Deze morgen vernam ik dat oud crosser Palmer Noppe op 4 maart 2011 is overleden, velen zullen hem herinneren als een van de betere West-Vlaamse piloten uit de jaren 60-70 .
Palmer Noppe met de Husqvarna op 11/05/1969 te Sijsele
onderstaand berichtje van Rene Vanden Driessche kwam enige dagen geleden op mijn pc binnengerold, Rene stelde een boek samen over de Brabantse motorcross van 1934 tot 1998. zie : www.brabantsemotorcross.be proficiat aan Rene voor het geleverde werk.
Beste Etienne,
Op 23 oktober is het boek DE BRABANTSE MOTORCROSS klaar in de drukkerij en zal vanaf dan te koop zijn.
Enkele gegevens:
210 bladzijden A4
meer dan 200 fotos, waaronder veel van aan De Zoete Waters en de Kesselse Bergen uit het foto-archief van Pol Nouwen;
Met een winnaars galerij van iedere piloot die de Brabantse Motorcross won,
enkele voorbeelden van foto's die in het boek voorkomen, hieronder zien we een drietal juniors met name nr 6 Armand Burny, nr 63 Albert cox en nr 62 Albert Hanssens, deze foto werd genomen in 1948 tijdens de cross van de Zoeten Waters te Oud Heverlee
enkele sfeerbeelden van hoe het er aan toe ging tijdens de cross van Oud heverlee
foto's en info bij de foto's : Rene Vanden Driessche
Zaterdag 5 juni 2010, is het vijftig jaar geleden dat René Baeten verongelukte tijdens de motorcross van Stekene: vijf dagen voor zijn 33ste verjaardag. Het nieuws over het heengaan van de ex-wereldkampioen verspreidde zich snel. Het drama verwekte in brede motorkringen algemene verslagenheid. Temeer omdat het zo plots gebeurde.
René Baeten was een kerel met een fantastische ingesteldheid. Zijn vrolijkheid werkte aanstekelijk : altijd was er die lach. Ongeacht vele schitterende sportprestaties bleef hij altijd dezelfde eenvoudige volksjongen. Baeten was een voorbeeld als mens en als piloot. Naast de motor een nobel iemand. Erop een groot kampioen, die duizenden voor zich wist te winnen.
Vijftig jaar na zijn sterfdag is men de kleine motorduivel niet vergeten. René spreekt nog zoveel mensen aan. De ooit zo geroemde terreincrack verdient een mooi eerbetoon. Die eerbetuiging krijgt hij in zijn Herentals. Van dinsdag 22 tot en met zondag 27 juni vindt in t Schaliken aan de Grote Markt een tentoonstelling plaats.
mijn eerste optreden in het trialmidden werd al meteen vastgelegd op de gevoelige plaat, of moeten we nu spreken van "digitale plaat" dank zij Hans Staelens en Andy Verloigne, erefotografen, en gedreven om alles wat voor hun lens komt vast te leggen, kan ik terug een paar mooie foto's wegschrijven in mijn archief en bewaren voor het nageslacht, bij deze mijn dank aan Hans en Andy zoals ik al schreef ging ik een kijkje nemen te Eernegem waar de tweede trial van het jaar werd verreden onder een stralend winterzonnetje (zie ook: http://www.trialwestvlaanderen.be/ ) ik had voor alle zekerheid mijn BSA C15 uit 1963 meegebracht maar ik vond het nog wat te vroeg om we reeds officieel in te schrijven en om wat voeling te krijgen met het grote werk mocht ik van de mannen van de inrichtende macht een oefenwedtrijdje tegen mezelf rijden, buiten de non-stops weliswaar maar daarom niet minder plezierig.
