Ik ben Pierre Vanstipelen, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Priet.
Ik ben een man en woon in Bilzen (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 11/02/1951 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schilderen en Tuinieren.
In tekenen en schilderen kan ik mijn passie voor al het mooie kwijt. Mijn kleinkinderen Pieter en Lena zijn mijn oogappels. Tevens ben ik voorzitter van de Kunstkring Alkanna. Mijn specialisatie inzake schilderen is portret, dierenportret & architectuur
Genieten en laten genieten van Kunst Mensen laten genieten van Kunst en iets mogen meegeven over mezelf, mijn hobby en mijn passie is het mooiste dat er bestaat.
13-01-2007
Pastel: zelfportret met Pieter:fase3deel3
Vandaag ga ik iets meer vertellen over de kleding. In de eerste plaats wil ik het hebben over mijn kleding. Hetgeen natuuurlijk het meest opvalt is de "débardeur" die ik draag. Niet alleen qua vorm maar meer nog door de verschillende kleuren die er in verwerkt zijn.. Om een mooi en realistisch geheel te verkrijgen is het belangrijk dat er gelet wordt op verschillende onderdelen van dit kledingstuk. Delen zoals daar zijn de vorm waarin de verschillende kleuren verwerkt zijn, de kleurenintensiteit van de verschillende kleuren, en de plooien. De meesten onder jullie zullen zeggen dat het in dit geval duidelijk te zien is, dat alle kleuren in een ruit aangebracht zijn. Dat is in werkelijkheid zo als je dit kledingstuk mooi vlak uitstrijkt of op een tafel legt. Maar in dit geval moet je rekening houden met de drapage die er is door dat dit kledingstuk om mijn lichaam zit. Hierdoor gaan deze ruitvormen op verschillende plaatsen vervormen. Om een geloofwaardige structuur en opbouw van dit kledingstuk te krijgen mag je die ruitvormen niet zomaar willekeurig vervormen. Neen je moet goed opletten waarom op één plaats de vervorming zo en op een andere plaats weer anders is. Meestal heeft dit te maken met de plooien die er in het keldingstuk aanwezig zijn ten gevolge van die welbepaalde "drapering". Je zal ook zien dat de kleur op de plaatsen waar er een vervorming is wijzigd. Dit naargelang er een dal of ophoging aanwezig is met andere woorden waar krijg je meer of minder licht . Op de bijgaande foto kun je duidelijk zien dat ik de structuur aangeef door kleine en grotere streepjes aan te brengen in de verschillende kleuren. Bijzonder de rode verbindingsdraad die de verschillende ruiten aan elkaar hangt heb ik getekend door middel van kleine lijntjes. Je zou natuurlijk die rode draad als een lijn kunnen weergeven maar dan zou hij nooit die uitstraling krijgen als die hij nu heeft. Ook kan je heel goed zien dat de afboording aan de kraag en de mouwen niet hetzelfde gemaakt is als de rest van het kledingstuk. Hier zie je ook weer heel duidelijk dat er een andere structuur aanwezig is. Ook gebruik op bepaalde plaatsen het pastelstaafje met de zijkant om lichtvlekken aan te geven. Door niet te hard op het staafje te drukken raak ik dan enkel de bovenkant van het papier (pastel papier heeft een bepaalde structuur) waardoor je ook weer een speciaal effect verkrijgt. Tot slot moet je ook eens goed kijken naar de naden waar de ruiten aan mekaar gezet zijn (niet daar waar de rode draad aanwezig is). Deze naden zijn geen rechte lijnen maar eerder het overlopen van de twee kleuren van de verschillende kleurvlakken. Wat wil ik hiermee aantonen? Wel het is duidelijk dat als je een realistisch beeld van iets wil weergeven je zeer goed moet kijken en nadenken hoe ga ik dit materiaal of die stof of dat object weergeven. Als ik met zo een ingewikkeld patroon en structuur, met de plooienval en kleuren begin te werken, bestudeer ik het te schilderen voorwerp zo grondig mogelijk. Als je bij deze studie je goed voorbereid, en je alle mogelijke hinderpalen bekeken hebt dan kan je voor jezelf een goed beeld vormen van de oplossingen voor die moelijkheden en dan kan je gaan schilderen. Meestal is het schilderen dan veel gemakkelijker en veel sneller met een veel beter resultaat. Het is hier ook weer duidelijk te zien op de foto dat een deel van de plooien reeds is aangebracht. Maar ook die zullen in de afwerkingsfase (als alles op mekaar afgestemd wordt) nog gewijzigd en verbeterd worden. Een volgende bespreking zal handelen over het schilderen van het witte hemd met stropdas en alle mogelijkheden die er zijn om wit weer te geven.
