Waarom Jezus het scharnier van Europa is
vrijdag 6 april 2012 09:50
Jezus Christus ontkwam niet aan vervolging door de Romeinen
Het verhaal van de joodse rabbi Jezus van Nazaret is een krachtige vertelling, een tragedie zonder een tragisch einde.
In de klassieke Griekse tragedie heerst het noodlot. Niemand ontsnapt aan zijn of haar (nood)lot. Elke poging om uit het tragische te komen, leidt tot meer tragedie. De onontkoombaarheid van het lot is de kern van de tragedie.
Mirakel Ook het verhaal van Christus is tragisch. Zijn geboorte was al een mirakel. Het was voorzien dat hij en zijn familie moesten worden vervolgd. Dit lijkt op het begin van een Griekse tragedie.
Toch is het een joods verhaal. Maria vluchtte met de pasgeboren Jezus naar Egypte. Vanaf hier zwijgt de verteller. Totdat Jezus weer terug is in het Heilige Land.
Iconografie Maar de iconografie verraadt de invloed van de oude Egyptenaren op het fenomeen 'zoon van God'.
Drie eeuwen eerder hoorde Alexander de Grote van een priester bij een tempel van Zeus in Siwa (Egypte) al woorden die hem uit de wereld van mensen hebben gerukt: O pai Dios - de zoon van God of Zeus. Alexander de Grote kreeg de bijnaam 'de zoon van God'.
Egypte, daar begon ook het verhaal van Mozes, waar de goddelijke wil de joden uit de slavernij verloste.
Onbegrijpelijk In Egypte zocht de joodse Jezus zijn toevlucht. Dat is werkelijk een mirakel, een narratief mirakel. Maar even groot en onbegrijpelijk is een ander mirakel.
Het vroege christendom ontwikkelde een onverzadigbare vorm van het antisemitisme. Terwijl de oprichter van het christendom geen christen maar een jood was. Dat is toch een onverklaarbaar mirakel!
Het woord 'christen' is een latere uitvinding van heiligen. De tragedie van Jezus was juist het feit dat hij volgens de openbaring, dus de wil van God, moest lijden. En hij heeft geleden: hij is gemarteld en gedood door de Romeinen. Maar het Jezusverhaal kent geen tragisch einde en dat is het verschil met de Griekse tragedie. Daar eindigt alles tragisch en noodlottig.
Fluitend Christus werd vermoord, maar herrees op de derde dag. Fluitend kondigden de vrouwen, de Marias, zijn herrijzenis af.
Dit is precies het on-Griekse aan het christelijke Europa: een tragedie zonder tragisch einde. Zou dat in het perspectief van Grieken geen komedie zijn?
Het is een voor ons herkenbare toestand: een tragedie zonder tragisch einde is gewoon een Hollywoodfilm. Een gemiddelde Hollywoodfilm heeft een happy end. Het Europese christendom is een verhaal met een happy end. Hierin ligt precies de kracht en de zwakte van Europa: de ontkenning van de dood en eindigheid.
Bron van kracht De tragische komedie is natuurlijk een bron van kracht als je weet dat alles uiteindelijk goed eindigt. Dat motiveert de mens om te handelen.
Maar daarmee wordt hij tegelijkertijd verzwakt. Als het happy end niet zichtbaar is, durft de Europeaan niet te handelen. Het Europese geloof is immers een geconditioneerd geloof. Maar het aanvaarden van het tragische is juist de bron van creativiteit en weerbaarheid.
Abraham Hoe moeten we Europa begrijpen? Wat is Europa? Athene en Rome, of Jeruzalem? Ik begrijp Europa met behulp van twee metaforen: Abraham en de Odysseus.
De joodse Abraham trok telkens weg. Hij was de nomade onder de nomaden. Een nomade met een goddelijk gevoel voor gerechtigheid. Abraham trok bij volkeren binnen. Hij voerde de dialoog met anderen en eindigde zijn dialoog met een contract.
Abraham is de man van beloftes. Als mensen geen beloftes kunnen afleggen en aanvaarden, zal de wereld aan onbetrouwbaarheid ten onder gaan. Zonder belofte is er geen vorm van goede trouw of redelijkheid en billijkheid. Maar Abraham keerde nooit terug.
Hij trok verder, hij was de 'terugloosheid' zelve. Hij verlangde niet naar een plek, maar hij verlangde vooruit, naar een onbestemde toekomst. Het joodse Europa symboliseert in haar geschiedenis het verlangen om terugloos - zonder een terugkeer - op aarde te zijn. De Europeanen waren altijd onderweg naar een onbestemde plek en toekomst.
Homerus Maar Europa is ook Odysseus. De held van Homerus werd telkens verleid met alles waarmee goden en demonen een sterfelijke mens kunnen misleiden. Maar hij wilde toch naar huis teruggaan - terugkeren.
Waarnaar wilde hij terugkeren? Naar een vrouw, naar de waarheid, Penelope. Odysseus is de held van de eeuwige terugkeer. Ook dat is Europa. Een goede Europeaan verlangt altijd naar een terugkeer (hoe imaginair ook) naar Europa.
Alles wat de Europeaan aanraakt, neigt te europeaniseren. Odysseus is de eeuwige terugkeer, het eeuwige verlangen om naar de plek, naar het afgebakende, naar de oerplek terug te keren. Europa is daarom een dubbelzinnig en tweevoudig verlangen: de eeuwige terugloosheid van Abraham en de eeuwige terugkeer van Odysseus.
Ambigue figuur Christus van Europa is daarom geen zuivere jood. Hij is een ambigue figuur: held in een tragedie met een happy end. Hij symboliseert de pijn, maar ook de verlossing, het weggaan en toch de belofte om ooit naar huis, naar Jeruzalem terug te gaan.
Christus is daarom het scharnier van Europa. Jezus is Abraham en Odysseus tegelijk. Ja, dat is literatuur: een ambigue affaire.
Kloof Er blijft een onoverbrugbare kloof tussen Jezus als Christus, een joodse rabbi, en het christendom. Het christendom is de geschiedenis, maar Christus is voorbij de historie.
Het is ook de onoverbrugbare kloof tussen literatuur en werkelijkheid, tussen het transcendente en het immanente, tussen hier en daar, tussen altijd-zijn en steeds voorbij-zijn en tenslotte tussen Rome en Jeruzalem.
Twee beloftes komen samen in Europa: het joodse eeuwige verlangen naar terugloosheid en het Hellenistische eeuwige verlangen naar terugkeer.
Afshin Ellian
|