zoektocht naar de mummie van Hatshepsoet
In het kader van het lopende Egyptian Mummy Project besloot Zahi Hawass voorjaar 2006 een zoektocht naar de mummie van Hatshepsoet te starten. Er waren twee mummies die mogelijk van Hatshepsoet konden zijn: mummie KV60-A (een kleine, zeer dikke oudere vrouw), liggend op de grond; en mummie KV60-B (een oudere vrouw met een normaal postuur en lang haar), liggend in een sarcofaag met de naam In Sitre (of Sitre In) en de titel Zoogster van Hatshepsoet. Beiden waren al in 1903 door Howard Carter gevonden in KV60, een zo goed als leeg graf vlakbij KV19, het graf van Montuhirchepesjef. In het graf bevond zich behalve houtresten en wat rommel een canopenkist met de cartouches van Hatshepsoet. In 1906 onderzocht Edward Ayrton het graf, waarna hij de sarcofaag met KV60-B naar het Museum van Cairo bracht. E.e.a. werd pas geregistreerd in 1916. KV60-A bleef achter in KV60. Al in 1966 werd gesuggereerd KV60-A mogelijk de mummie van Hatshepsoet was; ten eerste omdat KV60 zo dicht bij Hatshepsoets eigen graf KV20 ligt, en ten tweede omdat de mummie de linkerarm over de borst gekruist heeft: een teken van koninklijke komaf. In 1989 werd KV60 leeggehaald door de Amerikaanse Egyptoloog Donald Ryan, die stukken van een houten sarcofaag vond, onder andere het gezicht. In de kin zat een gat waarin een valse baard had gezeten. Er had dus in ieder geval een koninklijke begrafenis plaatsgevonden in KV60.
Tijdens het eerste onderzoek met een CT-scan werden in totaal 5 mummies onderzocht: de beide mummies uit KV60, de mummie die werd toegeschreven aan Thoetmosis I, en de mummies van Thoetmosis II en Thoetmosis III. Uit de scans werd meteen al duidelijk dat de mummie die aan Thoetmosis I was toegeschreven (en die in DB320 was gevonden, liggend in twee sarcofagen waarvan de buitenste de naam van Thoetmosis I droeg) niet van deze farao was. Ten eerste was de man bij overlijden tussen de 25 en 35 jaar oud; ten tweede was hij begraven met de armen langs zijn zij; en ten derde werd er in de rechter borstkas een pijlpunt gevonden. Thoetmosis I was zeker 50 toen hij overleed, zal ongetwijfeld met gekruiste armen zijn begraven (v.a. Amenhotep I de gewoonte), en bovendien wordt er nergens melding van gemaakt dat deze farao in de strijd is gevallen. De identiteit van de mummies van Thoetmosis II en III staat nagenoeg vast. Thoetmosis II was ca. 1m68 en overleed rond zijn 40e. De CT-scan wees uit dat hij een goed gebit had maar leed aan een vergroot hart, mogelijk de oorzaak van zijn dood. Thoetmosis III was ongeveer 1m75 (en niet 1m50 zoals zo vaak wordt beweerd! de vergelijking met Napoleon gaat wat lengte betreft in ieder geval niet op . Hij overleed rond zijn 50e. Hij had een goed gebit waarvan slechts een paar kiezen ontbraken, maar leed aan problemen met zijn neusslijmvliezen, die uitgedroogd en mogelijk chronisch ontstoken waren. Uit de vergelijking van juk- en kaakbeen, neusbrug, voorhoofd en gebit bleek een opmerkelijke overeenkomst tussen Thoetmosis II en III. Beide hadden een milde overbite (hazentanden), een smal gezicht met prominente jukbeenderen, een smalle neusbrug en een smal voorhoofd. De stand van hun onderkaak was ongeveer hetzelfde. De mummie die ten onrechte was toegeschreven aan Thoetmosis I had daarentegen geen overbite, een breed gezicht met platte jukbeenderen, een breed voorhoofd, een brede kin en een andere stand van de onderkaak. Mummie KV60-A had kenmerken gemeen met zowel Thoetmosis II en III als met Thoetmosis I: een milde overbite en prominente jukbeenderen enerzijds, en een breed gezicht en voorhoofd en een brede kin anderzijds. Haar neusbrug was echter breder dan die van de drie mannelijke mummies. Een verwantschap tussen de onbekende die voor Thoetmosis I is aangezien en Hatshepsoet ligt dus wel voor de hand. (Het feit dat de manier van windselen vroeg XVIIIe Dynastie is en de mummie in een koningscache is gevonden is voor Hawass aanleiding te concluderen dat deze mummie een familielid is van de Thoetmosiden. Salima Ikram en Aidan Dodson suggereren dat deze man mogelijk Ahmose Sipair is, hoewel ik heb begrepen dat deze prins als kind al is overleden. Zelf hou ik het op Wadjmose.)