Zoals afgesproken in de vorige bespreking ga ik vandaag iets meer vertellen over het schilderen van de kleding. Algemeen wil ik opmerken dat het je misschien wel opgevallen is, dat ik de verschillende onderdelen vrij ver uitwerk in elke fase. Waarom doe ik dat? Als ik met olieverf of met aquarel werk, dan werk ik meer over het hele schilderij of tekening. Dit doe ik dan om een goede eenheid te krijgen in het schilderij. Met pastel doe ik dat niet. Het moeilijke van pastel is dat wanneer je er aan het werken bent, het pastel oppervlak nogal kwetsbaar is. Dus werk ik de verschillende onderdelen afzonderlijk, vrij ver uit. Ik begin ook meestal aan de linker bovenkant van een schilderij. Dit is ook weer eenvoudig te verklaren. Ik ben rechtshandig en wannneer ik rechtsboven zou beginnen dan zou ik steeds met mijn hand door het aangebrachte pastel wrijven en zou alzo het geschilderde oppervlak kunnen beschadigen. Om tenslotte toch de verschillende onderdelen op elkaar af te stemmen doe ik als laatse bewerking die zogenaamde afwerkingsfase. In deze laatste fase ga ik alles op elkaar afstemmen en werk ik over het hele schilderij en stem indien nodig de verschillende onderdelen nog iets meer op elkaar af. Ik wilde deze uitleg nog eens meegeven voor hen die niet altijd alles gevolgd hebben van in het begin. Op de foto zie je dat ik begonnen ben met het afwerken van mijn kledij. Ook hier begin ik weer linksboven en probeer ik alles zover mogelijk uit te werken. Het moeilijke van deze "debardeur" is dat hij verschillende kleuren heeft die verbonden zijn door een drode draad. Ook wil ik aangeven dat het kledingstuk gebreidt is waardoor hij een harige oppervlakte structuur heeft. Nog een belangrijk onderdeel van dit kledingstuk zijn de plooien. Deze plooien moet je goed bestuderen wil je een duidelijk en juiste weergave van het kledingstuk hebben. Je zal misschien denken waarom is dit zo belangrijk? Wel dit kledingstuk zit rond mijn lichaam maar zit niet strak als een spannend hemd of bloes rond het lichaam zit. Door deze situatie ontstaat er een mooie structuur van plooien die typisch zijn voor een loszittende kleding. Wanneer je nu deze structuur met zijn plooien niet juist weergeeft dan krijg je een totaal ander beeld van de werkelijkheid. Tevens dien je deze plooien zo nauwkeurig mogelijk weer te geven om de houding van de betrokken persoon realistisch aan te geven. Een bijkomende moeilijkheid in dit geval is dat er verschillende kleuren in het desbetreffende kledingstuk zitten. Deze verschillende kleuren hebben allemaal een verschillende toon daar waar er lichtere en donkere plaatsen (plooien) zijn.Ook dit punt is van kapitaal belang om een goede stofuitdrukking te krijgen. Je kan nu reeds een eerste aanzet van deze techniek zien in het bovenste witte vlak. In een volgende bespreking wil ik de werkwijze die ik hanteer om een goede stofuitdrukking te krijgen uit de doeken doen.
Vandaag enkele woorden uitleg over de gelijkenis tssen het schilderij en de genomen foto's. Het is in dit geval zo dat er nog altijd wat aanpassingen nodig zijn om het schilderij gelijkend te krijgen . Je herkent de beide personen zeer goed maar toch dienen er nog enkele aanpassingen te gebeuren. In het geval van Pieterke is het vrij miniem. Het gezicht is volgens mij vrij goed gelijkend en hier zal ik nog enkel aan de huidskleur moeten werken. De donkere kleur die het gezicht op het schilderij heeft is bewust gedaan omdat ik door ervaring weet dat je heel gemakkelijk een lichtere toon kunt aanbrengen in de afwerkingsfase. In het geval van mijn gezicht is er nog wat meer werk. Op het schilderij zie ik er te goed uit voor mijn leeftijd. Eigenlijk moet ik mezelf verouderen. Ik heb reeds in de vorige fase beschreven dat ik de portretten die ik schilder, steeds probeer het portret op zijn voordeligst te maken voor de geportretteerde. Ook in mijn geval zal dat zo zijn maar toch zal ik ook hier in de afwerkingsfase nog enkel aanpassingen doorvoeren. Meer bepaaltaan de huidskleur en ouderdoms rimpels. Niet teveel natuurlijk want over 10 jaar wil ik nog kunnen zeggen, kijk een hoe goed ik er 10 jaar geleden nog uitzag. Waarom spreek ik steeds over een afwerkingsfase en doe ik die aanpassingen niet onmiddelijk? Het is namelijk zo dat een pastel redelijk kwetsbaar is als je aan het schilderen bent. Dat wil zeggen dat er hier en daar wat krijt verloren gaat op je schilderij tijdens het schilderen. Dat kan komen door ergens tegen te stoten of door zelf met je hand of mouw de tekening te raken. Wanneer je zoals ik een afwerkingsfase inlas dan kan je die foutjes gemakkelijk corrigeren. Tevens zorg ik ervoor dat deze afwerkingsfase in één sessie afgewerkt wordt waardoor de kans om het krijt te beschadigen praktisch onmogeijk is. Eens dat het schilderij afgewerkt is en voorzien van een passepartout en ingelijst is achter glas, dan is het een van de duurzaamste schildertechnieken die er bestaan. Maar alvorens je zover bent kunnen er allerhanden kleine beschadigingen van het oppervlak zich voordoen en daarom die afwerkingsfrase. De volgende bespreking zal handelen over het schilderen van de kleding.
Als je op deze foto klikt dan wordt ze groter en je kan op de nieuwe foto nogmaals klikken (op het icoonteje dat rechts onder verschijnt) dan krijg je een nog groter foto. Alleen wordt de kwaliteit van deze laatste foto iets minder. Deze handeling kun je natuurlijk ook bij deel 5 toepassen.
Vandaag wil ik aan de hand van een kleine fotomontage de vooruitgang tonen die er reeds gemaakt is van bij de opzet van het schilderij tot nu. Ik ga hierbij niet veel uitleg geven omdat de beelden eigenlijk voor zich zelf moeten spreken. Je ziet van links naar rechts de verschillende fases die er gemaakt zijn. Nu kan je weer duidelijk op de eerste foto zien dat er vertokken is van een redelijk gedetaïlleerde potloodtekening. Op de tweede fotoo zie je dat ik begonnen ben met een basiskleur op mijn hoofd en ook op dat van Pieter te zetten. Deze basiskleur is bij mij steeds een middentoon zodat ik gemakkelijk kan verdonkeren of oplichten. Op de derde foto zie je dat mijn hoofd verder is uit gewerkt en aan Pieter is niets gedaan. Deze foto geef ik om te laten zien dat er één tussenfase nodig was om mijn gezicht op toon te krijgen. Op de vierde foto kun je duidelijk zien dat ik gewerkt heb aan mijn gezicht maar ook bij Pieter heb ik enkele verbeteringen aangebracht. Let hierbij zeker bij Pieter op het verschil aan de vorm en grootte van de ogen tussen foto drie en vier. En op de laatste foto zie je het resultaat tot nu toe, waarbij de twee gezichten in een zelfde afwerkingsfase zitten. De volgende bespreking begint met een nieuwe fase en in het eerste deel vna deze fase zullen we eens kijken hoe de gezichten zich verhouden. Ik bedoel hiermee dat ik de tekening zal vergelijken met de foto's die ik genomen heb en die als geheugensteun dienen tijdens het schilderen. Bijzonder zijn die foto's handig om Pieter te tekenen omdat hij nu een stuk groter is dan toen ik met het schilderij begon.