rechtop blijven bij lage snelheid is moeilijker dan rechtop blijven bij hoge snelheid, zoveel is zeker, en dan spreken we nog niet over het "surplassen" (foto: Hans Staelens)
concentratie en dosering van het gas is hier de boodschap (foto: Hans Staelens)
echt plezierig is dat de BSA zeer veel trekkracht heeft bij een zeer laag toerental (foto: Hans Staelens)
ook hier weer, traag een heuvel oprijden, is moeilijker dan er wat sneller overwippen (foto: Hans Staelens)
de BSA C15 in zijn trial vorm, vroeger werd de C15 uit de fabriek geleverd zowel in Trial als in Cross uitvoering met als uiterlijke verschilpunten, de banden, de knaldemper en de verlichting voor de "long distance" trialmotoren, wat het innerlijke betreft verschilden ze van elkaar op gebied van versnellingsbak, compressieverhouding en de vorkveren, soms werden de motoren zowel voor trial als voor het crossen gebruikt, maar daarover meer in een volgend artikeltje (foto: Andy Verloigne)
misschien meer dan 40 jaar verschil tussen de motoren en de piloten maar de fun is zeker dezelfde (foto: Andy Verloigne)
een doefje gas en de BSA gaat zonder probleem in slow motion het heuveltje op (foto: Andy Verloigne)
en nog een keer want oefening baart kunst (foto: Andy Verloigne)
de bedoeling was om in Mesen-Heuvelland van start te gaan in een echte wedstrijd maar door de fraaie weersomstandigheden van zondag laatst ben ik wijselijk thuisgebleven, de volgende trial die nu op het lijstje staat is Zandvoorde bij Oostende op zondag 21 maart
Trial was vroeger meer dan nu verbonden met het crossgebeuren, veel piloten deden tijdens de wintermaanden aan trial om het gevoel met de motor niet te verliezen, om behendigheid op te doen en gewoon omdat ze het leuk vonden.
dat laatste heb ik onlangs nog ondervonden toen ik bij Trial West Vlaanderen eens ging piepen bij de tweede trial van het jaar in Eernegem, een gezellige winterse sfeer, zeer mooie non-stops aangepast aan zowel de "inters" als aan de " recreanten", gemoedelijke inrichters en een goede opvang voor nieuwkomers, wat wenst men nog meer.
wat me vooral interesseerde waren de oudere trial motoren, zowel de classics als de pré 65 4 en 2 takt machines en inderdaad ze waren aanwezig, al was het in kleine mate, maar ze waren er en dat is belangrijk.
ik ben er van overtuigd dat vele oudere motorliefhebbers hier en daar nog een trialmachine hebben staan, maar er niet mee durven buiten komen uit schrik dat ze zullen worden uitgelachen met dat stuk oud ijzer waar een al even oude berijder op zit die meer dan normaal een voetje aan de grond moet zetten.
edoch, eigen pret gaat voor op die van een ander (om eens echt egoistisch uit de hoek te komen) en wie zelf trialist is zal wel weten dat het echt niet gemakkelijk is, dus smeer die ketting van je trialmachine en neem deel aan een van de volgende wedstrijden.
alle inlichtingen, gegevens, plaats en data kun je terecht op de site van "Trial West Vlaanderen"
hieronder nog een paar foto's van classic en pré 65 motoren die regelmatig deelnemen aan de trialwedstrijden.
Vincent Vanbetsbrugge met de BSA B40 tijdens de Trial van Egem ingericht door KAMCE Torhout, de mensen van Torhout hebben verleden jaar een oproep gedaan om zoveel mogelijk oude trialmotoren aan de start te krijgen, de opkomst was redelijk maar het kan nog veel beter (foto Egem 2009)
de BSA van Eddy Zels toont sporen van intensief gebruik (foto Egem 2009)
Montesa, gekend van cross en trialmotoren (foto Egem 2009)
wie kent er deze trialist (foto Egem 2009)
Franse trialist in retro outfit met een tweetaktmachine zonder achtervering en met Villiers 2takt krachtbron (foto Egem 2009)
Fantic trialmachine (foto Eernegem 2010)
Montesa (foto Eernegem 2010)
nog een Fantic (foto Eernegem 2010)
voor diegene die het serieus willen aanpakken hier nog een tip voor een doorgedreven trialopleiding
via een mailtje liet Peter Heinen (Ned.) me weten dat zijn Greeves Hawkstone uit 1961 aan een tweede leven was begonnen. Peter heeft deze Greeves al ruim 13 jaar in zijn bezit maar het miste een aantal onderdelen zoals de kettingkast en de moeilijk te vinden GARDA luchtfilter.
