Ook de oeroude teksten, afkomstig van de volkeren aan de Nijl, gewagen van machtige wezens, die in barken langs het firmament trekken. Een spijkerschrifttekst, gewijd aan de zonnegod Re, luidt: 'Gij mengt u tussen maan en sterren, gij trekt het schip van Aton de hemel binnen, evenals de aarde de onvermoeibaar in hun baan lopende sterren, en de aan de noordpool niet ondergaande sterren.' En hier een tekst die in een piramide werd gegraveerd: 'Gij zijt degene die aan de steven staat van het zonneschip van miljoenen jaren.'
Al waren de oude Egyptenaren rekenkunstenaars van hoog niveau, dan nog blijft het een merkwaardige zaak, dat zij in samenhang met de sterren en een hemelschip spreken van miljoenen van jaren. En hoe zegt het de Mahabharata? 'De tijd is de kiemcel van het universum.' In Memphis overhandigde de oergod Ptah de koning twee ontwerpen voor de viering van zijn regeringsjubilea met de eis, deze juqilea zesmaal honderdduizend jaren lang te vieren. Moet daarbij nog worden vermeld, dat de oergod Ptah, alvorens hij de koning de ontwerpen schonk, verscheen in een glanzende barnstenen hemelwagen en nadien met deze weer aan de horizon verdween? In Edfu treft men tegenwoordig nog boven deuren en bij tempels afbeeldingen aan van de gevleugelde zon of van een zwevende valk, die de schrifttekens der eeuwigheid en van het eeuwige leven dragen. Op geen enkele tot dusver bekende plaats op aarde zijn zoveel afbeeldingen van godensymbolen met vleugels bewaard als in Egypte.
|