Om op het eiland Oléron te komen moeten we over eenlange brug die over de zee-engte ligt. Reeds
van voor we op de brug komen zitten we in de file. Onze bestemming, Saint Denis
dOléron, ligt bijna aan het einde van het langgerekte eiland en de volgende
40km worden aan een slakkengangetje afgelegd. Na de middag fietsen we tot het
uiterste puntje van het eiland waar een hoge vuurtoren staat. Voor ons ligt de
Atlantische Oceaan mooi blauw te zijn. Het fietspad slingert zich langs de kust
en overal ruiken we de zilte zeelucht. Op een meertje zien we verschillende
vogels zitten maar de meerderheid zijn zwanen. Weer een leuke dag aan zee.
Wanneer we in de buurt van Marans zijn stoppen we steeds
bij een kanaal waar we nu voor de derde maal komen. Het is er leuk staan hoewel
het geen officiële camperplaats is staan er toch vele campers. Het is er fijn
om aan het kanaal te kunnen vissen. s Avonds genieten wij van weer een mooie
zonsondergang.
De camperplaats in Saint Jean de Monts is prima verzorgd
en we kunnen er over een goede internetverbinding beschikken. Er is een goede
fietsroute die wij volgen langs de kust. Het strand van Saint Jean de Monts
loopt door tot in Saint Hilaire de Riez. Over de hele lengte van het strand is
het goed bevolkt met zonnekloppers, die toch ruimte hebben. In het centrum van
het stadje is het rustiger en op het kerkpleintje genieten we op het terras van de
bakkerij van koffie met gebak.
Het heeft zo wat de hele nacht geregend, het is eindelijk
wat frisser geworden. Rond de middag komen we in Lourdes aan. De camperplaats
uit de gids is blijkbaar geschrapt en doet nu dienst als parkeerplaats voor de
autocars. Voor de poort vinden we nog plaats om te blijven staan.
Na de middag
wandelen we naar de grot. Het is erg druk in de aanpalende straten en in de
winkels kan men in alle talen devote en wereldse spullen kopen. Voor de grote
kerk is het vrij rustig, aan de grot zelf moet men even aanschuiven om er langs
te kunnen lopen. Er zijn bedevaarders uit alle landen en continenten te zien,
gekomen om te bidden en gunsten af te smeken.
Aan de brug over de Gave zien we
nog de sporen van de recente overstroming. Na ons bezoek aan de grot zoeken we
een terrasje op en met een koffie kunnen we de voorbijgangers gadeslaan. Nadien
rijden we naar een camperplaats in Sévignacq Méracq, een prachtige ligging aan
stromend water, gelegen in een park.
Vrijdag in de voormiddag komen we aan in Saint Jean Pied
de Port, een belangrijke stopplaats voor de pelgrims die naar Santiago trekken.
Het is gelegen aan de voet van de Pyreneeën en vandaar moeten de pelgrims de
bergen in.
In de smalle hoofdstraat, die steil omhoog loopt, zijn er
verschillende onderkomens voor de pelgrims.
Het is er ook weer druk met
toeristen. Bij de bovenste poort hebben we een mooi uitzicht over de vallei. Het
is al bij al een sfeervol stadje en plezierig om in rond te lopen.
Zaterdag rijden we vroeg naar de havenstad Saint Jean de
Luz, dicht bij de Spaanse grens. De camperplaats is echter reeds volzet maar
aan de rand van de stad hebben we een parkeerplaats gevonden, weliswaar niet
voor campers maar aan de rand vinden we toch plaats en voor 1 kunnen wemet een pendelbus naar de stad.
In de stad
zijn er de gebruikelijke smalle straten met mooie winkels en sfeervolle pleintjes
waar het lekker zitten is.
Aan de vissershaven is er veel drukte want vanavond
wordt er blijkbaar gefeest. Mooie gebouwen kijken uit over de haven. Met een
toeristentreintje bekijken we de mooie hoekjes van de stad. Zondagmorgen rijden we naar Anglet, een plaats die opgaat
in de agglomeratie van Biarritz en Bayonne. Met geluk vinden we nog een plaats
want de parkings zijn overal goed gevuld. Het weer is nog steeds zeer zomers en
iedereen wil naar het water. Na de middag fietsen we naar Biarritz, waarbij we
wel af en toe moeten flink klimmen.
