Leuke uit-tips in Hurghada
Naar de Egyptische badplaats Hurghada ga je natuurlijk in de eerste plaats om te snorkelen en bij een lekker temperatuurtje te genieten van de prachtige onderwaterwereld. Maar op het land is er ook genoeg te zien!
Flaneren geblazen
Zo oud als Luxor is, zo spiksplinternieuw is El Gouna. Deze plaats, op 22 kilometer ten noorden van het vliegveld van Hurghada, was er twintig jaar geleden namelijk nog helemaal niet. Voor 1989 vond je er niets dan zand, zand en nog eens zand.
Het brein achter het aangelegde luxe-oord is de steenrijke Koptisch-Egyptische ondernemersfamilie Sawiris, die zich bij het ontwerp richtte op de rijke toerist. En dat is het mooie kustdorpje, dat ook wel het Venetië van Egypte wordt genoemd, zeker aan te zien.
Het bestaat uit diverse eilanden, gescheiden door kanalen en met elkaar verbonden door bruggen. Het bezit een 18-holes golfbaan en een jachthaven waar zeewaardige jachten aanleggen. En daar hoort natuurlijk een bepaald publiek bij, te weten: jetset uit binnen- en buitenland. Jurk aan, hoed op en flaneren geblazen dus, tussen de talloze boetieks en souvenirwinkeltjes.
Logeren bij de Bedoeïenen
Er is één ding dat je tijdens een vakantie in Hurghada niet kunt overslaan: een dagje woestijn. Wie niet bang is voor een beetje zand in zijn onderbroek, kan zelfs besluiten om een meerdaagse trip te maken naar de Oostelijke Woestijn, zoals het gebied tussen de Nijl en de Rode Zee heet.
Het herbergt behalve een heleboel fijne, goudkleurige zandkorrels, ook rotsen en kronkelige bergwanden. Ook zijn er veel waardevolle vondsten uit de oudheid opgegraven. In de Romeinse tijd liep er namelijk een belangrijke handelsroute richting Rode Zee.
Nog vroeger, in de faraonische tijd, werden mensen de woestijn ingestuurd om goud te zoeken.
Goudzoekers zul je er vandaag de dag niet zo snel meer tegenkomen. De kans is groter dat je een Bedoeïene tegen het lijf loopt: een lid van het nomadenvolk dat al eeuwenlang de Oostelijke Woestijn bevolkt.
Veel Bedoeïenenstammen pikken tegenwoordig een graantje mee van het toerisme en staan open voor bezoek. Zin om een ritje te maken op een kameel, dineren in een hut met flakkerend kaarslicht en de nacht door te brengen onder een verblindende sterrenhemel? Dan ben je hier aan het goede adres.
Openluchtmuseum
Voor wie na een paar dagen zon, zee en strand toe is aan een cultureel uitstapje is Luxor een aanrader, een prachtige stad aan de slagader van zowel het oude als het nieuwe Egypte: de Nijl.
In de oudheid was deze plaats, op een paar honderd kilometer rijden ten zuid-westen van Hurghada, onder de naam Thebe het handelscentrum van Opper-Egypte. Tijdens de bloeiperiode was het de thuisstad van faraos, die bij iedere militaire overwinning een tempel uit de grond stampten.
Anno 2011 staat er nog veel van deze pracht en praal overeind, zoals het massale tempelcomplex van Karnak, de Tempel van Luxor die vanaf ieder punt in de stad te zien is, en het wereldberoemde Dal der Koningen, een mystiek dal dat de graven van Toetanchamon en Ramses II herbergt.
Luxor is al een openluchtmuseum op zich, maar het is de moeite waard om ook even een bezoek te brengen aan het Moderne Luxor Museum, waar een verzameling schatten uit de tempels en graven in de buurt te bewonderen is. Even macaber als interessant is het Mummificatiemuseum waar u alles te weten kunt komen over de oude technieken van het mummificeren, tot aan het verwijderen van de hersenen en ingewanden.
Voor wie bij een temperatuur van 40 graden want zo warm is het er momenteel geen zin heeft om per benenwagen langs alle archeologische hoogtepunten te trekken, is er overigens een andere, comfortablere mogelijkheid. Stap aan boord van een boot en laat u al dobberend, met de benen gestrekt langs het oude Egyptische voeren.
|