|
De oude Egyptenaren geloofden in reïncarnatie. Bewijzen zijn te vinden in vele papyrussen.
Twee brieven die zijn geschreven door Anana in het jaar 1300 voor Christus 1.
"Lees, O kinderen van de toekomst en leer de geheimen van de toekomst, die voor U zover weg zijn en toch in werkelijkheid zo dicht bij. Mensen leven niet slechts eenmaal om vervolgens voor altijd heen te gaan. Tussen ieder leven is een sluier van duisternis, maar uiteindelijk zullen de deuren zich openen en ons alle vertrekken tonen waar onze voeten gezworven hebben, vanaf den beginne.
Ons geloof leert ons dat we eeuwig zijn. Nu kan eeuwigheid, daar het geen einde heeft, ook geen begin hebben, het is als een cirkel zonder begin en zonder einde.
Daarom als het ene waar is, namelijk dat wij voort leven, wil het mij voorkomen, dat het andere ook waar moet zijn namelijk, dat wij altijd geleefd hebben. Veel mensenogen heeft God en vele gezichten. De eeuwigheid heeft geen einde".
2.Een tweede papyrus van Anana vermeldt het volgende.
"De mens komt vele malen weer tot leven, maar weet niets meer van zijn vorige levens, behalve een enkele keer als een of andere dagdroom of een gedachte hem terug voert naar een omstandigheid van vorige incarnaties. In zijn geest kan hij echter niet bepalen wanneer die omstandigheden plaats hebben gehad, alleen dat het hem bekend voorkomt. Uiteindelijk echter zullen al zijn vorige levens zich aan hem openbaren.
De geest of zielen van een bepaalde incarnatie kunnen elkaar mogelijk in een andere incarnatie ontmoeten en kunnen tot elkaar aangetrokken worden als een magneet, maar de oorzaak weten zij geen van beiden. Ja, ik geloof dat zielen langer kunnen leven dan Ra"
Het huidige leven is een herhaling van een aantal vorige levens.
We leven nu in een wereld waarvan het bewustzijn sterk is afgesloten van het gevoel, het hogere bewustzijn, waardoor het contact met de geestelijke wereld en de buiten de zintuigelijke waarnemingen voor de meeste mensen zijn verbroken.
Zoals het grafopschrift vermeldt hadden zij geen angst voor de dood, maar vertrokken zij naar het land van het licht en eeuwigheid. "Niets doen deze dag en geen kwaad ondervinden. Wij zijn naar het land der eeuwigheid gegaan opdat onze namen niet worden vergeten. Schoon is de tijd, als men het licht in alle eeuwigheid ziet ".
De ziel, die de oude Egyptenaren Ba noemde en door de dood was gegaan, vindt altijd aantrekkingskrachten voor gebieden op aarde en voor mensen die indruk op hen maken.
Als een dagdroom, die hen terugvoert naar vorige incarnaties, schreef Anana al meer dan 3200 jaar geleden: Het is het verlangen van de ziel, de herinnering, wat men 'deja vu' noemt. Het is de herinnering van de ziel, want anders had je nooit dat gevoel of die dagdroom kunnen hebben. Het is het onbewust verlangen , die door het gevoel, de intuitie, de informatie van de ziel, wordt veroorzaakt.
| |
|