Hier volgt dan een tweede uitspraakles:
II. Nasale eenklanken
Regel: de klinkers a, e, i, o en u worden allen genasaliseerd indien voorafgegaan aan m, n of nh.
à - de nasale ã is te omschrijven als de toonloze a, door de neus (verkouden) gesproken: 1. Volgens de regel: amplo (amploe, weids) anjo (anzjoe, engel), estranho (estranjoe, vreemd);
2. Een ã als laatste letter van een woord of lettergreep: amanhã (emanjaa, morgen), vã (ijdel)
N.B.: zie -am onder Nasale tweeklanken.
E - De uitspraak van de nasale e kan variëren van een door de neus gesproken ei tot gesloten e of de Nederlandse i (kip) homem (oomeng, man, mens), alguém (iemand), sente (hij/zij voelt), tenho (tenjoe, ik heb), alle bijwoorden (-mente) en alle werkwoordsvormen op -em (sentem). De slot -m wordt niet uitgesproken.
I - Volgens de regel: sim (sieng, ja), jardim (zjardieng, tuin), ainda (aiengda, nog), minha (miengja, mijn, vrl. bez. vnw.) en de verkleinwoorden op -inhola.
O - De o wordt ook voorafgaand aan dezelfde medeklinker genasaliseerd, maar reageert iets anders voor. nh.
1. Normaliter een genasaliseerde open o: com (kong, met), longe (lonzje, ver), en aan het Frans ontleende woorden als batom en garçom.
2. Voor nh als genasaliseerde gesloten o: sonho (sonjoe, droom)
U - Volgens de regel: um (ung, een), nenhum (nenjoeng, geen een), mundo (moendoe, wereld), profundu (profoendoe, diep).
Bron : Het boek 'PESSOA, Een directe weg naar het lezen van gedichten van Fernando Pessoa' Keuze en vertalingen: August Willemsen, ISBN 90 5573 667 8, 2006, Uitgeverij DAMON Budel.
|