k vind het niet zo gemakkelijk je blog te verbeteren k heb nog veel te leren hoor,hopelijk vind ik hoe het moet ,k hang daar in de midden en weet niet hoe t moet maar alles komt on orde,dat voel ik ,als ik al die mooie berichten zie,ben ik nog vere van ,allen de ze stuurden zeg ik bedankt?love roger
Er wordt oveel geschreven over pijn en pijn bestrijding maar; wat doe je als de pijn veroorzaakt wordt door suikerziekte. Voornamelijk de benen en de voeten? voorlopig kan ik mij verhelpen met toevoeging van magnesium en inspuitingen met vitamine b,voor de rest is t wel beter maar weggaan doet het niet. makelijk gezegd maar,voor de rest geloof ik niet dat tussen mijn twee oren zit(makelijker gezegd dan gedaan) mail roge.clement@skynet.be
Ik wens eenieder die mij dezer dagen bezoekt een Zalige Hoogdag van Allerheiligen,'t is voor eenieder een dag van bezinning,een dag waar ieder wel iemand zal hebben waar de herinnering herleeft op deze dag. Zeg het met bloemen ,een vroom gebed,zo blijf eenieder in onze herinnering leven, ze gaven toch ons een andere kijk op het leven. (De groetjes van ploef)
Geluk en vreugde heeft tijd om te wachten.... Voor hen die huilen... Voor hen die lijden... Voor hen die op zoek zijn... Voor hen die geen zelfvertouwen hebben, voor diegene die liefde uitstralen..... Want die mensen kennen de waarde van datgene wat een indruk nalaat in je leven. ( met de groetjes van ploef)
Stuur een boodschap naar iemand, wiens vriendschap je koestert, naar iemand die indruk op je maakt, naar iemand die deel uitmaakt van je leven.... naar mensen,die jou laten lachen, wanneer je het hard nodig hebt, naar zij die jou het positieve tonen, als je alleen maar al het negatieve ziet, aan mensen aan wie je graag wilt zeggen, hoeveel hun vriendschap voor je betekent, of zeg eenvoudig? Dank je voor je vriendschap, dat je mij een blik in een betere wereld gunt.
Vergeet wat was,verlaat wat achter je ligt, je teleurstellingen , je verdriet. Liefde begint met een glimlach, en groeit met een hartelijke zoen. ( met de groetjes van ploef)
Er zijn momenten in je leven, waarin je iemand zo kunt missen dat je denkt, was hij maar hier.....
Droom over wat je het liefste is. Ga,waarheen je wenst te gaan. Wees dat, wat je wilt zijn. Je hebt maar een leven. Doe er mee wat je het liefst doet. (met de groetjes van ploef)
Vluchtelingen,iedere dag worden ze vermeld in de media Het ergste is dat dat wij bij al die berichtgevingen niet meer stilstaan? Wat zouden wij doen ? Hoe zouden wij ons voelen moesten wij alles moeten achterlaten ? Ons huis, onze familie, onze wereld waarin wij leven...weg. welke pijn zou dat teweegbrengen.
VLUCHTEN? een eeuwenoud verhaal, vluchten,voor je kleur, je eigen taal. Voor oorlog..... zinloos geweld, of gwoon omdat je mentaal bent uitgeteld. Vluchten, een onderschatte pijn, om je zelf te kunnen zijn. Om je geloof of mening je gedachtegoed, of gewoon omdat je even anders doet. Vluchten is leven met pijn en smart,en toch nog hopen, niet te moeten vluchten om jezelf 't ontlopen.
