Het maken van een mummie was werk dat om vakmanschap vroeg. Tegelijkertijd was het een godsdienstig ritueel.
Priesterlijke balsemers kweten zich van die taak onder begeleiding van gezang en bezweringen, In de werkplaats van een balsemer werden de lever en andere organen verwijderd,gedroogd en veilig opgeborgen in speciale potten.Vervolgens werd het lichaam ingepakt met kristallen van een chemische stof die natron heet.
Hierdoor droogde het lichaam uit en kon het bewaard blijven. Het lichaam was een mummie geworden en werd met linnen gezwachteld.
Het kreeg een masker en was klaar voor de terugkeer van de ziel van de overledene.
Vlak voor een overledene in het graf gelegd werd, verrichtten de priesters nog een ceremonie die het openen van de mond genoemd werd.Zij zetten de doodkist recht overeind en raakten het gezicht aan met allerlei voorwerpen
De mummie kwam daardoor weer tot leven en kon in zijn nieuwe huis - voor - altijd, het graf,weer ademhalen,zien en zich vermaken.
|