Pele
encarquilhada
Carapinha branca
Gandôla de renda
Caindo na anca
Embalando o
berço
Do filho do sinhô
Que há pouco tempo
A sinhá ganhou
Era assim
que mãe preta fazia
Criava todo o branco
Com muita alegria
Porém lá na sanzala
O seu pretinho apanhava
Mãe preta mais uma lágrima enxugava
Mãe preta 2x
Enquanto a chibata
Batia no seu amor
Mãe preta embalava
O filho branco do sinhô
Mãe preta 3x
Zwarte moeder Met een verschrompelde
huid
Wit kroeshaar
En een kanten sjaal
Die tot op haar heupen valt
Schommelt ze
de wieg
Van de zoon van haar Meester
Die onlangs
Door haar Meesteres werd gebaard
Dat is wat
de zwarte moeder deed
Zij gaf de borst aan zijn witte kinderen
Tot grote voldoening
Terwijl in het slavenverblijf
Haar zwarte kind verstopt zat
Waarvoor de zwarte moeder vele tranen liet
Zwarte
moeder 2x
Terwijl de zweep
Sloeg op haar geliefde
Wiegde de zwarte moeder
Het witte kind van de Meester
Als je Lissabon nog niet gezien hebt, dan heb je nog nooit iets moois gezien. Op die manier wordt Lissabon beschreven in een oud spreekwoord. Op het eerste gezicht lijkt dit een overdrijving. De straten zijn stijl, smal en vol bochten. Bij vele huizen valt de plaaster van de gevels.
De stad heeft echter sfeer. Lissabon is boeiend door haar heuvelachtige ligging en haar vele uitkijkposten. Wanneer je je laat onderdompelen in de doolhof van de vele smalle straatjes en kleine pleintjes, zal je de geheimen van de stad ontdekken. Achter iedere hoek vind je een nieuwe verassing: kleurrijke azulejos, indrukwekkende plekken of ongewone vervoersmiddelen.
De beste manier om Lissabon te ontdekken is met de tram. Vooral lijn 28. Er zijn er die zeggen dat dit mooiste lijn van de wereld is. In ieder geval is het de langste en de bekendste van Lissabon. Tram 28 dendert op en neer door de steegjes van Afama. Straatjes en bochten zijn soms zo smal dat, op sommige plaatsen, de dubbele rijrichting via één spoor verloopt. Millimeterprecies passeert de tram steigers en geparkeerde auto's...
Sei
Finalmente Amália Rodrigues
Sei finalmente que afirma ou fazem apostas
Que não sou, infelizmente, aquela de quem tu gostas
Oh, meu amor, fala-me toda a verdade
Seja qual for, peço-te eu, por caridade
Tem compaixão desta dor, tem dó de mim
Eu vi um sim onde os outros viram não
E a minha luz, só tu foste, mais ninguém
A minha cruz pode ser o teu desdém
Não se me dá que se riam por meu fado
Que me digam não ser já a mulher do teu ideal
Oh, meu amor, que à minha alma te encostas
Diz o que for, peço-te eu de mãos postas
Eindelijk weet ik AmaliaRodrigues Eindelijk ken ik de uitslag van de
weddenschap Ikbenhelaas nietdegene die je verkiest Oh,mijn geliefde, vertelmede helewaarheid Hoe dan ook,ikbidu,uit liefdadigheid
Heb medelijdenmetdezepijn,heb mededogen met mij Ikzagiets, waaranderenniets
zagen En mijnlicht,was jij, en
niemand anders Mijnkruis
zou uwminachtingzijn
Laat niet toe
dat er gelachen wordt met mijn fado Dat er gezegd
wordtdat ik nietlangeruw ideale vrouw ben Oh,mijn geliefde,dat mijnzielzich bij u mag
vleien Zeg dat het zo is,ik bid u,met gevouwenhanden (eigen vertaling)
Nog zon jonge Portugese groep waarvan je de roots vermoedt bij de fado, maar die een heel eigen stijl hebben vrolijk maar toch met beide voeten geënt op de werkelijkheid
Deolinda
Um Contra o Outro
Anda, Desliga o cabo, Que liga a vida, A esse jogo, Joga comigo, Um jogo novo, Com duas vidas, Um contra o outro.
Já não basta, Esta luta contra o tempo, Este tempo que perdemos, A tentar vencer alguém.
Ao fim ao cabo, O que é dado como um ganho, Vai-se a ver desperdiçamos, Sem nada dar a ninguém.
Anda, Faz uma pausa, Encosta o carro, Sai da corrida, Larga essa guerra, Que a tua meta, Está deste lado, Da tua vida.
