De Egyptenaren hielden van de gouden gloed van koper en brons en gaven er nog steeds de voorkeur aan, ook toen zij het veel hardere ijzer al kenden.
Massief gouden voorwerpen werden alleen gemaakt voor faraos en voor tempels. Wel werden veel andere voorwerpen verguld(bedekt met een dun laagje goud).Voor het metaal bewerkt kon worden, moest het eerst gesmolten worden.Het werd dan boven een vuur verhit om onzuiverheden te verbranden.
De ambachtslieden klopten daarna het koude metaal in de gewenste vorm of goten het, als het gesmolten was,in een vorm.Pas als er ook nog geschaafd, geschuurd en gepolijst was,was het werk klaar.
|