Je hebt verdriet, niet zomaar een vals medelijden met jezelf, maar een verdriet waar je stil van wordt. Het kan zo diep in je hart kerven dat je zelfs niet meer kunt wenen. Je kijkt met een afwezige blik naar de mensen om je heen. Wat ze zeggen, waar ze mee bezig zijn, het raakt je niet meer. Het is allemaal zo ver en je staat met je aarzelende voeten alleen in de gloeiende, verzengende woestijn van de mensen. Er kunnen dagen zijn dat je niet meer weet dat het morgen wordt, waarom je moet eten en slapen. Lachende mensen en kinderen lijken op vreemdsoortige wezens van een onbekende planeet. De wereld draait meedogenloos verder. Je hemel is dicht, ook al schijnt de zon. Je bloedt van binnen dood en niemand die het voelt of ziet. Je hebt gewoon een rauw verdriet heel diep en oprecht om iets of iemand.
Wacht gewoon, en leef verder, dag in dag uit, doe wat je te doen hebt, misschien krakend van pijn in je hart, maar neem de kleinste dingen ter hand, praat met mensen en luister vooral naar hen, en lééf.
Geen dokter, geen specialist, kan wat de tijd vermag.
Je ziet een bloem, je hoort muziek, je ontmoet een mens die even vriendelijk voor je is, je ontdekt plotseling iemand naast je, die ook verdriet heeft...
Het leven komt uit duizend-en-één dingen op je af. Onweerstaanbaar.
Kruip niet weg in je hol van zelfbeklag om er langzaam van binnen te sterven en bitter te worden, maar lééf en wacht.
Laat de tijd je genezen, en je littekens zullen je later helpen andere mensen te begrijpen, die pijn hebben.