Vandaag wil ik iets meer uitleg geven over mijn gezicht zoals het nu afgewerkt is. Je kan op bijgaande foto goed zien dat er weer een aantal wijzigingen gekomen zijn, die in de eerste plaats de plasticiteit en de driedimentionaliteit van het gezicht naar voor laten komen. Ook heb ik de kleur reeds een beetje aangepast. Voorlopig zal deze zo blijven tot ik de afwerkingsfase aanvat. Als we het hoofd van boven naar beneden bekijken dan zie je zeer goed dat de verschillende onderdelen op hun juiste plaats zitten en dat zij ook ruimtelijk goed zitten. Wanneer we even de ogen en bril beschouwen, dan zie je dat de ogen meer uitstraling hebben gekregen en dat ook de wenkbrauwen beter aangezet zijn. Ook de lichtvlekken boven de brilmontuur heb ik nog iets meer opgehaald waardoor de plaats van de bril nog duidelijker naar voor komt. Wat in dit geval belangrijk is, zijn de vorm en plaatsing van de ogen. Ik begin een gezicht ook altijd met de ogen te maken omdat tesamen met de neus een heel groot herkenningspunt vormen in het gezicht. De bril zelf heeft zijn kleur en enkele lichtpunten gekregen die ervoor zorgen dat alles wat meer gaat schitteren door het licht dat er op valt. De oren en de neus hebben nu hun juiste kleur maar ook de juiste afmeting. Dit is voor mijn gezicht nogal cruciaal omdat deze beide onderdelen kenmerkend zijn . Waar ik bijzonder opgelet heb is de vorm van de neus. Bij mij eindigd de neus in en bolvorm en dat kun je denk ik ook goed zien. Wanneer ik mijn neus nu een meer puntige vorm zou hebben gegeven wel ik kan je verzekeren dat de herkenning helemaal zoek zou zijn. Dan kan een goed getekende snor, baardje, of een ander onderdeel van mijn gezicht de gelijkenis niet redden. Ook aan mijn oren heb ik bijzonder veel aandacht besteed. Ze zijn niet van de kleinste en hebben ook niet de gemakkelijkste vorm.. Wanneer je naar het rechter oor op de tekening kijkt, dan zie je ook dat deze een heel stuk lichter van kleur is dan het gezicht. Ook dat is bewust gedaan. De oren van een mens zijn over het algemeen lichter van kleur omdat zij in beperkte mate doorzichtg zijn en omdat doordat ze iets verder van het hoofd staan meer licht vangen. Natuurlijk zal het verschil in kleur kleiner worden als ik in de afwerkingsfase de huidskleur van het gezicht ga oplichten. Ook zie je duidelijk dat ik een redelijk ronde kin heb. Door op de juiste plaats licht en schaduw aan te brengen heeft ook dit onderdeel haar bolle vorm gekregen. Wat verder nog typisch is aan mijn gezicht zijn de twee groeven die van mijn neus naar mijn mondhoeken lopen en de vorm van mijn voorhoofd. Mijn voorhoofd steekt namelijk iets vooruit waardoor mijn wenkbrouwen, die daarbij ook donker van kleur zijn, prominent aanwezig zijn in mijn gezicht. Ook deze twee zaken zijn nu reeds duidelijk aanwezig, maar dienen in de afwerkingsfase nog iets meer uitgewerkt te worden. Tot slot dient er in de laatste fase ook nog gewerkt te worden aan de door de ouderdom verkregen rimpels in voorhoofd en de lachrimpels aan de ogen. Maar deze aanpassing doe ik ook in de laatste fase. Als je met de vraag zit waarom ik dit nu niet doe, dan kan ik je zeggen dat het veel fijner is om steeds naar een jonge man te kijken dan naar een ietwat verouderd type (grapje hoor). In de volgende bespreking wil ik aan de hand van een samenvoeging van verschillende foto's de verschillende afwerkingsstadia tot nu toe tonen.
Met de aanvang van het Nieuwe jaar heb ik ook, zoals zoveel andere mensen, een aantal goede voornemens gemaakt. Of ik ze allemaal kan uitvoeren is iets anders, maar goed ze zijn er. Eén van deze voornemens is dat ik meer aan tekenen en schilderen zal doen dit jaar en dit voornemen ga ik zeker uitvoeren. Tot slot wil ik nog aan alle lezers van mijn blog de allerbeste wensen overmaken voor een goed en gezond 2007. Vandaag wil ik verder gaan met iets meer uitleg over het gezicht van Pieterke. Als je op de bijgevoegde foto kijkt dan zie je duidelijk het verschil tussen deze staat van afwerking en de vorige (fase2/deel3). Ik wil hierbij nog vermelden dat ik eigenlijk nog een tussen fase heb gehad maar dat ik deze niet uitvoerig ga bespreken omdat dat ons anders te ver zou leiden. Je ziet nu heel goed dat ik de ogen heb aangepast. Dit was natuurlijk ook nodig, zij stonden in de vorige fase wel goed op hun plaats, maar waren iets te klein. De vergroting van de ogen is een milimeter werkje, maar je moet het wel aanpassen, anders krijg je een zeer slecht gelijkend gezicht. Het is namelijk zo dat de ogen van kinderen groter zijn in verhouding tot hun hoofd, dan dat dit bij volwassenen het geval is. En deze algemene regel had ik in de vorige fase over het hoofd gezien. Je ziet ook duidelijk dat het kindje nog geen nek (of practisch geen nek) heeft. Dit is ook een van de kenmerken van zuigelingen en/of baby's. Ook hier moet je rekening mee houden als je kinderen schildert. Wat natuurlijk verder van belang is, is dat je ook bij dit gezicht alle delen afzonderlijk goed moet bekijken. Dit om het karakteristieke van het gezicht weer te geven, maar dat je dient er ook heel goed op te letten dat je een evenwichtig kleurenscala behoud. Hier wil ik mee aangeven dat je alle kleuren op mekaar afstemd. Ook dien je de nodige aandacht te besteden aan de samenhang van de verschillende onderdelen en dit zowel wat de vorm als de kleur aangaat. Ook kan je heel goed zien dat ik de linkerkant van het gezicht in een donkere kleur heb gezet. Hierdoor breng ik het driedimentionele karakter van het gezicht beter tot uiting. Tot slot wil ik nog iets kwijt over de mond en de neus van Pieter. Op het moment van het schilderen waren zij zeer typisch waren voor hem. De neus is nog niet honderd procent in orde, zij staat nog niet helemaal recht en op de juiste plaats maar dit dat zal ik in een volgende fase aanpassen.. Maar ook de mond is zeer typisch. Je ziet duidelijk dat het verbindingsstuk tussen neus en mond (ik noem het wel eens oneerbiedig de snotgeul) bij hem uitgesproken aanwezig is. Verder heeft hij nogal dunne lippen (is een kenmerk in de familie, zijn vader, bompa en overgrootvader hebben dat ook). Toch vind ik ze nu wat te smalletjes en ga ik die ook nog wat ophalen. Een algemeene trek bij zuigelingen is de typische vorm van de bovenlip. Je kan duidelijk zien dat er nog aan een papfles gezoogd wordt. In een volgende bespreking neem ik nog even mijn hoofd ter bespreking en dan verder een algemeen overzicht en stand van zaken tot nu toe.
