k vind het niet zo gemakkelijk je blog te verbeteren k heb nog veel te leren hoor,hopelijk vind ik hoe het moet ,k hang daar in de midden en weet niet hoe t moet maar alles komt on orde,dat voel ik ,als ik al die mooie berichten zie,ben ik nog vere van ,allen de ze stuurden zeg ik bedankt?love roger
Er wordt oveel geschreven over pijn en pijn bestrijding maar; wat doe je als de pijn veroorzaakt wordt door suikerziekte. Voornamelijk de benen en de voeten? voorlopig kan ik mij verhelpen met toevoeging van magnesium en inspuitingen met vitamine b,voor de rest is t wel beter maar weggaan doet het niet. makelijk gezegd maar,voor de rest geloof ik niet dat tussen mijn twee oren zit(makelijker gezegd dan gedaan) mail roge.clement@skynet.be
Foto: (een dorpje aan den yzer voor den oorlog ) Hij stuurt een kompagnie wielrijders,die van kapiteinTacques en dan de kompagnie Borms,van het 11° naar de weg van Beerst.Welk een tocht door de granaten. Menige fietser stort van zijn zadel,ligt kreunend neer. De kompagnie Borms zet het op een looppas, moet dan hijgend tegen een muur dekking zoeken, trekt weer verder, tusschen kuilen, over puin en bereikt eindelijk de linie.De kompagnie Pouplier worstelt daar wanhopig en juicht helpers toe,maar er zijn er slechts 121; gelukkig verschijnen dan weer eenige honderden strijders, die der kommpagnieUrbin; nog is den strijd ongelijk en dus moeilijk...De kompagnie Mansaert ook van het 11°, stormt nader. Ook deze bijstand wekt nieuwen moed bij de anderen. Als de Duitschers vooruit rukken, worden ze telkens teruggeslagen. De onzen schieten onverdroten, zoodat de geweren warm worden. De vijand laat een allerhevigst vuur op onze posities richten. De arme strijders staan daar bijna op het vlakke land. Al hun grachten zijn schier toegeschoten.De groepjes dunnen onheilspellend. Toch wijkt men niet.Krampachtig hecht men zich aan deze linie."En avant"dreunt het.Vier kompagnies fusiliers zijn daar. En ze sluiyen zich bij de belgen aan en samen vallen de bondgenooten de tegenpartij op het lijf,stooten met de bajonet, slaan met de kolf van het geweer, vechten,worstelen, man tegen man tot de Duitschers vluchten met achterlating van vele dooden en gewonden en ook van gevangenen, welke angstig de handen omhoog heffen en "Kamerad,kamerad ?" roepen.De verloren stellingen zijn hernomen. In de nacht, rekenend op de vermoeienis der Belgen en de verassing der duisternis, doet de vijand drie stormloopen, doch ook deze worden in bloed gesmoord. Zoo mislukten de eerste aanvallen op de stad.Wij hebben tot nu toe de feiten beschreven op de positie zelf, ten eide het verband van den strijd niet te breken. We zagen de versterkingen aanrukken, moeten nog verhalen hoe die in de stad geraakten.Kolonel Jacques had de vraag om versterking aan kolonel Meiser overgebracht. Deze had nog zes kompagnies onder bevel van luitenant kolonel Leestmans beschikbaar. Onmiddellijk wordt hen bevolen zich naar den rechteroever van den Yzer te begeven; gelijktijdig wordt aan kolonel De Vleeschhouwer 't verzoek gedaan den weg van Diksmuide naar Beerst en het omliggende terrein zoo hevig mogelijk te doen beschieten. Kolonel Meiser verwittigt insgelijks admiraal Ronarc'h, det de hevige aanval, welke het bruggenhoofd doorstaan moet, het noodig heeft gemaakt al zijn reserves in het gevecht te brengen. Hij verzoekt den admiraal troepen ter beschikking te stellen. wordt vervolgd op 12
K' liep vanmorgen in de hof, en ik bekeek de bloemen om mij heen, alsof ze wilden zeggen, geniet nog eens van ons, het weer is goed ,de zon is er, en straks wordt het weer herfst. wij zullen straks weer verdwijnen, in een diepe winterslaap. Maar weet ; daarna wordt het weer lente, en dan ; dan zijn wij er weer, en kan je weer genieten , 't zal zijn, alsof wij nooit zijn weggeweest. En die gedachte maakt mij steeds gelukkig.
