Volgens sommigen mochten de Egyptische priesters slechts 1 vrouw hebben, terwijl de rest van de gemeenschap mocht kiezen hoeveel echtgenotes zij hadden.
Afbeeldingen op monumenten tonen echter steeds individuen met 1 gemaal/gemalin. Wederzijdse affectie, tederheid en liefkozingen kunnen afgeleid worden uit de tedere manier waarop zij samen zitten met hun partner en hun kinderen.
Mannen en vrouwen zaten samen of afzonderlijk in een ander gedeelte van de kamer. Ze werden niet afgezonderd zoals in het oude Griekenland het geval was. De Egyptenaren behandelden hun vrouwen heel anders, wat voldoende bewezen wordt door beeldhouwwerken en verslagen van oude schrijvers. Vrouwen werden verwacht deel te nemen aan bepaalde openbare evenementen, samen met hun echtgenoot of partner.
De beste omschrijving van de Egyptische vrouw werd gegeven door een weduwnaar die over zijn overleden echtgenote schrijft:
Haar gesprekken zijn nuttig, haar conversaties aangenaam, zij geeft goede raad in haar brieven, alles wat over haar lippen komt is zoals het werk van Ma-at, de 'netert' van de Waarheid, een perfecte vrouw, aanbeden in haar stad, de hand reikend aan iedereen, sprekend over goede dingen, herhalend wat men liefheeft, genot schenkend aan iedereen, niets kwaads kwam ooit over haar lippen, zij is meest geliefd door iedereen
|