De geheimen van de mummies
Auteur: door Ellen van Slagmaat | woensdag 05 oktober 2011 | 07:53 | Laatst bijgewerkt op: woensdag 05 oktober 2011 | 08:26
Een monsterproject noemt de Kunsthal het: meer dan 200 grafobjecten uit het Oude Egypte en elf mummies.
Met als VIP-gast de Anchhor-mummie uit Thebe.
Rond 2600 voor Christus ontstond het ritueel rondom het mummificeren, het conserveren van overledenen. De Egyptenaren geloofden dat het lichaam op aarde moest blijven omdat de 'reizende ziel' iedere avond de weg terug naar het lichaam moest vinden om zich te voeden. Tijdens het mummificeren werden de ingewanden verwijderd, maar bleef het hart op zijn plaats. Aan het hart was voor de goden zichtbaar, dachten ze, of de dode een goed leven geleid had. 4 Het lichaam werd behandeld met een zoutmengsel, gebalsemd en ingewikkeld in zwachtels om het te beschermen.
Hoe aanzienlijker de dode hoe mooier zijn grafkist, mastaba of piramide en hoe meer hij meekreeg aan (magische) voorwerpen of heilige dieren die bij zijn status hoorden of die hem geluk konden brengen.
Tegenslag lag immers op de loer tijdens de reis naar het dodenrijk.
De ster van de show in de Kunsthal is Anchhor, een hogepriester uit een voorname familie, die rond 625 voor Chr. overleed in het huidige Luxor. Zijn mummie werd in 1826 aangekocht door het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden.
De tentoonstelling is trouwens in nauwe samenwerking met het RMO tot stand gekomen. Anchhor is nog helemaal intact. Ook de drie grafkisten waarin Anchhors mummie thuis hoort zijn nog in bijzonder goede staat. Veel mummies zijn de eeuwen niet ongeschonden doorgekomen. Oude Egyptenaren zelf, op jacht naar kostbaarheden, waren de eerste boosdoeners.
Later werden mummies verpulverd tot verfpigment of verkocht als 'medicament' met bijzondere krachten. En na Napoleons tocht naar Egypte kwamen wetenschappers, kunstenaars en avonturiers terug met mummies die zij van hun windsels ontdeden om ze te bestuderen.
Mummie-uitpakfeestjes raakten in de mode, waardoor de mummies vrijwel onmiddellijk onherstelbaar beschadigden door blootstelling aan de lucht. Met de ontdekking van het graf van Toetanchamon in 1922 was opnieuw het hek van de dam. Gevolgd door sterke verhalen over vervloekte grafschenners en een eeuw aan horrorfilms met wraakzuchtige mummies.
De fascinatie voor mummies bestaat tot op de dag van vandaag. Maar de kennis van mummificeren zelf verdween na de teloorgang van het Oude Egypte en is pas relatief recent opgefrist.
Deze invalshoek heeft de Kunsthal gekozen om het Egyptische hiernamaals meer naar het nu te trekken. En om een tikje Rotterdamse trots te etaleren. Het was de Rotterdamse aristocraat Louis de Bils die in 1660 een recept uitvond om lijken te mummificeren. Hij bewaarde zestig lichamen die hij enkele maanden kon conserveren en gaf demonstraties waar hij internationale roem mee vergaarde. De Bils nam zijn geheime recept echter mee in zijn graf.
Ruim drie eeuwen later trad de Rotterdamse wetenschapper Gert-Jan Kleinrensink in de voetsporen van De Bils. De hoogleraar Toegepaste Anatomie ontdekte in 2006 een methode om lijken te balsemen en toch soepel te houden.
Zo kunnen chirurgen in opleiding nu oefenen op 'levensechte' operaties met flexibele lichamen.
Er is meer techniek te zien. Röntgenfoto's, MRI-scans en een moderne gezichtsreconstructie tonen de geheimen die mummies met zich meedragen, zonder de staat van de mummies aan te tasten.
De Kunsthal, een expositieruimte zonder eigen collectie, is zeer succesvol als laagdrempelig kunst- en cultuurhuis. Mummies! is dan ook opgezet voor een breed publiek en gericht op familiebezoek.
Kleuters mogen hun knuffels met wc-papier inwikkelen als mummie. Jongeren kunnen met een sarcofaag op de foto als ze de code hebben gekraakt van een geheime grafkamer. En vaders of moeders maken bij een prijsvraag kans op een replica van een oud-Egyptisch sierraad. Vooralsnog zonder vloek.
'Mummies! Het ontrafelde geheim' is in de Kunsthal te zien t/m 29 januari 2012. Zie ook: www.kunsthal.nl
|