Ik wens een mooie zondag aan alle bloggers maar in t bijzonder Johan De Soete,Jen.the,PAUL Geyskens en Leen Truyens bedankt voor je bezoek. Mij is 't druk gezien de verkiezingen ,maar terugkomen doe ik zeker. Voor allen een bloemken uit dank, Roger In ieder geval de beste groetjes van ploef
Aldus richtte men de verdediging van Diksmuide in.zwak slechts was de borstwering, waarop nu den vijand zijn stormpoopen zou doen. Het bombardement was de voorbereiding. Onze soldaten hadden er weinig beschutting tegen. De granaten regenden onophoudelijk op hun onvoldoend ingerichte instellingen. Kommandant Pomplier op den weg naar Beerst was een der eerste slachtoffers.Hij werd door een granaatscherf gedood.Rond drie uur verminderde het vuur. De officieren wisten wat zulks beduidde.Een aanval zou volgen. Op welk punt zou hij losbreken? Overal, maar 't hevigst tusschen Beerst en Eessen ? Een grijze vloed stort aan."Hoch ? Hoch?" huilen de Duitschers . Ze ondervinden nog geen tegenstand. " Hoch ?" schreeuwen ze overmoediger.Dan een geweldige uitbarsting. Onze artillerie heeft de vijandelijke benden laten naderen tot ondr goed bereik der kanonnen en deze spuwen eensklaps hun volle vuur.Als graan voor de zeis vallen de mannen neer. De anderen aarzelen."Voorwaarts ?"tieren hun officieren en slaan de weifelaars met het plat van den sabel of dreigen ze met een revolver.De bressen worden gestopt. De grauwe massa rolt weer aan. Nogmaals ontploffen granaten in dien menschenhoop.Hen hoort gehuil en smartgeschrei."Vorwarts ?" herhalen de oversten.Even naderen de scharen. Weer wankelt de muur.Talrijker liggen de gewonden en dooden in bloedplassen op het veld. Door dien storm kan men niet."Vorwarts, Vorwarts ?. Maar de Duitschers luisteren niet meer,wenden zich om, botsen tegen elkander, vluchten en verdwijnen in hun dekking van Beerst en Eessen. Maar de onzen in den Noordelijken sektor hebben eveneens zware verliezen geleden. Zooveel mannen werden gegrepen in de hagelbui der machienegeweren. Kommandant Pouplier zagen wij vallen. Luitenant Hanut neemt 't kommando over, stort gewond neer, nahem ook luitenant Mostenne. Een onderofficier voert nu het bevel,kan de mannen niet weerhouden en deze wijken een eind. De beweging brengt de gansche linie in gevaar. De Duitschers worden naar de loopgraven gestuurd en nemen ze onder zegegroep in. Onze kompagnie die van labeau rechts moet nu ook achteruit,want hij wordt niet in het front,doch ook in de flank bedreigd.Ten zuiden van den weg naar Eessen en Woumen valt den tegenstander ook geweldig aan.Daar vraagt men dringend versterking. Kolonel Jacques op den markt hoort dien kreet,hoort insgelijks hoe den toestand bij Beerst kritiek wordt. Aldus ontstaat gevaar voor het bruggehoofd.Als den vijand op een punt doorbreekt en met een groot aantal in de stad dringt ,bestookt hij de andere, zwakke troepen in den rug en komen dan tusschen twee vurenJacques geeft zijn bevelen: aan den Noordelijken sektor.Neem nu stellingen terug"en aan de Zuidelijken:" Houd vol, de versterking komt." vervolg op 11) Foto Diksmuide brand)
Dadelijk bevonden zich onder de gewelven zestien muzikanten, twee kinderen en de herbergiester. Daar bij deze laatste de tanden klapperden, zie een vrouw om haar gerust te stellen:" Wees niet bang,madam, binnen vijf minuten zal alles over zijn."De woorden waren pas geuit, toen een granaat den buitenmuur als een blad papier doorboorde en in den kelder kwam ontploffen. Eerst werden allen tegen den muur geslingerd of op den grond geboogen... waar weldra klonk uit het puin een lang gehuil van ontetting en angst op; lieden, die slechts een been of een arm meer hadden, de oogen uit de kassen, hieven zich op, vol wonden en begonnen te kermen.Een der kinderen was dadelijk gedood geweest,evenals een der muzikanten. Anderen waren in den buik gewond of verblind,doof, kreupel.Zij, die niet aan de beenen getroffen waren, ontvluchtten al schreeuwend, gevolgd door hen die niets hadden, maar toch ook huilden. Eenige oogenblikken later verliet kolonel Jacques de herberg Den Vrede,waarvan den top afgeslagen was, en richtte zich naar den andere zijde van het plein,naar " De gouden Balance", toen door dit koffiehuis een granaat vloog, waarvan een scherf de kolonel aan den voet kwetste.Terwijl hij te midden van een vreeselijke gedaver voortging met spreken tot den kommandant Leclercq, die hem verbond, wees Jacques , toen de andere huizen ook vernield werden, de beneden verdieping van het stadhuis als zetel van de staf aan. Terwijl men er de papieren overbracht, droegen brankardiers op baren de gewonden uit de Concorde heen, die men door een bres in den keldermuur haalde.Het was nu middag voorbij. Het mombardement verminderde. Wat burgers kwamen te voorschijn, een bakker keerde naar zijn oven terug.Bij het gebouw der Broeders van Liefde zag men boven boven een puinhoop een vrouwenhoofd. In het gesticht zaten de