KLEDING IN HET OUDE EGYPTE
In het Oude Egypte werd niet meer dan een lendendoek gedragen, de kinderen liepen meestal naakt. Op een kleine lok na was alle haar afgeschoren om vlooien, luizen en ander ongedierte te weren. Mannen droegen vaak een eenvoudige lendendoek van linnen die van de heupen tot de knieën reikte. Dit was meestal het enige kledingstuk wat zij droegen.
Bij rijke Egyptenaren waren deze lendendoeken soms wat langer en geplooid tot een soort pofbroek die van voren uitliep in een punt of gedragen werd met een mooie ceintuur.
Van dit kledingstuk zijn wel veertig verschillende modellen gevonden. Soms werd daarop nog een lang hemd gedragen.
Egyptische vrouwen gingen gekleed in een nauwsluitende japon met een soort bretels. Als ze het zich konden veroorloven was dit kledingstuk vaak gemaakt van een doorschijnende, gaasachtige stof met ingewikkelde plooien en versierd met kralen. zowel mannen als de vrouwen hielden van gouden sieraden, bezet met edelstenen als donkerblauw lazuursteen, bruin kornalijn en felblauw turkoois. Met deze materialen wisten de edelsmeden soms bijzondere kleinoden te maken: zoals halssieraden, armbanden, oorknoppen.
Verreweg de meeste Egyptische vrouwen moesten zich echter tevreden stellen met bloemen, amuletten of een paar mooie schelpen.
|