Wat was een nomarch
Een nomarch stond in het oude Egypte aan het hoofd van een nomos (= één van de 42 provincies van Egypte). De nomarch was in het Oude Rijk verantwoordelijk voor de waterhuishouding, tellen van het vee, de rechtspraak en de landbouwproductie.
Oorspronkelijk was hij een door de (god)koning benoemd ambtenaar. In de 4e dynastie werden ze nog begraven rond de koning, maar in de volgende dynastieën was hun rustplaats in de eigen nome. In de periode van van de 6e dynastie verzwakte het centraal gezag en werd het nomarchschap erfelijk. De nomarchen verkregen meer en meer autonomie en gedroegen zich steeds meer als plaatselijke vorsten. In de Eerste Tussentijd werd hun autonomie volledig. De koning verloor zijn grip op de nomen vrijwel volledig en het land viel min of meer in nomen uiteen.
Vanaf de 11e dynastie werden de nomarchen terug onderworpen aan het koninklijk gezag, hoewel enkele nomen nog steeds grote autonomie hadden. In het Middenrijk volgde nog een periode van oproer, maar onder Senoeseret III moesten ze zich gewonnen geven
|