Vrijdag komen we in Arras de laatste stad die we bezoeken voor we naar huis rijden. Arras behoorde ooit tot het graafschap Vlaanderen en de vele mooie huizen met mooie klokgevels getuigen van een rijk verleden.
Het galerijen leiden ons naar het fraaie stadhuis waar we opgewacht worden door de reuzen.
Op het prachtige marktplein laten we ons met een lekker gebak en koffie verwennen. Met een blik op de mooie huizenrij verlaten we Arras en dat is meteen het einde van de reis.
Woensdag 12 augustus komen we aan in Saint-Jouin-Bruneval. De camperplaats bevindt zich aan het strand onder de hoge kliffen.
Toen we ’s morgens vertrokken was het regenachtig maar toen we ons bestemming bereikten was de zon doorgebroken. Op het strand hebben we een fijne wandeling gemaakt met de voeten in de zee. In een strandcafé was het heerlijk genieten van een ijsje met koffie.
Donderdag de 13de vinden we plaats op de stadscamperplaats van Dieppe aan de overzijde van de Arques die hier uitmondt in zee. Van hier hebben we een mooi uitzicht op de stad.
We wandelen over de brug naar het centrum. De mooie gotische kathedraal moet dringend opgeknapt worden.
Het kasteel dat boven de stad torent is een museum geworden. Van waar we mooi over de stad en het strand uitkijken.
In de winkelstraten is het behoorlijk druk en op een leuk terras genieten we weer van een lekkere koffie.
Zaterdag wandelen we in Laval en merken dat we hier reeds eerder waren. We bewonderen toch het middeleeuwse kasteel en een mooie oude stadspoort. In het oude stadsgedeelte is het aangenaam wandelen en zien we leuke hoekjes.
De camperplaats stelt niet veel voor en we rijden verder naar St. Jean sur Mayenne waar we reeds eerder op de camperplaats waren. Mooi gelegen aan de Mayenne die uitnodigt om te vissen.
Maandagnamiddag bevinden we ons in Cormeilles een stadje met talrijke antiekzaken en vele vakwerkhuizen met mooie versieringen.
Dinsdag 11 augustus komen we op een mooi aangelegde camperplaats in een kersenboomgaard gelegen aan de boorden van de Seine in Malleray sur Seine. De Seine is hier erg breed want de zee is nabij. Regelmatig zien we grote schepen voorbij varen.
We maken een lange wandeling langs het water en bewonderen een mooie hoeve in vakwerkstijl. Aan de overzijde zien we de stad Heurtauville dat bereikbaar is via veerponten.
Woensdag 5 augustus komen we aan in Montoire-sur-le-Loir. In de stad worden voorbereidingen getroffen voor een internationaal dansfestijn. Kort bij het terrein heet een mooie totem de bezoekers alvast welkom. Een oud klooster is een bezienswaardigheid verder valt hier niet veel te beleven maar een koffietje op het marktplein is nog te genieten.
Donderdag 6 augustus staan we in La Suze sur Sarthe op een camperterrein mooi gelegen aan de rivier. In het stadje is er niet veel te zien maar van op de brug hebben we een mooi zicht op de camperplaats.
Vrijdag 7 augustus
Op weg naar Laval zien we onderweg een verwijzing naar een plaats met middeleeuws karakter Sainte-Suzanne. Er is ook een camperplaats voorzien. Het stadje had in de middeleeuwen een belangrijke strategische positie met zijn ommuring en versterkte burcht. Van de omwalling is erg veel bewaard gebleven en een wandeling rond de stad is de moeite waard. Het terrein van het kasteel laat goed zien hoe groot het moet geweest zijn. Van de burcht zelf is niet veel meer overgebleven.
Maandag 3 augustus komen we voor de tweede keer in Châteaudun op de camperplaats aan de voet van het kasteel.
Via een steile trap met 200 treden komen we bij het kasteel. De eerste blik is erg indrukwekkend, een forse donjon trekt vooral de aandacht.
Het gebouw is erg uitgebreid met verschillende verdiepingen en ontelbare kamers en zalen. Het is een mengeling van stijlen, er is tenslotte verschillende eeuwen aan gewerkt, de kapel is nog gotisch en het latere gedeelte gaat over naar de renaissance.
Getuige daarvan is de schitterende wenteltrap in een prachtig versierd trappenhuis. Het kasteel herbergt ook een zeer mooie collectie Brusselse wandtapijten.
Van op een terras kijken we neer op onze camperplaats aan de Loir.
Na ons bezoek aan het kasteel gaan we da stad in en drinken een lekkere koffie op het centrale plein met een mooie fontein in het midden.
