Vaasjes en flesjes van glas waren in het oude Egypte luxeproducten. Het grote aantal dat uit de 18de dynastie bewaard is, vormt het beste bewijs voor de enorme welvaart en rijkdom in deze periode .
Glazen vaatwerk was zeer gegeerd, niet alleen vanwege de aantrekkelijke vormen en de kleurrijke versieringen, of door de functie als container voor zalf of parfums, maar ook omdat deze voorwerpen waren gemaakt in de ateliers van paleizen. Natuurlijk is dit kostbaar glaswerk ook in graven aangetroffen. Ook zijn glazen voorwerpen als dierbare familiestukken van generatie op generatie overgeërfd.
Voor glaswerk uit de 18de dynastie werd als basisstof zand gebruikt, waaraan kwarts, soda en kalk werden toegevoegd.
Voordat het glasblazen in 50 v.Chr. werd uitgevonden, werd de 'kern-glastechniek' toegepast.( de 'kern-glastechniek': draden van gesmolten glas gewonden om een kern van met een organisch bindmiddel vermengde klei. De buitenkant van het zo gevormde flesje of vaasje werd vervolgens gladgemaakt door dit over een plat vlak te strijken.)
De krateriskos (op de afbeelding/links), een miniatuurmengvat, heeft twee opstaande oren. De buik is versierd met veerpatronen. De hals is bedekt met guirlandemotieven in dezelfde kleuren. Er werd parfum in bewaard.
Het flesje middenin heeft de vorm van een palmzuil, met een smal toelopende stam en een kroon van gestileerde palmbladeren. Deze flesjes werden gebruikt om kohl in te doen, een cosmetische stof waarmee zowel mannen als vrouwen hun ogen opmaakten.
Het granaatappelflesje (rechts) imiteert een van Egyptes meest geliefde vruchten.
|