Is Europa cultureel schatplichtig aan de islam ?
ENCINA NAVAN
De gedachtenpolitie is ook actief op universiteiten en in het onderwijs. Ons culturele zelfbeeld wordt gelijkgeschakeld in afwachting van verdere islamisering.
Vaak wordt beweerd dat Europa een culturele erfenis heeft te danken heeft aan de Arabieren en de islam. Deze culturele erfenis varieert van de vertaling van de werken van Aristoteles tot het inspireren van de Renaissance van de vijftiende eeuw en het voortbrengen van de moderne wetenschap.
De verkorte en populaire versie van de culturele ontwikkeling van Europa luidt als volgt:
Na de val van het Romeinse Rijk raakte in West-Europa de culturele erfenis van Grieken en Romeinen in verval. De kennis van het Grieks ging verloren. Alleen in kloosters werd af en toe nog een klassieke tekst bestudeerd. In het islamitische oosten werden de Griekse denkers echter uitvoerig bestudeerd, van commentaren voorzien en de kennis doorgegeven en vaak ook uitgebreid. T oen deze Arabische geschriften via Spanje en Sicilië weer in West-Europa kwamen ontstond er een nieuwe belangstelling voor de Griekse beschaving en Aristoteles in het bijzonder. Het waren dus islamitische denkers als Avicenna en Averroës, die de Griekse erfenis hebben bewaard en doorgegeven. Zo heeft de islam een belangrijke bijdrage geleverd aan het ontstaan van de Europese beschaving.
In een leerboek voor de middelbare school kunnen we lezen:
De Arabieren bouwden een indrukwekkende en verfijnde cultuur op. Die behoorde in de 8ste-9de eeuw tot de meest geëvolueerde van haar tijd. Europa was in vergelijking met de Arabische wereld in alle opzichten een barbaarse wereld. (
) De opbloei van de West-Europese cultuur is in belangrijke mate schatplichtig aan de Arabische cultuur. (W. Schuermans, Memo-3, Middeleeuwen, p. 64)
Deze populaire versie is tamelijk vaag inzake wat we moeten verstaan onder belangrijke bijdrage en in belangrijke mate, zodat het nodig is om wat meer materiaal over dit onderwerp na te slaan:
Wanneer wij de Arabische wetenschap in grote lijnen overzien, doet zij zich hoofdzakelijk voor als een doublure van de Griekse, aangevuld met elementen van Oosterse oorsprong. Haar functie is (
) meer conservatief dan creatief. Maar die conservatieve functie, waarin zij Byzantium in ieder geval overtreft wat den omvang van het bewaarde betreft, is historisch van het allergrootste belang geweest: zij heeft de voornaamste brug gevormd waarover de Griekse wetenschap West-Europa heeft kunnen bereiken en de grote intellectuele opleving die in de 12de en 13de eeuw te zien zullen geven, is dan ook in de allereerste plaats toe te schrijven aan het feit, dat de latijnse christenheid zich zo gretig open heeft gesteld voor de schatten van kennis en wijsheid, die haar uit Arabische bronnen toevloeiden. (Dijksterhuis, De mechanisering van het wereldbeeld, 1950 p. 124).
Deze [Arabische wetenschappelijke literatuur] is de erfgenaam van de klassieke wetenschap; zij heeft vele daarvan te zamen met Oosters geestesgoed op eigen wijze, vaak in dispuut met de oudere joods en christelijke geleerdheid, verwerkt en zij heeft gediend als doorgangshuis van dit alles naar het Westen: sinds de 10de eeuw kwamen geleerden uit Frankrijk en Engeland naar Spanje om hun kennis te vermeerderen. (Prof. Dr. L.O. Schuman, Winkler Prins Encyclopedie, 1971, 2, 312)
De kruistochten ten spijt veroverde de Arabische wetenschap stormenderhand de christenheid. De Arabische wetenschap lag ten grondslag aan de renaissance uit de 12de eeuw, in ieder geval was zij de drijvende kracht erachter. (J. Le Goff, De cultuur van middeleeuws Europa, 1987, p. 184).
|