De taal van Egypte

De oudste sporen van een geschreven taal vinden we in Egypte rond 3100 v.Chr. Het gaat daarbij om kleine groepjes schrifttekens, uitgebeiteld of met inkt gepenseeld op grafsteles, zegelstenen, potten, leistenen paletten of ivoren en houten labels. Over de herkomst van het schrift bestaan vele tegenstrijdige theorieën.
De Egyptenaren zelf hebben zich er niet druk over gemaakt. Voor hen waren de hiërogliefen eenvoudigweg het schrift van de woorden der goden, een geschenk van de god der schrijfkunst Thot aan de mensheid. De hierogliefen waren een heel ingewikkelde beeldtaal die van links naar rechts, van voren en naar achteren gelezen kon worden en je deed er jaren over om het te snappen. Alleen vooraanstaande schrijvers mochten zich er in bekwamen.
Degene die er voor de eerste keer in slaagde om hiërogliefen te ontcijferen was de Franse taalkundige Jean-François Champollion, in 1822. Hij riep iets van Ik heb het! en toen zakte hij in elkaar. Hij was natuurlijk doodmoe van al die jaren denken. De hierogliefen waren eigenlijk een soort pictogrammen, die ze dus maakten, maar dan zelf ook weer jarenlang bestudeerden. Champollion krabbelde weer op en werd geroemd om zijn ontcijfering.
|