Godsdienstvrijheid in Egypte vooral voor moslims
Bassma Moussa is bang dat ze door haar geloofsovertuiging haar baan zal verliezen. Ze is bahái, een religieuze stroming die niet wordt erkend door de Egyptische staat.
BAHA'I
Bahái erkennen de respectievelijke profeten van het judaïsme, het christendom en de islam, maar menen dat Mohammed niet de laatste boodschapper van God is geweest. Volgens hen was Bahá'u'lláh, die anderhalve eeuw geleden in Iran de stroming begon, de negende profeet. Duizend jaar na zijn dood zal er een tiende en laatste boodschapper komen. In Egypte leven enkele duizenden bahái. Wereldwijd zijn er naar schatting ruim vijf miljoen volgelingen, de meeste in Iran, India en de Verenigde Staten. |
Daarom kan ze geen nieuwe identiteitskaart krijgen. Het universiteitsziekenhuis waar ze al ruim vijftien jaar werkzaam is, heeft gezegd dat ze voor het eind van dit jaar geldige papieren moet kunnen laten zien.
"Ze dwingen me te liegen over mijn geloof en iets strafbaars te doen," zegt ze Ze kijkt gespannen uit naar de uitspraak van de rechter over deze zaak.
 |
Een van de heilige plaatsen van de Beha'i |
Maar de uitspraak, die vorige week gedaan zou worden, is nu verschoven naar begin oktober. Dan moet duidelijk worden of de bahái hun religie ook onvermeld mogen laten op hun papieren.
Egyptische burgers zijn verplicht hun geloofsovertuiging op te geven bij de aanvraag van identiteitsbewijzen.
Daarbij zijn er slechts drie mogelijkheden: moslim, christelijk of joods.
"Vroeger was er de mogelijkheid om het blanco te laten of 'anders' op te schrijven. Soms, afhankelijk van de ambtenaar, konden we zelfs baha'i opgeven," zegt Moussa.
"Ik heb nog oude papieren, maar die zullen vanaf eind dit jaar niet langer rechtsgeldig zijn," zegt ze ongerust. De bahái zijn in de knel gekomen nadat de overheid twee jaar geleden besloot alleen nog elektronische uitgegeven plastic identiteitskaarten te verstrekken. Voor uitzonderingen is sindsdien geen ruimte meer. Trouwakte "Zonder identiteitskaart kan je niets in Egypte," zegt Moussa.
"Omdat we geen trouwakte kunnen krijgen, zijn al onze kinderen onwettig. Die krijgen daarom geen vaccinaties en kunnen niet naar school. Overal waar je je kaart moet laten zien raak je in de problemen." Moussa zegt de discriminatie wel gewend te zijn. Toen zij in 1997 promoveerde en bij de universiteit werd aangenomen, voerde een islamitische hoogleraar een campagne tegen haar. Hij vroeg de toonaangevende soennitische leerinstelling van Egypte, Al Azhar, een fatwa tegen haar uit te vaardigen. "In die fatwa werd ik uitgemaakt voor afvallige. Hij heeft het naar iedereen toegestuurd en daarmee mijn aanstelling tijdelijk onmogelijk gemaakt," zegt Moussa. "Ik had nooit te koop gelopen met mijn religie, maar toen wist plotseling iedereen het."
Schelden Ze zegt dat de traditioneel tolerante houding van het Egyptische volk verloren is gegaan. "Als kind woonde ik in een gebouw waar we met onze christelijke en islamitische buren gezamenlijk de religieuze feestdagen vierden. Dat gebeurt nu niet meer," aldus Moussa. "Nu zien de islamitische geestelijken ons als een bedreiging. Hun houding is altijd hetzelfde. Ze gaan nooit de inhoudelijke discussie aan, ze beginnen altijd meteen te schelden en roepen dat we kaffers zijn." "De regering is niet bang voor ons, maar voor de islamitische fundamentalisten," meent Moussa. "Terwijl ze extremisten van de oppositie in de gevangenis gooien, willen ze tegenover het volk bewijzen dat zij de werkelijke beschermers van de islam zijn."
Ze laakt het ministerie van Justitie die aan Al Azhar om een oordeel over de bahái heeft gevraagd zodat zij hun religie niet op identiteitskaarten mochten aangeven. "Hoe kan een fatwa van een islamitische instelling enige rechtsgeldigheid hebben in een zaak tegen niet-moslims?" Christenen De bahái zijn dan ook niet de enigen die vanwege hun geloofsovertuiging problemen hebben. Christenen, die naar schatting 10 procent van de bevolking uitmaken, zijn weliswaar een erkende geloofsgroep, maar ook zij klagen over ongelijke rechten. Zo kost het aanzienlijk meer moeite en tijd om een vergunning te krijgen voor het bouwen van een kerk dan voor een moskee. Veel moeilijker is het voor moslims die zich tot het christendom bekeren. Ramsis el-Naggar heeft zich als advocaat gespecialiseerd in het vertegenwoordigen van bekeerlingen. "Een christen die zich tot de islam bekeert, heeft binnen drie uur nieuwe papieren.
Maar wanneer een ex-moslim zijn geloof op zijn identiteitskaart wil laten veranderen, dan laat de ambtenaar dat niet toe," vertelt hij. El-Naggar zegt minstens acht maanden kwijt te zijn aan rechtszaken voordat een bekeerling een nieuwe ID-kaart heeft. "Uiteindelijk winnen we wel, want wettelijk is er godsdienstvrijheid in Egypte." Afvallige "Het grote probleem is dat de meeste moslims het gewoon niet kunnen accepteren dat een van hen van het geloof afstapt," zegt de advocaat. "Daarom schelden ze iemand meteen uit voor afvallige, een vergrijp waarop volgens extremisten de doodstraf staat. " Hij verwijt islamitische fundamentalisten de godsdienstvrijheid te hebben ingeperkt door continu de overheid onder druk te zetten. Dat ondervond ook grootmoefti Ali Gomaa, de hoogste islamitische schriftgeleerde van Egypte, toen hij in juli verklaarde dat het moslims vrijstaat zich tot een andere religie te bekeren.
Hij noemde de daad weliswaar een ernstige zonde, maar zolang bekeerlingen de samenleving niet in gevaar brengen, hoeven ze niet te worden vervolgd. Onder druk van islamitische scherpslijpers moest Gomaa zijn woorden even later weer terugnemen. Voorarrest Het meest recente voorbeeld van het gebrek aan godsdienstvrijheid lijkt de vervolging van de zogeheten koranisten. Deze stroming die in Egypte hooguit enkele tientallen geloofsgenoten telt, accepteert alleen de Koran als Gods woord en verwerpt de overleveringen over de profeet. Vijf koranisten werden eind mei gearresteerd. Sindsdien zitten ze in voorarrest en wachten zij nog steeds op een officiële aanklacht
|