Peter Schrijft het volgende: Toen ik de motor kocht ontbraken er verschillende onderdelen. Deze heb ik in de loop der jaren zelf nagemaakt, waaronder de kettingkast, voetsteunen, spatbordbeugel (voor), zadel en een jiffystandaard. Onlangs heb ik ook nog de luchtfilter nagemaakt. Na lang zoeken heb ik van iemand een originele (Garda) luchtfilter kunnen lenen en ik heb deze geheel nagemaakt. Ook heb ik via een website http://www.classictransfers.co.uk/ vanuit Engeland de originele Garda transfers weten te bemachtigen die op de luchtfilter horen
prachtig plaatje van een zeer mooi gerestaureerde Greeves, de exacte kleur en alles op de juiste plaats, let op het zeer mooi gevormde zadel.
hier staat de "erzats" luchtfilter nog op de Greeves
mooi om naar te kijken met zijn typische "springhaan" look, en de kabel van het gas in een royale boog naar omhoog, net zoals ze vroeger werden geleverd en ook werden gereden (nu zijn alle gashandels in een 90 ° hoek gemaakt en dit om veiligheidsredenen, want als je met die hoogstaande kabel ergens achter blijft haken dan gaat het ineens allemaal veel te snel..)
zo stonden ze vaak te blinken naast de aanhanger in het rennerspark
mooie koelribben op de remtrommels voor en achter
zo maak je een onvindbare GARDA luchtfilter
en met een laagje Greevesblauw komt hij als het ware uit de fabriek
en het past nog perfekt ook
de juiste transfer op de luchtfilter is de spreekwoordelijke kers op de taart
Gerard Vogels kwam in een oud clubblaadje van de Royal Nord club, waar hij al jaren lid van is, een artikel tegen met foto waar ook de piepjonge Jan De Rooy op staat tezamen met het Royal Nord 50 cc team. Jan De Rooy is de man die ook vele Dakar rally's reed in de vrachtwagenklasse en deze hadden aanzienelijk meer power dan de 50 cc waarmee hij begon.
(of de onderstaande oproep nog relevant is weet ik niet, maar wie iets weet kan altijd reageren via de blog)
waar staat Jan De Rooy ? ( Jan De Rooy staat uiterst links met het nr 76 : info Jim Fierant, Ned)
Charles Claes was samen met zijn broer Lowie kleermaker in Antwerpen, eerst in de Ten Eeckhovelei en later in de Lange Zavelstraat, hij was gehuwd met Louiza Verhaegen.
Charles Claes was een motorcrosser van het eerste uur maar verongelukte spijtig genoeg in 1949, hij was toen 26 jaar oud, het ongeval gebeurde tijdens een training met de motor, hij is begraven op Silsburg (Antwerpen)
wie kan er zijn dochter Janine helpen aan meer informatie over haar vader, alvast bedankt
voor November 2010 is er in het Nederlandse motorblad MOTO 73 een artikel gepland over Steve McQueen en zijn deelname aan de ISDT in het Oostduitse Erfurt in het jaar 1964, het verhaal is reeds klaar laat Lukas Verbeke redacteur/fotograaf van MOTO 73/AutoWeek weten, maar we zijn nog op zoek naar exclusieve foto's van Steve McQueen tijdens deze ISDT in Erfurt.
zijn vraag is: zijn er mensen die over foto's beschikken (en deze ter beschikking willen stellen voor het artikel) die ze ofwel zelf hebben genomen ofwel foto's die genomen zijn door iemand uit hun kennissenkring, dus geen foto's uit boeken of van het internet die onder "copyright "staan.
mocht je iets hebben liggen, laat die foto's terug tot leven komen via MOTO 73 en laat iets weten via deze blog en ik breng je in kontact met Lucas of neem rechtstreeks kontact met Lucas Verbeke via luc@moto73.nl met dank bij voorbaat
een unieke foto van (links) Harry Everts (in het midden) Steve Mc Queen himself en Christian Gouverneur tijdens hun Dalesman Puch avontuur in de Verenigde Staten
De dochter van Jozef Valy is op zoek naar meer info en foto's van haar vader Jozef , Jozef Valy had in de jaren 60 een garage met benzinepomp in de Verschansingstraat in Antwerpen op het Zuid maar was afkomstig van Limburg, hij verongelukte op 30 juni 1968 met de motor door in aanrijding te komen met een boomstronk, hij reed altijd met het nr 13 wat zijn geluksnummer was verteld zijn dochter Brigitte waarbij ze nog vermeld dat er veel palmen en trofeën op de zolder hingen.
wie kan haar helpen aan meer foto's en informatie over haar vader, wie iets weet over Jozef, laat het weten via de blog , met dank bij voorbaat.