Aan het strand is het echt druk er is haast
geen vrij plaatsje meer te bemerken en ook in het water is het er een
wriemelende mensenmassa. Biarritz is meer mondain en heeft dan ook een casino
en dure winkels langs de straten.
Maandag fietsen we na het ontbijt naar Bayonne langs een
vrijliggend fietspad. De stad heeft een heel ander karakter dan Biarritz.
In de
oude stad rond de mooie gotische kathedraal is het fijn wandelen in de smalle
straten met typische Baskische gevels.
We lopen even door de overdekte markt
waar onder andere de typische ham van Bayonne wordt aangeboden, echter niet
goedkoop.Aan kade vande rivier Nive blazen we uit in een
restaurant. Nadien terug naar de camper voor de siësta om daarna nog even op
het strand te lopen en onze voeten af te koelen in de Atlantische Oceaan.
Dinsdag komen we aan in Aire-sur-Adour op een
camperplaats aan de oever van de Adour.
Het is er fijn staan en in haal de
hengel boven. Met veel geduld kan ik slechts enkele piepkleine visjes aan de
haak krijgen. In het stadje lopen we door de winkelstraten en bezoeken er de
kathedraal.
Het interieur is mooier dan de buitenkant liet vermoeden. Alle
muren zijn fraai beschilderd tot en met het plafond.Donderdag gaan we op de nabijliggende camping
om de was te doen en eens goed te kunnen internetten.
In de schaduw van onze luifel is het lekker buiten zitten
om te ontbijten. De temperatuur is nog niet te hoog en er staat een
verfrissende wind. Ik heb nog wat internetwerk te doen voor de campergids en in
de koelte van de morgen is dat nog goed te doen. Na ons middagmaal gaan we de
fiets weer op naar Le Grau du Roi. Een kanaal gaat van Aigues Mortes naar Le
Grau waar het uitmondt in de zee.
We fietsen langs dit kanaal tot in de stad
die door het kanaal in twee stukken gedeeld wordt. Aan het uiteinde van de
rechterzijde zien we een breed strand vol met zonnekloppers en mensen die wat
verfrissing zoeken in het water.
Het kanaal is aan beide zijden geflankeerd
door talloze cafés en restaurants. Langs de linkerzijde goed aangevuld met
souvenir- en kledingwinkels. Er heerst een gezellige drukte van
vakantiegangers. Natuurlijk vinden we ook een terras om wat te verpozen. Nadien
fietsen we terug naar de camper. Het is er nog fijn om te zitten, we hebben
schaduw en de wind tempert de hitte.
Zaterdagmorgen verlaten we Aix les Bains en hebben als
doel opgegeven een camperplaats aan het meer van Monteynard in het hart van het
Parc du Vergors. De streek is zeer bergachtig met hoge rotswanden en hoge
pieken, de weg slingert zich erdoorheen en er is geen gebrek aan
haarspeldbochten.
Het landschap is erg mooi en groen. Plots zien we beneden in
het dal het azuurblauwe meer liggen. Aan het meer is het een geweldige drukte
en een plaats bemachtigen is uitgesloten. Het is voor de Fransen ook verlof,
bovendien nog een weekend en met het hete weer wil blijkbaar iedereen aan het
water zijn. We rijden dan maar verder en belanden in Die een sfeervol oud
stadje in Le Pays Dioinais het zijn er de Romeinse dagen en er wordt gefeest.
Mooi uitgedoste Romeinen nemen het op tegen de Galliërs. In het stadje
wandelen we door de smalle straten die soms verbonden worden door nauwe
steegjes.
De volgende morgen begeven we ons naar Crest op een camperplaats waar
we nog kunnen genieten van een degelijke internetverbinding. Het stadje gelegen
aan de Drôme wordt overheerst door een kasteel dat hoog boven de stad
uitsteekt.