Alvorens mijn wensen voor 2007 op mijn blog te plaatsen (ik doe dat liever met een nieuwjaarsbrief) wil ik dit jaar in schoonheid afsluiten. Ik ga vandaag weer iets verder met mijn schilderij. Je ziet op de foto dat de twee gezichten weer iets verder zijn uitgewerkt. Ook heb ik reeds een hele kleine aanzet gedaan voor mijn kleding. Het bespreken van de twee gezichten is voor de volgende bespreking maar toch zie je nu duidelijk dat er een driedimensionaliteit in het schilderij verschijnt. De verschillende onderdeleln van beide gezichten zijn heelwat beter uitgewerkt en ook heb ik de kleur ietwat aangepast. Toch hou ik er een mooi gekelurd schilderij (tot nu toe) aan over. In het gezicht van Pieter zijn ook al verschillende zaken beter uitgewerkt . Denk hierbij aan de ogen die nu omdat ik ze vergroot heb veel beter zijn en ook veel beter tot hun recht komen in het gezichtje. Ik ga niet verder uitwijden over de huidige stand van zaken omdat ik dat veel beter kan doen door de twee gezichten afzonderlijk te bespreken. Ik hoop dat je nu reeds duidelijk kan zien dat de gelijkenis redelijk treffend begint te worden. Toch wil ik de opmerking die door een attente bezoeker geformuleerd werd aan mijn adres" Pierre het wordt een prachttekening maar je ziet er zelf jonger uit" beamen. Inderdaad zie ik er jonger uit als op de foto maar de tekening is natuurlijk nog niet af. En eigenlijk zou het tof zijn als je je zelf jonger kunt maken dan de werkelijkheid maar ja er komt weeral een nieuw jaar en daarin worden we weer wat ouder misschien ook op het schilderij. Aan allen die dit lezen een heel mooi uiteinde van 2006 en straks een heel goed begin van 2007. Gelukkig Nieuwjaar.
Vandaag wil ik toch nog eerst even laten zien hoe mijn gezicht er op dit moment uitziet. Ik herhaal wel nog eens, dat er nog verschillende bewerkingen nodig zijn alvorens het gezicht zijn definitieve afwerking heeft bereikt. Aan de hand van deze foto kan je redelijk goed zien wat er verder afgewerkt is. Je ziet duidelijk wat de groene kleur in het gezicht doet. Door deze kleur aan te brengen krijg je een betere huidtint op de onderste helft van het gezicht. Het is natuurlijk ook dat gedeelte van mijn gezicht waar de baardgroei (ondanks mijn geschoren uiterlijk) het meest aanwezig is. Ook zie je duidelijk dat er gewerkt is aan de ogen, de bril en de neus. Maar ook heb ik aanpassingen gedaan aan het gezicht zelf. Zo zie je nu reeds dat de wangen en jukbeenderen veel beter tot uiting komen waardoor het gezicht een betere plasticiteit verkrijgt. Ik hou de toon nog redelijk donker en kleurrijk, dit om achteraf een mooi en schilderachtig effect te krijgen. Ook moet je eens kijken naar de lichtvlekken boven de bril. Het beste zie je dit aan de rechterkant van de bril. Door deze lichtvlekken juist weer te geven krijg je ook weer een duidelijk beeld van het gezicht en ook geven deze vlekken een extra dimensie aan de bril. Het is daarom dat ik steeds zeg dat je de bril als een onderdeel van het gezicht moet beschouwen. De neus heb ik redelijk ver afgewerkt. Waarom, Wel dit is één van de duidelijke kenmerken van mijn gezicht en omdat ik toch steeds verder ga in het perfectioneren van de verschillende onderdelen ben ik met de neus als eerste begonnen. Waarom leg ik hier de nadruk op dit onderdeel van mijn gezicht ? Wel hier zie je reeds duidelijk dat de neus vooruit komt . Zij komt los van het gezicht en krijgt daar door haar driedimentioneel karakter. De oren ,ogen en mond evenals de snor en het sikje moeten nu verder aangenomen worden. Tegelijkertijd als ik aan deze onderdelen werk zal ik er ook voor zorgen dat het gezicht in het algemeen verder afgewerkt wordt. Hier zul je in een volgende bespreking weer meer van horen.
