BAHARIYA - Hier een champignon op een lange steel, daar een taartje met een kers erop, een vogel, een kwaaie kabouter, de sfinx, een kamelenkop, een lekkend bolletjesijsje, een leeuw, een tent, het hondje van Kuifje.
Net als in de wolken ziet iedereen wat anders in de kunstwerken, die door de wind en het schurende zand gevormd zijn in de Witte Woestijn van Egypte.
Foto: De Telegraaf
Een openluchtmuseum van surrealistische beeldhouwwerken zou je kunnen zeggen van dit wonder der natuur. En dan te bedenken dat deze met kalk bedekte vlakte vroeger een zee was.
In de kalk kun je de fossielen van schelpen nog zien zitten. Voor veel mensen is deze nieuwe toeristische bestemming in de westelijke woestijn, waar Egypte aan Libië grenst, nauwelijks te bevatten. Ze ervaren het als een magische plek.
"Het is de inspirerende omgeving in combinatie met de stilte", zegt de Nederlandse reisleidster en Egyptologe Willy Siegers. "Het feit dat je niets hoort, geen verkeer en zelfs geen vogels, maakt dat mensen zich op zichzelf teruggeworpen voelen.
Ze hebben even geen behoefte meer aan praten en aan andere mensen. Ze zonderen zich af om in eenzaamheid de omgeving op zich in te laten werken en rustig na te denken of te mediteren. Dit is een ervaring die de meeste mensen hun leven lang niet zullen vergeten."
De groepsreizen van Willy rijden vanaf Cairo (circa 500 km) met 4x4-wagens. Wij namen de minibus tot de eerste oase, Bahariya (375 km), en stapten daar over op de Toyota jeeps, die noodzakelijk zijn om de weg te verlaten en dwars door de woestijn te rijden. Tot Bahariya is de weg met aan weerszijden woestijn dodelijk saai.
Op enkele bezienswaardigheden na zoals de stukken versteend hout van een vroeger bos en de fossiele oesterbanken, die zich vroeger op de bodem van de zee bevonden. Na de oase komen we eerst in de Zwarte Woestijn, waar de toppen van de zandduinen bedekt zijn met vulkanische as. Om via een ander natuurwonder, de Kristallen Poort (een rotsformatie waarop zich kwartskristallen hebben afgezet) de Witte Woestijn te betreden.
De zonsopgang en zonsondergang zijn de meest gedenkwaardige momenten in het landschap dat bedekt is met kleine sneeuwbergjes en ijsschotsen van kalk. Om dat ten volle te ervaren, blijven we een nachtje slapen in dit wonderlijke maanlandschap, waarboven duizenden sterren flonkeren. Dat kan niet zomaar overal.
De campingplaats wordt van tevoren geprepareerd om te voorkomen dat de auto's wegzakken in het zand. Kennelijk weten de woestijnvosjes precies waar de toeristenplaatsen zijn. 's Morgens zien we de sporen van de schuwe nachtdiertjes, die niet groter zijn dan een flinke haas. Wie pech heeft, zit met aangevreten schoenen.
Over de weg crossen lijkt een nationale sport in Egypte. Het is een geliefd weekendvermaak. Mannen tonen met trots de littekens van eerdere auto-ongelukken. Door het zand van de woestijn crossen is nog stoerder.
Of je het wilt of niet, je wordt als passagier vanzelf betrokken in een race. Als woestijncowboys raggen ze tegen steile zandheuvels op en storten zich over de rand. Wie is de grootste durfal en wie haalt het meeste uit zijn 4-wheel drive.
Ondanks de weg die president Nasser in 1958 liet aanleggen en waarmee hij de Nieuwe Vallei ontsloot, woont nog steeds slechts één procent van de Egyptenaren in de oases. Dat gebrek aan animo voor deze vruchtbare gebieden waar dadelpalmen, olijfbomen, sinaasappels, vijgen en allerlei soorten groenten worden verbouwd, is nooit anders geweest.
De oude Egyptenaren waren met geen stok de woestijn in te krijgen. Ze kenden de verhalen over de god Seth, die in de woestijn zijn broer Osiris had vermoord en daarmee de chaos in de wereld had gebracht. De oude Grieken en Romeinen, die het land 750 jaar lang bezetten, trokken zich daar niets van aan. Zij vestigden zich juist in de oases, waar ze forten en tempels bouwden en irrigatiewerken aanlegden.
Vanuit deze vruchtbare gebieden midden in de woestijn exporteerden ze wijn naar de koningssteden aan de Nijl. Sinds enkele jaren zijn de oases Bahariya, Farafra (bekend uit de boeken van Arita Baaijens), Siwa, Kharga en Dakhla steeds meer in trek gekomen van toeristen, die na de cultuur ook de natuur van Egypte wilden ontdekken.
"Maar helaas is dat nu door de crisis weer ingezakt", zegt de Zweedse Ann Brun, die met haar Egyptische echtgenoot Ahmed ElShemi even buiten het stadje El Bawati in de Baharya-oase het Golden Valley Hotel runt.
Aanvankelijk hadden ze alleen rieten hutten voor toeristen die lowbudget avontuurlijke woestijntochten ondernamen. Maar nu zijn er ook comfortabele stenen huisjes.
"Ik hoop dat de toeristen weer komen", zegt Ann, die microbiologe was aan de universiteit van Lund maar tijdens een vakantie totaal in de ban raakte van de woestijn. "De woestijn verandert je", zegt ze. "Ik ben hier rustiger, geduldiger en vrediger geworden.
Het is een ervaring die ik iedereen toewens. Helaas weten de mensen zo weinig van de woestijn. Ik denk erover om zelf een boek te gaan schrijven om een en ander uit te leggen."
Ann en Ahmed hebben twee eigen bronnen. Eén in het hotelcomplex waar 's avonds de bedoeïenenliederen klinken, begeleid door de samsemaya (soort harp), de fluit en de drum. En één in hun boomgaard, vlak bij het zoutmeer waar duizenden Europese trekvogels overwinteren. "Het water van onze bron bevat veel ijzer.
Daarom noemen ze mij wel de Iron-man", zegt Ahmed ElShemi. "Volgens de bedoeïenen is het goed voor zwangere vrouwen."
Reiswijzer
De beste tijd om naar de oases en de woestijn te gaan is van september tot februari, wanneer het circa 20-25 graden is.
December is de ideale tijd. In januari en februari kan de temperatuur 's nachts dalen tot 0 graden. In maart en april is er kans op een droge wind en in mei bestaat het risico op zandstormen.
Juli en augustus zijn af te raden, omdat het dan 52 graden kan worden.