We hadden deze plaats reeds eerder bezocht en gezien de hitte voelen
we ons niet geroepen om nog eens 144 treden naar boven te klimmen en houden het
op een terrasjein de hoofdstraat. Het
is nog steeds drukkend en er komen onweerswolken op. s Avonds barst er een
hevig onweer los dat zowat de ganse nacht is blijven rommelen, maar het brengt
wel verkoeling.
Maandagmorgen rijden we naar Montelimar. De camperplaats
is er echter slecht gelegen en bovendien nog al modderig door de stortregens.
Dus maar verder naar Viviers aan de Rhône. De camperplaats zou aan de oever van
de Rhône moeten liggen maar is verplaatst naar een andere locatie. Het is er
echter leuk staan en ik kan eindelijk rustig van op de kade mijn hengel
uitzetten.
De vangst beperkt zich tot een enkel klein voorntje, maar het was er
wel goed zitten. We mogen er echter niet blijven om te overnachten en rijden
naar de officiële camperplaats, een voormalige camping. Fijne plaatsen alleen
jammer dat het redelijk ver van het stadscentrum ligt.
Dinsdagmorgen rijden we terug naar de Rhône en trekken
het stadje in. Het is net marktdag en een leuke drukte.
Het historische centrum
van de stad ligt op een heuvel en we gaan de hoogte in. Het middeleeuwse
stratenpatroon is zeer goed bewaard en gerestaureerd, de straten zijn smal en
kronkelig met hier en daar overwelfde doorgangen.
Boven op de top is er een
indrukwekkende kathedraal in gotische stijl.
Het koor is behangen met prachtige
wandtapijten en afgelijnd met mooi gebeeldhouwde koorstoelen.
Van op de wallen
hebben we een prachtig uitzicht over het stadje en de vallei. Een bezoek war we
echt van genoten hebben.
Maar we willen verder. s Avond strijken we neer in
Remoulin om te overnachten.
Woensdag vangen we aan met een bezoek aan de Pont du
Gard, een door Unesco beschermd werelderfgoed.
Het is een reusachtige door de
Romeinen gebouwde aquaduct die de stad Nimes van water moest voorzien. Het is
een goed bewaard en verzorgd monument. Het is verbazend hoe men zo een 2000
jaar geleden bouwen kon. We zitten nu duidelijk in het zuiden van Frankrijk. De
zon is nog steeds volop van de partij. Ons einddoel voor vandaag is
Aigues-Mortes een volledig ommuurd stadje gebouwd in de 13de eeuw
voor vorst Louis IX.
We stallen de camper op een camperplaats op een tiental
kilometer van de stad. Met de fiets trekken we er naar toe, het is reeds ons
derde bezoek en het is er steeds leuk om in rond te kuieren en op een terras
wat te drinken.
Het stadje is een toeristische voltreffer en het is er dan ook
erg druk, gelukkig zijn we met de fiets en moeten niet aanschuiven in de file.
s Avonds zitten we lekker buiten bij de camper met
verfrissing bij de hand.
Maandag komen we in Annecy aan het meer, de camperplaats
is overvol. Maar van een vorig bezoek kenden we nog een kleine camping bij het
meer, waar we een plaats vinden. Het is ongeveer 3,5km tot in de stad wat met
de fiets zo gebeurd is. Het oude stadsgedeelte van Annecy is erg leuk, met
smalle straatjes, doorgangen, bruggetjes over de kanalen en leuke pleintjes.
Het is er dan ook erg druk en het verkeer rijdt er bumper aan bumper. Gelukkig
ligt er aan het meer een echte fietssnelweg die tot Albertville voert. Dinsdag
is het marktdag en het is er dan heel druk. Overal stalletjes met kleurrijke
groenten en fruit en vooral de lekkere kazen en worsten uit deHaute Savoi. In de namiddag volgen we de
fietssnelweg tot aan het einde van het meer. Rond het meer kunnen we niet want
aan de overzijde is het met de fiets niet te doen. Het is nog altijd zeer warm
en in een leuke Auberge genieten we van een lekkere koffie met wat lekkers aan
de rand van het meer.
Morgen trekken we de bergen in.
