Vrouwen werden betaald voor het werk dat ze verrichtten en ze konden hun eigen eigendom bezitten, kopen en verkopen, een testament opmaken en bepalen welk van hun kinderen van hen zou erven. Veel vrouwen bezetten een religieuze post en er zijn ook vrouwen bekend die titels droegen als "gouverneur", "rentmeester", "opzichter van artsen" en zelfs "vizier", de hoogste ambtelijke rang na de koning. De monarch was doorgaans een man, maar in minstens vijf gevallen werd de troon bezet door een vrouw.
Hoewel vaak wordt beweerd dat er geen bewijs is voor het bestaan van vrouwelijke klerken, moet een aantal vrouwen vanwege hun officiële taken in staat zijn geweest geschreven documenten te raadplegen. Tegen de Grieks-Romeinse tijd is de geletterdheid van vrouwen duidelijk bewezen: de beroemde Cleopatra de 7e kon minstens zeven talen spreken en schrijven, waaronder het Egyptisch
|