Foto: (een dorpje aan den yzer voor den oorlog ) Hij stuurt een kompagnie wielrijders,die van kapiteinTacques en dan de kompagnie Borms,van het 11° naar de weg van Beerst.Welk een tocht door de granaten. Menige fietser stort van zijn zadel,ligt kreunend neer. De kompagnie Borms zet het op een looppas, moet dan hijgend tegen een muur dekking zoeken, trekt weer verder, tusschen kuilen, over puin en bereikt eindelijk de linie.De kompagnie Pouplier worstelt daar wanhopig en juicht helpers toe,maar er zijn er slechts 121; gelukkig verschijnen dan weer eenige honderden strijders, die der kommpagnieUrbin; nog is den strijd ongelijk en dus moeilijk...De kompagnie Mansaert ook van het 11°, stormt nader. Ook deze bijstand wekt nieuwen moed bij de anderen. Als de Duitschers vooruit rukken, worden ze telkens teruggeslagen. De onzen schieten onverdroten, zoodat de geweren warm worden. De vijand laat een allerhevigst vuur op onze posities richten. De arme strijders staan daar bijna op het vlakke land. Al hun grachten zijn schier toegeschoten.De groepjes dunnen onheilspellend. Toch wijkt men niet.Krampachtig hecht men zich aan deze linie."En avant"dreunt het.Vier kompagnies fusiliers zijn daar. En ze sluiyen zich bij de belgen aan en samen vallen de bondgenooten de tegenpartij op het lijf,stooten met de bajonet, slaan met de kolf van het geweer, vechten,worstelen, man tegen man tot de Duitschers vluchten met achterlating van vele dooden en gewonden en ook van gevangenen, welke angstig de handen omhoog heffen en "Kamerad,kamerad ?" roepen.De verloren stellingen zijn hernomen. In de nacht, rekenend op de vermoeienis der Belgen en de verassing der duisternis, doet de vijand drie stormloopen, doch ook deze worden in bloed gesmoord. Zoo mislukten de eerste aanvallen op de stad.Wij hebben tot nu toe de feiten beschreven op de positie zelf, ten eide het verband van den strijd niet te breken. We zagen de versterkingen aanrukken, moeten nog verhalen hoe die in de stad geraakten.Kolonel Jacques had de vraag om versterking aan kolonel Meiser overgebracht. Deze had nog zes kompagnies onder bevel van luitenant kolonel Leestmans beschikbaar. Onmiddellijk wordt hen bevolen zich naar den rechteroever van den Yzer te begeven; gelijktijdig wordt aan kolonel De Vleeschhouwer 't verzoek gedaan den weg van Diksmuide naar Beerst en het omliggende terrein zoo hevig mogelijk te doen beschieten. Kolonel Meiser verwittigt insgelijks admiraal Ronarc'h, det de hevige aanval, welke het bruggenhoofd doorstaan moet, het noodig heeft gemaakt al zijn reserves in het gevecht te brengen. Hij verzoekt den admiraal troepen ter beschikking te stellen. wordt vervolgd op 12
K' liep vanmorgen in de hof, en ik bekeek de bloemen om mij heen, alsof ze wilden zeggen, geniet nog eens van ons, het weer is goed ,de zon is er, en straks wordt het weer herfst. wij zullen straks weer verdwijnen, in een diepe winterslaap. Maar weet ; daarna wordt het weer lente, en dan ; dan zijn wij er weer, en kan je weer genieten , 't zal zijn, alsof wij nooit zijn weggeweest. En die gedachte maakt mij steeds gelukkig.