Vandaag wil ik u laten kennismaken met het verder afwerken van de gezichten. Ik ga dit iets uitgebreider doen, door eerst een foto te brengen waarop je mijn gezicht ziet dat een tweede bewerking heeft ondergaan, en waar Pieter nog in de eerste fase zit. Daarna breng ik een samenzicht waar de twee gezichten zijn aangepast en hoe ze eruit zien na deze fase. Als slot behandel ik de twee gezichten afzonderlijk om de wijzigingen duidelijk aan te geven. Ik doe dit zodat je een duidelijk beeld krijgt van de vorderingen die er gemaakt zijn maar ook kan je hieruit afleiden dat er redelijk wat werk aan een portret is. Zeker als je dit wil afwerken naar gelijkenis zoals ik het doe. Ook wil ik benadrukken dat ik de geportretteerde steeds op zijn voor hem/haar beste manier wil weergeven. Ik wil hiermee zeggen dat je als schilder de kans hebt om enkele onvolmaaktheden die niet essentieel zijn om de gelijkenis te beïnvloeden al dan niet kunt weergeven. Het moet natuurlijk een gelijkend portret blijven maar en dat is mijn streefdoel het mag een mooi portret zijn. Op de foto zie je nu dat mijn gezicht reeds verder is aangepast. Let op dit is nog niet hoe het er zal uitzien op het einde van de rit maar dit is een verder tussen situatie. Van het gezicht van Pieter, dat hier nog opstaat zoals het in de voorgaande fase was, ga ik in een volgend deel een indruk geven. Je ziet duidelijk dat er over het hele gezicht is gewerkt maar zeer belangrijk zijn de gebieden links en rechts onder aan het gezicht. Hier heb ik namelijk nog verder gewerkt met die groene toon die ik in fase2/deel 2 reeds besproken heb. Door deze toon krijgt zowel de schaduw als de belichte kant meer diepte en krijg je ook de indruk van de baardgroei (ondanks een geschoren gezicht) die er bij mannen aanwezig is. Ook zie je dat de jukbeenderen in het gezicht zich meer beginnen te manifesteren (spel van juist licht en donker te plaatsen) en zijn de neus en ogen onder handen genomen. Belangrijk detail is dat de lichtvlekken boven de bril een gedeelte van de oogkassen weergeven die meer licht vangen. Tot slot wil ik er op wijzen dat ik een kleine aanzet gedaan heb om grijze haren in mijn snor(linkerkant) weer te geven. In een volgende bespreking gaan we beide gezichten zien meer bepaald hoe ze er na deze derde fase uitzien.
Nu op tweede kerstdag is alles wat rustiger geworden. Het kerstfeest is voorbij in de zin dat de drukte die er was bij het voorbereiden van het kerstfeest, weg is. Alles valt terug in zijn oude plooi. Toch is deze week een speciale week voor mij. Reeds altijd, zolang als ik werkte nam ik op het werk deze week vrij. Meestal diende zij dan om wat uit te rusten en te genieten. Enerzijds nagenieten van meestal een fijn Kerstfeest en anderzijds begon bij mij het aftellen naar het nieuwe jaar. Ook nu ik niet meer aan het werk ben, wil ik dit zo houden maar nu met een nieuwe dimensie extra genieten van al de mooie blogjes van blogvrienden en blogvriendinnen. Toch begin ik deze week met het uitleggen hoe mijn pastelschilderij "Zelfportret met Pieter" tot stand komt. Zoals afgesproken in de vorige bespreking ga ik vandaag iets meer uitleg geven bij de opzet van Pieters hoofd. Zoals je op de foto kan zien heb ik ook hier weer een iets donkerdere kleur gebruikt als grondtoon. Weer om dezelfde reden als bij mijn hoofd namelijk: deze kleur leent zich prima als tussentoon waardoor ik gemakkelijk kan verdonkeren (schaduw) of verhelderen (hooglichten). Alle onderdelen van het gezicht staan ook nu weer op de tekening maar zijn nog niet van die aard dat het perfect oogt. Dit hoeft ook niet want er komen nog genoeg mogelijkheden om dit te verbeteren. Ik heb me in dit geval geconcentreerd op de vorm en de plaatsing van ogen, neus, en mond en natuurlijk mochten de oren niet ontbreken. Ook heb ik het handje dat een gedeelte van het gezichtje bedekt reeds een eerste aanzet gegeven waardoor de vorm van dit handje reeds goed te onderscheiden valt. Op dit moment ben ik het minst tevreden over de ogen van Pieterke, zij lijken mij nogal klein. Nochthans heb ik alles dubbel gescheckt en steeds kom ik op de nu getekende ogen uit. Ik zal in een volgende fase toch nog eens dit onderdeel specifiek natrekken, en eventueel aanpassen (meestal is een gevoel dat je hebt of iets goed is wel het juiste gevoel). De volgende bespreking zal handelen hoe ik deze gezichten verder ga uit werken waardoor hun expressie en herkenbaarheid merkelijk zal verbeteren.
