee jij je niet verdriet - Iets waarop niemand hoopt noch niet op hoopt.
Mijn God ligt op de lommerd. k Heb verpakt in pakpapier De hoop en de ambitie ooit beleefd; Ik ben nu niet meer dan een zelfmoord en ik ben slechts hier Als een smachten naar slapen dat nog leeft.
Maar slapen wat men slapen noemt, zonder enige waardigheid, Als een verlaten vleet Die eenzaam tussen duisternis en nevel schipbreuk lijdt Zonder dat men van zijn verleden weet.
En de commandant van t schip, die tracht te volgen, Ziet, tussen de golven en de horizon, Hoe de laatste roeier der galeien wordt verzwolgen - Die niet zwemmen kon.
Bron: De mooiste gedichten van Fernando Pessoa, p.41, De Morgen - Bibliotheek Wereldpoëzie
Não venhas sentar-te à minha frente, nem a meu lado; Não venhas falar, nem sorrir. Estou cansado de tudo, estou cansado, Quero só dormir.
Dormir até acordado, sonhando Ou até sem sonhar, Mas envolto num vago abandono brando A não ter que pensar.
Nunca soube querer, nunca soube sentir, até Pensar não foi certo em mim. Deitei fora entre urtigas o que era a minha fé, Escrevi numa página em branco, "Fim".
As princesas incógnitas ficaram desconhecidas, Os tronos prometidos não tiveram carpinteiro. Acumulei em mim um milhão difuso de vidas, Mas nunca encontrei parceiro.
Por isso, se vieres, não te sentes a meu lado, nem fales. Só quero dormir, uma morte que seja Uma coisa que me não rale nem com que tu te rales - Que ninguém deseja nem não deseja.
Pus o meu Deus no prego. Embrulhei em papel pardo As esperanças e ambições que tive, E hoje sou apenas um suicídio tardo, Um desejo de dormir que ainda vive.
Mas dormir a valer, sem dignificação nenhuma, Como um barco abandonado, Que naufraga sozinho entre as trevas e a bruma Sem se lhe saber o passado.
E o comandante do navio que segue deveras Entrevê na distância do mar O fim do último representante das galeras, Que não sabia nadar.
Alma minha gentil, que te partiste Tão cedo desta vida, descontente, Repousa lá no Céu eternamente E viva eu cá na terra sempre triste.
Se lá no assento etéreo, onde subiste, Memória desta vida se consente, Não te esqueças daquele amor ardente Que já nos olhos meus tão puro viste.
E se vires que pode merecer-te Algua cousa a dor que me ficou Da mágoa, sem remédio, de perder-te,
Roga a Deus, que teus anos encurtou, Que tão cedo de cá me leve a ver-te, Quão cedo de meus olhos te levou.
-Luís Vaz de Camões-
Mijn zielsgeliefde, die zijt heengegaan
Mijn zielsgeliefde, die zijt heengegaan vroegtijdig uit dit onverzoenlijk leven, hemelsche, zoete rust zij U gegeven, laat mij op aarde treurig voortbestaan.
Als in de ijlten waar gij zijt, misschien men heugnis gunt aan wat op aard bezeten, wil dan de vurige liefde niet vergeten, die ge in mijn oog zoo zuiver hebt gezien.
En meent ge dat U eenig nut kan geven de groote smart, die in mijn wezen schreit, 't onheelbaar leed uit Uw verlies gebleven,
Bid dan aan God, Meester van onze tijd, dat Hij mij even spoedig 't weerzien geve, als uit mijn oog Hij U heeft weggeleid.
(Vertaling Marcus de Jong, uit Beknopte geschiedenis der Portugese Letterkunde, L.J. Veen, 1958)
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....