Verdeling Nijlwater blijft problematisch
Feloekas op de Nijl bij het Egyptische Aswan.
Wie mag het water in de rivier de Nijl gebruiken? Ministers van tien Afrikaanse landen lukt het maar niet een goed antwoord op die vraag te geven. Een overleg dat al jarenlang aansleepte, liep vorige week spaak. Uganda en Kenia beschuldigen nu Egypte en Sudan ervan dat zij willen vasthouden aan hun monopolie over het water in de Nijl.
KAMPALA - De ministers van Water van Uganda en Kenia hadden dezer dagen maar weinig goede woorden over naar hun ambtgenoten uit Egypte en Sudan. Zij lieten weten gefrustreerd te zijn over het feit dat die ministers weigeren hun handtekening te zetten onder een waterverdrag waarover al sinds 1999 wordt onderhandeld. Het desbetreffende verdrag moet in de plaats komen van bestaande verdragen over het eigendom van het Nijlwater. Die bestaande verdragen zijn namelijk zeer nadelig voor acht van de tien landen die in het stroomgebied van de Nijl liggen.
Eigendom Het water, dat in de vorm van regen valt in grote delen van Uganda, Kenia, Tanzania, Congo, Burundi, Rwanda, Ethiopië, en zelfs in een klein gedeelte van Eritrea, is volgens verdragen uit 1929 en 1959 eigendom van Egypte en Sudan. Die verdragen werden opgesteld in een tijd waarin de meeste Afrikaanse landen nog kolonies waren van westerse landen.
De Nijl begint bij het Victoriameer in Centraal-Afrika. Daarvandaan stroomt de rivier via Uganda en Sudan naar Egypte. Maar het water dat uiteindelijk via de Nijl in de Middellandse Zee stroomt, komt natuurlijk uit een veel groter gebied dan alleen deze drie landen. Water vanuit Ethiopië en Eritrea stroomt via de Blauwe Nijl naar Sudan. In Sudan komt de Blauwe Nijl uit in de Witte Nijl. Samen vormen de rivieren dan de uiteindelijke Nijl. Het Nijlwater dat door Egypte stroomt is voor tachtig procent afkomstig uit de bergen van Ethiopië. Een andere belangrijke voedingsbron voor de Nijl is het Victoriameer, dat op zijn beurt gevoed wordt vanuit Kenia, Tanzania, Burundi, Rwanda, Congo en Uganda.
In 1959 hadden Egypte en Sudan becijferd dat er jaarlijks in het totaal 84 miljard kubieke meter water door de Nijl stroomde. Ongeveer tien miljard kubieke meter zou verloren gaan door verdamping, dus bleef er nog 74 miljard over. Zij spraken af dat Sudan jaarlijks 18,5 miljard kubieke meter Nijlwater mocht gebruiken en dat de overige 55,5 miljard voor Egyptische consumptie bestemd zou zijn.
In het verdrag van 1929 had Egypte al afgesproken met Engeland - dat toen veel kolonies had in Oost-Afrika - dat Egypte het vetorecht had op ontwikkelingen in alle landen in het stroomgebied van de Nijl, die de watertoevoer naar die rivier zouden beïnvloeden.
Bevolkingsgroei De verdragen uit 1929 en 1959 gelden nog steeds, omdat er nog geen andere verdragen voor in de plaats zijn gekomen. Maar inmiddels is er veel veranderd. Alle landen in Oost-Afrika zijn zelfstandig en voelen zich niet gebonden aan de voor hen zeer nadelige verdragen. Bovendien is de bevolking in die landen gedurende de afgelopen decennia meer dan verdubbeld; is er daardoor ook veel meer behoefte aan water: bijvoorbeeld voor het bevloeien van landbouwgronden en voor het opwekken van stroom met behulp van stuwdammen.
Ook in Egypte is bevolking sterk gegroeid. Momenteel komen er jaarlijks meer dan een miljoen mensen bij. De Nijl is de levensader van Egypte, de enige zoetwaterbron van betekenis die het land heeft. Wie naar de kaart van Egypte kijkt, ziet dat het land een grote zandbak is, Behalve waar de Nijl stroomt. De druk op de Nijl is dus enorm toegenomen en blijft toenemen.
Om conflicten en zelfs eventuele oorlogen te voorkomen, lanceerden in 1999 de tien genoemde landen het zogenoemde 'Nijlbekkeninitiatief' (NBI). Zij wilden samen komen tot afspraken over het gebruik van het Nijlwater. Bovendien wilden ze profiteren van lucratieve leningen via de Wereldbank, voor gezamenlijke initiatieven met betrekking tot de Nijl. Zo zou er makkelijker geld beschikbaar komen voor bijvoorbeeld de bouw van stuwdammen, als de landen beloofden samen te werken. Nederland is een van de grootste donoren van het initiatief.
Terwijl de aan het NBI deelnemende landen profiteerden van de financiële voordelen die het overleg en de samenwerking hen boden, kabbelden de echte onderhandelingen over wie nu de eigenaar was van het Nijlwater rustig voort.
Commissie Totdat er vorig jaar knopen werden doorgehakt. Er werd een Nijlbekken Samenwerkingsverdrag opgesteld. De bewoordingen van dat verdrag waren erg vaag en nog niet helemaal uitonderhandeld, maar in maart vorig jaar zou er een commissie komen, die de laatste beslissingen zou nemen.
Dat is niet gelukt. Egypte en Sudan wijzen artikel 4 van het verdrag af. Daarin staat: 'Nijlbekkenstaten spreken af dat zij de waterhuishouding van geen enkele andere Nijlbekkenstaat in belangrijke mate nadelig zullen beïnvloeden.' Egypte en Sudan willen aan die tekst toevoegen dat ook de bestaande gebruiken en rechten gehandhaafd blijven . Terug bij af, dus. Al die jaren overleg hebben nog geen werkbare overeenkomst opgeleverd.
De Nijlstaten die volgens de oude verdragen geen recht hebben op grootschalig gebruik van Nijlwater, laten het er echter niet bij zitten. De Keniaanse minister van Water, Charity Ngilu, zegt dat het Nijlbekken Samenwerkingsverdrag wel is ondertekend door zeven van de tien staten. Ngilu heeft gedreigd dat die landen doorgaan met dat nieuwe verdrag, desnoods zonder Egypte en Sudan.
In Uganda mogen Egyptische wetenschappers plotseling niet langer watermonsters nemen bij de plek waar de Nijl begint. Egypte had daartoe op basis van de oude verdragen recht, om te kunnen vaststellen hoeveel water er de Nijl instroomt en om de kwaliteit van dat water te kunnen meten.
Tanzania heeft aangegeven dat het projecten laat doorgaan die zullen leiden tot verlaging van het waterniveau van het Victoriameer.
Het Nijlbekken Samenwerkingsverdrag is tot nu toe besproken op ministerieel niveau. Dat overleg is vastgelopen; het laatste woord is nu aan de presidenten van de betrokken landen, en dan vooral die van Egypte en Sudan.
President Hosni Mubarak van Egypte bracht maandag onverwacht een bezoek aan Sudan. Hij sprak daar met president Omar Hassan al-Bashir. Later op die dag bezocht hij ook de federale regering van Zuid-Sudan, om te praten over projecten die de bedding van de Nijl moeten verbeteren, zodat er meer water doorheen kan stromen. Het was de eerste keer sinds 1962 dat een Egyptische president een bezoek bracht aan Zuid-Sudan. Dat geeft aan hoe belangrijk het Nijlwater is voor Egypte.
|