Vandaag iets meer uitleg over het schilderen van mijn gezocht. Zoals je op de foto kan zien heb ik het hoofd van de voorgaande fase iets uitvergroot dan kun je beter de verschillende details onderscheiden. In de eerste plaats wil ik iets zeggen over de kleur van het gezicht. Meestal neem ik de kleur in de opzet van een gezicht iets donkerder dan de normale huidskleur dit omdat je deze kleur dan goed kunt gebruiken in de verschillende gebieden van het gezicht. Ik wil hiermee zeggen dat de kleur die ik opzet de middentoon van het gezicht is. Zo kan ik met een donkere kleur perfect de schaduwkanten opzetten maar ik kan ook met een lichtere kleur de meer belichte kanten van het gezicht uitwerken. Iets wat nog opvalt is, dat ik aan de linkerkant van het gezicht een ietwat groene kleur heb aangebracht. Je kan je afvragen waarom is dat? Wel dit is een stelling die grote portretschilders zeer veel gebruikte. Zij hebben onderzocht en bewezen dat er in een gezicht en het menselijk lichaam algemeen er een geel/groene tint aanwezig is die gevormd wordt door de doorbloeding van de huid. Waar krijg je deze doorbloeding het beste te zien, meestal in de iets minder belichte kanten van het gezicht of het lichaam. Door deze groen/blauwige kleur te gebruiken krijg je ook in de schaduwkant van het gezicht het doorzichtige karakter van de huid te zien. Ook kan je op de foto goed zien waar de donkere en lichtere plekken van het gezicht aanwezig zijn. In een volgende fase zal dit nog meer naar voren treden. Ook zie je duidelijk dat de verschillende vormen zoals de ogen, oren, neus en mond reeds goed hun vorm en ook al redelijk wat kleur bezitten. Het is namelijk zeer voornaam dat je tijdens het hele schilderproces deze vormen en kleur verschillen goed in acht neemt. Tenslotte wil ik nog de aandacht verstigen op de bril. Je ziet hier duidelijk dat de bril deel uitmaakt van het gezicht. In mijn vorige bespreking liet ik al duidelijk merken dat dit een essentieel gegeven is om de bril tegelijkertijd met het gezicht mee te schilderen. Hier kun je ook zien waarom dit is. Ik ga dit nu niet uitleggen, maar als iemand van mijn toeschouwers, één of meerdere redenen kan bedenken waarom het zo belangrijk is om reeds van in het begin deze bril mee te schilderen, en deze redenen wil neerschrijven bij dit artikeltje, wel dat zou ik zéér attent en fijn vinden.. Het zou natuurlijk aangeven dat er serieus mee gedacht wordt met mijn besprekingen. Volgende bespreking handelt over de eerste opzet van Pieter zijn gezicht.
Vandaag wil ik beginnen met het schilderen van het portret van de beide personen. Zoals steeds met een portret begin ik met het hoofd van de geportretteerde weer te geven. Ook in dit geval volg ik die werkwijze en ik begin met mijn hoofd omdat dit voor mij op dit moment het gemakkelijkst te schilderen is. Op de foto kan je zien dat ik een redelijk donkere kleur opzet. Dit doe ik om reeds van in het begin een stevige ondergrond te hebben. Ook is het van belang dat ik alle onderdelen van het gezicht in deze eerste kleurfase zo goed als mogelijk weergeef. Daarom vind ik het ook zo belangrijk dat ik een goede ondertekening maak waarin reeds alle onderdelen vrij goed en juist zitten. Je kan zien dat ik ook de bril die ik draag, als een onderdeel van het gezicht schilder. Je kan je natuurlijk afvragen waarom doet hij dat? Deze bril is op dit moment zo met mijn gezicht vertrouwd geraakt waardoor hij een wezenlijk onderdeel van herkenning is geworden. Wanneer ik nu de bril zou weglaten (om bijvoorbeeld eerst de ogen te schilderen) en hem dan achteraf ga bij schilderen, dan bestaat de mogelijkheid dat hij er gaat uitzien alsof hij op mijn gezicht geplakt is. En dat mag zeker de bedoeling niet zijn. Ook kan je zien dat ik de oren een redelijk goede vorm gegeven heb. Waarom spreek ik over mijn oren, wel om de eenvoudige reden, dat die ook prominent aanwezig zijn aan mijn hoofd. Ook mijn neus is een prominente verschijning in mijn gezicht waardoor zij de wezenlijke kenmerken van Pierre Vanstipelen zijn. Daarom is het heel belangrijk om die in het oog springende delen van in het begin op de goede plaats te zetten en tevens te zorgen dat ze de juiste vorm en grootte hebben. Ook heb je bij mij natuurlijk nog een ander goed herkenningspunt en dat is de snor en het baardje, ook die zijn zoals je ziet reeds goed aangegeven. Voor Pieterke ga ik het zelfde te werk. Ook bij hem zoek ik naar de meest in het oog springende kenmerken. In zijn geval zijn dat zijn neusje en de ogen. Zijn neusje heeft de vorm van de neus van zijn bompa (toen die klein was) en hij heeft heel blauwe en redelijk grote ogen. Tevens heeft hij op dat moment nog weinig haar en dan tekenen we er evenveel als bij zijn Bompa (heel weinig, grapje natuurlijk). Op dit moment zijn alle onderdelen geplaatst en ga ik in een volgende bespreking verder werken aan mijn hoofd. Door alles iets beter uit te werken zowel de kleur als de vorm. Daarna neem ik het hoofd van Pieter nog eens onderhanden alvorens verder te gaan met klederen en handen.
Vandaag enkele woorden over de handen. Alvorens met de uitwerking van het schilderij te beginnen wil ik nog even de aandacht vestigen op de handen van de twee personen op het schilderij. Op de foto bij dit artikeltje zie je twee paar handen die kort bij elkaar liggen. Behalve dat één paar van een klein kind is en het ander van een ouder iemand zeggen die handen nog andere zaken. 1) de uitnodigende beweging van Pieters rechterhand naar de toeschouwer 2) de linkerhand van Pieter rust op mijnmijn linkerhand net alsof hij wil zeggen dat is mijn bompa 3) het duidelijk kontrast tussen Pieters handen die nog heel gaaf en teer zijn ten opzichte van mijn handen die meer hebben meegemaakt dan het gewone. Ik weet dat dit alles voor mij een bijzondere betekenis heeft en ik hoop dat ik die betekenis door middel van dit schilderij kan overbrengen op de toeschouwer. Mijn volgende bespreking zal handelen over het uitwerken van de gezichten.
Vandaag wil ik iets meer zeggen over het didactisch materiaal dat ik zal gebruiken voor dit zelfportret. Ik werk met verschillende foto's en met een spiegel. In de spiegel kan ik mezelf bekijken om hier en daar wat correcties en kenmerken van mezelf beter te observeren; Voor Pieter gebruik ik verschillende foto's die uit verschillende standpunten getrokken zijn. Wat ik natuurlijk in dit geval belangrijk vind is dat ik een aantal poses heb waar onze handen duidelijk op staan. Het is belangrijk om de handen goed te kunnen observeren omdat ik zelf dit onderdeel van het portret als focuspunt wil schilderen. Ik geef hierbij twee foto's waarop je goed kan zien hoe ik de handen van de ene en andere foto combineer tot een nieuwe pose die mijn inziens goed is voor te schilderen. Morgen wil ik nog iets meer vertellen over het onderdeel handen waarbij ik de handen sie getekend zijn even uitvergroot.