Muda de nível, Sai do estado invisível, Põe o modo compatível, Com a minha condição, Que a tua vida, É real e repetida, Dá-te mais que o impossível, Se me deres a tua mão.
Sai de casa e vem comigo para a rua, Vem, q'essa vida que tens, Por mais vidas que tu ganhes, É a tua que, Mais perde se não vens.
Sai de casa e vem comigo para a rua, Vem, q'essa vida que tens, Por mais vidas que tu ganhes, É a tua que, Mais perde se não vens.
Anda, Mostra o que vales, Tu nesse jogo, Vales tão pouco, Troca de vício, Por outro novo, Que o desafio, É corpo a corpo. Escolhe a arma, A estratégia que não falhe, O lado forte da batalha, Põe no máximo o poder.
Dou-te a vantagem, Tu com tudo, Eu sem nada, Que mesmo assim, Desarmada, Vou-te ensinar a perder.
Sai de casa e vem comigo para a rua, Vem, q'essa vida que tens, Por mais vidas que tu ganhes, É a tua que, Mais perde se não vens
Bron: portugal.blog.nl Optredens in België: Brussel op 22 oktober, Leuven op 23 oktober, Antwerpen op 27 oktober Website: Deolinda
Zaterdag 6 november 2010 treedt OqueStrada op in de Melkweg Amsterdam op het Amsterdam World festival! Klik HIER voor de link naar Amsterdam World 2010.
Francisco Ribeiro was een stichtend lid van de Portugese groep Madredeus. Hij was cellist, componist, tekstschrijver, zanger, organisator en producer. Hij overleed op 14-09-2010, slachtoffer van leverkanker.
In 1997 verliet Francisco Ribeiro de groep Madredeus om zijn muzikale opleiding in Engeland af te ronden. Toen hij in 2006 terugkwam naar Portugal was de cellist verdwenen uit de publieke belangstelling, maar in december 2009 trad hij terug op de voorgrond met de uitgave van "A Junção do Bem" het eerste album van zijn project Desiderata.
Hij was lid van het Stroud Symphony Orchestra en het Gloucester Symphony Orchestra in 2002/03. Hij studeerde af aan de Bath Spa University in de richting Muziek / Compositie en volgde een cursus Muziek Tech aan het Gloucester College. Hij studeerde cello bij professor Henrique Fernandes en Ruth Zagni. Hij was student van de Muziekacademie van Santa Cecilia.
Hij co-componeerde de soundtrack van de film "Lisbon-Story" van Wim Wenders.
Hij werkte o.a. samen met Wim Wenders, Rodrigo Leão, Teresa Salgueiro, Carlos Maria Trindade, Jah Whobble, Nuno Rebelo, Jose Peixoto, Filipe La Feria, Diva, Sétima Legião, Tanya Tagaq, Filipa Pais, Jose Perdigão e os Fados do Rock, dirigent Mark Stephenson, het Nationaal Orkest van Porto, de Bristol Operatic Society.
Francisco Ribeiro foi um membro fundador do grupo português
Madredeus, violoncelista, compositor, letrista, vocalista, arranjador e produtor. Faleceu a 14 de Setembro de 2010, vítima de cancro do fígado.
Em 1997, Francisco Ribeiro abandonou os Madredeus para completar a sua formação musical em Inglaterra. Longe do olhar público, o violoncelista regressou a Portugal em 2006 e, em Dezembro de 2009, ressurgiu em primeiro plano com a edição de A Junção do Bem, o primeiro álbum do seu projecto Desiderata.
Foi membro da Stroud Symphony Orchestra e Gloucester Symphony Orchestra em 2002/03. Era licenciado pela Bath Spa University em Música/Composição e tirou o curso de Music Tech pelo Gloucester College. Estudou violoncelo com o Professor Henrique Fernandes e com Ruth Zagni. Foi aluno da
Wim Wenders, Rodrigo Leão, Teresa Salgueiro, Carlos Maria Trindade, Jah Whobble, Nuno Rebelo, José Peixoto, Filipe La Feria, Diva, Sétima Legião, Tanya Tagaq, Filipa Pais, José Perdigão e os Fados do Rock, maestro Mark Stephenson, Orquestra Nacional do Porto, Bristol Operatic Society, entre outros.
A arte do fado tradicional nas Festas da Gante 2010...