Mummie KV-60A was ongeveer 1m59 en overleed rond haar 50e. Ze had zwaar overgewicht, wat de balsemers ertoe dwong haar organen via haar bekkenbodem te verwijderen. Opmerkelijk genoeg zitten de hersenen nog in de schedel. Ze leed aan botontkalking en een uitgezaaide kanker in haar bekken, die het bot van haar bekken en rugwervels had aangetast. Er zat een cyste aan de wortel van één van de ruggenmergzenuwen. Ook leed ze aan artritis van de wervelkolom, en was één tussenwervelschijf verschoven. Al met al moet de vrouw vreselijke rugpijn hebben gehad. Het gebit was opmerkelijk slecht: de dichtheid van tanden en kiezen was matig tot slecht, wortels waren aangetast en kronen afgebroken, en de meeste tanden en kiezen hadden gaatjes. De tweede rechter bovenkies ontbrak, hoewel één wortel nog in de kaak zat, omgeven door ontstoken weefsel. De combinatie van zwaar overgewicht en de slechte staat van het gebit wijst op diabetes. Ook de canopenkist werd gescand. Hiervan staat met zekerheid vast dat ze van Hatshepsoet is: de cartouches met prenomen en nomen staan er immers op en er is geen teken van hergebruik. Behalve gemummificeerde ingewanden was op de scan ook een afgebroken kies te zien, waarvan één van de wortels miste. Een tandarts identificeerde de kies als een tweede rechter bovenkies. Vorm en grootte waren zodanig dat deze kies precies paste in het gat in de kaak van mummie KV60-A. De conclusie lag voor de hand: KV60-A is Hatshepsoet.
Op zeker moment werd Hawass benaderd door Discovery Channel voor een docu over de zoektocht naar de mummie van Hatshepsoet. Hawass ging akkoord, mits Discovery Channel een hypermodern DNA-lab in het Egyptisch Museum zou bouwen. Hij wilde namelijk DNA-onderzoek laten doen, een lastige klus omdat mummie-DNA over het algemeen is aangetast en labs waar ook ander DNA wordt onderzocht vaak onbetrouwbare resultaten opleveren. (Naar zijn eigen zeggen is dit de reden waarom hij eerder geen DNA-onderzoek wilde laten doen.) Discovery Channel ging akkoord, en het hypermoderne lab waarin uitsluitend Egyptische mummies worden onderzocht kwam er. (Op het moment dat het artikel verscheen werd er ook al een tweede lab gebouwd.) Er werd een heel team specialisten opgetrommeld, die de kleinst mogelijke hoeveelheid materiaal uit de mummiebeenderen haalden om de mummies zo min mogelijk te beschadigen. (Eerder onderzoek aan de mummie van Thoetmosis I resulteerde in gaatjes van 3 mm. wijd. Hawass wilde dat niet nog een keer!) Er werd DNA verzameld van Hatshepsoet, In Sitre, Thoetmosis I, Thoetmosis II en III, en Ahmose Nefertari, de stammoeder van de Thoetmosiden. De uitslag stond in najaar 2007 nog niet definitief vast, al was toen al wel duidelijk dat Hatshepsoet en Ahmose Nefertari zeker aan elkaar verwant zijn. De mummies van Hatshepsoet en In Sitre liggen nu in de Royal Mummy Room in het Museum van Cairo. Wat er gaat gebeuren met de mummie die ten onrechte aan Thoetmosis I is toegeschreven was afgelopen najaar nog niet bekend. Hawass wilde de mummie van Seti II in ieder geval aan nader onderzoek onderwerpen, omdat deze overeenkomsten vertoont met zowel Thoetmosis II als III. We wachten het af
|