In de periode voorafgaand aan het Nieuwe Rijk had Egypte geen vast leger. Het leger bestond toen uit mensen die aangeduid werden om te strijden op het moment dat er een leger nodig was. De aanvoerders van zulk leger waren personen die in het burgerlijk leven ook de oversten van de strijders waren die aangeduid werden.
Veel wapens had dit leger niet. ..; knotsen, strijdbijlen en dolken. Voorts hadden de Egyptenaren nog lansen, slingers en pijl en boog. Als schild gebruikten ze een houten raamwerk dat met dierenhuiden bespannen was.
Toen de tijd van het Nieuwe Rijk er aan kwam, veranderde er heel wat. Het eerste beroepsleger bestaande uit huursoldaten was een feit. Als soldij kregen de soldaten een stuk land om te voorzien in hun onderhoud. De eenheden waren in kleine groepen van tien verdeeld en stonden onder de leiding van een groepsleider. Een eenheid van honderd man was verdeeld in twee helften van elk vijf groepen van tien met boven elke groep een leider. Dit gaf al een gedeeltelijke structuur
|