Traditionele fado rechtstreeks uit het hart van Lissabon op de Gentse Feesten 2010
JOÃO ESCADA fadista DÉBORA RODRIGUES fadista FERNANDO SILVA guitarra portuguesa ANA LUÍSA viola de fado
In de kleine fadohuizen of casas de fado in wijken zoals de Bairro Alto en Alfama staat improvisatie op standards nog steeds centraal. Débora en João blinken als fadistas van de nieuwe generatie uit in het telkens weer creëren van nieuwe melodielijnen en roubadinhos, of het nu gaat om fados die de industriële revolutie en de dictatuur overleefd hebben (zoals de klassieke fado menor en de verschillende soorten fado alexandrino) of om fados die grote namen zoals Fernando Farinha, Amália Rodrigues of Alfredo Marceneiro bekend gemaakt hebben. Muzikale begeleiding door de Portugese gitaar en de 'viola de fado'.
JOÃO ESCADA fadista João is een meester in de fado castiço stijl en beheerst de kunst om de juiste fado op het juiste moment te kiezen.
DÉBORA RODRIGUES fadista Débora zingt al jaren in verschillende fadohuizen in Lissabon zoals O Faia (zie ook Beatriz da Conceição en António Rocha van het project Tears of Lisbon
van Paul Van Nevel en het Huelgas Ensemble), O Senhor Vinho, .
FERNANDO SILVA guitarra portuguesa Fernando werkt vandaag als één van de vaste guitarras portuguesas in het bekende fadohuis O Luso in Lissabon, waar hij onder andere Celeste Rodrigues begeleidt, de 87-jarige zus van Amália Rodrigues. Hij speelde en speelt samen met tal van artiesten, van bairristas (traditionele fadozangers) tot meer internationaal bekende namen als Mafalda Arnauth, Dulce Pontes, Mariza, George Dalaras, Rão Kyao, Pablo Gonzo, Carlos do Carmo .
ANA LUÍSA viola de fado Als enige die niet geboren en getogen is in Portugal, begon zij 15 jaar geleden fado te zingen en is ze de drijvende kracht achter de vzw Saber da Vida waarmee ze de traditionele fado in ere wil houden. Ze begeleidde o.a. een aantal winnaars van de Grande Noite de fado, het belangrijkste jaarlijkse fado concours in Portugal.
I.s.m. Saber da Vida, Nakhla vzw en Masereelfonds Gent Heirnis
De Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago is overleden. Hij was 87 jaar en leed aan leukemie. Hij is vooral bekend van zijn boek "Stad der blinden" dat hij schreef in 1995. Drie jaar later kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur.
Saramago stierf op het Canarische eiland Lanzarote, waar hij verbleef na een publieke rel met de Portugese regering in 1992. De auteur was een man met een uitgesproken mening, die als overtuigd communist in het katholieke Portugal velen tegen zich in het harnas joeg.
"Saramago was een van onze grote culturele figuren", reageert de Portugese eerste minister José Socrates. "Zijn heengaan laat onze cultuur armer achter."
Lid van de Communistische Partij
Saramago werd in 1922 geboren in een arm gezin van dagloners. Hij groeide op in Lissabon. Hij maakte de universiteit niet af, maar ging halftijds studeren en werken als metaalbewerker.
In 1947 publiceerde hij zijn eerste roman, "Land van de zonde". Het boek leverde hem een baantje op bij een literair tijdschrift. Pas 20 jaar later verscheen een nieuwe roman van zijn hand. Ondertussen werkte hij als journalist.
In 1969 werd hij lid van de Communistische Partij van Portugal. Hij nam ook deel aan de Anjerrevolutie in 1974 die het dictatoriale regime van Salazar deed vallen.
Als auteur brak hij internationaal door in 1981 met "Memoriaal van het klooster". Daarna volgden nog een tiental romans, zoals "Het jaar van de dood van Ricardo Reis" en het omstreden "Het evangelie volgens Jezus Christus". Hij schreef ook poëzie, dagboeken en theaterstukken. In 1998 kreeg hij de Nobelprijs van de Literatuur voor "De stad der blinden". Zijn laatste boek "Caim" dateert van vorig jaar. Saramago was ook literair criticus en politiek commentator.
"Ik ben een scepticus"
Hij kreeg zowel nationaal als internationaal erkenning, maar zelf was hij geen grote fan van de bekendheid die literaire prijzen met zich meebrengen. "Ik ben een scepticus, gereserveerd. Ik loop niet lachend rond, mensen knuffelend, proberen vrienden te maken."