(Johnny Moonen, Marnix Vanslembrouck en André Syvertsen hebben al iets laten weten)
Jozef Valy in actie met zijn Greeves (als ik me niet vergis)
(U vergist zich met de greeves van jozef valy dit is een cotton Mvrgr Noud van der aa)
Enkele maanden geleden kreeg ik van August C.Priem uit het verre Australië een mailtje met een mooi verhaal en veel foto's. Guus Priem emigreerde in 1965 naar Australië en woont nu in Sydney en zoals hij zelf zegt "het motorvirus emigreerde mee", lees en kijk mee naar het verhaal van Guus die al bijna een halve eeuw aan de andere kant van de wereld woont en door het "internet" terug voeling kreeg met zijn jeugd van weleer in Nederland.
MT. Pritchard 20-09-09
Hallo Etienne
Hartstikke bedankt voor het opzetten van de web-site. Ik heb er al verschillende keren van genoten. Je bent een echte enthusiast. Mijn motorleven is eigenlijk net zo als die van jou begonnen, alleen 10 jaar eerder, ook met fietsen en brommers. Ik had een speedway fiets gebouwd, leek wel wat op een BMX van vandaag maar niet zo degelijk en mooi. Een verende voorvork van electrapijp, een uitgebogen opoe's stuur en een buddy sit overtrokken met mijn ouwe Manchester pofbroek. De zadelstrop van het fame afgezaagd, staande pijp en bovenste frame pijp korter gemaakt met een knik er in verbogen en dan de achtervork naar voren gedraaid, de zadelstrop er weer op laten lassen bij een wagenmaker (vriend van mijn vader) als een " 'n beunhazie". Een 28" voorwiel en een 26" achterwiel met freewheel zo dat men in de bocht nog kon bijtrappen voor extra power. En dan met wat buurtjongens naar het parkje, daar was een plantsoentje met een grote bocht, halve cirkel, en 2 90° bochten voorzien van fijn grint, 't was een pracht.
Mijn vader zat op zee, toen had ik een JLO bakfietsmotortje in zijn fiets gelast, je begrijpt, toen ie thuis kwam was ie niet zo verheugd als ik, toen ie't zag had hij nogal een grote maat van schoen.
Toen kwam er een Germaan met een 98cc Sachs er in van 't Waterlooplein, van gespaard zakgeld en klussies doen. Die werd rap omgebouwd voor speedway maar de Gemeente A'Dam was daar niet van onder de indruk, volgens de smerisse. Toen zijn we maar naar een ander stuk land vertrokken, lopend natuurlijk (zie foto hieronder).
Nou zou ik zo nog een einde door kunnen, ik ben als zovele, geen wereldkampioen geworden, al was ik het wel van plan. Heb erg veel plezier met motorrijden en bouwen gehad. Met mijn 60ste jaar gepensioneerd heb ik een computerkursus voor senioren gevolgd, nou toen ging er een deur voor me open, de World Wide Web. Daar kwam ik op een gegeven moment jou website tegen, met al die mooie foto's en stories, wat een genot. Tja Etienne daar was zowaar een artikel over Gerrit Does die ik nog ken van 't grijze verleden, wij hebben hem leren kennen in de zwarte bond (NMB), wat een mooi verhaal.
Dan kwam ik op de Adler motorcross foto van Wolfgang Büttner terecht en daar begint mijn relaas :
een foto van de "works Adler" waar het verder over zal gaan
1957 was een goed jaar, ik was 17 en erg in alles wat maar wielen had en naar benzine stonk. Op een goede dag kwamen die vuur-rooie Adler motorcrossers op het toneel en al gauw hadden Rudi Goom H19 en Jan v/d Hoek H20 twee Hollandse top piloten er hun beslag op gelegd.