kinderen onder de gewelven godsdienstige liederen te zingen.Weldra hernamen de Duitschers hun beschieting.Diksmuide's leger afdeelingen stonden onder bevel van admiraal Ronarc'h, die van de Belgische groot hoofdkwartier afhing. Onder eijn kommando had hij ook de Belgische brigade Meiser van het 11°en 12° linie en de artillerie van kolonel Vleeschhouwer. Ronar'h had zijn post aan de halte van Kaaskerke gevestigd en kolonel Meiser aan de Hooge Brug. De verdediging der stad elf was toevertrouwd aan kolonel( later generaal) Jacques, dien wij op de markt zagen.Neen, het was niet de beloofde rust in Frankrijk voor onze soldaten ?Nooit was de beproeving zoo waar geweest als thans. Nimmer in de vorige gevechten had men van de Belgen geeischt, wat men nu van hen vergen zou, dagen,neen weken vol te houden, zonder zwaar geschut,met weinig munitie, bijna zonder voedsel, en ook zonder rust, tegen een overmachtigen vijand, welke geen volk ontzag en tekens nieuwe troepen liet aanrukken.De loopgraven begonnen bij den IJzer BIJ Beerst-Bloote, kruisten dan den weg Diksmuide-Beerst even ten Noorden van Keizershoek, bogen zich langs het Bloedputteken iver het kanaaltje van Handzae, doorsneden de spoorweg en steenweg naar Eessen, richtten zich naar het kerkhof op de baan van Woumen en stuitten opnieuw op den rivier: ze vormden dus een halven cirkel. . Daarna zaten one troepen, het 1° bataljon van het 12° linie ten noorden van den spoorlijn het 2° ten Zuiden, het bataljon was bij de stad in reserve.De fusilliers-mariniers bevonden zich nog over den IJzer,gereed om als versterking aan te rukken.vervolg op 10) foto Oude abdij te Meessen)
De vijand bezette met een dichte troepen -massa dus al de dorpen, die hij bij Diksmuide bereiken kon.Aldus verscheen hij ook spoedig te Woumen, de eerste gemeente op den weg van Diksmuide naar Iperen. Aan Jonkershoeve kwamen een tietal burgers om. Op 't dorp zelf schoot men een hagelbui kogels af; een jongeling en een meisje, die op straat waren, werden aldus gedood. Tusschen Woumen en Diksmuide stuitten de aanrukkende benden op hevigen weerstand van de onzen en de Fransche fusilier-mariniers.Zij konden zich meester maken van het kasteel van ridder Henderickx, welk gebouw in hun handen zoo'n geduchte sterkte werd. Maar aan het kerkhof bleef geruime tijd de linie schommelen. Zoo vormden de belegeringstroepen een kring rond Woumen en Eessen. 't Kanaal van Handsame, Beerst tot Keiem rond het IJzerstedeke, dat toch geen moderne vesting was,slechts een open plaatsje hetwelke in vredestijd zelf nog geen garnizoen telde. Daar nu stelde de vijand zijn zwaar geschut op en Diksmuide lag aan de monsterkanonnen overgeleverd. Dit ervoeren de bewoners dus dien dinsdag morgen 20 October. En al dadelijk stortten daken in, botsten gevels neer, vlogen de keien uit de straten en verhieven zich de vlammen, die wijder en wijder om zich heen grepen.Een verschrikte menigte rende naar de hooge Brug, den eenigen uitweg naar Veurne-Ambacht. Maar zooals ze reeds zeiden, bleven velen nog. De politie-kommisaris Foeke, zorgde dat menschen uit getroffen huizen in sterke kelders werden geleid, o,m. onder 't stadhuis of onder de brouwerijen en kloosters, want al spoedig ging het geweldig in het dtedeke toe.Ziehier eenige tooneelen van dien dag, geteekend in het treffend werk van M.Baudu:"La Bataille de I'Yzer"."De Groote Markt werd in 't bijzonder bestookt.Elk oogenblik vedween ze al sidderend in het geweld van een zwarte wolk, door vlammen verlicht, waaruit ze dan weer te voorschijn kwam met een droevig uizicht van vernieling; reeds maakten hoopen steenen en pannen en balken den doortocht moeilijk. Tegenover het stadhuis bij de herberg de Concorde, speelde een muzikant, op de saxophone, bij een fusilier, toen een granaat, die op een meter van hem terecht kwam, den matroos op den slag doodde en de beide beenen van den muzikant verbrijzelde. De weinige voorbijgangers waren haastig de Concorde binnengeloopen waar de muzikanten van het 12° voetvolk hun vleesch braadden en met fusiliers koutten. Het was bijna middag en de toestand scheen reeds nog vreeselijker te worden. Naar Zarren op hoorde men op dat oogenblik een hevige fusillade: het was de achterhoede van de Fransche ruiterij, die terug geslagen werd.Ten Noorden klonk een langgerekt geroffel op den IJzedijk. Bij elke ontploffing schommelde de stad op haar turfachtigen ondergrond."Het regent flink" zei de muzikant Leroy tot de waardin van het koffiehuis de Concorde ."Latenn we naar den kelder gaan ?" ( vervolg op (9)( foto Duitsche verkenners aan den Yzer)
Het beste geluid van mijn kindertijd was jou sleutel in het slot. 'k zat altijd in je stoel tot je thuiskwam. Dat was de speciale plaats voor het wachten, de plaats die jou vorm had, de geur van je boeken, het oude kussen dat je in je rug stopte. We hebben die stoel weggedaan, maar ik mis hem nog steeds wanneer je er niet bent.
