Steeds meer Egyptische schrijvers worden aangeklaagd door mensen die zichzelf beschouwen als beschermers van de islam. Het regime gaat daarin mee en vijzelt zo zijn islamitische kredietwaardigheid op.
Door Alexander Weissink
Cairo
De Egyptische dichter Abdel Moati Hegazi (foto links) moet genoegdoening betalen aan de schriftgeleerde Yusuf el-Badr (foto rechts), omdat hij hem een gevaarlijke extremist noemde en vergeleek met fundamentalistische joden. (Fotos AFP) |
|
Er is tegenwoordig al snel sprake van heiligschennis in Egypte, zegt de Egyptische dichter en schrijver Abdel Moati Hegazi.
Na vijf jaar procederen heeft de rechter bepaald dat hij genoegdoening moet betalen aan de aartsconservatieve schriftgeleerde Yusuf el-Badri. In 2002 had hij zich in een krantenartikel kritisch uitgelaten over de islamitische golf die het dagelijkse leven van Egypte overspoelde. Dat was natuurlijk tegen het zere been van al die islamistische fundamentalisten, zegt Hegazi met een grijns. Nu proberen ze me bang te maken.
In zijn kantoor van de staatsuitgeverij Huis van de Cultuur kan Hegazi er wel om lachen. Hij had sjeik El-Badri uitgemaakt voor gevaarlijke extremist. Erger nog, hij had islamitische geestelijken zoals de sjeik vergeleken met fundamentalistische joden. Daarop klaagde El-Badri hem aan wegens godslastering.
Als ze het geld willen zullen ze me moeten bestelen, verklaart Hegazi. De deurwaarders kwamen, taxeerden voor ruim 2.500 euro aan stukken uit zijn inboedel en legden er beslag op. Als u op tijd op de veiling komt, kunt u mijn dressoir misschien kopen, zegt hij droog.
Thuis bij sjeik El-Badri heerst een vrolijke stemming. Hij toont gretig de aankondiging in de krant dat de meubels van Hegazi worden geveild. Ik hoef alleen maar hier te wachten tot ze me het geld komen brengen, zegt de sjeik in zijn studeerkamer.
De zaak tegen Hegazi is slechts een van de vele zogeheten hesba-zaken tegen Egyptische schrijvers, journalisten en bloggers. Deze op islamitisch recht gebaseerde procedure maakt het mogelijk dat elk individu een ander kan aanklagen op beschuldiging van godslastering. Sommigen zijn in de gevangenis beland, anderen sloegen op de vlucht.
Vol trots haalt El-Badri de dossiers van al zijn rechtszaken uit de kast, als waren het trofeeën. Ik wil ervoor zorgen dat iedereen die leeft van de pen, dat doet zonder Allah te belasteren. Hij is ervan overtuigd dat hij resultaat boekt. Zelfs de meest recalcitrante schrijver denkt nu wel duizend keer na voordat hij Allah beledigt.
Ruim tien jaar geleden leidde een beruchte hesba-zaak tot het vonnis dat de academicus Nasr Hamid Abu Zeid van zijn vrouw moest scheiden. Een afvallige kan immers niet met een islamitische vrouw getrouwd zijn. Zijn vergrijp? Hij had in zijn proefschrift de traditionele interpretatie van de koran in twijfel getrokken. Verschillende schriftgeleerden, onder wie Yusuf el-Badri, maakten hem uit voor ketter. Abu Zeid zag zich gedwongen om met zijn echtgenote naar Nederland te vluchten waar hij politiek asiel kreeg. Hij werkt er nu als hoogleraar aan de universiteiten van Leiden en Utrecht.
Sindsdien kan niet iedereen meer zomaar een zaak tegen je aanspannen, aldus Negad Mohammed el-Borai, een advocaat die zich heeft gespecialiseerd in het verdedigen van de vrijheid van meningsuiting. Na de zaak tegen Abu Zeid bracht de regering een wijziging aan in de hesba-procedure. Je moet je klacht eerst bij de openbare aanklager indienen en hij beslist of je een zaak hebt. Maar dat heeft niet geleid tot een vermindering van het aantal hesba-zaken, want de openbare aanklager gaat er meestal graag in mee.