Dinsdag stoppen we op de camperplaats in Les Motils. Het is een voormalige camping gelegen aan een kabbelend riviertje en het is er erg rustig en we genieten van een luie namiddag.
Vrijdag 31 juli rijden we naar Montargis in deze plaats is geen service en we stoppen op een camperplaats op een 10-tal kilometer van Montargis om de nacht door te brengen. ’s Morgens doen we se full service en rijden naar Montargis. In deze stad zijn er geen speciale camperplaatsen maar na enig zoeken vinden we een parkeerplaats bij de plezierhaven. Het is erg aangenaam wandelen in deze stad die doorkruist wordt door kanaaltjes en riviertjes.
Er bevinden zich 139 bruggetjes. Mooie hoekjes nodigen uit om een terrasje te doen. De stad wordt gedomineerd door een kasteel waar echter niet veel te bekijken valt.
Een mooie oude stadspoort is bewaard gebleven.
Zaterdag nemen we een plaats in Souppes-sur-Loing aan de plezierhaven. We waren hier al eerder en kennen de omgeving wat. Het zit hier lekker aan het water, enkele uurtjes vissen en lekker luieren.
Zondagmorgen is het marktdag in Souppes en onder een stralende hemel wandelen we naar de markt om enkele inkopen te doen. In de namiddag maar weer lekker aan de waterkant.
Dinsdag 28 juli staan we aan de boorden van de Loire in het stadje Décize.
Het regent zowat de hele nacht. ’s Morgens regent het nog steeds. We lopen toch maar het stadje in. Rond de oude stadskern zien we nog delen van de oude omwalling.. In het rustige centrum staat een hoge toren met een uurwerk voor het stadhuis.
Woensdag rond de middag stoppen we in Léré een plaatsje aan het zijkanaal van de Loire bij de plezierhaven. Ondertussen is de zon doorgebroken en in de namiddag kan ik nog gaan vissen
Donderdag belanden we in Joigny waar de campers niet echt goed ontvangen worden. De plaats die in de gids stond is opgeheven en we moeten maar een plaatsje zoeken aan de overkant van de rivier Yonne.
We hebben er wel een mooie blik op de stad. In de namiddag maken we een mooie wandeling doorheen het middeleeuwse stadsgedeelte, het is stevig stappen tegen de helling op om boven te komen.
Onderweg zien we mooie oude gebouwen in vakwerkstijl met mooie versieringen.
De markt die we maandagmorgen bezoeken is echt heel groot, zowat het hele centrum staat vol met kramen het is er dan ook erg druk en de keuze enorm. Na de middag rijden we naar Autun een stille provinciestad. 2000 jaar geleden was het één van de belangrijkste steden in het Romeinse Gallië waar in en rond de stad nog vele overblijfselen te vinden zijn. Met een busje worden we voor €2 per persoon rond gereden om de voornaamste bezienswaardigheden te bekijken.
We starten bij de kathedraal St.Lazarin. Onze eerste stop is bij een merkwaardig bouwsel genoemd de “Piramide van Couhard” met een hoogte van 25meter.
Opgericht in het begin van onze jaartelling als monument op een dodenstad. Vandaar hebben we een mooie blik op de stad.
We rijden verder en stoppen bij de restanten van het amfitheater, veel was er niet van te zien want het was afgesloten in verband met een voorstelling die daar gehouden werd. Bij twee stadspoorten uit de Gallo-Romeinse tijd kunnen we uitstappen om foto’s te nemen.
De zogeheten tempel van Janus zijn de resten van een gebouw opgetrokken in de eerste eeuw als deel van een bedevaartplaats, er worden ter plaatse nog steeds opgravingen verricht naar de restanten van die plaats.
Onze laatste stop is bij de overblijfselen van de stadsmuren met een uitkijktoren.
Vrijdag trekken we de handrem aan in Fontaine-Française op een idyllisch gelegen camperplek aan een riviertje. ’s Avonds horen we er voortdurend het geluid van jagende snoeken. Helaas stond er een bordje met “défense de pecher”.
Zaterdag 25 juli komen we in Besançon op een camperplaats aan de rivier Doubs. We bevinden ons dicht bij het centrum van de oude stad. Een mooi aangelegde esplanade brengt ons tot in het hart van de stad. Alles ziet er zeer netjes uit en het is gezellig druk in de mooie winkelstraten en pleinen.
Van op een binnenplaats bewonderen we de mooi versierde daken.
Een mooi bewaarde triomfboog ter ere van Marcus Aurelius herinnert aan de Romeinse tijd.
Langsheen de rivier staan mooie herenhuizen netjes in de rij.