Weet je nog,Pap,die dagen toen 't huis mijn hele wereld was? Hoe kleine dingen groot dreigden? Ik kende jouw wijdere wereld nog niet, maar je boog je voorover en deelde mijn regenboogplassen, kikkerkoppen aan de rand van 't water, de glans van een kevervleugel, kiezelstenen en kroonkurken. Allemaal even spannend. Jij toonde mij geheime dingen: hyacinten die in de lente hun kopje uit de grond staken, een noot gekraakt door een vogelsnavel.
Uitgelopende zaadjes. Sporen van hondepoten in het stof. Je tilde mij hoog op je schouders en liet mij de bomen aanraken. Je gaf me een schelp om te bewaren. Ik denk dat ik jou ook iets gegeven heb- een wereld die je half vergeten had. Een kleine hand in de jouwe. Ik ben grootgegroeid, maar die lange vriendschap heeft elke verandering doorstaan. En alles wat je mij schonk, is voor altijd een deel van mij.
(Met de groetjes van ploef) ('t Is wat mijn dochter schreef)
In de brouwerij werd het een ellendig leven. De oudsten lagen in den kelder. Daar kwijnde de negentigjarige vrouw W...., die in geen tien jaar meer uit haar woning was geweest en welke men nu op haar matras door een raam binnengeschoven had. Daar ijlde in koorts V.H..... die men 10 minuten na haar bevalling in een beddezak gewikkeld, herwaards voerde. Daar kreunden grijsaards en schreiden zuigelingen die de moeders met genoeg voeden konden. Idioten staarden dol voor zich uit. In de muiterij en op den zolder ook zaten ze samengehoopt, de slachtoffers van de Duitsche dwingelandij. 't Voedsel was schaarsch. In een maand tijds hebben de Duitschers geen vijftig brooden gegeven. 't Kon hen niet schelen of de gevangenen honger hadden. Hoogstens lieten ze enkelen in de reeds door soldaten geplunderde huizen wat levensmiddelen te zoeken, en zoo vond men toch wat meel. De bakkers onder de opgeslotenen bakten brood, dat met stukjes van een vinger lang zuinig bedeeld werd. In drie fornuizen kookte men koffie, aardappelen en soep. Drie aardappelen was, per hoofd, 't dagelijkse rantsoen.... Of een schepje aardappelen met soep tot een stamppot gekookt. De doompelaars namen het voedsel in de handpalm, in een muts, een ledige konservendoos, op een plankje, een teloorscherf, en verslonden het gretig. De dochter en de zoons van Costenoble hielden het toezicht, deelden de spijze uit en bemoedigden nog hunne lotgenooten. Een walgelijke geur walmde door de vertrekken. die niet gelucht konden worden. Kindsch geworden ouderlingen lieten hun ontlasting onder zich loopen op 't mul geworden stroo. Er ontstond buikloop. Wasschen kon men niet, want men mocht geen vodoend water halen. Ongedierte plaagde de ongelukkigen. En dag aan dag kroop voorbij, zonder uitzicht op de bevrijding?. Want de vijand had besloten hun hier te vervolhouden, tot Diksmuide gevallen was.Wij zullen zien hor dat duurde tot 15 November. 't Volk noemt nu deze brouwerij ( ze werd later bijna geheel door het geschut vernield)." het pesthol van Eessen." En zwaarder werd het lijden in 't pesthol der brouwerij, waar de opgeslotenen zich nauwelijks bewegen konden, honger leden en stiklucht inademden. Toen begonnen er gevangenen van ellende te sterven. Dan haalden eenige gevangenen planken van de binnenplaats, timmerden een kist en brachten den doode weg naar 't kerkhof. Dat mocht wel van de Duitschers, en men vroeg zich waarlijk af of den beul van Eessen de hoop koesterd dat allen wel bezwijken zouden. We ullen naderhand vernemen, hoe het dezen rampzaligen verder verging. Achter Eessen op 't Roggeveld hadden de Duitschers in hoeven lazaretten ingericht.En al dadelijk vloeide er een stroom van Duitsche gewonden heen.Nu moeten wij nog een ander deel der vijandelijke linie beschouwen.( vervolg op 8) (Foto Belgen in aftocht over een noodbrug).
