De familie Pesendorfer was op zaterdag terug gereden naar huis. Ik bleef nog twee dagen langer in Zauchensee. Op een middag ging ik naar de Rosskopf.
Samen met een Oostenrijker uit Salzburg nam ik de tweede lift naar de top. Het werd een gemoedelijke babbel. Boven wensten wij elkaar nog veel plezier. De Salzburger gleed met sierlijke bochten naar beneden tot hij achter een heuvel verdween. Ik beleefde er deugd aan. Ik skiede met de ski's tegen elkaar in gelijkmatige bochten tot aan de weg. Om na te genieten stopte ik daar. De Salzburger kwam naar mij toe en loofde mij om mijn mooie afdaling. Natuurlijk bleven wij samen verder skiën.
Hji stelde voor om aan de overkant naar de Tauernkar te gaan. Daar wenste hij dat wij aan de andere kant recht naar beneden zouden skïen. Ik verkoos om toch twee bochten te maken. Terug op de top zijn wij dan naast elkaar recht naar beneden gesuisd.
Van de Tauernkar namen wij de zwarte piste. Ik volgde hem tussen de vele bulten. Op zeker ogenblik schoot op de zijkant van een bult één ski los. Door die bulten duurde het een beetje voor ik mijn ski weer aan had. De Salzburger was zeker al lang beneden. Dus ging ik hem vlug achterna. Ik vond hem niet, ook niet tussen de skiërs, die stonden aan te schuiven. Ik heb nog een hele tijd naar hem uitgekeken en ben dan maar in de zetellift gestapt. Toen zag ik hem de hele piste afzoeken om mij te vinden. Mijn roepen heeft hij niet gehoord.
Omwille van het fijne contact heb ik nog even met de gedachte gespeeld om op de radiozender in Salzburg mijn verhaal te vertellen om zo elkaar weer te vinden. Maar dat is toch niet doorgegaan.