Aswan is, voor Egyptische begrippen een grote stad.
Naast de functie van provinciehoofdstad,is het een belangrijk commercieel en industrieel centrum met ook nog een grote universiteit.
In de omgeving van Aswan vindt men nog het militair centrum van de ganse grensstreek met Soedan, een land waar sinds jaren een onrustige politieke en religieuze situatie heerst.
Denk maar aan Darfoer.
In de stad is de aanwezigheid van Koptische christenen zeer duidelijk. Zo is aan de zuidelijke kant van de stad een grote koptische kathedraal .
Op het eerste gezicht zou je denken dat het een andere vorm van moskee is, tot je het kruis boven op de toren ziet staan.
Een verschil met de maansikkel die je boven de minaretten van elke moskee ziet.
Dus we ontwaken in Aswan waar we s avonds laat zijn aangemeerd, en je kijkt door het raam om een zicht te krijgen over de corniche , de strandboulevard; en je ziet
niets.
Want onze boot ligt naast drie andere schepen aan de kaai, en je kijkt dus op een geverfde stalen plaat van de buur-boot.
Tijdens elke Nijlcruise wordt geen tijd verloren.
Snel ontbijten, en dan een boottocht per feloek, een statig zeilschip met een latijns zeil, dus een zeil uit één stuk, zonder aparte fok.
Dit type van zeilboot is tientallen eeuwen oud, want je vindt ze terug op afbeeldingen van 3.000 jaren geleden in de tempels.
Voor mij een mirakel dat het ding beweegt, want op het water van de Nijl is geen rimpeltje te zien, dus in principe - geen wind.
Om de eentonigheid te breken neemt de scheepsjongen een tamboerijn, en zingt een onverstaanbaar lied, dat we allen gezwind meezingen.
Hopelijk hebben wij daar geen godslastering in het Egyptisch uitgebraakt. Met de recente gevoeligheden over cartoons en zo, moet men niet voorzichtig genoeg zijn !
De zeiltocht was in de prijs inbegrepen, wie het wenste kon een bijkomende tocht met een motorboot meemaken voor een bezoek aan de plantentuin en het Nubisch dorp.
De plantentuin werd aangelegd in de tijd dat de Engelsen het nog voor het zeggen hadden, en werd toen genaamd naar de Engelse Onderkoning als Lord Kitcheners Island .
Voor 5 jaar werd deze naam nog gebruikt wanneer men over de plantentuin sprak, maar nu werd het de Nationale plantentuin.
De Egyptische gids spreekt behoorlijk Nederlands, en heeft een onuitputtelijke voorraad Latijnse en andere namen voor alle bomen en struiken.
Bij aankomst wordt je eerst verwelkomd door een stel ambulante verkopers, en daarna door een regiment uitgemergelde en uitgehongerde katten.
Maar op het eiland is geen Whiskas te koop, en niemand heeft een boterham bij, dus krijgen de arme dieren van ons ook niets.
Je krijgt er werkelijk medelijden van. Via de verkopers komen we weer op de boot, en nu gaat het naar het Nubisch dorp.
Eerst gaan we langs een paternoster eilanden en eilandjes waar een ongelooflijk aantal vogels leven: variëteiten van reigers, ibissen, meerkoeten, en nog enkele honderden méér.
De gids noemt ze netjes bij naam en voornaam, en zo komen we aan de eerste cataract. Niks te maken met oogoperaties, maar het zijn rotsblokken in het water die stroomversnellingen veroorzaken.
We slalommen ertussen door en komen aan bij een aanlegsteiger waar we een bonte mengeling van kinderen meestal in pyjama gekleed, ons verwelkomen.
Op de muurschilderingen uit oud-Egypte zie je de Nubiërs pikzwart afgebeeld, niet donkerbruin zoals de meeste inwoners uit Centraal Afrika, maar dan werkelijk gitzwart.
Ik neem aan dat die kleur op de schilderijen te wijten is aan een dichterlijke vrijheid, tenzij die mensen helemaal geen zeep kenden.
Op de schilderijen zijn het ook al geen typische negerfiguren meer, want ze hebben geen dikke lippen of geen dikke neus.
Van oorsprong waren het slaven die uit Centraal Afrika gekaapt waren om zwaar werk te doen ( denk aan de piramiden ) en daarna Chinese vrijwilligers werden in het leger van de farao.