Dag; mijn lieve, lieve meisje, 't is al weer lang geleden,maar hoe is het nou. Ja echt; echt dat wil ik weten, ik kan je niet vergeten,hoe is het nou. Nee dat is niet wat ik vroeg, je stem alleen is niet genoeg, omdat ik van je hou, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou. Waarom zeg jij nu niet, denk niet dat het zo maar over is, daarom bel ik je op, alleen omdat ik je zo vreeslijk mis. Als alles anders was mijn lieve meisje, dan had ik nu bij u kunnen zijn, alleen ondat ik van je hou, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou.
Dag mijn lieve lieve meisje, laat nu de rest maar zitten , 't is wat ik zeggen wou.
Wat jij en ik nu mogen vinden, wij komen toch niet verder, dan hoe is het nou. Nee je stem alleen is niet genoeg, maar dat kan ik nu niet zeggen tegen jou. Omdat ik van je hou, Omdat ik toch zo heel veel van je hou.
De man overdreef niet. zoo was het inderdaad gebeurd. De Heer Jules Maes was schepene van Eessen. De ongelukkigen waren van de wagens gesprongen. De weerloozen schuilden dan onder het voertuig. Het hielp hen niet. Weldra lagen daar op den weg elf dooden. En tusschen de lijken kreunde een dochtertje van Maes, dat twee dagen later gewond, maar nog levend gevonden werd.We zagen het in 1919 terug.Het kind is nog altijd zeer zenwachtig. De vrouw van Maes was langs een andere richting gevlucht, maar werd toch vermoord. Serpieters vluchte met zijn kind door de velden. Hij vertelde dan ook:"Ik kroop door 't aardappelloof lijk een slakke 'k Had 't dutske van mijn kind mee...Zoo zagen ze mij niet....Anders ware ik er ook aan geweest.... O, 't zijn razende duivels.... 't Is aan Eessen- Kapelle gebeurd. Volkaert en zijn schoonbroer zijn ook dood ?" "Die ook al ?" " ze lagen bij Becu aan elkaar gebonden op den mesthoop. En Maes' vrouwe ook ?. " We moesten er allemaal aan ?. kreet een der aanwezigen. Nog sloopen er gedaanten binnen, schuwbevend onder den indruk van hevige tooneelen. En ieder was bode van gruwelen. Uitenhoven was op den weg van Pikkelboon naar Diksmuide eerst geweldig geslagen en dan doodgeschoten. De Duitschers hadden bij Tuitens' bakkerij een gelm en een bebloede vest gevonden. Ze wilden niet gelooven dat Uitenhoven een, gewond soldaat had moeten vervoeren met 't rijtuig van den bakker. Dien helm en het vest waren van den gekwetste. Wat hielp het, dat alles te zeggen ?.Francs-tireurs, moordenaars", antwoordden de woestelingen, die alleen aan burgerhaat wilden gelooven en daarom niet onderzochten. Alois Vevne en zijn vrouw waren op straat vermoord. Als de soldaten maar een burger zagen, losten ze een schot. " We moeten er allemaal aan ?" herhaalde een doffe stem uit den koek. Er aten nu 22 mannen en 40 vrouwen in de kelder van de brouwerij. In 't geheel bleek dat ruim veertig dorpelingen omgebracht waren geworden. Altijd maar meer gevangenen werden er in de brouwerij gebracht en weldra waren er ruim 500 ?Ze werden van dichtbij bewaakt. De Duitschers metselden vensteropeningen dicht, of maakten ze met nettedraad af.... en in 't eerst verboden de gevangenen zelfs buiten aan hun natuurlijke aan hun natuurlijke behoeften te voldoen. In den omtrek dwaalde 't vee,dat talrijke bonte vee der welige streek. Eenige burgers mochten toen de koeien gaan melken. Dat gelukte enkele dagen. De arme beesten lieten de menschen naderen maar weldra werden ze wild door het oorlogsgeweld en stormden ze brullend over de velden tot een granaat of 't schot van een Duitscher hen neervelde.(wordt vervolgd op 7) Foto De Belgische grenadiers doen een charge en werpen den vijand achteruit aan den IJzer in 1914)
Een groene vriend; Dat is degene die altijd en overal in elke situatie het positieve laat zien, en altijd hoop geeft.