Jan v/d Hoek (H20) op de Adler en Rudi Boom (H19) op Dot, H8 is Fred Selling, de derde piloot herken ik niet direct, zegt Guus.
Jan v/d Hoek
Rudi Boom in aktie op de Adler twin 250 cc
Het waren 2 takt twins. Het uitlaat en inductie geluid te samen maakte een fantastisch kabaal en dan het gejammer van de achterblijvende piloten op Maico's, Jawa's, DKW's en andere zelfbouwers maakte de muziek kompleet. Rudi Holl kampioen en Jan nog goud in de 6 daagse op Adlers, tot dat de Greeves, DOT's en Cottons overnamen. Je begrijpt wel, dat was allemaal indrukwekkend voor een 17 jarige. Toen ik 65 werd ben ik begonnen om zo'n vuur-rooie Adler motorcrosser zo goed als praktisch mogelijk is na te bouwen. Ik had al een en ander bij elkaar en toen kwam ik die foto tegen van jouw site, dat was een stimulans.
het is deze onderstaande foto op de blog "oudecrossmotoren2" die Guus het laatste duwtje gaf om een replica van deze Adler twin te bouwen. deze foto werd genomen op een retrocross in het Nederlandse Lochum door Peter Rietman de man op de foto is Duitser Wolfgang Büttner uit Offenbach (infoen foto: Peter Rietman)
Jan, Rudi een andere goede vriend, en het blad "Motor" hadden me intussen al wat foto's, artikelen en een onderdelenboek gestuurd, zo je ziet ik had best medewerking.
Tekeningen, meetlat, rekenmachine en de broodnodige dokumentatie
lees en kijk verder in deel 2
foto's en tekst: Guus Priem foto Wolfgang Büttner: Peter Rietman
de officiele statie foto van Guus zijn prachtige kreatie gemaakt door Steve Keouch in Canberra (Austr.)
nogmaals het plaatje van de "works bike" van Adler, je zou er het spelletje "zoek de 7 verschilpunten" kunnen mee doen maar het zal moeilijk worden denk ik deze te vinden
al met al moeten we hier besluiten dat Guus een prachtprestaie heeft neergezet, bedankt Guus om ons te laten meegenieten van dat mooie werk.
Na het boek over Jef Teuwissen schreef Leopold Nouwen ook een boek over René Baeten, beide boeken vol nuttige data, wedstrijduitslagen en nooit vertoonde foto's zijn nog te verkrijgen voor de prijs van 20 euro per stuk + 2.95 euro verzendingskosten (voor de 2 boeken blijven de verz. kosten 2.95 euro)
wie kent er Guus Priem nog, Guust vertrok in 1965 vanuit Nederland naar het verre Australië en het motorvirus emigreerde met hem mee, hij schreef me een mail met daaraan een prachtig verhaal en foto's over de bouw van zijn Adler terreinmachine.
binnenkort komt het verhaal en de foto's op de blog, dan kunnen we even kijken hoe Guus zijn jongensdroom waar maakte. het prachtige eindresultaat kun je hieronder al zien, maar het ganse verhaal, is al even mooi.
op 18 november verscheen in het "Eindhovens dagblad" het levensverhaal van motorcrosslegende Jan Clijnk, het is geschreven door Erwin Blatter met de "voortreffelijke" hulp, zoals hij zelf zegt, van oa Peter Rietman en Peter Van Hassel die Jan van dichtbij meemaakten.
van Gerard Vogels uit het Nederlandse Aarle-Rixtel kreeg ik het ingescande krantenartikel met foto doorgemaild, waarvoor onze dank.
Onze Jan lag vooraan of hij lag eraf
Motorcrosser Jan Clijnk won in 1956 als eerste Nederlander een Grand Prix. Twintig jaar na zijn dood is het Atoomkanon van Helmond nog niet vergeten. Onze Jan was een motorkunstenaar.
door Erwin Blatter
Zijn naam wordt genoemd in het lied De motorcross is O.H.I.O. van Normaal en in de Helmondse sportgalerie hangt zijn foto naast die van de broertjes Van de Kerkhof en Willy van der Kuijlen. Motorcrosser Jan Clijnk (1930-1989) was in de jaren vijftig een begrip. En niet alleen in Helmond: zijn faam reikte tot buiten de landsgrenzen. Hij kreeg eens een brief uit het buitenland waarop niets anders stond dan "Jan Clijnk, motorcrosser ", zegt broer Anton (78). Die kwam dus gewoon aan.