"De stad der blinden" werd twee jaar geleden nog verfilmd met Julianne Moore in de hoofdrol. Het boek gaat over een stad waar de mensen op een mysterieuze manier getroffen worden door blindheid. Daardoor stort het sociale weefsel in. Volgens Saramago gaat de roman over "de blindheid van het verstand". "We zijn rationele wezens, maar we handelen niet rationeel. Als we dat zouden doen, zou er geen honger zijn in de wereld", zei hij.
Hij was een van de bestverkopende Portugese auteurs. Zijn romans werden in meer dan 20 talen vertaald. Hij trouwde in 1988 met de Spaanse journaliste Pilar del Rio, die ook zijn boeken vertaalde. Hij was vanochtend aan het ontbijten met zijn vrouw, toen hij onwel werd. Daarna is hij overleden omringd door familieleden.
De Kaap Carvoeiro bevindt zich op het meest westelijke punt van het schiereiland van Peniche in een gebied met prachtige landschappen met interessante geologische formaties die in de loop der tijddoor de zee zijn uitgehouwen. Bekijk bijvoorbeeld Nau dos Corvos, een enorme rots waarvan de vorm doet denken aan een groot halfgezonken schip.
Deze locatie biedt prachtige uitzichten op zee en de eilandengroep Berlengas is bovendien een perfecte plek om zeevogels te observeren.
O Cabo Carvoeiro está situado no extremo ocidental da península de Peniche, numa zona de grande beleza paisagística pelas curiosas formações geológicas que o mar esculpiu ao longo dos tempos, de que é exemplo a Nau dos Corvos, um enorme rochedo cuja forma faz lembrar uma grande embarcação semi-naufragada.
Este local que oferece vistas deslumbrantes sobre o mar e as ilhas Berlengas é também um excelente ponto de observação de aves marinhas.
Daarom wil ik jullie laten meegenieten van een schitterende reportage, mij toegestuurd door een Portugese dame uit Lissabon, maar waarvoor je toch een klein uurtje moet uittrekken om hem te bekijken
"Quando tiverem tempo vejam este documentário incrivel, feito pela televisão espanhola (TVE), sobre Portugal. Tem imagens simplesmente fantásticas, esplendorosas e magníficas. Deixam-nos plenos de orgulho por termos um país tão bonito. O documentário tem 56 minutos e começa no Algarve. Segue para o Norte, Alentejo, Centro e Lisboa (os minutos por localidades estão mais em baixo). Acho que nunca vi um trabalho tão bom na nossa televisão."
Hieronder de tijden waarmee je kunt afstemmen op een bepaald onderdeel.
Ondertussen krijgen jullie misschien zin om dit land eens in t echt te komen bekijken en is het is altijd handig om Nederlandstaligen in de buurt te hebben die je wegwijs kunnen maken daarom hieronder enkele linken naar Belgen en Nederlanders die ik hier ondertussen heb leren kennen.
Logeren bij Belgen/Nederlanders in Portugal
Vooreerst Lies met haar Casa das Figueiras, zij woont hier ondertussen al meer dan 20 jaren, is genationaliseerd Portugese en wordt door de Portugezen de Belgolaise genoemd (samentrekking van Portuguese en Belga). Wij hebben haar leren kennen toen wij op zoek waren naar ons huisje, wij hebben namelijk bij haar gelogeerd in één van haar huisjes. Klik HIER!
Zij organiseert ook wandelingen in de nabije omtrek. Klik HIER!Maria en Philip vormen samen een erg tof (Westvlaams) koppel die de Casa Nana uitbaten, een B&B maar met een heel persoonlijk tintje. Klik HIER!Ook de Casa Amarela kan ik jullie aan bevelen. Een B&B, opengehouden door een Belgische dame, aan zeer democratische prijzen. Klik HIER!Vervolgens kan ik jullie ten zeerste Quinta da vida serena aanbevelen. Jaap en Jeanne vormen een Nederlands koppel die een voortreffelijk B&B uitbaten. Zij zetten zich volledig in om het hun gasten naar hun zin te maken. Klik HIER! Een tweede Nederlands koppel (Truus en Dick - kan het nederlandser?) heeft een appartementje en een studio te huur. Als je houdt van onconventioneel, heel vriendelijk, maar toch dichtbij de kust, dan kan ik de Casal Andorinha ten zeerste aanraden. Klik HIER!Een derde Nederlands koppel (Inge en Piet) staat in voor de verhuur van een villa en appartement in Salir do Porto. Deze accommodaties zijn meer geschikt voor een groot gezin/familie of een kleine groep. Inge organiseert ook wandelingen. Klik HIER!
