Het oude rijk begint in 2686 v. Chr. en eindigt 2181 v. Chr. Het omvat de 3e tot en met de 6e dynastie.
De voornaamste gebeurtenissen in deze periode zijn:
- Zoser bouwt de trappenpiramide van Sakkara.
- de organisatie van beambtenstaat
- Cheops, Chefren en Mycerinus bouwen de grote piramiden van Gizeh.
- bloeitijd van de macht van de koning
- grote culturele ontplooiing die zich voortzet onder de 5e dynastie en tenslotte vervalt onder de 6e.
Geschreven bronnen zijn er weinig en als ze er zijn weten we niet of ze wel de volledige waarheid weergeven. De info die we hebben over het oude rijk is dus niet erg betrouwbaar. Het blijft zoeken en inschatten aan de hand van voorwerpen die gevonden werden. We kunnen zien aan het materiaal dat ze gebruikten hoe ver hun wetenschap en kennis ging. Naast allerlei steenmateriaal gebruikten ze ook koper. Goud en ebbenhout werden fijn bewerkt. Er was dus wel een zekere huishoudelijke luxe in het oude rijk.
Met de welvaart gaat het heel goed. Er is veel handel en het volk is tevreden. De bouw van de piramides van Gizeh toont dat er sprake was van een hoge welvaart. De piramides werden door boeren en arbeiders gebouwd. Dit wil zeggen dat de boeren naast het bewerken van de landbouwgrond nog tijd over hadden om drie hele grote piramides te bouwen.
Tijdens de 5e en 6e dynastie werden er veel kunstwerken gemaakt. Dit is ook een bewijs van grote welvaart.
De bevolking zelf was heel bedrijvig en zelfverzekerd. Er waren veel ontspanningsmogelijkheden:
- jagen
- vissen
- kinderspelen
- dansen
- muziek
- picknicken
- etc.
Egypte bezat niet al de nodige of voldoende grondstoffen: Om de nodige grondstoffen te krijgen voerde men oorlog en werd er land veroverd Egypte onderwierp de meeste landen die het veroverde. Als zij een land onderworpen hadden kwam er een soort handel tot stand..... d.w.z..... in ruil voor wat "vrijheid" kregen de Egyptenaren goederen die ze nodig hadden
Tussen het oude rijk en het middenrijk kent men een mindere periode. Deze periode geeft aan dat het minder goed gaat met de welvaart in Egypte. De plaatselijke gouverneurs namen in die periode overal de macht in eigen handen. De rechtsspraak was er een van willekeur en wanorde !
conclusie:Er was dus veel handel in de eerste periode. ( echt zeker is dat niet omdat de bronnen niet echt betrouwbaar zijn !) Er zijn bronnen uit andere landen die op handel met de Egyptenaren wijzen.
|