In het oude Egypte was de god Bes afweerder van het kwaad en beschermer van het nieuwe leven. Hij zag eruit als een dwergachtige grijsaard met dierentrekken. Zijn beeltenis werd als amulet om de hals gehangen, op hoofdsteunen en bedden aangebracht, of op het lichaam getatoeëerd.
De god Bes komt voor in de beeldengroep van Harpokrates met reuzenfallus.
De god Bes genoot een grote populariteit in Egypte maar ook daarbuiten. Amuletten in de vorm van het dwerg-grijsaardje Bes zijn zelfs in alle delen van het Romeinse rijk gevonden.
Het ongewone uiterlijk van de dwerggod Bes werd beschouwd als door de schepper bewust gewild en daarom boven het gewoon-menselijke verheven .
Dwergen hadden in de Egyptische samenleving een bijzondere, gerespecteerde positie. Zij bekleedden ambten aan het hof of stonden als begaafde kunstenaars in hoog aanzien.
Men geloofde dat Bes door zijn merkwaardig lichaam en schrikaanjagend uiterlijk kwaad en onheil afweerde. Daarom was hij de beschermgod voor iedereen die gevaren kon verwachten. Hij werd ook in verband gebracht met het ontstaan en de bescherming van het nieuwe leven: met vruchtbaarheid, seksualiteit en erotiek. Bes was de behoeder van de aanstaande moeders en van zuigelingen. (zowel voor goden als gewone mensen). Bij de Egyptische tempels staan trouwens bijgebouwen waar de moedergodin haar kind ter wereld bracht. Deze geboortehuizen, of mammisis, waren het domein van Bes, die met zijn kwaad afstotende toverkracht de goddelijke bevalling gunstig deed verlopen.
Inscripties in de tempels van de godin Hathor in Dendera en Philae uit de Ptolemaeïsche periode bevatten de passage: Ik [Bes] dans voor Uw majesteit om Uw hart te behagen. Ik voer een danspas uit voor de twee kinderen [de jonge god en zijn Ka] in hun geboortehuis. Ik geef ritme aan mijn passen voor de twee nieuwgeborenen om hen blij te maken.
Bes werd niet alleen in tempels, maar natuurlijk ook bij de mensen thuis vereerd.
De god is naakt. Zijn grote, platte gezicht met diepliggende ogen is omkranst door een grote baard en gestileerde leeuwenmanen. De wijd opengesperde mond met de opgetrokken bovenlip, die een vervaarlijke rij tanden blootlegt, en de ver uitgestoken tong moeten de afschrikwekkende verschijning van de god benadrukken.
Ronde dierenoortjes staan haaks op de schedel. Het zware lijf wordt gedragen door korte, mollige, naar buiten staande leeuwenpoten. Onder de bolle buik hangt een fallus in de vorm van de kop van een dier.
|