Egypte, land der levensmoeden
Dit is een vreemd land. Het lijkt wel of de goden hier echt aanwezig zijn. Onze goden hebben zich al lang in hun hemel teruggetrokken. Wij kopen hun welwillendheid met brandoffers af. Maar deze goden willen meer. Keizer Hadrianus in Psyche van Paul Claes, p. 104
Egypte is een geschenk van de Nijl, maar voor wie is die Nijl een geschenk geweest en geworden? Wie heeft iets aan een dergelijk lang en smal en rechtlijnig geschenk? Behoudens uitgedunde horden toeristen die op hun wenken bediend en van hun centen verlost worden onder het eeuwige gemompel van bakshish door een wriemelende meute van handophouders in alle leeftijdscategorieën.
Al oogt de scheiding tussen woestijn en bevloeid land messcherp, de scheiding in de geesten der mensen is er zo mogelijk nog scherper. De oudste landbouwculturen uit het 8ste tot het 4de Millennium aCn hadden uiteraard het grootste succes langsheen de grote stromen der aarde, waar het voedselsurplus een snelle bevolkingsgroei en een even snelle staatkundige ontwikkeling opleverde.
In de Nijlvallei was deze evolutie vruchtbaar en standvastig. Landmeetkunde en rekenkunde, tijdsbepaling, sterrenkunde en godsdienst, schrift en bouwkunde werden een noodzakelijk product van menselijke intelligentie in het regelmatig overstromende Nijldal waar de zon boven de oostelijke woestijn opkwam en altijd weer in de westelijke woestijn ten onder gaat.
Een strakke dictatuur is in de menselijke geschiedenis steeds de tweelingbroer van de Grote Werken om irrigatievormen maximaal te benutten. De afstand tussen de heerser en zijn onderdanen moet groot genoeg zijn, om het lijden van deze laatsten draaglijk, acceptabel en door god gewild te houden. Een dergelijke staatstructuur vereist een passende religie met dito bedienaars om de verschillende maatschappelijke klassen te binden en gebonden te houden. Bijaldien eist een groot voedsel- en mensensurplus steevast Grote Werken, een goelag waarop de maatschappelijke orde is gebouwd in tempels en paleizen, graven en piramiden. Ook al hadden ambachtslui, vaklui, stielkenners, schrijvers, architecten en priesters een treffelijk statuut, de handarbeiders werden met grote regelmaat gesommeerd om her en der lange maanden op te draaien voor de Grote Werken waar hun aantal voor de nodige energetische investeringen zorgden. Maar precies die strakke socio-religieuze keurslijven en dat gebrek aan dynamiek wreekt zich. Spanningen komen en gaan in een cyclische loop der geschiedenis van Egypte als de zeven magere en de zeven vette jaren.
Onderhuids groeien de tegenstellingen en stijgt de woede, die kan uitbarsten in stakingen en opstanden van wanhopige boeren die hun kinderen verkopen of opeten om zelf niet om te komen als de vloed uitblijft. Een heerser die zich dan niet kan handhaven, dient geofferd en de nieuwe dynastie belooft steevast gratis belastingsverlaging of grootse triomfen bij oorlogen tegen de vreemde vijanden van over de woestijngrenzen.
De eigen cultuur is zoals de zon het centrum van de hele wereld, alle andere culturen en volkeren moeten eer en onderdanig respect betuigen niet alleen op de beeldverhalen in tempels en paleizen. Nederlagen of patstellingen worden als door god gegeven overwinningen omschreven en de schone schijn van het machtig zijn tot een verpletterende kunst verheven.
Millennia lang bleek iedere nieuwe heerser zich op de zelfde goddelijke oorsprong te beroepen, om de continuïteit van de heerser voor de onderdanen aanvaardbaar te houden. Een pantheon van lokale goden diende de lokale behoeften aan een eigen identiteit te verzoenen met de alles overheersende Amon Re, de Zon zelf, en zijn mens geworden zaad: de farao.
|