Zoals ik enkele weken geleden reeds zei hebben we eind maart 2007 een groepstentoonstelling met onze Kunstkring Alkanna. Voor deze tentoonstelling hebben we onszelf een opdracht meegegeven. We willen iets extra's brengen op deze tentoonstelling omdat deze tentoonstelling georganiseerd wordt voor het 25 jarig bestaan van onze kunstkring. De opdracht die we ons gegeven hebben is om een zelfportret te maken. Ieder lid vrij is om te kiezen welk portret hij /zij maakt en in welke stijl hij/zij dit portret wil maken.Vanaf vandaag wil ik de sluier oplichten in verband met mijn schilderij "Zelfportret met Pieter". Steeds als ik aan een portret werk probeer ik een zo goed mogelijk gelijkende en gedetaïlleerde tekening als voorontwerp te maken. Dat wil zeggen dat ik zeer goed de verschillende proporties van de geportretteerde (persoon of ander onderwerp ) aangeef, maar ook zeer goed en reeds van in het begin van de tekening, de licht en donker partijen weergeef. Deze werkwijze heeft als positief gevolg dat ik me tijdens het werken aan het portret niet altijd meer tot het uiterste moet concentreren of de verhoudingen juist zijn, en de schaduwpartijen op de juiste plaats zitten. Hierdoor kan ik alle aandacht geven aan de kleur, stofuitdrukking, en afwerking van het schilderij. Want voor mij blijft er één zaak als een paal boven water overeind staan, dat wanneer ik een portret van iemand maak steeds naar een grote gelijkenins van de geportretteerde streef. De hele uitleg die door menig "modern kunstenaar" naar voor wordt gebracht, dat niet de gelijkenis van belang is maar het werk op zich, kan ik voor een groot gedeelte volgen zolang het maar niet om een portret van iets of iemand gaat. Ik wil hier ook mee zeggen dat als ik een portret van een koffiepot, boom of dier maak, ik probeer te bereiken dat de toeschouwer het geportretteerde ook kan thuis wijzen als een koffiepot, boom of dier. Dit is voor mij essentieel in "mijn kunst" en daar discussieer ik zelfs niet over. Om het nog eens kort en goed te zeggen als je een portret wil schilderen is het voor mij belangrijk dat je het geportretteerde goed kunt herkennen. En dit in de vorm, kleur of hoedanigheid dat het onderwerp zich aan mij voorstelde. Tot daar de uitleg over wat ik onder portretschilderen versta. Iemand die zegt dat hij dan evengoed een foto kan nemen wel die moet dan maar een foto nemen, alleen moet hij bedenken dat een foto, een object is dat mijn door middel van een fototoestel gemaakt is. Een foto zal dan ook steeds de harde werkelijkhieid weergeven hoe goed of slecht dat die werkelijkheid ook is. Dit heeft natuurlijk ook zijn positieve en zeker zijn didactische waarden, maar en dat is mijn persoonlijke mening, een schilderij (portret) heeft net dat tikkeltje meer dan die didactische werkelijkheid . Misschien wel door de manuele arbeid die de kunstenaar er voor moet opbrengen, maar zeker door de emotionele betrokkenheid die een kunstenaar ervaart bij het vervaardigen van zijn kunstwerk. Door deze laatste gewaarwordingen of ervaringen kan de gevoelswaarde die er van een schilderij uitgaat niet geëvenaard worden. Eén ding is zeker, dat een schilderij steeds gemaakt is met gevoel en liefde voor enerzijds het schilderij maar ook voor "de of het geportretteerde" object. Op de foto die ik bij dit artikel plaats zie je dus de uitgangstekening die ik gebruikte voor het portret van Pieter en mij maar ook moet je eens kijken naar de handen van de twee geportretteerde. Die handen hebben voor mij een belangrijke betekenis. Zij krijgen dan ook een prominente rol en plaats in het schilderij. Ik hoop dat het schilderij daardoor nog een extra dimensie krijgt en niet enkel een portret of voorstelling van twee mensen is maar dat ook de verbondenheid, liefde en levenservaring tussen en van de twee geportretteerde tot uiting komt. Op dit laatste zal ik tijdens de bespreking van het portret nog uitvoerig terug komen. Ik hoop dat deze reportage voor mij een bron van voldoening zal zijn over het geleverde werk. Maar nog meer hoop ik dat het voor de bezoekers van dit blog weer een bron van inspiratie en ontspanning zal zijn.
Vandaag wil ik dit hoofdstukje afsluiten. Het schilderij is af en ik heb ook de uitslag over de vraag "welke passepartout het mooiste is" rond het schilderij. Er is gekozen voor alle drie de samenstellingen. De linkse samenstelling heeft het meeste stemmen gehad namelijk 8. Nr twee was de middenste opstelling met 5 stemmen en nummer drie was het rechtste met twee stemmen. Zoals een goede huisvader volg ik hiermee de meerderheid en dus is het linkse schilderij het beste. Ik geef nogmaals de foto van het schilderijtje nu iets groter en misschien ook beter zichtbaar. Vanaf morgen begin ik de bespreking van mijn zelfportret met Pieterke.