Op 13 mei 1956 vestigde Clijnk definitief zijn naam. Die zondag won hij in Schijndel als eerste Nederlander een Grand Prix. In de 500 cc nog wel, de koningsklasse. Zoals altijd had zijn start hem in een goede uitgangspositie gebracht. Clijnk was vermaard om zijn flitsende starts. Ze leverden hem de bijnaam "het Atoomkanon van Helmond" op. Onze Jan kende geen tweede en derde plaatsen, zegt broer Anton. Hij lag vooraan of hij lag eraf, want inhouden deed-ie nooit. Dat is hem wel eens funest geworden.
Zoals die keer dat Clijnk zo hard van zijn BSA kukelde dat zijn hele onderrug in het gips moest. Hij kreeg een soort korset om. Na een week heeft hij het losgeknipt, omdat hij weer wilde rijden.
Jan Clijnk, geboren op 25 maart 1930, was de oudste uit een gezin van negen kinderen. Kort na de Tweede Wereldoorlog beëindigde hij zijn timmermansopleiding om als monteur in de motorzaak van Piet Reijnders in Eindhoven te gaan werken.
Nadat hij de Triumph-legermotor van zijn vader tot crosser had omgebouwd, maakte Clijnk in 1947 zijn motorcrossdebuut op een baantje bij de Sint Jozef-speeltuin in Helmond. Hij reed er prompt naar de overwinning.
Voor zijn volgende wedstrijd had hij zich aangesloten bij de Rooms Katholieke Zuid Nederlandse Motorsport Bond (RKZNMB). Hij verscheen op de (toenmalige) sintelbaan van Nuenen, maar die race verliep allesbehalve vlekkeloos. Niet alleen had Clijnk een slechte start, na een paar ronden brak zijn gaskabel.
Opgeven was er niet bij voor de krachtmens uit Helmond. Vastbesloten de race uit te rijden, greep hij onder de tank van zijn motor de kabel vast en gaf er een snok aan: zo kon hij toch nog gas geven. Schuin op zijn motor hangend en met één hand aan het stuur reed hij naar de overwinning. Zijn reputatie van nietsontziende en spectaculaire rijder was geboren. Toen was het lek boven, hoor. Hij wilde niks anders meer dan crossen. Onze Jan werd heel populair. In Sint Anthonis viel hij eens van zijn motor, toen ging de helft van het publiek naar huis.
Clijnk was zo succesvol dat hij het niveau van de zuidelijke bond al gauw ontgroeide. In 1952 stapte hij over naar de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV). Bij de grote bond moest de onverschrokken Helmonder het opnemen tegen koene klasbakken als Frans Baudoin, Broer Dirkx en Hennie Rietman. Dat waren gelouterde kerels met bergen internationale ervaring, maar Clijnk, via Norton inmiddels overgestapt op een BSA, had daar geen ontzag voor. Stoïcijns en kordaat als altijd reed hij zijn wedstrijden, vast van plan ze te winnen.
De motorcross bracht hem in landen als België, Engeland, Duitsland, Frankrijk en Italië. Daar was tenminste geld te verdienen met de sport. Jan zat vaak maanden in het buitenland, dan belde zijn moeder ongerust op. Had-ie weken niks van zich laten horen, zegt Ad Jansen (72). De Gerwenaar reed vroeger wedstrijden met Clijnk. Jans rijstijl was zuiver geënt op snelheid en spektakel. En hij reed heel gemakkelijk. Hij wist heel goed wanneer hij het gas moest dichtdraaien. Maar Jan trainde nooit, dat verrekte hij gewoon. Als hij dat wel had gedaan, was hij wereldkampioen geworden. Zeker weten. Hij was ontzettend getalenteerd.
