75 jaar Leids Papyrologisch Instituut
Op 19 januari 2010 is het precies 75 jaar geleden dat de 'Stichting het Leids Papyrologisch Instituut' werd opgericht - het enige papyrologische instituut in Nederland.
-
-
Op 19 januari 2010 bestaat het Papyrologisch Instituut 75 jaar.
-
Tentoonstelling van papyri in het Rijksmuseum van Oudheden
Op 19 januari 2010 is het precies 75 jaar geleden dat de 'Stichting het Leids Papyrologisch Instituut' werd opgericht - het enige papyrologische instituut in Nederland. Om dit bijzondere jubileum luister bij te zetten, zijn de mooiste papyri en andere interessante stukken uit de collectie van het Papyrologisch Instituut bijna twee maanden lang te zien op een mini-expositie in de Actueel-vitrines van het Rijksmuseum van Oudheden.
Papyruscollectie De aanleiding voor de oprichting van het Papyrologisch Instituut was een schenking van 21 Griekse papyri door de Engelse verzamelaar E.P. Warren.
Deze papyri, afkomstig uit Egypte, vormden het begin van de papyrusverzameling van het Leids Papyrologisch Instituut. In de loop der jaren is die door aankopen en schenkingen uitgebreid tot een bescheiden maar zeer gevarieerde studiecollectie van ruim 600 teksten. Het zijn niet alleen teksten die zijn geschreven op papyrus, maar ook op potscherven, wastabletten, houten plankjes en zelfs op een loden plaatje.
De objecten dateren voor het grootste deel uit de periode waarin in Egypte naast het Egyptisch, ook het Grieks van de heersende klasse werd gesproken, namelijk van de derde eeuw vóór tot de achtste eeuw na Chr.
Lezingen De tentoonstelling wordt op 18 januari officieel geopend met een symposium in de Taffehzaal van het Rijksmuseum van Oudheden. De sprekers zijn internationaal bekende papyrologen die allen in het verleden werkzaam zijn geweest op het Leidse instituut. Voor het grotere publiek staat een lezingencyclus gepland over papyrologische onderwerpen, op donderdagmiddagen in februari en maart in het RMO.
Op 19 januari gaat de tentoonstelling open voor het publiek; hij blijft te zien tot 13 maart 2010.
|