Rapport: marteling in politiestaat Egypte
De organisaties constateren dat daders gewoonlijk hun straf ontlopen en dat het beleid van onschendbaarheid zo langzamerhand de norm is geworden in Egypte. Omdat burgers geen bescherming genieten, zijn ze steeds kwetsbaarder geworden voor marteling en willekeurig politiegeweld.
De mensenrechtenorganisaties constateren dat niet alleen activisten gevaar lopen; iedereen die in handen valt van de Egyptische politie moet vrezen voor martelingen.
Genoemd worden onder meer elektrische schokken, zweepslagen en het branden met sigaretten.
Egypte kent sinds de moord op president Anwar Sadat in 1981 een noodtoestand. Die is herhaaldelijk hernieuwd, ondanks protesten van mensenrechtengroepen.
|