De lange weg van een oud manuscript
De herkomst van het "evangelie van Judas" is nog niet helemaal onderzocht, maar het manuscript zou een lange weg via de kunsthandel hebben afgelegd van Egypte, de Verenigde Staten tot Zwitserland.
Volgens National Geographic, dat mee de publicatie van het manuscript verzorgt, dateert de codex met papyri uit de derde of de vierde eeuw. Een koolstof-14-onderzoek van de Universiteit van Arizona in Tucson spreekt over de periode tussen 220 en 340.
Het gaat om een vertaling in het Koptisch -de oude taal van Egypte- van een ouder geschrift dat in de tweede eeuw geschreven werd in het Grieks. Toen de orthodoxe kerkleiding in de vierde eeuw "afwijkende" meningen begon te vervolgen, zou het verborgen geweest zijn.
Nog volgens National Geographic werd het document in de jaren 70 ontdekt nabij de Egyptische stad Al Minya. De vinder zou het verkocht hebben aan de Egyptische antiquair Hanna.
Een lange tocht naar publicatie
In de loop van de jaren 80 zou Hanna de codices hebben aangeboden op de antiekmarkt en aan geleerden, maar die haakten af, door een te hoge prijs of door twijfels over de herkomst.
In 2000 werden de papyri dan verkocht aan een Zwitserse antiekhandelaarster. Pas nadien bleek het document het tot dan toe verloren gewaande "evangelie van Judas" te bevatten.
Ten slotte werd het document, samen met enkele andere teksten, "de eerste apocalyps van Johannes", "de brief van Petrus aan Filippus" en "het boek van Allogenes" verkocht aan de Maecenas Stichting in Basel.
Die heeft de manuscripten laten dateren, restaureren en vertalen door een team onder leiding van de Zwitserse koptoloog Rudolf Kasser, die van moderne technieken gebruik maakte om de fragmenten te herstellen en te ordenen. Meer dan 90 procent van het manuscript zou bewaard gebleven zijn, ondanks de erg slechte toestand.
Degreef J
vrtnieuws
|