Slot over aquarel "Zicht op Eigenbilzen vanuit de Krombeek";
Eindelijk kan ik vandaag weer achter mijn pc zitten. De ziekte die me meer dan een week heeft plat gekregen was niet alleen fibromyalgie en een oorontsteking maar ook een ferme longontsteking. Dat laatste weten we pas sinds maandagmorgen. Doordat ik maandag zo ellendig en ziek was ben ik terug geweest naar mijn huisdokter voor een nieuw onderzoek. Ik was verleden week zaterdag nog op consultatie geweest maar kreeg toen een vervanger die vaststelde dat ik een oorontsteking had opgelopen en dat de fibromyalgie blij meespeelde in het geheel van koorts. Maar toen de koorts niet zakte met de medicamenten die ik kreeg en ik alleen maar ellendiger werd ben ik dus maandag terug geweest. En na een zéér grondig onderzoek kreeg ik volgende diagnose voorgeschoteld, inderdaad fibromyalgie is er maar die is er altijd, oorontsteking was al beter (ik vond dit wel raar op zo'n korte tijd), maar er was iets anders bij gekomen namelijk een longontsteking. Nu kan je mij allles vertellen maar niet dat ik die longontsteking heb bijgekregen door gewoon binnen op mijn bed te liggen. Dat heb ik ook verteld aan mijn huisarts, die glimlachte eens fijntjes en zei verder niets. Alleen drong hij er op aan dat ik de andere medicamenten mocht laten voor wat ze waren en die sterkere antibiotica moest nemen. Dan moest het ten laatste vanaf woensdag (vandaag dus) beter gaan. Indien dit niet het geval waset dan moesten er nog foto's genomen worden. Vandaag aan de telefoon heb ik hem kunnen zeggen, kameraad ( ik kom reeds meer dan dertig jaar bij deze dokter) je bent een kei en het is met uw beroep net zoals in de andere beroepen denk ik, "die ouwe alleskunners maken ze niet meer". Hij heeft deze keer wel hardop gelachen en gezegd als gij het zegt Pierre zal het wel zo zijn zeker. Verzorg je deze week nog maar goed en alls is weer vergeten. Als afsluiter van mijn stukje over de aquarel wil ik nogmaals de bezoekers laten beslissen welke de beste Paspartoutes zullen zijn rond dit schilderijtje. Ik hoop redelijk wat meningen binnen te krijgen en zoals vorige keer zal de meerderheid beslissen.
Aquarell:Zicht op Eigenbilzen vanuit de Krombeekvallei:fase2:deel2
Een mens heeft het niet altijd zoals hij het zou willen . Ik heb een hele tijd plat gelegen wegens de fibromyalgie en daarbij een ferme oorontsteking. Vandaag is het voor het eerst deze week dat ik me iets beter voel, alhoewel het deze morgen helemaal niet lukken wou. Maar van de nood een deugd makend en eindelijk weer het één en ander te kunnen schrijven over het laatste werkje doet goed. Veel ga ik niet vertellen, maar ik wil wel vandaag even het midden gedeelte van het schilderij bespreken. Dit is het gedeelte waar de bloesems tot hun recht dienen te komen en dit is ook het gedeeldte waar ik het meeste moeite mee gehad heb. Je ziet op de foto dat dit gedeelte van het schilderij redelijk open diende te blijven om natuurlijk de bloesems te kunnen weergeven. Toen ik bezig was heb ik op verschillende manieren getracht die bloesems weer te geven en tenslotte heb ik besloten om de schaduwpartijen in de bomen te schilderen. Dit is natuurlijk ook gemakkelijker gezegd dan gedaan. Toen de schaduwpartijen er stonden vond ik dat alles weer te donker van kleur was en ben ik beginnen te krabben met een scherp mesje. Door op deze manier het papier op te ruwen kreeg ik terug de witte ondergrond van het papier te zien. Willeswaar een ander soort wit dan het wit dat ik voor ogen had maar toch een wit dat veel beter was dan dekwit uit de tube. Als ik nu alles overschouw en het hele schilderijtje bekijk is het resultaat niet zo slecht geworden. De volgende bespreking zal ik de verschillende paspartoutes tonen die ik rond het schilderijtje wil zetten en dan is dit werkje klaar voor het nageslacht.
Vandaag ga ik nog iets verder met de uitwerking van het schilderij. Je ziet op de foto dat ik nu ook het middengedeelte van het schilderij heb uitgewerkt. Het probleem dat ik in de vorige fase aanhaalde over de bloesems die ik nog moest aanbrengen heb ik op een voor de leek misschien onorthodokse manier aangepakt. Toch is het een veel toegepaste methode. hoe ik dat gedaan heb bespreek ik in de volgende fase. Vandaag wil ik er even op wijzen dat het niet zo evident is om een landschap als dit toch een bepaalde sfeer mee te geven. Zeker als je schildert zoals ik schilder is dat niet altijd even gemakkelijk. Ik wil namelijk steeds het onderwerp weergeven zoals het zich ook voordoet ter plekke. Ik had mij voorgenomen om alles veel losser te schilderen dus veel transparanter en met heel veel water, maar dat heb ik bij nader inzien toch weer niet gedaan. Waarom, Wel ik voelde mij niet gelukkig en goed bij die werkwijze, wat niet wil zeggen dat ik het opgeef om dat te doen. Voor mij telt het gevoel dat ik heb tijdens het schilderen en hier kreeg ik weer een goed gevoel naarmate ik vorderde. En het is toch het gevoel wat telt bij schilderen. Daarbij zegt het spreekwoord ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, en ik ben nogal fijn gebekt zal ik dan maar denken. Je kan op de foto zien dat ik de groene kleuren, die veelvuldig voorkomen, vrij gedeferentieerd heb weer gegeven. Ik bedoel hiermee dat er verschillende groenen in dit schilderij aanwezig zijn en dat het schilderij zelf niet te eenzijdig "groen" overkomt. Het was mijn bedoeling om een lente gevoel mee te geven, en de kleuren van de bladeren, gras en de struiken zo lichtvoetig als mogelijk weer te geven. Hierdoor hoop ik dat dit schilderijtje toch dat sprankelende, dat aan de lente eigen is, kan oproepen. Ook zie je dat het aan het begin van de lente want er is zelfs een boom die nog geen bladeren heeft. Ook heb ik mijn uiterste best gedaan om de maretak die veelvuldig in de bomen aanwezig is zo natuur getrouw mogelijk weer te geven, maar dit onderdeel mocht ook weer niet de boven hand nemen in het schilderij. Zo zie je maar weer dat er verschillende valstrikken en valkuilen aanwezig waren.