Zoals Clijnk reed, stond hij ook in het leven: vastberaden, onverstoorbaar en onverschrokken. Clijnk was volgens zijn broer Anton een heel typische figuur. Jansen noemt Clijnk niet sociaal, snel aangebrand en een beetje over het paard getild. Hij voelde zich superieur. Dat straalde hij ook uit. En Jan had lange tenen, maaide wel eens tegen-oe aan als je niet oppaste. Stom geboren en niks bijgeleerd zei hij vaak als hij met iemand in discussie was. Maar Jan was echt niet zon kwaaie als sommige mensen wel dachten.
Een ongeluk op het motorcrosscircuit van Oisterwijk in 1951 had Clijnks reputatie geen goed gedaan. Theo Aben uit Sint Anthonis was met Clijnk in aanraking gekomen waarop beiden van de baan vlogen. Aben knalde met zijn hoofd tegen een boom en overleed ter plekke. Jansen bestrijdt dat Clijnk schuld had aan Abens dood. Dat ongeluk gebeurde in het heetst van de strijd. Dit pakte helaas verkeerd uit. Er werd gezegd dat Jan hem expres van de baan zou hebben gereden, maar zo stak hij niet in elkaar. Ik ken ook niemand die een hekel aan hem had.
Omdat Clijnk meestal in het buitenland was, had hij in 1964 bijna geen races om het Nederlands kampioenschap gereden. En in degene die hij wel reed, viel hij uit. Aan het eind van het seizoen had hij geen punten en Clijnk raakte zijn internationale startbewijs kwijt. De KNMV, niet ongevoelig voor alles wat Clijnk voor de Nederlandse motorcross had betekend, wilde hem begin 1965 zijn vertrouwde H3-nummer teruggeven. Onder één voorwaarde: dat hij in Gemert bij de eerste NK-wedstrijd hoog zou eindigen. De Helmonder viel uit en de bond was onverbiddelijk: die hield Clijnks internationale startnummer op zak. De gevallen held besloot terstond dat hij geen meter meer zou rijden. Hij had altijd geleefd als een god in Frankrijk, zegt broer Anton, maar meer dan motorcrossen kon hij niet. Na zijn carrière had hij eigenlijk nog niets.
Gedesillusioneerd ging Clijnk in de kroeg van zijn schoonouders werken. Zijn nieuwe leven bleek maar voor even. Betsy Crousen, met wie Clijnk in 1964 was getrouwd, kreeg kanker en overleed op 2 mei 1966. Zijn schoonmoeder, die de losbandige Helmonder nooit had geaccepteerd als de man van haar dochter, zette hem prompt op straat. De dood van Betsy betekende een kentering in zijn leven, herinnert Jansen zich. Hij voelde zich buitengesloten en raakte aan de drank. Broer Anton: We hebben hem jarenlang proberen te helpen, maar niets hielp.
Clijnk werd nog opgenomen in de Nijmeegse afkickkliniek Dekkerswald. Die behandeling hielp niet en Clijnk belandde eenzaam en verlaten in Den Herd in Helmond, een opvangcentrum voor daklozen. Daar overleed hij op 26 mei 1989 aan een hartaanval.
Jan Clijnk op zijn vertrouwde BSA Goldstar (foto: Peter Rietman)
foto uit het "Eindhovens dagblad" toegezonden door Gerard Vogels
fragment van het artikel uit het "Eindhovens dagblad" toegezonden door Gerard Vogels, op de foto zien we vlnr: Piet Van Den Oever, Jan Clijnk, Hennie Rietman en Frans Baudoin die onlangs is overleden
in het spoor van Cees Griekspoor, dat zou de titel van een verhaal kunnen worden. Cees Griekspoor, te zien op de foto hieronder zoals velen hem hebben zien rijden met het H15 nummer op zijn Goldstar, was een tijdsgenoot van oa Hennie Rietman en Jan Clynk . kortgeleden nam hij vanuit het zonnige Spanje, waar Cees al jaren verblijft, kontakt op met Peter Rietman, herinneringen kwamen naar boven en Peter beloofde me een en ander over Cees Griekspoor op papier, of moet ik zeggen, op zijn harde schijf te zetten. we kijken er al naar uit en als het zo ver is dan zul je het kunnen lezen op de blog.