De dichter Helmi Salim is het meest recente doelwit van wat door intellectuelen ook wel de nieuwe mohtaribeen (religieuze politie) van Egypte wordt genoemd.
Zijn gedicht over de vele verschijningsvormen van Allah werd uit een tijdschrift geweerd. In reactie op een klacht had een speciale commissie van Al Azhar, de toonaangevende sunnitische leerinstelling van Egypte, het gedicht godslasterlijk bevonden.
Selim werd aangeklaagd voor heiligschennis en de openbare aanklager nam de zaak in behandeling. Zo gaat dat in dit ellendige land, zegt El-Borai. Wat weet een religieuze instelling nu van dichten? Waar bemoeien ze zich mee?
Salim, stoppelbaard, bruine tanden, achterovergekamd haar, blijft er kalm onder. Het is niet de eerste keer dat ze me proberen te intimideren, zegt de man in zijn afgeleefde kamertje in het hoofdkwartier van de socialistische Togamu-partij. Hij breekt een stukje van zijn sigaret af voordat hij die opsteekt. Ik heb twee jaar geleden een beroerte gehad, daarom moet ik een beetje op mijn gezondheid letten. Ik maak ze korter, dan is de schade minder, zegt hij serieus. Figuren als El-Badri doen alsof ze uit religieuze gronden bezwaar maken, aldus Salim. In werkelijkheid willen ze politieke macht verwerven door zichzelf als de morele beschermer van het geloof voor te doen.
In een obscuur kantoor ontkent de gevreesde advocaat Nabih el-Wahsh uit te zijn op politieke invloed. Met zijn gevloek maakt hij bepaald geen godvrezende indruk, maar toch klaagt hij in naam van de islam om de haverklap schrijvers aan. Ik doe wat nodig is om ze te disciplineren, vertelt hij. God zal mij op een dag vragen of ik mijn plicht heb gedaan.
El-Wahsh heeft een lange staat van dienst. Als hoogtepunt noemt hij de filmproducent die door de rechter tot tachtig zweepslagen werd veroordeeld omdat ze had gezegd dat Egyptische meisjes niet lang maagd bleven. De rechter beriep zich terecht op de koran, maar het vonnis werd niet uitgevoerd omdat dit land zich niet houdt aan de sharia, zegt hij teleurgesteld . Een ander recent doelwit van El-Wahsh is de feministische schrijfster Nawal El-Sadaawi die onlangs het land is ontvlucht. Ze had geschreven dat Allah een vrouw is. Het werd hoog tijd dat iemand haar een halt toeriep.
De vraag waarom de openbare aanklager al deze hesba-zaken in behandeling neemt, is volgens El-Borai makkelijk beantwoord. Het is een manier om kritische schrijvers aan te pakken. De openbare aanklager en mensen zoals Yusuf el-Badri and El-Wahsh ontvangen orders van het regime, zegt hij overtuigd. Daarnaast gebruikt het regime deze zaken om haar islamitische geloofwaardigheid op te vijzelen. De regering zou willen aantonen dat ze minstens zo vroom is als de islamitische oppositiegroepen, met name de Moslimbroederschap die steeds meer aan populariteit wint.
De advocaat noemt het de reflexen van een regime dat zich bedreigd voelt. President Hosni Mubarak is al 26 jaar aan de macht en vrijwel iedereen gaat ervan uit dat zijn zoon Gamal hem wil opvolgen. Daarom moet de regering zich presenteren als de hoeder van het volk en het geloof, zegt ook Hegazi. We zitten gevangen tussen de dictator aan de ene kant en de fundamentalisten aan de andere. Het resultaat is ernaar. Alle zogenaamde intellectuelen van vandaag zijn opgegroeid in het tijdperk van de dictatuur, aldus Hegazi. Alle progressieve liberale denkers doen aan zelfcensuur. Het zijn allemaal makke schapen geworden.
|