De stad die we willen bezoeken ligt hoog in de bergen maar
de camperplaats staat ons niet aan en we reizen dan maar verder.
Woensdag komen we aan in Aix-les-Bains aan het meer van
Le Bourget, we kunnen gelukkig nog de laatst beschikbare plaats bemachtigen en
hebben lekker schaduw om onze tafel buiten te zetten. Het blijft nog steeds
heet.
Donderdagmorgen gaan we op verkenning in de stad. Er is
een voetgangerszone waar het goed wandelen is. Bij het stadhuis staat er nog
een Romeinse poort. De binnenstad vinden we niet erg indrukwekkend. Aan het
meer is het veel leuker en er liggen talloze plezierboten in de haven. In de
namiddag fietsen we langs het meer, op een fijne fietsweg, naar Le Bourget dat
is ook een druk bezochte badplaats en op een terrasje in de schaduw kunnen we
verpozen met wat lekkers. Overal zoeken de mensen het water op om zich te
verfrissen.
Vrijdagmorgen rijden we naar een camping om eindelijk
eens een goede internetverbinding te hebben. Na de middag willen we de andere
richting langs het meer fietsen, maar daarvoor moeten we gaan klimmen en met
deze hitte zien we dat absoluut niet zitten en keren terug.
Woensdag komen we aan in Beaume-les-Dames op een goed
ingerichte camperplaats. Het weer blijft mooi en heet. Met de fiets gaan we
even het stadje verkennen veel valt er niet te beleven maar in het
toeristenkantoor bekomen we een fietsroute langs de Doubs. Donderdag gaan we de
fiets op en rijden langs de Doubs. De rivier slingert zich doorheen de vallei
met dicht beboste hellingen waar af en toe steile rotswanden oprijzen. Het
fietst er prettig en we genieten van het rustige landschap. We volgen ook een
Michelin gids die de 100 mooiste plaatsen aanduiden die een omweg waard zijn.
Op andere reizen in Frankrijk hebben we er reeds verschillende bezocht. Vrijdag
rijden we naar zo een plaats Salins-les-Bains in het departement Franche Comté.
De camperplaats is niet erg aantrekkelijk en een rondgang in het stadje geeft
ook weinig voldoening, vele winkels staan ledig en het geheel geeft een povere
indruk. Werijden dan maar verder naar
een andere plaats van de 100, Pontarlier. Aan de rand van het centrum vinden
we een parkeerterreinwaar we kunnen
blijven. Het stadje geeft een levendige indruk en via een monumentale
toegangspoort belanden we in de hoofdstraat met mooie winkels. Het is mooi
aangelegd en netjes onderhouden. In het toeristenkantoor krijgen we te horen
dat er zaterdag het feest van de Absintlikeur gehouden wordt. De absint is een
plaatselijk gestookte likeur.
Zaterdag krijgen we een optocht te zien voorafgegaan door
oldtimer autos, gevolgd door een fanfare te paard met hoornblazers en trom.
Kleurrijke koetsen sluiten de stoet af en we volgen hen naar het feestterrein
waar verschillende standjes zijn met oude ambachten en attracties. Er is veel
volk op de been en het is er heel gezellig. We wandelen ook nog naar de
stokerij waar de Absint vandaan komt, na een korte rondleiding krijgen we de
kans om die eens te proeven. Het smaakt wat naar anijs en zoals het geserveerd
wordt is het wel verfrissend, we laten ons echter niet verleiden tot kopen.
Zondag rijden we naar het meer van Nantua. We komen net
op tijd om de laatste plaats op de camperplaats te bemachtigen. We zitten op
weliswaar smalle plaatsen maar het zicht maakt veel goed, we zitten met onze
stoelen aan de rand van het meer met een schitterend uitzicht. We fietsen rond
het meer en genieten weer van al dat moois.