Ik wens een mooie zondag aan alle bloggers maar in t bijzonder Johan De Soete,Jen.the,PAUL Geyskens en Leen Truyens bedankt voor je bezoek. Mij is 't druk gezien de verkiezingen ,maar terugkomen doe ik zeker. Voor allen een bloemken uit dank, Roger In ieder geval de beste groetjes van ploef
Aldus richtte men de verdediging van Diksmuide in.zwak slechts was de borstwering, waarop nu den vijand zijn stormpoopen zou doen. Het bombardement was de voorbereiding. Onze soldaten hadden er weinig beschutting tegen. De granaten regenden onophoudelijk op hun onvoldoend ingerichte instellingen. Kommandant Pomplier op den weg naar Beerst was een der eerste slachtoffers.Hij werd door een granaatscherf gedood.Rond drie uur verminderde het vuur. De officieren wisten wat zulks beduidde.Een aanval zou volgen. Op welk punt zou hij losbreken? Overal, maar 't hevigst tusschen Beerst en Eessen ? Een grijze vloed stort aan."Hoch ? Hoch?" huilen de Duitschers . Ze ondervinden nog geen tegenstand. " Hoch ?" schreeuwen ze overmoediger.Dan een geweldige uitbarsting. Onze artillerie heeft de vijandelijke benden laten naderen tot ondr goed bereik der kanonnen en deze spuwen eensklaps hun volle vuur.Als graan voor de zeis vallen de mannen neer. De anderen aarzelen."Voorwaarts ?"tieren hun officieren en slaan de weifelaars met het plat van den sabel of dreigen ze met een revolver.De bressen worden gestopt. De grauwe massa rolt weer aan. Nogmaals ontploffen granaten in dien menschenhoop.Hen hoort gehuil en smartgeschrei."Vorwarts ?" herhalen de oversten.Even naderen de scharen. Weer wankelt de muur.Talrijker liggen de gewonden en dooden in bloedplassen op het veld. Door dien storm kan men niet."Vorwarts, Vorwarts ?. Maar de Duitschers luisteren niet meer,wenden zich om, botsen tegen elkander, vluchten en verdwijnen in hun dekking van Beerst en Eessen. Maar de onzen in den Noordelijken sektor hebben eveneens zware verliezen geleden. Zooveel mannen werden gegrepen in de hagelbui der machienegeweren. Kommandant Pouplier zagen wij vallen. Luitenant Hanut neemt 't kommando over, stort gewond neer, nahem ook luitenant Mostenne. Een onderofficier voert nu het bevel,kan de mannen niet weerhouden en deze wijken een eind. De beweging brengt de gansche linie in gevaar. De Duitschers worden naar de loopgraven gestuurd en nemen ze onder zegegroep in. Onze kompagnie die van labeau rechts moet nu ook achteruit,want hij wordt niet in het front,doch ook in de flank bedreigd.Ten zuiden van den weg naar Eessen en Woumen valt den tegenstander ook geweldig aan.Daar vraagt men dringend versterking. Kolonel Jacques op den markt hoort dien kreet,hoort insgelijks hoe den toestand bij Beerst kritiek wordt. Aldus ontstaat gevaar voor het bruggehoofd.Als den vijand op een punt doorbreekt en met een groot aantal in de stad dringt ,bestookt hij de andere, zwakke troepen in den rug en komen dan tusschen twee vurenJacques geeft zijn bevelen: aan den Noordelijken sektor.Neem nu stellingen terug"en aan de Zuidelijken:" Houd vol, de versterking komt." vervolg op 11) Foto Diksmuide brand)
