Trein voor armen en rijken
door Monique Samuel
Het is stil in de trein, zoals het hoort, want ik zit in de stiltecoupé... Maar toch, de stilte is opvallend, want in de tweede klas is dat niet vaak het geval. Hier en daar hoest iemand of ritselt er een krant. Verder klinkt er niets dan de motoren die ons dichter bij de bestemming brengen.
Ik kijk naar buiten, maar er is niet veel te zien. Stoffige en vlekkerige ramen, met daarachter dunne boompjes, water, weilanden, voetbalvelden en kantoren. Het is mooi noch lelijk, het is alleen maar kleurloos. Het zijn uitzichten die ik al zo vaak heb gezien, zonder ze ooit echt gezien te hebben . De vertrouwde landschappen passeren achter de vuile ramen zonder ook maar een enkele indruk achter te laten.
Mijn gedachten dwalen af, vage herinneringen mengen zich met het saaie uitzicht.... En opeens waan ik me op het Egyptische spoor. Roestig en ongelijk, zodat je steeds het gebonk hoort als de trein op het volgende stukje spoor belandt. De ramen zijn nog grauwer en viezer dan in Nederland, de motoren puffen en steunen, alles ruikt naar diesel. Mannen roken sigaretten, vrouwen voeden hun baby's en boeren met getekende gezichten zitten tegen de kale ijzeren wanden.
In Egypte heb je naast de eerste en de tweede klas nog vele andere klassen en zelfs nog verschillende treinrangen. In sommige treinen scharrelen kippen rond en doen mensen hun behoeften in een druiperig stinkend gat. In andere treinen zijn losse tweepersoonscabines met slaapbanken, een wastafel en zoemende airco's. De all-inclusive maaltijden worden door een treinbediende gebracht, die geregeld langskomt om het bank tot bed te maken, schone lakens te brengen of wat al niet meer.
Deze speciale treinen zijn een luxe voor het gewone volk. Ze zijn veilig, relatief schoon en rustig. Iets wat voor de overvolle treinen van en naar het platteland niet gezegd kan worden. Er vinden geregeld ongelukken plaats en soms vallen er honderden doden, omdat er weer een derderangstrein is ontspoord of totaal is uitgebrand. En hoewel het misschien een ervaring is, durf ook ik niet in deze afgedankte treinen te reizen. Nee, ik verstop me liever in de 'suite', mijn eigen cabine in de expressnachttrein. Want geloof me, tien tot twaalf uur reizen in een Egyptische trein is al erg genoeg, daar is geen plattelandspuffer voor nodig.
In Nederland bestaat er maar weinig verschil tussen eerste en tweede klas. Ik begrijp daarom ook niet waarom mensen nog eersteklaskaartjes kopen, afgezien van de rust en de zekerheid van een zitplek misschien. Maar verdere verschillen zijn amper te ontdekken, dus voor dat geld sta ik wel.
Maar in Egypte is het een verschil tussen arm en rijk, tussen een bed met verenmatras of afgesleten houten bankjes, tussen airco of de stoffige wind, tussen een mp3-speler of het gekakel van kippen in kleine rieten kootjes.
Op weg naar mijn zit- of staplek in de tweede klas loop ik dagelijks door Nederlandse eersteklascoupés, zonder daarbij ook maar een gevoel van vrees of schaamte te ervaren. Maar de simpele Egyptenaar komt een luxe trein niet in, hoogstens als bediende misschien. Daar blijft het bij. Tussen arm en rijk is een kloof die met geen kilometers spoor valt te overbruggen. Nee, in Egypte delen arm en rijk slechts hetzelfde uitzicht door de altijd stoffige ramen . Hun enige overeenkomst is een blik op eindeloos woestijnzand.
|