We begonnen onze reis met een tussenstop in Bad Rotenfels
waar we hartelijk ontvangen werden door onze vrienden Helmut en Claudia waar we
een gezellige avond doorbrachten
Na een uitgebreid ontbijt beginnen we aan onze opdracht
voor Facile en Route die ons dwars doorheen het Zwarte Woud voert met
schitterende landschappen. De meeste plaatsen liggen in de bergen waar het een
paradijs is voor wandelaars. Donaueschingen is één van de plaatsen die we
aandoen en het is er mooi om te fietsen. In de stad kunnen we op een terras
genieten van wat lekkers. Jammer dat ze aan de bron van de Donau aan het werken
zijn en we kunnen er niet bij om een foto te nemen.
In Bad Säckingen ligt de camperplaats aan de oever van de
Rijn. Het weer is prachtig en het is er weer zalig om te fietsen. De stad bezit
de langste houten overdekte brug van Europa en verbindt Duitsland met
Zwitserland voor voetgangers en fietsers. We werken de laatste plaatsen af en
zetten koers naar Frankrijk. In de late namiddag van dinsdag komen we aan in
Chavannes sur lEtang, de toegangspoort naar de Elzas. De volgende dag rijden
we naar Baume-lesDames in de vallei van de rivier Doubs.
De reis zit er bijna op en vandaag rijden we naar Brasov, de tweede grootste stad van Roemenië. De wegen zijn van goede kwaliteit en het is er goed rijden. De camping is gelegen aan de stadsrand en we kunnen het zonder problemen vinden. s Avonds hebben we een gezellige maaltijd in het restaurant van de camping.
Dinsdag 25 september 2012
Om 8u30 worden we opgehaald door een bus om een rondrit door Brasov en omgeving te maken . Onderweg stoppen we even om fotos te nemen van de stad die beneden in de vallei ligt. Nabij de kerk toegewijd aan St. Nikolaus bevindt zich een schoolgebouw waar voor het eerst onderwezen werd in het Roemeens. Het gebouw is nu ingericht als museum en herbergt vele waardevolle documenten. In het klaslokaaltje geeft de plaatselijke gids een interessante uitleg doorspekt met de nodige humor. Via een mooie stadspoort komen we in de stad Brasov. Het marktplein met het mooie stadhuis is zeer mooi aangelegd en het ziet er zeer gezellig uit. In de winkelstraten bevinden zich vele restaurants met openlucht terrassen in het midden van de straat, waar we dan ook lekker kunnen eten en drinken. Na de middag rijden we met de bus als afsluiter naar Bran waar zich het kasteel bevindt dat toegeschreven wordt aan de fictieve figuur Dracula. Het kasteel zou ooit toebehoord hebben aan ene Vlad de Spieser waarop het verhaal van Dracula zou gebaseerd zijn. Het kasteel is nu nog steeds in het bezit van de Roemeense Koninklijke familie. Het gebouw is mooi onderhouden en vertoont vele mooie hoekjes. Terug op de camping schuiven we aan tafel voor ons afscheidsdiner opgeluisterd met folkloristische dans en muziek. Na de lekkere maaltijd was er nog een verassing voor een echtpaar dat die dag hun 50-jarige huwelijksverjaardag vierden. Hun buren hadden een fles champagne doen toekomen om dat te vieren. Nadien namen we uitgebreid afscheid van onze reisgezellen, morgen rijden we allemaal naar huis.
Vandaag verlaten we Bulgarije om naar Boekarest de hoofdstad van Roemenië te rijden. We steken de Donau over, die de grens vormt tussen de twee landen, over een lange brug. De camping ligt buiten de stad na enig zoeken bereiken we onze bestemming.
