Van onze redacteur
Op de 'Steen van Rosetta' staat eenzelfde tekst driemaal gebeiteld: in sacrale hiërogliefen, in het demotisch (het schrift voor de volkstaal) en het Grieks.
De tekst was voor de pioniers van de egyptologie in het begin van de 19de eeuw een belangrijk hulpmiddel voor de ontcijfering van het Oud-Egyptisch.
Minder bekend is de inhoud van de tekst zelf: een decreet uit 196 voor Christus, uitgevaardigd door de Egyptische priesters ter ere van de 'farao'- een telg van het Macedonische geslacht der Ptolemaeën. Egypte stond immers sinds de verovering door Alexander de Grote onder Grieks-Macedonische heerschappij.
Op geregelde tijdstippen kwamen de priesters in een synode bijeen om de weldaden van de koning te loven en hem eer te bewijzen, wat in een decreet werd vastgelegd.
De Duitse egyptoloog Heinz-Josef Thissen (universiteit van Keulen) kwam vorige week aan de KULeuven zo'n tot nu toe ongepubliceerd priesterdecreet voorstellen:
'De tekst dateert uit 243 voor Christus', zei Thissen. 'Het is het oudste voorbeeld van zo'n tekst en daarom een belangrijk document.'
Archeologen van de Egyptische oudheidkundige dienst vonden de in stukken gebroken tekst in 2000 tijdens opgravingen langs de Nijl in het plaatsje El- Khazindariya, 400 kilometer ten zuiden van Caïro.
De oudheidkundigen restaureerden zo goed en zo kwaad mogelijk de steen (die nu circa 1,94 bij 1,08 meter meet) en vroegen aan Thissen en zijn collega Hartwig Altenmüller (Universiteit van Hamburg) om het decreet te publiceren.
De priesters kwamen bijeen in een tempel van de godin Isis in Alexandrië. Ze somden de weldaden van koning Ptolemaeus III op (erkenning van de eigendommen van de tempels, belastingverminderingen, amnestie), roemden zijn successen in een oorlog tegen de grote buur en rivaal (het Seleucidenrijk in Azië) en loofden zijn piëteit voor de goden.
Daarom besloten de priesters tot allerlei eerbewijzen.
Om dit in heel het land bekend te maken, moest een decreet in hiërogliefen, demotisch en Grieks in elke tempel 'van de eerste, tweede en derde categorie' opgesteld worden.
Deze tekst vertelt veel over de gecompliceerde verhoudingen in Ptolemaeïsch Egypte. De Grieken en Macedoniërs vormden de regerende elite boven de Egyptische bevolking, de samenleving is wel eens vergeleken met het apartheidsregime in Zuid-Afrika.
Maar de overheersers hadden er ook alle belang bij dat het land rustig bleef en dat de economie bleef draaien. De Macedonische koningen wisten dat de religie voor de inheemse Egyptenaren van groot belang was: ze ondersteunden bijvoorbeeld financieel de bouw van nieuwe heiligdommen. Onder meer de beroemde tempels van Edfoe en Dendera stammen uit de Ptolemaeïsche tijd.
De priesterklasse vormde de bovenlaag van de autochtone Egyptenaren. Velen onder hen kozen eieren voor hun geld: in ruil voor het behoud van hun privilegies, steunden de priesters de regerende dynastie - zoals blijkt uit de priesterdecreten.
Dit wil niet zeggen dat er geen verzet was: de bevolking kwam herhaaldelijk in opstand.
Om vooruit te komen in de maatschappij, leerden de ontwikkelde Egyptenaren ook Grieks - de Egyptische priesters hebben de Griekse versies van de priesterdecreten hoogstwaarschijnlijk zelf opgesteld.
Maar op het nieuwe monument staat wel geen Griekse tekst, hoewel die volgens het decreet gepland was.
Waarom? 'Dit was blijkbaar een tempel van de derde categorie', zegt Thissen droog. Een kleine tempel in een uithoek dus, waar de instructies van hogerhand niet noodzakelijk naar de letter werden uitgevoerd. De tekst is bijvoorbeeld slordig gekapt: de hiërogliefen staan netjes in lijnen, maar de demotische tekst sluit er midden in een regel bij aan.
De steenkapper vreesde dan dat hij er niet ging komen en ging het demotisch dichter bij elkaar proppen. Had hij geen plaats meer voor het Grieks?
We zullen het wellicht nooit weten.