Mijn blauwe vriend? Dat is de kleur van de lucht en de zee,die mij vrede en rust brengt.
Mijn gele vriend; Dat is de kleur van de zon?,een vriend die mij aan 't lachen brengt, en die mij de sterren toont als ik triest ben.
Mijn rode vriend; Dat is diegene die mij herinnert aan de regels van mijn leven, en die mij aanmoedigt om te veranderen , met warme liefdevolle woorden.
Mijn oranje vriend, HA? M'n " oranje" vriend , die versterkt mijn geest met nieuwe inergie, met vitaminen boordevol liefde die mij helpt groeien.
Mijn grijze vriend? Dat is degene die mij stilte bijbrengt; die mij leert om naar mijn zelf te luisteren en mij leert om anderen te begrijpen.
Na veell problemen ben ik dan toch weer van start gegaan,ik wens jullie allen het allerbeste toe en hoop met wat meer tijd weer definitief van start te gaan. In ieder geval de groetjes van ploef.
Den kommandant gebiedt te schieten.De soldaten vuren in de lucht. Dan moeten de mannen in looppas heen en weer rennen, terwijl de Duitschers staan te lachen en hun uitschelden voor frances tireurs. Een tweede zoon van den brouwer egt, dat de inwoners hun weinige wapens afgegeven hebben en deze in het huis van den burgemeester verzameld zijn. Hij is bereid er den kommandant heen te brengen. Den overste en eenige mannen gaan mee. Te vergeefs belt men. De deur wordt ingebeukt. In de voorkamer liggen inderdaad de wapens ordelijk geschikt, elk met het briefje van den eigenaar. Daar valt den blik van den kommandant op eenige Duitsche geweren en militaire vesten. " Wat is dat ?" huilt hij. "'t Is heel eenvoudig. Er hebben hier soldaten gelogeerd en dit achtergelaten toen ze op 17 October vluchtten." " Neen,neen, gij hebt ze laf vermoord en zult die misdaad duur bekopen." Waanzinnig van woede biedt de overste de woning,de kerk en een veertigtal huizen met naphta te begieten en in brand te steken. Buiten het dorp moeten een dertigtal huizen en hoeven hetzelfde lot ondergaan.En onmiddelijk laait van alle zijden het vuur. Dikke rookwolken, waaruit duizenden vonken spetteren,stijgen omhoog. Menschen weenen en jammeren, soldaten huilen, geweren knallen. 't Leek wel 't einde van de wereld. De mannen moesten lang op den koer blijven. Sommigen vielen van vermoeienis neer, maar werden met schoppen en zweepslagen weer overeind gejaagd. De reeds gewonde zoon van den brouwer, Alberic Costenoble,werd geheel afgemaakt. Een kogel velde hem neer. 't Lijk moest daar blijven liggen. Soldaten beroofden tal van Essenaren van hun geld en horloge.De pastoor, de heer Boutens was reeds gevangen naar Ichtegem gevoerd. Eessen was nu een oord van verschrikking. Niet alleen was de dorpsplaats een brandpoel, maar overal in 't ronde woedden de vlammen, naar Keiem op en Beerst, te Vldsloo, te Woumen en boven Diksmuide elf waggelde de rosse gloed. De kanonnen bulderden maar, getiktak der machinegeweren en deschoten, het fluiten der kogels, want niet ver van daar waren de legers op elkander gebotst en van Woumen tot voorbij Beerst, dus in een kring om de stad,betwistten ze elkaar het zoo veege Diksmuide. In dat strijdgewoel ook waren vluchtelingen verdoold geraakt en ze schuilden in putten en achter de mijten en aten met den angst van ontdekking op 't lijf. De Duitschers dreven de burgers van de brouwerij naar de herberg van Bossuit. Hier moesten ze in de gelagkamer wachten, onder toezicht van vier bewakers ,welke hun toch verlof gaven te zitten.Maar dan trad hun beul weer binnen. "Niet zitten ?" huilde hij. "Recht staan ? Zwijnhonden zijt ge francs-tireurs en moordenaars ?" Eensklaps greep hij een kruisbeeld en hief het in de hoogte. "Ziet dat aan ?" vervolgde hij. " 't is voor 't laatst bereidt u tot den dood ?" ( wordt vervolgd op 5) Foto ;(De Koning in een West Vlaamsch dorpje achter het frond)
Pluk de dag ,zolang je er nog van genieten mag, begin met een mooie lach,stel niet veel vragen, en wees vroom voor al wie je tegen komt. en je wordt er dubbel en dik voor beloond.