Dadelijk bevonden zich onder de gewelven zestien muzikanten, twee kinderen en de herbergiester. Daar bij deze laatste de tanden klapperden, zie een vrouw om haar gerust te stellen:" Wees niet bang,madam, binnen vijf minuten zal alles over zijn."De woorden waren pas geuit, toen een granaat den buitenmuur als een blad papier doorboorde en in den kelder kwam ontploffen. Eerst werden allen tegen den muur geslingerd of op den grond geboogen... waar weldra klonk uit het puin een lang gehuil van ontetting en angst op; lieden, die slechts een been of een arm meer hadden, de oogen uit de kassen, hieven zich op, vol wonden en begonnen te kermen.Een der kinderen was dadelijk gedood geweest,evenals een der muzikanten. Anderen waren in den buik gewond of verblind,doof, kreupel.Zij, die niet aan de beenen getroffen waren, ontvluchtten al schreeuwend, gevolgd door hen die niets hadden, maar toch ook huilden. Eenige oogenblikken later verliet kolonel Jacques de herberg Den Vrede,waarvan den top afgeslagen was, en richtte zich naar den andere zijde van het plein,naar " De gouden Balance", toen door dit koffiehuis een granaat vloog, waarvan een scherf de kolonel aan den voet kwetste.Terwijl hij te midden van een vreeselijke gedaver voortging met spreken tot den kommandant Leclercq, die hem verbond, wees Jacques , toen de andere huizen ook vernield werden, de beneden verdieping van het stadhuis als zetel van de staf aan. Terwijl men er de papieren overbracht, droegen brankardiers op baren de gewonden uit de Concorde heen, die men door een bres in den keldermuur haalde.Het was nu middag voorbij. Het mombardement verminderde. Wat burgers kwamen te voorschijn, een bakker keerde naar zijn oven terug.Bij het gebouw der Broeders van Liefde zag men boven boven een puinhoop een vrouwenhoofd. In het gesticht zaten de kinderen onder de gewelven godsdienstige liederen te zingen.Weldra hernamen de Duitschers hun beschieting.Diksmuide's leger afdeelingen stonden onder bevel van admiraal Ronarc'h, die van de Belgische groot hoofdkwartier afhing. Onder eijn kommando had hij ook de Belgische brigade Meiser van het 11°en 12° linie en de artillerie van kolonel Vleeschhouwer. Ronar'h had zijn post aan de halte van Kaaskerke gevestigd en kolonel Meiser aan de Hooge Brug. De verdediging der stad elf was toevertrouwd aan kolonel( later generaal) Jacques, dien wij op de markt zagen.Neen, het was niet de beloofde rust in Frankrijk voor onze soldaten ?Nooit was de beproeving zoo waar geweest als thans. Nimmer in de vorige gevechten had men van de Belgen geeischt, wat men nu van hen vergen zou, dagen,neen weken vol te houden, zonder zwaar geschut,met weinig munitie, bijna zonder voedsel, en ook zonder rust, tegen een overmachtigen vijand, welke geen volk ontzag en tekens nieuwe troepen liet aanrukken.De loopgraven begonnen bij den IJzer BIJ Beerst-Bloote, kruisten dan den weg Diksmuide-Beerst even ten Noorden van Keizershoek, bogen zich langs het Bloedputteken iver het kanaaltje van Handzae, doorsneden de spoorweg en steenweg naar Eessen, richtten zich naar het kerkhof op de baan van Woumen en stuitten opnieuw op den rivier: ze vormden dus een halven cirkel. . Daarna zaten one troepen, het 1° bataljon van het 12° linie ten noorden van den spoorlijn het 2° ten Zuiden, het bataljon was bij de stad in reserve.De fusilliers-mariniers bevonden zich nog over den IJzer,gereed om als versterking aan te rukken.vervolg op 10) foto Oude abdij te Meessen)
De vijand bezette met een dichte troepen -massa dus al de dorpen, die hij bij Diksmuide bereiken kon.Aldus verscheen hij ook spoedig te Woumen, de eerste gemeente op den weg van Diksmuide naar Iperen. Aan Jonkershoeve kwamen een tietal burgers om. Op 't dorp zelf schoot men een hagelbui kogels af; een jongeling en een meisje, die op straat waren, werden aldus gedood. Tusschen Woumen en Diksmuide stuitten de aanrukkende benden op hevigen weerstand van de onzen en de Fransche fusilier-mariniers.Zij konden zich meester maken van het kasteel van ridder Henderickx, welk gebouw in hun handen zoo'n geduchte sterkte werd. Maar aan het kerkhof bleef geruime tijd de linie schommelen. Zoo vormden de belegeringstroepen een kring rond Woumen en Eessen. 