Fado Triste Fado negro das vielas Onde a noite quando passa Leva mais tempo a passar Ouve-se a voz Voz inspirada de uma raça Que mundo em fora nos levou Pelo azul do mar Se o fado se canta e chora Também se pode falar
Triestige fado Zwarte Fado uit de steegjes Waar passanten er 's avonds Langer over doen om er doorheen te lopen Hoor je de stem De stem van iemand uit de buurt, Die ons uit de werkelijkheid meeneemt Naar het blauwe van de zee. Als fado kan gezongen en gehuild worden Dan kan ze ook gesproken worden
Mãos doloridas na guitarra que desgarra dor bizarra Mãos insofridas, mãos plangentes Mãos frementes e impacientes Mãos desoladas e sombrias Desgraçadas, doentias Quando à traição, ciume e morte E um coração a bater forte
Treurige handen op de gitaar Vertolken bizarre pijn Ongeduldige handen, klagende handen Bevende en ongeduldige handen Desolate en sombere handen Ellendig, ziekelijk Bij verraad, jaloezie en dood En een hart dat hevig klopt
Uma história bem singela Bairro antigo, uma viela Um marinheiro gingão E a Emília cigarreira Que ainda tinha mais virtude Que a própria Rosa Maria Em dia de procissão Da Senhora da Saúde
Een tamelijk naïef verhaal Oude stadswijk, een steegje Een flanerende zeeman En de sigarettenmaakster Emilia Die nog altijd deugdzamer was Dan Rosa Maria Op de dag van de processie Van O.L.Vrouw van de Gezondheid
Os beijos que ele lhe dava Trazia-os ele de longe Trazia-os ele do mar Eram bravios e salgados E ao regressar à tardinha O mulherio tagarela De todo o bairro de Alfama Cochichava em segredinho Que os sapatos dele e dela Dormiam muito juntinhos Debaixo da mesma cama
De kussen die hij haar gaf Bracht hij van verre mee Hij bracht ze mee van de zee Ze waren wild en zout En bij het terugkeren 's avonds Heeft het roddelend vrouwvolk Van de Alfama-wijk Het geheim rondgestrooid Dat zijn schoenen en de hare Dicht bij elkaar sliepen Onder hetzelfde bed
Pela janela da Emília Entrava a lua E a guitarra À esquina de uma rua gemia, Dolente a soluçar. E lá em casa:
Door het raam van Emilia Scheen de maan En de jammerende gitaar Op de hoek van de straat Snikte gekweld. En daar in huis:
Mãos amorosas na guitarra Que desgarra dor bizarra Mãos frementes de desejo Impacientes como um beijo Mãos de fado, de pecado A guitarra a afagar Como um corpo de mulher Para o despir e para o beijar
Verliefde handen op de gitaar Vertolken bizarre pijn Handen trillend van verlangen Ongeduldig als een kus Handen van fado, van zonde Strelen de gitaar Zoals het lichaam van een vrouw Om het te ontbloten en te kussen
Mas um dia, Mas um dia santo Deus, ele não veio Ela espera olhando a lua, meu Deus Que sofrer aquele O luar bate nas casas O luar bate na rua Mas não marca a sombra dele Procurou como doida E ao voltar da esquina Viu ele acompanhado Com outra ao lado, de braço dado Gingão, feliz, levião Um ar fadista e bizarro Um cravo atrás da orelha E preso à boca vermelha O que resta de um cigarro Lume e cinza na viela, Ela vê, que homem aquele O lume no peito dela A cinza no olhar dele
Maar op een dag, Maar op een dag mijn god, toen kwam hij niet Ze wachtte kijkend naar de maan, mijn god Zo te lijden Het maanlicht viel op de huizen Het maanlicht viel op de straat Maar nergens zijn schaduw Zij zocht als gek En toen ze de hoek omsloeg Zag ze hem, in gezelschap Aan de andere kant, arm in arm Flanerend, vrolijk, verliefd Net een fadista en bizar Met een anjer achter zijn oor En in zijn rode mond Dat wat rest van een sigaret Vuur en as in het steegje, Ze ziet dat het vuur Voor de man in haar hart Reeds as is in zijn ogen
E o ciume chegou como lume Queimou, o seu peito a sangrar Foi como vento que veio Labareda atear, a fogueira aumentar Foi a visão infernal A imagem do mal que no bairro surgiu Foi o amor que jurou Que jurou e mentiu Correm vertigens num grito Direito ou maldito que há-de perder Puxa a navalha, canalha Não há quem te valha Tu tens de morrer Há alarido na viela Que mulher aquela Que paixão a sua E cai um corpo sangrando Nas pedras da rua