Zondag zitten we in Louhans waar de voornaamste bezienswaardigheid de Rue Grande is afgeboord met 157 arcaden.
Maandag vind in deze en omliggende straten de wekelijkse markt plaats en dit reeds vanaf de 12de eeuw. Ook hier zijn de daken van de kerk versierd met mooie patronen.
Maandag 20 juli verlaten we Froncles en begeven ons naar het stadje Grand dat ooit een belangrijk Gallo-Romeins bedevaartcentrum was. Vandaag telt het stadje nog amper 500 inwoners. Maar overal zijn er de sporen van vroeger terug te vinden, er wordt trouwens nog steeds archeologisch onderzoek gevoerd.
Het indrukwekkendst zijn de restanten van het enorme amfitheater dat gedeeltelijk gerestaureerd is en wel 17.000 plaatsen telde.
In het museum met een mooie collectie van de opgegraven stukken is ook nog een zeer groot mozaïek te bewonderen.
We rijden verder naar Ligny-en-Barrois waar aan de jachthaven een mooi ingerichte camperplaats is. Het is nog steeds mooi en warm weer. ’s Avonds is het lekker buiten zitten en naar de sterren kijken. Langs het kanaal Marne-Rhin is het weer fijn fietsen.
Woensdagmorgen komen we in Bar-le-Duc waar de camperplaats mooi gelegen is aan het kanaal.
In de namiddag steken we de Ornain over via één van de bruggen en bezoeken we “la Ville Haute” het hoger gelegen deel van Bar, waar vroeger de heersende klasse woonde in de nabijheid van het kasteel.
Een eenzame toren met een uurwerk kijkt uit over het plein voor de kerk.
In één van de gebouwen treffen we een enorme oude wijnpers aan.
Donderdag keren we terug naar Chaumont waar we een enorme viaduct bewonderen. Deze werd gebouwd in 1870 om de trein tot in de stad te brengen. Het kunstwerk is 600m lang en 52m hoog en gold destijds als het grootste bouwwerk van Europa en misschien van de wereld.
Nabij Chaumont nemen we een plaats in op een camperplaats aan het kanaal van de Marne. Langsheen het kanaal loopt een fietsweg van Champagne naar Bourgogne. We maken er dankbaar gebruik van en fietsen doorheen het groene dal langs het slingerend kanaal. Onderweg gaan we enkele stille dorpjes in maar nergens kunnen we terecht voor de koffie. We blijven langs het kanaal en komen bij een kleine camperplaats waar we een rustige nacht doorbrengen.
In Froncles komen we op vrijdag de 17de aan op een mooie camperplaats aan de jachthaven.
Het is er goed staan en we willen er enkele dagen blijven. Het is nog steeds erg warm maar het is aan het veranderen en er komen regenbuien aan. Fietsen is dan niet erg aantrekkelijk en we nemen een rustige dag. De volgende dag fietsen we het dorp in om boodschappen te doen. En blijven toch maar bij de camper. Zondag gaan we de plaatselijke markt van streekproducten bezoeken.
Zondag 19 juli het bezoek aan de markt was snel afgelopen er stonden slechts enkele kramen. In de namiddag gaan we op de fiets voor een tochtje langs het kanaal.
We merken ook dat buiten de pleziervaart er ook nog vrachtschepen varen. Die zijn op maat gebouwd voor dit kanaal want ze passen precies in de sluizen. Op zeker moment kruist het kanaal de Marne via een aquaduct. Er stond erg veel wind en dan is een elektrische fiets toch wel fijn.
Zaterdag 11 juli komen we bij de stad Toul aan op een camperplaats aan de Moezel. De voornaamste bezienswaardigheid van Toul is wel de prachtige kathedraal St. Etienne gebouwd in flamboyante gotische stijl.
Het interieur is indrukwekkend met zijn hoge gotische gewelven, in de goed bewaarde kruisgang vallen de bijzondere waterspuwers op.
De stad is nog steeds ommuurd door de door Vauban ontworpen verdedigingswallen. Laat op de avond wordt er ter gelegenheid van de 14de juli een reusachtig vuurwerk spektakel gehouden van op de wallen.
Zondag vinden we een plaats aan het Canal de l’Est in Thaon-les-Vosges. Het is er weer heerlijk fietsen langsheen de kanalen tot in Epinal waar we en koffie drinken in de jachthaven.
Maandagavond worden we, ter gelegenheid van de 14de juli, vergast op een mooi spektakel met acrobaten en kunstenaars. Als afsluiter krijgen we weer een spetterend vuurwerk te zien.