Zondag 23 september 2012
s Morgens gaan we met de bus naar de stad Boekarest. Het is wel de mooiste stad die we bezochten. Ceauscescu wilde de stad mooier maken dan Parijs, om dit te bereiken heeft hij wel zijn volk gedurende jaren uitgehongerd. De Arc de Triomphe werd dan ook iets hoger gemaakt dan zijn Parijse broertje. De stad doet inderdaad denken aan Parijs en Londen, met mooie en statige gebouwen. Op het plein waar de opstand losbarstte staat en monument ter herdenking van de slachtoffers die hierbij vielen. Het monument staat tegenover het gebouw waar Ceauscescu zijn laatste toespraak hield van op het balkon. De bus brengt ons naar de plaats waar de Belgische journalist Danny Huwe werd neergeschoten, een gedenkplaat herinnert aan die tragische gebeurtenis. Na de lunch moeten we ons reppen naar het megalomane paleis dat Ceascescu liet neerpoten, om dit te verwezenlijken werd een volledig stadsgedeelte afgebroken om het paleis en de laan erheen te bouwen. Het gebouw is na het Pentagon het grootste gebouw ter wereld. Nu zetelt er het parlement en worden de verschillende prachtige zalen verhuurd voor conferenties en feesten want het onderhoud van dit gebouw kost handenvol geld. Van op het balkon hebben we een mooi uitzicht over de brede laan die de Champs Elysées de loef moet afsteken
Onze vrije dag op de camping verloopt niet helemaal naar wens, het is gisteravond beginnen regenen en het is flink afgekoeld in de nacht we hebben amper 12°C en er staat bovendien een stevige wind die het nog kouder maakt. We kunnen meerijden naar een stadje in de buurt om op de markt inkopen te gaan doen en daar begint het ook te regenen. Terug op de camping kunnen we nauwelijks buiten komen van de kou en moeten we de kachel aansteken. In de late namiddag houdt het op met regenen en spelen we een partijtje petanque, goed warm aangekleed. s Avonds hebben we een gezamenlijke maaltijd op het terras van het restaurant dus met dikke kleding aan tafel. De stemming zit er goed in vooral na het nuttigen van enkele borrels. Op het avondprogramma staat er ook nog een klank- en lichtspel in Veliko Tarnovo. Het busje levert ons mooi ter plaatse af. De show speelt zich af op de omwalling van de oude vesting en evoceert de bezetting door de Turken en later de bevrijding. Het is een mooi spel van kleuren en muziek waarvan we genieten van op een overdekt terras met schitterend uitzicht over het geheel. Wanneer de bus ons terug naar de camping brengt is het hoog tijd om naar bed te gaan.
Vandaag rijden we naar Veliko Turnovo zo een 250km verder. We rijden dwars door de stad Varna zo naar de snelweg die na een tijdje een slecht wegdek heeft. Op de kleinere wegen is de kwaliteit zeer bedenkelijk en is het opletten voor de putten. Met slechts één gemiste afslag komen we kort na de middag op de camping aan. De camping wordt uitgebaat door een Brits echtpaar en is goed verzorgd.
Donderdag 20 september 2012
Iets na 9 rijden we met de bus naar de stad Veliko Tarnovo de voormalige hoofdstad van de staat Bulgarije. Hoog boven de stad bevindt zich de vesting waar de koning woonde. Deze vesting werd door de Turken verwoest en in de vorige eeuw gedeeltelijk gereconstrueerd. Het huidige bouwwerk geeft een goede indruk van de belangrijkheid van deze vesting. Op het hoogste punt staat de kerk, gebouwd onder het communistische regime. Dit was een grote uitzondering en het interieur werd opgesierd met frescos door een schilder die reeds vele opdrachten voor het regime uitgevoerd had. Hij slaagde er niettemin in toch verschillende religieuze motieven in zijn schilderijen te verbergen. Nadien maken we een wandeling door de oude stad waarbij we tijd hebben om een terrasje mee te pikken. Voor het middagmaal rijden we naar het dorpje Arbanasi waar we te gast zijn bij een Bulgaarse familie. Het lekkere eten kunnen we genieten in de mooie en ruime woonkamer. Om 14u worden we verwacht bij het kerkje toegewijd aan de Geboorte van Christus. Het is een opmerkelijk bouwwerk dat tijdens de Turkse bezetting werd gebouwd. Het werd echter beperkt in hoogte en er mocht ook geen klokkentoren of kruis op geplaatst worden. Het interieur is fraai versierd met frescos van Bijbelse taferelen en allerhande heiligen. Een dorp verder staat er het enige nonnenklooster van het land dat bezocht kan worden, toegewijd aan de apostelen Petrus en Paulus. Het originele gebouw werd vernield door een aardbeving en werd in het begin van de vorige eeuw heropgebouwd. Er leven nog vier nonnen en een nonnetje van 85jaar houd de boel in de gaten. Net buiten de muren hebben we een weids uitzicht op de vallei. Rond 4 uur keren we terug op de camping onder een dreigende onweerslucht.
