De oudste Egyptenaren begroeven hun doden in kuilgraven en gaven ze eenvoudige gebruiksvoorwerpen mee. Een intrigerend voorwerp is de afbeelding van dit dodenschip.
In het midden van dit bootvormig model ligt een naakte persoon met een spitse baard. Hij ligt gevouwen op zijn zij, in slaap- of embryohouding.
Aan de voorkant van het 'schip' is het lichaam van een kikker te zien, symbool van de geboortegodin Heket. Blijkbaar diende het dodenschip voor wederopstanding uit de dood.
Dit terracotta model is een van de interessantste stukken uit de tijd van de eerste bewoning van het Nijldal. De woestijnen van Egypte werden al tijdens de Oude Steentijd bewoond door jagers, die er een overvloedige wild bestand aantroffen. (vochtig klimaat)
Deze jagers waren nomaden en kenden geen vaste woonplaatsen. Ze hebben dus over hun grafgebruiken geen informatie nagelaten. Die situatie veranderde rond 5000 v.Chr., toen de uitdroging van de woestijn de bevolking naar het Nijldal dreef.
Daar vestigden ze zich in dorpen. Hun doden begroeven ze in grote grafvelden aan de rand van de woestijn. Deze dodensteden bevatten honderden kleine kuilgraven, met een zandheuveltje, een tumulus er boven op. De doden lagen gewoonlijk op hun linkerzij in een opgevouwen houding. Van mummificatie was in die tijd nog geen sprake. Gewoonlijk werden alleen de skeletten teruggevonden. Toch heeft het woestijnzand soms ook de huid en andere zachte delen bewaard. We spreken dan van natuurlijke mummies.
Men had een bepaalde bedoeling met deze 'hurkhouding' van de dode. Het meest waarschijnlijke is misschien een slaaphouding:dwz ... de overledene is niet echt dood maar zal weer ontwaken in een nieuw leven. Ook kan men denken aan de houding van een embryo. De nabestaanden legden hem zo om de kringloop van het leven te sluiten.
Nog enige gevonden uitleg omtrent deze dodenboot
Het mens-in-bootmotief vinden wij terug in deze ovale boot, waarin een naakte man ligt. Het is van licht roodbruin aardewerk gemaakt. Het zou uit Midden-Egypte afkomstig zijn en stammen uit dezelfde periode als het vrouwenbeeldje (zie hierboven).
De boorden van het bootje zijn van kleine gaatjes voorzien. De voor- en achtersteven zijn afgebroken. Op de bodem ligt een volwassen man met opgetrokken knieën, met de handen tegen de slapen gedrukt. Hij heeft een puntbaard, een attribuut dat bij figuren van mannen uit de Egyptische prehistorie zelden of nooit ontbreekt.
De man wordt naar het paradijs gevaren waar hij uit de dood zal ontwaken. Zijn houding toont opvallende gelijkenis met die van een ongeboren kind in de moederschoot. Volgens sommigen ligt de man dan ook niet in een boot, maar in een baarmoeder en zou hiermee de wedergeboorte worden verbeeld. Het kikkertje dat op een van de uiteinden in reliëf is gemodelleerd, geeft aanleiding tot zulke interpretatie, want uit afbeeldingen en teksten uit de faraonische tijd weten we dat dit dier een afbeelding is van de geboortegodin Heket.
|