'Islam en cultuur niet de wortel van Arabisch seksisme'
Marco Visser −
© Thinkstock. Een vrouw in een Afghaanse boerka.
De bron van vrouwenonderdrukking in het Midden Oosten is niet de islam, de Arabische cultuur of vermeende vrouwenhaat. Het verschijnsel is niet typisch Arabisch en heeft Europese wortels, betoogt Max Fisher, buitenlanddeskundige van het Amerikaanse magazine The Atlantic.
Ze zou Arabische mannen demoniseren, vrouwen neerzetten als zielige Oriëntaalse schepseltjes en aanzetten tot racisme. De Amerikaans-Egyptische journaliste Mona Eltahawy heeft minder hectische dagen gekend sinds ze eerder deze week met haar verhaal 'Why Do They Hate Us' op de cover van Foreign Policy verscheen. "Ja, ze haten ons. Dat moet worden gezegd', verkondigde ze in haar artikel.
Maar is het wel zo eenvoudig? vraagt Fisher zich af. En wie zijn 'ze'? De Egyptenaren die bijna allemaal op een man stemden zodat slechts twee procent van de landsbestuurders vrouw is? Zijn het soms de Tunesiërs? Zij kozen een parlement dat voor 27 procent uit vrouwen bestaat, zo'n tien procent meer dan in de Verenigde Staten.
Niet alleen Arabisch Vrouwenonderdrukking komt niet alleen voor in de Arabische wereld, zegt Fisher. In de niet-Arabische gemeenschappen in Afrika en Zuid Azië zijn vrouwen er vaak net zo slecht aan toe, of zelfs slechter. Ja, Arabische landen staan laag genoteerd in onderzoeken naar vrouwenrechten, erkent Fisher. "Maar misschien niet zo laag als je zou denken."
Onderaan de ranglijst van het World Economic Forum bijvoorbeeld zijn Zuid Azië en de Afrikaanse sub-Sahara beter vertegenwoordigd dan de Arabische landen. Fisher herinnert zich ook een onderzoek van Newsweek waarin alleen Jemen en Saoedie Arabië tot de Arabische laagvliegers behoorden. "Dat is niet om de ernst en omvang van het probleem in de Arabische wereld te relativeren, maar wel een teken dat vrouwenhaat en Arabisch niet zo synoniem aan elkaar zijn als we soms denken."
Koloniaal verband Ras, religie of etniciteit, daar ligt de oorzaak van de vrouwenonderdrukking niet, stelt Fisher. Eerder ziet hij een koloniaal verband. "Enkele van de meest prominente grondleggers van de geïnstitutionaliseerde Arabische vrouwenonderdrukking waren niet Arabisch. Ze waren Turks, Brits of Frans. De buitenlanders heersten eeuwenlang over het gebied, manipuleerden de culturen om hun eigen dominantie veilig te stellen."
Om de mannen rustig te houden, gaven de kolonisten hen absolute macht over vrouwen, zegt Fisher. "De buitenlandse overheersers regeerden de publieke ruimte, de lokale mannen heersten over hun huishoudens, vrouwen hadden niks." Religieuze leiders die zich sterk maakten voor de superieure positie van de man, kregen alle ruimte van de overheersers, doceert Fisher. "Dit is voor een groot deel de reden waarom vrouwenhaat zich zo wijd verbreidde in de moslimwereld."
Fisher stelt dat de kolonisten de 'patriarchale overeenkomst' ook toepasten in de andere gebieden waar vrouwen nog altijd lijden onder repressie; de sub-Sahara en Zuid Azië. Toen de overheersing van de Arabische gebieden vorige eeuw op haar einde liep en het Westen seculiere leiders in het zadel hielp, veranderde islamitische orthodoxie in een manier om zich af te zetten tegen de kolonisten. Wederom waren vrouwen hiervan het slachtoffer.
Arab brother, western sister De postkoloniale verhoudingen spelen nog altijd een rol als westerlingen moslims de les willen lezen over vrouwenrechten, denkt Fisher. Hij haalt daarvoor de uitspraak 'My Arab brother before my Western sister' aan. Feminisme is in de ogen van veel Arabieren een Westers idee. "Na eeuwen van Westers kolonialisme, bombardementen, invasies en bezetting kunnen Arabische mannen de roep om gelijkheid tussen mannen en vrouwen afdoen als een soort dictaat... Hoe harder onze roep om meer gelijkheid tussen de seksen, des te gemakkelijker kunnen ze van tafel worden geveegd."
Net als de medestanders van Mona Eltawahy vindt Fisher dat de patriarchale Arabische gemeenschappen wakker geschud moeten worden om te laten zien welke schade zij aanbrengen. Maar Eltahawy wordt met haar Amerikaanse uitspraak van het Engels niet gezien als Oriëntaalse zuster. Haar artikel valt dan ook niet in vruchtbare aarde, concludeert Fisher.
|