Om 9 uur staat onze bus te wachten voor een rondrit langs de Gouden Kust van Bulgarije. Onderweg zien we vele onafgewerkte projecten hoogbouw, de crisis heeft ook hier toegeslagen. Vele van de vroeger schilderachtige plaatsjes zijn nu volgebouwd met hotels zodat er van de oorspronkelijk charme niets overblijft. Het stadje Sozopol staat op de Unescolijst en is dus beschermd tegen de bouwwoede. Het is een aantrekkelijk plaatsje met nog vele van de originele bebouwing. De huizen werden toen gebouwd met een stenen gelijkvloers, dat in de zomer fris blijft en een houten eerste verdiep dat in de winter goed kon verwarmd worden en als woonruimte dient. In de smalle straatjes zijn er talloze winkeltjes die allen dezelfde waren aan de man trachten te brengen. We ontdekken ook nog een klein kerkje met een stemmige binnentuin. Het kerkje heeft ook weer een zeer mooie iconostase met schitterend houtsnijwerk. No fotos please! In een gezellig restaurant aan de waterkant gaan we samen eten. Na de lekkere maaltijd terug op de bus en naar het schiereiland Nesebar, dat ook onder Unesco bescherming staat. Sozopol en Nesebar waren in de tijd van de Grieken belangrijke havensteden. Op het schiereiland hebben kloosterlingen verschillende kerken gebouwd. De grootste was de kerk van de heilige Sofia, waarvan slechts een ruïne overblijft die toch aantoont hoe groot zij ooit was. Ook hier ontelbare winkeltjes met souvenirs en vele eethuisjes en terrassen. Heel gezellig. Na onze wandeling wacht de bus om de terugrit aan te vatten en keren we terug op de camping.
We worden gewekt door een donderslag en een regenbui. Vandaag gaat het naar Obzor een badstad aan de Zwarte Zee. De rit gaat door een brede vallei afgezoomd door bergen. Het schijnt vruchtbare grond te zijn want er wordt van alles geteeld. Het valt ons op dat de herfst zijn intrede doet want op korte tijd beginnen de herfstkleuren de bomen te tooien. Nabij de stad Karnobat rijden we kilometers langs een wijngoed dat dichtbegroeid is met goed verzorgde wijnstokken. Wat verder begint het te regenen, we wilden bij de havenstad Burgas even de stad in maar in de regen leek het ons geen goede keuze. Even verder moet we langs de kust van de Zwarte Zee nog een bergpas over met een smalle kronkelende weg. Zonder al te veel zoeken bereiken we onze camping rond 13u. In de namiddag maken we een wandeling door het plaatsje. De straten staan vol met winkeltjes die souvenirs en ander artikelen proberen aan de man te brengen. Het is goed te zien dat het seizoen op zijn einde loopt want vele winkeltjes zijn reeds gesloten en in het warenhuis zijn de rekken half leeg. Het regent niet meer maar er waait een stevige frisse wind vanuit de zee.
Maandag 17 september 2012
Vandaag hebben we een vrije dag die we gebruiken om de camper wat op orde te brengen en boodschappen te doen. Het is donker weer en af en toe krijgen we een bui over ons heen. Het echtpaar waar we reeds de hele reis samen op de weg zijn gegaan stellen ons voor om samen naar de stad Varna te rijden. Zij rijden met een caravan en hebben dus een auto die makkelijk te parkeren is in de stad. Varna is een havenstad aan de Zwarte Zee en de tweede grootste stad van Bulgarije. Het is enorm druk in het centrum en na enig zoeken vinden we een parkeerplaats. Het centrum van de stad wordt gedomineerd door een enorme kathedraal. Mits betaling van een kleine som mogen we er toch fotos nemen. Het interieur met de mooi versierde iconostase is stemmig en ingetogen. Nadien maken we een wandeling door de voetgangerszone tot aan het strand. De mensen hebben vandaag een vrije dag en het is er erg druk. De promenade is mooi aangelegd en het is er goed wandelen. Na een kop koffie met gebak keren we terug naar de camping.