't Kanaal van Handsame, Beerst tot Keiem rond het IJzerstedeke, dat toch geen moderne vesting was,slechts een open plaatsje hetwelke in vredestijd zelf nog geen garnizoen telde. Daar nu stelde de vijand zijn zwaar geschut op en Diksmuide lag aan de monsterkanonnen overgeleverd. Dit ervoeren de bewoners dus dien dinsdag morgen 20 October. En al dadelijk stortten daken in, botsten gevels neer, vlogen de keien uit de straten en verhieven zich de vlammen, die wijder en wijder om zich heen grepen.Een verschrikte menigte rende naar de hooge Brug, den eenigen uitweg naar Veurne-Ambacht. Maar zooals ze reeds zeiden, bleven velen nog. De politie-kommisaris Foeke, zorgde dat menschen uit getroffen huizen in sterke kelders werden geleid, o,m. onder 't stadhuis of onder de brouwerijen en kloosters, want al spoedig ging het geweldig in het dtedeke toe.Ziehier eenige tooneelen van dien dag, geteekend in het treffend werk van M.Baudu:"La Bataille de I'Yzer"."De Groote Markt werd in 't bijzonder bestookt.Elk oogenblik vedween ze al sidderend in het geweld van een zwarte wolk, door vlammen verlicht, waaruit ze dan weer te voorschijn kwam met een droevig uizicht van vernieling; reeds maakten hoopen steenen en pannen en balken den doortocht moeilijk. Tegenover het stadhuis bij de herberg de Concorde, speelde een muzikant, op de saxophone, bij een fusilier, toen een granaat, die op een meter van hem terecht kwam, den matroos op den slag doodde en de beide beenen van den muzikant verbrijzelde. De weinige voorbijgangers waren haastig de Concorde binnengeloopen waar de muzikanten van het 12° voetvolk hun vleesch braadden en met fusiliers koutten. Het was bijna middag en de toestand scheen reeds nog vreeselijker te worden. Naar Zarren op hoorde men op dat oogenblik een hevige fusillade: het was de achterhoede van de Fransche ruiterij, die terug geslagen werd.Ten Noorden klonk een langgerekt geroffel op den IJzedijk. Bij elke ontploffing schommelde de stad op haar turfachtigen ondergrond."Het regent flink" zei de muzikant Leroy tot de waardin van het koffiehuis de Concorde ."Latenn we naar den kelder gaan ?" ( vervolg op (9)( foto Duitsche verkenners aan den Yzer)
Het beste geluid van mijn kindertijd was jou sleutel in het slot. 'k zat altijd in je stoel tot je thuiskwam. Dat was de speciale plaats voor het wachten, de plaats die jou vorm had, de geur van je boeken, het oude kussen dat je in je rug stopte. We hebben die stoel weggedaan, maar ik mis hem nog steeds wanneer je er niet bent.
Weet je nog,Pap,die dagen toen 't huis mijn hele wereld was? Hoe kleine dingen groot dreigden? Ik kende jouw wijdere wereld nog niet, maar je boog je voorover en deelde mijn regenboogplassen, kikkerkoppen aan de rand van 't water, de glans van een kevervleugel, kiezelstenen en kroonkurken. Allemaal even spannend. Jij toonde mij geheime dingen: hyacinten die in de lente hun kopje uit de grond staken, een noot gekraakt door een vogelsnavel.
Uitgelopende zaadjes. Sporen van hondepoten in het stof. Je tilde mij hoog op je schouders en liet mij de bomen aanraken. Je gaf me een schelp om te bewaren. Ik denk dat ik jou ook iets gegeven heb- een wereld die je half vergeten had. Een kleine hand in de jouwe. Ik ben grootgegroeid, maar die lange vriendschap heeft elke verandering doorstaan. En alles wat je mij schonk, is voor altijd een deel van mij.