En de jaloezie sloop binnen als vuur Brandend, haar hart bloedde Het was als wind die kwam Om het vuur aan te wakkeren Het was een visioen van de hel Dat beeld van het kwaad, dat verscheen in de wijk Het was liefde die hij beloofde Maar dat was een leugen Duizelig ontsnapt haar een gil Goed of slecht, wat heeft ze te verliezen Zij trekt het mes en steekt Dat is het waard Jij moet sterven Er is een gejammer in het steegje Van die vrouw Van zijn passie En een lichaam valt bloedend Op de stenen van de straat
Mãos carinhosas, generosas Que não conhecem o rancor Mãos que o fado compreendem e entendem sua dor Mãos que não mentem Quando sentem Outras mãos para acarinhar Mãos que brigam, que castigam Mas que sabem perdoar
Liefdevolle, genereuze handen Die geen rancune hebben Handen die fado kennen En haar pijn begrijpen Handen die niet liegen Wanneer zij andere handen Voelen strelen Handen die vechten, die straffen Maar die ook kunnen vergeven
E pouco a pouco o amor regressou Como lume queimou Essas bocas febris Foi um amor que voltou E a desgraça trocou Para ser mais feliz Foi uma luz renascida Um sonho, uma vida De novo a surgir Foi um amor que voltou Que voltou a sorrir
En beetje bij beetje komt de liefde terug Zoals een vuur brandt Doen deze koortsige lippen De liefde terugkeren En het ongeluk wordt Weer geluk Het is een licht dat ontluikt Een droom, een nieuw leven Kan beginnen Het is een liefde die terugkeert Die glimlachend terugkeert
Há gargalhadas no ar E o sol a vibrar Tem gritos de cor Há alegria na viela E em cada janela Renasce uma flor Veio o perdão e depois Felizes os dois Lá vão lado a lado E digam lá se pode ou não Falar-se o fado.
Er klinken lachsalvos door de lucht En de zon trilt Kleuren schitteren Er is vreugde in het steegje En in elk raam Ontluikt een bloem Van vergeving en dan Stappen zij beiden Gelukkig en gearmd En als je dit niet gelooft Praat dan met de fado
Maria do Mar... uma história filmada na Nazaré...
Maria do Mar (1930) is een Portugese stomme film gerealiseerd door José Leitão de Barros. Het is het eerste docudrama en ook het eerste etnodrama uit de Portugese filmgeschiedenis; op internationaal vlak het tweede na Moana (1926) van Robert Flaherty. Het is, samen met Moana, een pionierswerk voor de visuele antropologie.
(Visuele antropologie is een kleine subdiscipline binnen de culturele antropologie. De nadruk ligt hier op de etnografische film, wat inhoudt dat je laat zien wat mensen doen, met als achterliggend idee dat in het handelen van mensen de kern van cultuur besloten ligt. Het aanschouwelijk maken via een audiovisuele productie is de meest directe manier van representeren, met name voor handelingen en non-verbale communicatie.)
De première van de film ging door in Lissabon op 20 mei 1930in de bioscoopzalen Odeon en São Luiz en hij kwam uit in de stad Porto op 9 juni van datzelfde jaar in de zaal Aguia do Ouro.
Het verhaal:
De film begint met de schipbreuk van een vissersboot in het vissersdorpje Nazaré, waarbij alle opvarenden verdrinken, uitgenomen de stuurman. Het hele dorp is boos op hem. Zij vinden dat hij die avond niet had mogen uitvaren. Hij pleegt, onder druk van de weduwen, zelfmoord. De stuurman had een dochter Maria. En een van de weduwen die de stuurman tot zelfmoord pushte, had een zoon Manuel. Door deze gebeurtenissen werden de twee families elkaars vijanden. Maar net als in Shakespeares Romeo en Julia, hielden deze zoon en dochter van elkander. De trigger was een zwempartij, waarbij Maria bijna verdronk en waarbij Manuel haar redde van de verdrinkingsdood. Ze trouwden, maar de twee geliefden werden afgewezen door hun respectievelijke schoonmoeders. Na verloop van tijd kregen zij een dochtertje. Op zekere dag gebeurde er iets, waardoor iedereen ten onrechte dacht dat het kindje van het jonge paar gestorven was. De grootmoeders werden zich opeens ten volle bewust van hun liefde voor de baby en zij sloten, samen met het hele dorp, opnieuw vrede met elkaar.