Vooraleer we op weg gaan doen we nog even boodschappen en
rijden dan richting Kazanlak. Bulgarije is een zeer bergachtig land en we moeten
regelmatig over een bergrug om in een andere hoogvlakte verder te kunnen
rijden. In de verte zien we steeds bergruggen en gaat de weg op en neer. In de
vlakten wordt er aan kleinschalige landbouw gedaan.Het ziet er niet altijd welvarend uit en de wegen
laten vaak te wensen over. Onze GPS is voor dit land ontoereikend en we moeten zoals
vanouds op kaart rijden. Onze kaart is niet van de recentste en de
bewegwijzering niet altijd optimaal en we raken dan soms de weg kwijt. Toch
komen we tijdig op de camping. Om 3 uur worden we opgehaald door een bus en
gaan we op verkenning in de Rozenvallei want hier is het centrum van de
rozenkweek waar er rozenolie gemaakt wordt. De rozenolie is het meest
waardevolle exportproduct van Bulgarije. Tegen de bergwand aan staat er nog een
Russische kathedraal die gebouwd werd in 1898 met geld dat in Rusland werd
ingezameld door de moeder van de Russische generaal die de beslissende veldslag
leidde tegen de Turken nabij deze plaats. Het is een schitterend gebouw met
vergulde koepels en zeer kleurrijk beschilderd. Het interieur is ook weer
rijkelijk versierd en beschilderd. In deze vallei leefden lang voor Christus de
Traciërs, er bevinden zich hier vele tumuli waar vooraanstaande Traciërs
begraven zijn. In 2004 hebben de archeologen er een graf ontdekt van één van de
koningen met een waardevolle schat aan gouden en andere voorwerpen. Dit graf
brengen we een bezoek en is erg interessant om te zien. In Kazanlak stoppen we
om even door de stad te kuieren maar veel is er niet te zien. Terug op de
camping hebben we een gezamenlijk maal opgefrist door folkloristische dansers
en we hebben weer een erg gezellige avond.
Met de bus rijden we richting Sofia, nabij de stad komen
we in erg druk verkeer. Op alle kruispunten is het eindeloos aanschuiven om
door de lichten te komen. Uiteindelijk geraken we op onze bestemming we beginnen
met een bezoek aan de Boyana kerk, een oud kerkje dat op de lijst van
werelderfgoed staat. Binnen kunnen we de originele frescos zien die nog zeer
goed bewaard zijn, het kerkje is toegewijd aan St. Nikolas. In de stad worden
we naar een goed restaurant geloodst waar we in de achtertuin een heerlijk maal
krijgen. Nadien doen we een rondwandeling doorheen het centrum van de stad. De
voornaamste kerk in Sofia is de Russische kathedraal AlexanderNevski. Het is een zeer imposant bouwwerk
datwerd opgericht door Bulgarije om
Rusland te bedanken dat ze het land hebbenbevrijd van de Turkse overheersing. Het is een Russisch Orthodoxe kerk
en één van de weinige Orthodoxe kathedralen.Verder zien we in de stad nog grote gebouwen uit de Sovjet tijd. In het
centrum staat op een hoge kolom het beeld van Sofia, vroeger stond er op
diezelfde kolom een grote Sovjetster. Het is leuk wandelen in Sofia maar onze tijd
is beperkt want we moeten nog terug doorheen het drukke verkeer om terug te
keren naar de camping. Onderweg naar de camping heb ik mijn uitlaat stuk
gereden en de camper maakt een geluid als een raceauto. Onze gids heeft met de
uitbater van de autobusfirma geregeld dat die een herstelling zullen doen. Dus
laat op de avond in het halfduister volgen we de bus over een rotweg met vele
diepe gaten naar Samokov. Daar hebben de mensen nog tot half tien gewerkt om de
stukken aan elkaar te lassen. We blijven dan maar slapen in Samokov om morgen
verder te rijden.