(Met de groetjes van ploef) ('t Is wat mijn dochter schreef)
In de brouwerij werd het een ellendig leven. De oudsten lagen in den kelder. Daar kwijnde de negentigjarige vrouw W...., die in geen tien jaar meer uit haar woning was geweest en welke men nu op haar matras door een raam binnengeschoven had. Daar ijlde in koorts V.H..... die men 10 minuten na haar bevalling in een beddezak gewikkeld, herwaards voerde. Daar kreunden grijsaards en schreiden zuigelingen die de moeders met genoeg voeden konden. Idioten staarden dol voor zich uit. In de muiterij en op den zolder ook zaten ze samengehoopt, de slachtoffers van de Duitsche dwingelandij. 't Voedsel was schaarsch. In een maand tijds hebben de Duitschers geen vijftig brooden gegeven. 't Kon hen niet schelen of de gevangenen honger hadden. Hoogstens lieten ze enkelen in de reeds door soldaten geplunderde huizen wat levensmiddelen te zoeken, en zoo vond men toch wat meel. De bakkers onder de opgeslotenen bakten brood, dat met stukjes van een vinger lang zuinig bedeeld werd. In drie fornuizen kookte men koffie, aardappelen en soep. Drie aardappelen was, per hoofd, 't dagelijkse rantsoen.... Of een schepje aardappelen met soep tot een stamppot gekookt. De doompelaars namen het voedsel in de handpalm, in een muts, een ledige konservendoos, op een plankje, een teloorscherf, en verslonden het gretig. De dochter en de zoons van Costenoble hielden het toezicht, deelden de spijze uit en bemoedigden nog hunne lotgenooten. Een walgelijke geur walmde door de vertrekken. die niet gelucht konden worden. Kindsch geworden ouderlingen lieten hun ontlasting onder zich loopen op 't mul geworden stroo. Er ontstond buikloop. Wasschen kon men niet, want men mocht geen vodoend water halen. Ongedierte plaagde de ongelukkigen. En dag aan dag kroop voorbij, zonder uitzicht op de bevrijding?. Want de vijand had besloten hun hier te vervolhouden, tot Diksmuide gevallen was.Wij zullen zien hor dat duurde tot 15 November. 't Volk noemt nu deze brouwerij ( ze werd later bijna geheel door het geschut vernield)." het pesthol van Eessen." En zwaarder werd het lijden in 't pesthol der brouwerij, waar de opgeslotenen zich nauwelijks bewegen konden, honger leden en stiklucht inademden. Toen begonnen er gevangenen van ellende te sterven. Dan haalden eenige gevangenen planken van de binnenplaats, timmerden een kist en brachten den doode weg naar 't kerkhof. Dat mocht wel van de Duitschers, en men vroeg zich waarlijk af of den beul van Eessen de hoop koesterd dat allen wel bezwijken zouden. We ullen naderhand vernemen, hoe het dezen rampzaligen verder verging. Achter Eessen op 't Roggeveld hadden de Duitschers in hoeven lazaretten ingericht.En al dadelijk vloeide er een stroom van Duitsche gewonden heen.Nu moeten wij nog een ander deel der vijandelijke linie beschouwen.( vervolg op 8) (Foto Belgen in aftocht over een noodbrug).
Dag; mijn lieve, lieve meisje, 't is al weer lang geleden,maar hoe is het nou. Ja echt; echt dat wil ik weten, ik kan je niet vergeten,hoe is het nou. Nee dat is niet wat ik vroeg, je stem alleen is niet genoeg, omdat ik van je hou, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou. Waarom zeg jij nu niet, denk niet dat het zo maar over is, daarom bel ik je op, alleen omdat ik je zo vreeslijk mis. Als alles anders was mijn lieve meisje, dan had ik nu bij u kunnen zijn, alleen ondat ik van je hou, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou.
Dag mijn lieve lieve meisje, laat nu de rest maar zitten , 't is wat ik zeggen wou.
Wat jij en ik nu mogen vinden, wij komen toch niet verder, dan hoe is het nou. Nee je stem alleen is niet genoeg, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou. Omdat ik van je hou, Omdat ik toch zo heel veel van je hou.