Ze waren namelijk groter dan de doorsnee Egyptenaar, en zeer sterk en dat was in de toenmalige krijgsvoering een pluspunt.
Door de eeuwenlange vermenging met de lokale Egyptische bevolking verdwenen de laatste negroïde gelaatstrekken, en nu zien ze er uit als een donkere versie van de gewone Egyptenaar.
Maar zij hebben nog steeds hun eigen fierheid, en verklaren direct dat zij géén Egyptenaren zijn, maar Nubiërs.
In het dorp heb je wel direct zo n Bokrijk- gevoel. Alles is netjes ( nou, ja
) je krijgt er gratis thee en een koekje,je mag er zonder indiscreet te zijn het ganse huis bezoeken, inclusief de slaapkamers, en kan er ook enkele kleinigheidjes kopen.
Als speciale attractie mogen zij levende krokodillenjongen houden, en dat betekent een uitgebreide fotosessie, want elke toerist wil een foto maken van ieder familielid met zon ondier in de handen.
Behalve ik, natuurlijk.
Het beroep van deze mensen is dus de toeristen entertainen en ontvangen. Zij worden dus betaald door ene of andere Egyptische autoriteit.
De kinderen hebben reeds een serieuze public-relation ervaring, en hebben de kunst om uw geld of andere zaken te bedelen.
Krijgen ze niets dan verkopen ze armbandjes of andere prullaria. Zo moeten ze gemakkelijk het maandelijks inkomen van de familie verdubbelen, want er komen continu nieuwe toeristen aan met de motorbootjes.
Hier moet ik eventjes een paragraafje inlassen over de dammen van Aswan.
Sinds onheuglijke tijden begon elk jaar op 19 juli de overstroming van de Nijl, en die overstroming bracht dan vruchtbaarheid over gans het nijlgebied.
Het betekende echter dat er slechts één oogst per jaar mogelijk was, want het vruchtbare slib moest voldoende drogen om zich te laten bewerken,. En dan werd het snel zaaien en daarna oogsten vooraleer de gloeiende zon het nieuwe slib uitgedroogd had.
En dan werd het weer wachten tot de volgende overstroming.
Sinds méér dan honderd jaar werd het idee naar voorgebracht om een dam te werpen, zodanig dat het nijlwater geregeld door gans de vallei stromen kon, met een vast debiet, en zo kon men op vele plaatsen kanalen graven en het nijlwater via kanaal of gracht véél verder landinwaarts brengen.
De eerste dam was klaar in 1902 en botste op enorme tegenstand vanwege de landbouwbevolking, omdat die hun eeuwen oude gewoontes zagen verdwijnen.
Nadien begonnen zij zich te realiseren dat ze nu niet één maar drie oogsten per jaar konden opbrengen. Dat betekende dus véél méér werk voor de arbeiders maar betekende ook een véél hoger inkomen
voor de eigenaars.
Tijdens het presidentschap van Nasser werd dan nog een tweede en hogere dam gebouwd, die als gevolg had dat een aantal prachtige tempels onder water zouden komen te staan.
De UNESCO bemoeide zich met de zaak, en dank zij de milde giften van vele landen kon men enkele tempels verplaatsen, zoals die van Filae, of uitgraven zoals de twee van Aboe Simbel.
Dan maar terug naar de boot voor het middagmaal, en vervolgens gaan we weer het motorbootje in om een bezoek te brengen aan de tempel van Filae.
Deze werd dus van de overstroming gered , afgebroken en steen voor steen overgebracht naar een ander eiland.
Maar zo gemakkelijk was het niet, want men wilde dat het eiland dezelfde vorm had als die van het oorspronkelijke eiland. Duizenden tonnen dynamiet werden gebruikt om heuvels weg te werken en in het reeds aanwezige water te storten tot men terug een eiland kreeg met dezelfde eendenvorm.
De tempel was een van de zeldzame gebouwen die aan de godin Isis gewijd was, en waar nu nog jaarlijks Isisvereerders hun bedevaart naar houden van over de ganse wereld.
s Avonds wordt een Egyptische avond georganiseerd op de boot, en moe en hees gaan we slapen, gewiegd door de zachte deining van de boot.