Op dit meest westelijke deel van Europa is de Atlantische Oceaan erg wild en voor de vissers betekende het dat iedere keer dat zij uitvaarden om hun dagelijks brood te verdienen, zij hun leven riskeerden. Hun families werden constant geconfronteerd met een zee die hun vader, echtgenoot of zoon nooit meer teruggaf door de eeuwen heen hebben duizenden Portugese vissers zo het leven gelaten
José Leitão de Barros was een Portugese regisseur en toneelschrijver. Hij werd geboren op 22 oktober 1896 in Lissabon en stierf er op 29 juni 1967.
Tot zijn bekendste films behoren Maria do Mar (1930), de eerste Portugese geluidsfilm A Severa (1931), Ala-Arriba! (1945), en een levensverhaal over Portugal's nationale dichter Camões (1946).
Door een tip van de man van onze lerares Luísa, ben ik op zoek gegaan naar de woorden van Fado Malhoa. (Muito obrigada José!)
Dit gedicht, dat door José Galhardo geschreven is, is een eerbetoon aan de schilder José Malhoa, die het meest Portugese onderwerp van Portugal op doek heeft kunnen zetten, nl. de Fado.
De muziek voor deze fado werd geschreven door Frederico Valério en werd voor het eerst door Amália Rodrigues gezongen in een merkwaardige kortfilm uit 1947 (Fado Molhoa, 11 min.), waarin de fadista binnenin het schilderij zit
Fado Malhoa Por Amália Rodrigues Letra: José Galhardo Música: Frederico Valério
Alguém, que Deus já lá tem, - pintor consagrado - que foi bem grande e nos dói ser já do passado, pintou numa tela, com arte e com vida, a trova mais bela da terra mais querida.
Iemand, die reeds overleden is, - een begeesterd schilder (=José Malhoa) - was heel beroemd en het maakt ons droevig dat hij er niet meer is, hij schilderde een doek, kunstzinnig en naar het leven, het mooiste lied (fado) van de meest geliefde grond (Portugal).
Subiu a um quarto que viu à luz do petróleo e fez o mais português dos quadros a óleo: um zé de samarra (*) com a amante a seu lado, com os dedos agarra, percorre a guitarra, e ali vê-se o Fado!
Hij verheerlijkt daarop een kamer, verlicht door een petroleumlamp en maakt aldus het meest Portugese olieverfschilderij: een man van het volk (*) met een minnares aan zijn zij, met zijn vingerspel, tokkelt hij op de gitaar, en kijk dát is Fado!
Faz rir a ideia de ouvir com os olhos, senhores. Fará, mas não para quem já ouviu, mas em cores. Há vozes de Alfama naquela pintura e a banza derrama canções de amargura.
Het lijkt lachwekkend om te horen met de ogen, mijne heren. Het zij zo, maar niet voor degenen die het reeds hoorden, maar dan in kleuren. Er zitten stemmen van Alfama in deze schilderij en de banza(= portugese gitaar) verspreidt liederen vol bittere smart.
Dali vos digo que ouvi a voz que se esmera: boçal, um faia banal cantando à Severa. Aquilo é bairrista; aquilo é Lisboa, boémia e fadista, aquilo é de artista; aquilo é Malhoa!
Vandaar ik zeg u dat ik hoorde de stem die streeft: brutaal, een banale losbol, zingend zoals Severa. Dat is van deze wijk, dat is Lissabon, bohemien en fadista, dat is artistiek; dat is Malhoa!
(eigen vertaling)
(*)
um zé de samarra is een personage die een klasse vertegenwoordigt (de samarra is een soort vest welke het geschilderd personage enkel op zijn linkerarm heeft). Zé is de afkorting van José en wordt gebruikt om het Portugese volk te benoemen. Herinner je O Zé Povinho (waarmee de stem van het volk wordt bedoeld) van Rafael Bordalo Pinheiro. (lees meer hierover via volgende link: klik HIER! = laatste deel van het bericht)
Wil je een recentere versie beluisteren, bekijk dan deze video met het doek van Malhoa
Link naar het Museu da Cidade in Lissabon, waar het doek te bezichtigen is: klik HIER! Link naar het Museu José Malhoa in Caldas da Rainha, waar de schilder geboren is: klikHIER!
As Mil e Uma Noites (Alf Lailah Oua Lailah) é uma obra clássica da literatura Persa, consistindo numa coleção de contos orientais compilados provavelmente entre os séculos XIII e XVI. São estruturados como histórias em cadeia, em que cada conto termina com uma deixa que o liga ao seguinte. Essa estruturação força o ouvinte curioso a retornar para continuar a história, interrompida com suspense no ar. O uso do número 1001 sugere que podem aparecer mais histórias, ligadas por um fio condutor infinito. Usar 1000 talvez desse a idéia de fechamento, inteiro, que não caracteriza a proposta da obra.
