De Egyptische autoriteiten hebben Belgische diplomaten ervan beschuldigd met terreinwagens over een beschermd stuk woestijn te zijn gereden en daarbij schade te hebben toegebracht aan een veertig miljoen jaar oude versteende walvis. De Belgische autoriteiten spreken de beschuldiging tegen.
Mohamed Ibrahim van het Egyptische ministerie van milieu zei dat de diplomaten in juli tijdens een rit door de woestijn verbodsborden negeerden en met hun 4-wheel drives door Wadi el-Hitan (Walvisvallei), een vindplaats van fossiele walvissen, reden. Daarbij beschadigden zij een van de fossielen, zei hij. Wadi el-Hitan, 150 kilometer van Caïro, werd in 1936 ontdekt en twee jaar geleden door de UNESCO op de lijst van werelderfgoed geplaatst. Ibrahim zei dat justitie België aansprakelijk stelt voor de schade, die wordt geschat op 325.000 dollar (238.707 euro).
De versteende walvissen in Wadi el-Hitan behoren tot de uitgestorven suborde van de oerwalvissen, die volgens de UNESCO een schakel vormen in de evolutie van de walvis van land- naar oceaanzoogdier.
"De diplomaten wisten niet dat het om een geklasseerde site ging. Ze zijn niet van de weg afgeweken en zodra ze wisten dat het om een geklasseerde site ging, hebben ze rechtsomkeer gemaakt. Dat zegt Marc Michielsen, woordvoerder van de FOD Buitenlandse Zaken," maandag in een reactie.
Michielsen bevestigt dat het Egyptische ministerie van Buitenlandse Zaken de Belgische ambassade in Caïro over de zaak aanschreef op 29 juli, nadat Belgische diplomaten midden juli op de site waren geweest. Caïro zou de Belgische diplomaten ervan beschuldigen een eeuwenoud walvisfossiel te hebben vernield.
België stuurde op 5 augustus een antwoord, zegt Michielsen. Daarin stelt de ambassade dat de Belgische diplomaten niet wisten dat ze zich op een geklasseerde site bevonden, omdat er geen bewakers of borden stonden om de autobestuurders te waarschuwen. Bovendien hebben de diplomaten nooit de weg verlaten en hebben ze rechtsomkeer gemaakt zodra Egyptische functionarissen hen wezen op de aard van de site, aldus nog de woordvoerder. Volgens hem tonen al deze elementen aan dat de diplomaten het fossiel niet hebben kunnen beschadigen.
Gevraagd of Egypte een eventuele schadevergoeding heeft geëist, antwoordt Michielsen dat de Belgische ambassade sinds de brief verstuurd is, niets meer over de zaak vernomen heeft. |