28 maart 2006
Een aanzienlijk aantal archeologen -meest oudgedienden- kroop zaterdag weer in de collegebanken van de Universiteit Leiden. Ze popelden om meer te horen over de recente ontdekking in het beroemde Dal der Koningen in Egypte. Is er meer dan Toetanchamon?
Archeologen stuiten begin januari bij toeval op een nog niet eerder ontdekte Egyptische tombe. Sinds de vondst van Toetanchamon in 1922 zijn er geen nieuwe graven meer ontdekt in het Dal der Koningen, in de buurt van de stad Luxor.
De onderzoekers zitten echter nog met belangrijke vragen: Waar was deze tombe bijvoorbeeld voor bedoeld? In eerste instantie denken de archeologen dat ze een grafkamer hebben ontdekt. Maar kruiken in de ruimte wijzen in de richting van een werkplaats voor balseming.
Doel van de opgravingen in het Dal der Koningen is het vrijmaken van de ingang van de tombe van Amenmesse, een van de minder invloedrijke farao's. De archeologen willen het honderden jaren oude puin wel eens ruimen. Uiteraard in de hoop interessante ontdekkingen te doen.
Zo leggen Amerikaanse en Egyptische onderzoekers in het najaar van 2005 de fundamenten van kleine stenen hutjes bloot. Die blijken uit dezelfde periode te stammen als het graf van Amenmesse; rond 1200 voor Christus.
Wanneer de archeologen dieper graven, stuiten ze op een schacht. "We hadden er geen idee van waar dit toe zou leiden", zegt prof. Lorelei Corcoran -direct betrokken bij de opgravingen- zaterdag tijdens een gastcollege aan de Leidse universiteit. Ze is verbonden aan het Instituut voor Egyptische Kunst van de universiteit van Memphis. "Naarmate we dieper kwamen, steeg de hoop dat we iets waardevols zouden vinden."
Uiteindelijk bereiken ze een ingang. Door een kleine opening kunnen de onderzoekers in de kamer kijken. Die blijkt nog niet eerder te zijn ontdekt. "Bij het schijnsel van een zaklamp onderscheidden we grote, witte opslagvaten. Meer aan de linkerkant van de ruimte lag een gezicht ons aan te staren. Dit hield in dat er tenminste een sarcofaag in lag", aldus Corcoran. De Egyptenaren gebruikten sarcofagen als doodskist voor hun mummies. Vaak waren ze rijk versierd en ingelegd met glas en edelstenen.
De beschilderde kist met het mooie gezicht blijkt een kostbaar exemplaar te zijn, met ingelegde glazen ogen en met wenkbrauwen. In totaal bevinden zich zeven sarcofagen in de ruimte. "In eerste instantie telden we er vijf", vertelt Corcoran. "De kisten lagen als mikadostokjes op en over elkaar. De laatste twee ontdekten we pas bij het maken van een plattegrond van de kamer." De grootte van de exemplaren verschilt; er zijn er voor volwassenen of tieners en zelfs kleiner.
De houten sarcofagen verkeren echter in slechte staat. De onderzoekers waren hier al bang voor, want bij het uitgraven van de schacht vonden ze sporen van termieten. Corcoran: "De insecten hebben aanzienlijke schade aangericht. Gelukkig konden we het gezicht en de borstplaat van het meest waardevolle exemplaar redden."
Of de archeologen ook mummies in de kisten aan zullen treffen, is nog niet duidelijk. Op dit moment is er nog maar één sarcofaag opengemaakt. Deze bevatte geen lichaam, maar modder en gebroken aardewerk.
In de kamer bevonden zich ruimtwintig -meest afgesloten- vaten van aardewerk met een elk gewicht van zo'n 45 kilo. Dit soort kruiken is eerder aangetroffen in een balsemkamer bij het graf van Toetanchamon. Corcoran leest de omschrijving voor die de archeologen van die potten gaven. De hoogte, de vorm, het materiaal en de kleur: de overeenkomst is exact.
Ook de inhoud van de kruiken wijst in de richting van balseming. In een van de vaten zat natron, een vloeistof die de Egyptenaren gebruikten bij het mummificeren van lichamen. De onderzoekers troffen ook bundeltjes geknoopt linnen aan met vlekken van lichaamsvloeistoffen, wat nog een aanwijzing is voor gebruik bij dit proces.
Van de 28 potten is nu ongeveer een derde geopend en allemaal hebben ze een andere inhoud; zoals een vloeistof, linnen en kleitabletten. "Het is alsof we kerstcadeautjes openmaken", vindt de Amerikaanse archeologe.
Corcoran en haar collega's schatten dat de kamer uit het einde van de achttiende dynastie stamt, net als het graf van Toetanchamon. Allerlei kenmerken en overeenkomsten met andere graven uit die periode wijzen in die richting. De farao's van dit koninkrijk regeerden van 1539 tot 1292 BCE.
Toch is de grootte en de vorm van de kamer anders dan de balsemkamer bij het graf van Toetanchamon. Het is dus nog niet zeker of de ruimte voor dit doel werd gemaakt.
Ook wat betreft de bestemming van de sarcofagen tasten de archeologen nog in het duister: zijn ze gemaakt voor leden van de koninklijke familie of zijn ze besteld, maar nooit opgehaald? "Op dit punt is het een kamer vol raadselen", geeft Corcoran toe. Inscripties op de doodskisten en op kleitabletten in de voorraadpotten verschaffen mogelijk een antwoord op de grootste vraag, namelijk voor wie de tombe is gemaakt