Schahriar, rei da Pérsia, vitimado pela infidelidade de sua mulher, mandou matá-la e resolveu passar cada noite com uma mulher diferente, que mandava degolar na manhã seguinte. Recebendo como mulher a Sherazade, esta iniciou um conto que despertou o interesse do rei em ouvir-lhe a continuação na noite seguinte. Sherazade, por artificiosa ligação dos seus contos, conseguiu encantar o monarca por mil e uma noites e foi poupada da morte.
A história conta que, durante três anos, moças eram sacrificadas pelo rei, até que já não havia mais virgens no reino, e o vizir não sabia mais o que fazer para atender o desejo do rei. Foi quando uma de suas filhas, Sherazade, pediu-lhe que a levasse como noiva do rei, pois sabia um estratagema para escapar ao triste fim que a esperava. A princesa, após ser possuída pelo rei, começa a contar a extraordinária "História do Mercador e do Efreet", mas, antes que a manhã rompesse, ela parava seu relato, deixando um clima de suspense, só dando continuidade à narrativa na manhã seguinte. Assim, Sherazade conseguiu sobreviver, graças à sua palavra sábia e à curiosidade do rei. Ao fim desse tempo, ela já havia tido três filhos e, na milésima primeira noite, pede ao rei que a poupe, por amor às crianças. O rei finalmente responde que lhe perdoaria, sobretudo pela dignidade de Sherazade.
Fica então a metáfora traduzida por Sherazade: a liberdade se conquista com o exercício da criatividade.
O original em árabe recebia o título de as 1000 noites, que foi alterado mais tarde por ser o número 1000 um número de mal agouro na cultura árabe. A história de Aladim e a lâmpada maravilhosa foi incluída mais tarde por ser muito apreciada e está entre as histórias mais famosas que Sherazade conta. Merecem destaque também as de Simbad (o marinheiro que fica rico em sete viagens fantásticas) e de Ali Babá (que consegue fortuna enganando os famosos quarenta ladrões).
De vertellingen van Duizend-en-één-nacht
Het verhaal gaat dat de koning Sjahriaar door zijn vrouw bedrogen was. Om herhaling te voorkomen besluit hij voortaan elke avond een nieuwe maagd te huwen en haar de volgende ochtend ter dood te brengen. Na enige tijd huwt hij de dochter van zijn grootvizier: Sjahrazad (meestal geschreven als Sheherazade).
Om aan de executie te ontkomen vertelt zij hem in de huwelijksnacht een verhaal dat nog niet af is. Om te weten hoe het afloopt spaart hij haar. De volgende nacht komt het vervolg, maar ook dat verhaal is niet af. De koning gunt haar nog een nacht. Dit houdt Scheherazade 1001 nachten vol en elke nacht wordt afgesloten met een onvoltooid verhaal. Ondertussen schenkt zij hem enkele kinderen. Wanneer de verhalen uiteindelijk ten einde zijn, is de koning zo van haar gaan houden, dat hij haar gratie schenkt en ze zijn definitieve vrouw mag worden.
De bekendste verhalen uit de verzameling zijn:
·
Aladin en de wonderlamp · Sinbad de zeeman · Ali Baba en de veertig rovers
Deze verhalen werden echter aan de verzameling toegevoegd in de Franse vertaling van
Antoine Galland in het begin van de 18de eeuw; ze kwamen niet voor in de oorspronkelijke Arabische tekst. Dat is wellicht de reden dat er sprookjes zijn die er nogal op lijken. Het sprookje Sesam Open U! van de gebroeders Grimm is een ingekorte variant op Ali Baba en de sprookjes Het Blauwe Licht (Grimm) en De Tondeldoos (van Hans Christian Andersen) tonen parallellen met Aladin.
De Russische componist Nikolaj Rimski-Korsakov heeft eind 19e, begin 20e eeuw balletmuziek geschreven voor uitvoeringen van het klassiek ballet Sheherazade, waarin ook het stuk van Sindbad de Zeeman voorkomt. De compositie wordt tegenwoordig minder als balletstuk uitgevoerd maar meer als concertmuziek.
Minder bekende verhalen zijn:
·
De visser en de geest · Prins Ahmed en de fee Pari Banoe · De bochel · Prins Kamar Alzaman en Boedoer · Abukier en Abuzier (Abu Kir en Abu Sir)
Bron/Fonte: Wikipédia
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....