(Met de groetjes van ploef)Da benne 'k ik op den foto)
(2)DE DUITSCHERS NAAR DIKSMUIDE HANDZAME?WERCKEN BEERST,VLADSLOO,ESSEN,WOUMEN
VERVOLG VAN 1( Foto)(Wat overbleef van het bloeiende Roozebeke) Men voerde dan de gevangenen naar het dorp, scheidde hier de mannen van de vrouwen en kinderen, welke ruw naar Couckelare, een dorp ruim een uur achterwaarts, werden gestuurd. Intusschen had den vijand ook te Beerst zelf zijn woede bot gevierd. Burgemeester Coene was, evenals zijner dorpsgenooten,uit den kelder gehaald geworden, waar zij zich voor het geschut hadden verborgen. " Gij hebt op ons geschoten?" luidde natuurlijk ook nu de betichting, gevolgd door de bedrijging: " Ge wordt allen gefusileerd." De heer Coene nam het woord, maakte zich als dorpsoverste bekend en vroeg dat men de huizen zou onderzoeken, om te zien of er ook wapens verborgen waren.De burgers werden dan vrijgesteld. Erger was 't vergaan met den boer. Charles- Goudemaker. Hij en twee landbouwers van Vladsloo? vader en dien getrouwde zoon Rommelare, werden door een Duitsche bende meegevoerd.De ellendelingen behoorden zeker tot de slechtste elementen van het leger, want al het beestachtige moest in een mench woeden, om alzoo naasten te behandelen gelijk zij het met deze drie dompelaars deden. Ze sloegen en stampten, wierpen hen ten gronde, joegen hen weer met de bajonet op, stelden ze tegen den muur, dreigden te schieten, veranderden hun plan. Drie dagen duurde deze foltering.De burgers die Goudemaker 't laatst gezien hebben, getuigden, dat hij bont en blauw geslegen was. Ten slotte werden de drie martelaars achter de kerk doodgeschoten. Niet ver van daar naar Keiem op, vermoorde men een zwakzinnige vrouw, die uit Vladsloo gevlucht was en de soldaten bedreigde zonder dat zij wist wat zij deed.Een man uit Leke,die op de zelfde hoeve gevlucht was, onderging ook dit lot. Basiel Bruwaen en zijn 15 jarige dochtertje vluchtten van Beerst weg en werden door kogels getroffen en omgebracht. De Duitschers zochten naar den pastoor, den eerwaarden heer Hoet, maar deze was tot zijn geluk gevlucht.De gansche familie Deseck, man, vrouw en dochter verloren het leven. Minstens vijftien menschen van 't kleine Beerst vielen aldus als slachtoffers der Duitsche terreur. De soldaten dreven de bewoners uit de huizen.Zoo vertelde ons een gezin.Wij zaten in den kelder. De kerk was afgebrand en veel huizen vlamden. Wij hoorden granaten barsten. Er waren bondgenooten uit Diksmuide gekomen en ze hadden den Duitschman weggeborsteld, maar voor niet lang. Den vijand kwam dus terug en wij moesten zijn woede ondergaan. We hoorden de soldaten ons winkeltje plunderen. Ze wierpen suiker, meel en andere waren de straat op Dan dreven ze ons naar boven.'tWas tegen den avond."Allez, voort", schreeuwden ze. " En ge komt in ons huis niet meer terug. Wij zullen wel in uw bedden slapen. Ze spotten nog met ons. Door de duisternis moesten wij met de kinderkens heendolen, tot we bij Couckelare een onderdak vonden. 's Woesdags avonds, den 21° was de gansche dorpskom op die wijze ontruimd. Alleen eenige oude lieden bleven,en dan gevangenen, onder de groep van Beerst-Bloote, waarvan er verschillenden mishandeld en gewond werden.(Wordt vervolgd op (3)
Ondanks de drukte om mij geen gezien de komende verkiezingen wil ik nog aan al de vrienden en vriendinnen bloggers een goeje dag wensen en ik hoop op betere tijden binnen kort,je krijgt in ieder geval van mij het allerbeste toegewenst.
