v.9 : De boom van het leven beantwoordt aan het menselijk verlangen om eeuwig te leven. Eten van de boom van kennis van goed en kwaad is meer dan goed en kwaad bestuderen, eerder zelf bepalen wat goed en kwaad is. v.20 : Bij geen enkel dier vindt de mens iemand van zijn gehalte. v.22 : De vrouw uit de rib van de man stelt de gelijkwaardigheid voor van man en vrouw. De Protestantse Statenbijbel schrijft daarbij ; 'Ik heb nu eindelijk gekregen een gezelschap mijns gelijke, hetwelk ik tevoren gezocht, doch niet gevonden had'. De uitgave van 1995 vertaalt het woord vrouw door 'Mannin'. Dat woord beklemtoont de gelijkwaardigheid. De vrouw stelde in deze mannenmatschappij niet veel voor.
Het is een wonderbaar feit dat in de oudste teksten van zulk een mannenwereld de gelijkwaardigheid van man en vrouw doorbreekt en behouden blijft tot in onze tijd.
Natuurlijk zitten er in de bijbel nog verborgen tekens van achteruitstelling van de vrouw. Ge kunt ze zoeken in : Gen.3,1-21 : het verhaal van de zondeval Gen.4,1-2 : de kinderen van Adam en Eva Deut.5,12-14 : een deel van de tien geboden Heel het Boek Ruth, vooral 4,1-10
Een mannenwereld
Een echtpaar uit Nigeria heeft in Essen gewoond. Tijdens het middagmaal begon de vrouw na de soep aardappelen op te scheppen op het bord van de man. Zij keek hem strak aan en bleef aardappelen opscheppen tot hij zijn ogen bewoog.Tegen de berg aardappelen legde zij een stuk vlees en groenten. De man at tot hij werkelijk niet meer kon. Dan legde hij zich neer in een ligstoel en bracht ettelijke duidelijke geluiden voort. Hij wachtte een poos en begon opnieuw zijn maag vol te proppen. Daarna mocht de vrouw het kind voeden en de rest zelf opeten.
Vele vrouwen ergeren zich aan deze bijbeltekst. Zij struikelen over de uitdrukking 'hulp voor de man' zonder de woorden 'gebeente van mijn gebeente en vlees van mijn vlees' tot hen te laten doordringen. Daarom deze anekdote.
Tijdens een bijbelbijeenkosmt vroeg de verantwoordelijke aan de hevigste feministe om deze tekst voor te lezen. Dat was niet zo netjes van hem. Naarmate de lezing vorderde, werd de stem van de vrouw harder en scherper. Toen barstte ze uit : ' Om een hulp voor een man te zijn, zijn we goed genoeg, hé : een meid voor alle werk !'. Toen zocht de groep wat er werkelijk geschreven stond en ze zei :' Dat heb ik er nooit in gezien'. De feministe en de verantwoordelijke van de groep zaten te glimlachen naar elkaar.