(De groetjes van ploef en aan de vrouwkens een dikke zoen)
(1)DE DUITSCHERS NAAR DIKSMUIDE HANDZAME?WERCKEN BEERST,VLADSLOO,ESSEN,WOUMEN
De inwoners van Diksmuide werden wel diep in hun verwachtingen teleurgesteld, toen na dien maandag met het beloofde offensief, op Dinsdagmorgen reeds vroeg granaten in hun stedeke vielen.Officieren waarschuwden de burgerlijke overheden en de inwoners met de weinig geruststellende woorden."Dan men vluchte? De Duitschers zullen de stad aanvallen.ja, het offensief was mislukt en eensklaps lag Diksmuide in den vreeselijken strijd.Maar niemand kon nog vermoeden, hoe het worden zou,en al trokken er wel veel inwoners heen, toch bleven er niet weinigen, in een laatste poging tor bescherming van huis en have en uit aanhankelijkheid aan hun grond. Ja de Duitschers waren in aantocht.Ze teekenden ook in dit gedeelte hun weg met bloed en vuur te Handzame vermoorden ze den burgemeester Ampe, die aan de deur was komen zien en niets misdeed nog geen nijdig woord sprak. Zijn geld zat in den kelder. Nabij het station dreven ze weerlooze mannen en jongelingen voor zich uit. Een officier huilde dat zij Franc-tireurs waren. Dan werden er vier uitgekozen en zoo schandelijk vermoord, dat men later bij het openen der graven,de dorpsgenooten bijna niet meer herkennen konden.De martelaren lagen nog geboeid en zoo had men hen geslagen,gestoken, gebeuld en eindelijk afgemaakt. De woeste benden liepen den hanschen omtrek af.Te Wercken hadden ze tegenstand van Fransche soldaten ondervonden en wreeken ulks ook hier op de bevolking.Dertig huizen ongeveer gingen in de vlammen op. Twee jongelingen van Ardooie bij Roeselare die op hun vlucht niet verder geraakt waren en op een hoeve schuilden, werden met den boer en twee werklieden met bajonetsteken vermoord. Te beerst zaten dertig burgers,mannen,vrouwen en kinderen in een gracht tusschen het dorp en den IJzer,op de wijk Beerst-Bloote.Er was voor hen geen andere dekking in het vuur vanBelgen en Duitschers, det hier elkaar kruiste.Twee sagen schuilden de ongelukkigen daar. Den honger dreef hun naar een hoefje. Hier zou men wat aardappelen koken. De Duitschers zagen de rook uit den schoorsteen komen en slopen naar het gebouw, meenend dat daar spionnage bedreven werd. Teneinde de lieden uit de woning te jagen, staken ze deze in brand. De verschrikte menschen vloden gillend naar buiten, maar de wilde soldaten lagen gereed om op hen te vuren. Schoten knalden en dadelijk daarop klonken doodskreten. Vier vrouwen werden aldus gruwelijk vermoord. Een officier liet toen de moordpartij ophouden en snelde naar de verschrikte groep toe."Gij zijt spionnen, ge helpt de Belgen, daar aan den IJzer" riep hij dreigend. De molenaar Blankaard betoogde, dat zij allen weerlooze vluchtelingen waren, die zich verborgen hadden voor het geschut. ( PUIN DER KERK VAN ESSEN)(wordt vervolgd 2)
DE GRUWELEN IN HET LAND VAN NAMEN ( 28) VERVOLG VAN 27( SLOT)
TE AUVELAIS Op21 Augustus on den vroegen morgen, verschenen de Duitschers uit de richting van Velaine, in de omgeving van Auvelais, een groot nijverheidscentrum, niet ver van Tamines. Het kostte heel veel verliezen om zich van La-Sarthe, een der wijken van Auvelais, meester te maken. De Franschen trokken systematisch terug, daalden van hoogten van La Sarthe naar Auvelais af, en wachtten ten slotte, den vijand op den rechter Samberoever af.Tegen den middag slaagde deze er inAuvelais binnen te dringen.Terwijl de straatgevechten in vollen gang waren, begonnen reeds de gruwelen. Een der eerste slachtoffers was een vrouw van 25 jaar. Zij poogde te ontvluchten met haar 5 jarig kind in de armen? De kogels troffen echter doel en de vrouw viel ten gronde met verbrijzelden schedel. De moordenaars grepen toen het kind, brachten het bij de buren en zegden;"Maman kapout? kind voor u?. De Duitsche geweldenaars vermoorden 52 inwoners, waaronder 6 vrouwen, verscheidene grijsaards en zelfs een kind van 2 jaar; 127 huizen werden verwoest; 200 gijzelaars werden aangehouden en gedurende vier dagen en vier nachten op alle mogelijke wijzen mishandeld. TE SOMME-LEUZE Ook Somme-Leuze,gelegen op de groote baan van Marche op Luik en deze van Barvaux-sur-Ourthe naar Andenne, was het tooneel van Duitsche gruweldaden. Verscheidene inwoners werden gefusilleerd en huizen in brand gestoken, terwijl een aantal gijzelaars- waaronder de pastoor Hacherelle- naar Duitschland werden gevoerd, waar zij maanden lang gevangen werden gehouden. einde van de gruwelen bij Namen.
vervolg het tooneel van de strijd in den westhoek van Vlaanderen