Dinsdag zetten we de reis verder. Onderweg stoppen we in een stadje waar we oude legervoertuigen zien staan die gebruikt worden in het defilé voor de nationale feestdag. Ook staan er verschillende oude Citroën’s te pronken.
We krijgen problemen met de koppeling van de auto en besluiten om terug naar huis te keren. We werken onze adressen voor de campergids af en rijden snel naar huis om alle problemen op te lossen. Het duurt bijna een week voor we terecht kunnen bij de garage. De computer die het ook liet afweten is bijna een week in herstelling geweest. Donderdag 2 juli waren alle problemen opgelost en vrijdag 3 juli gaan we weer op pad. Onze eerste halte is in Givet een stadje net over de grens met Frankrijk mooi gelegen aan de Maas.
Van op de brug hebben we een mooi uitzicht over de stad en het fort Charlemagne. Aan de overzijde een mooie haven voor plezierboten.
Ik kan er een visverlof kopen en “s avonds uitproberen, echter zonder succes.
Zondag 5 juli bevinden we ons in Monthermé-sur-Meuse, op een mooi aangelegde camperplaats aan de plezierhaven. Het is nog steeds zeer warm en we wachten tot het heetst van de dag voorbij is om een fietstochtje te maken richting Charleville-Mezière langs de Maas die zich door een diep groen dal kronkelt.
Het is fijn fietsen op een mooi aangelegd fietspad waar we op tijd kunnen stoppen voor een lekkere koffie. Na een 15-tal kilometer keren we terug naar de camper. Net op tijd voor een regenbui die een welkome verkoeling brengt.
Maandag fietsen we richting Givet tot in Nouzonville op een 15-tal kilometer. Het is mooi zonnig weer en niet te heet, de Maas slingert zich nog steeds door een diep dal afgeboord met leuke plaatsen zoals Bogny-sur-Meuse waar we hoog op de berg een schitterend monument zien van de “Vier Heemskinderen”.
Tevreden keren we terug en genieten van een rustige avond terwijl het me lukt om enkele visjes aan de haak te krijgen.
In Charleville-Mézière staan we bij de watersportbaan, waar het maar niet wil lukken om iets aan de haak te krijgen. Via een voetgangersbrug komen wij bij het stadscentrum waar de mooie “Place Ducale” opvalt.
Wanneer het begint te regenen kunnen we onder de galerij genieten van lekker gebak met koffie. Donderdag komen we in het plaatsje Dieue-sur-Meuse waar we ooit al eens stonden.
Het is een rustige plaats waar niet veel te beleven valt. “s Avonds lukt het me toch om een dikke brasem te vangen.
Vrijdag bezoeken we Commercy. Bij de plezierhaven zijn 4 mooi verzorgde camperplaatsen voorzien.
In deze plaats werden voor het eerst de gekende Madeleine gebakjes gemaakt en zijn een plaatselijke lekkernij. In de stad is het vooral het Stanislaspaleis dat opvalt.
Tijdens de 2de wereldoorlog werd het zwaar beschadigd en is gedeeltelijk gestaureerd Van de achterliggende tuinen is niets van overgebleven. Op het plein voor het kasteel is het lekker zitten met een koffie.
Zaterdag 6 juni passeren we de stad Montefiascone. Van ver zien we de kathedraal met een enorme koepel, die net iets kleiner is dan die van de Sint Pieter in Rome, op onze weg naar Bolsena.
De stad ligt aan het gelijknamige meer, dat het grootste kratermeer is van Europa. Van op de camperplaats kunnen we met de fiets naar de stad. Onderweg stoppen we op een grote markt waar het leuk rondneuzen is.
Van op de markt hebben we een mooi zicht op het kasteel dat de stad beheerst. Om naar het centrum van de oude stad te komen is het weer steil omhoog klimmen. Het centrum is gevormd door smalle middeleeuwse straatjes en doorgangen.
Van de oude wasplaats wordt nog steeds goed gebruik gemaakt.
Aangekomen bij het kasteel krijgen we een prachtig zicht op de lager gelegen stad en het meer.
Langsheen het meer is het fijn fietsen en een ijsje om te verpozen hoort erbij.
Donderdag 4 juni rijden we met de bus naar Tarquinia, een stad gebouwd op de resten van wat ooit een Etruskische stad was buiten de muren ligt nog een necropolis met Etruskische graftombes. De stad is zoals al die steden gebouwd op de top van een heuvel en om tot in het centrum van de oude stad te komen is het steeds stevig bergop wandelen.
Voor het stadhuis en de kerk staat een mooie fontein. In de stad treffen we ook verschillende woontorens aan, want die waren goed te verdedigen.
Van op de wallen hebben we een prachtig vergezicht over het landschap waar we morgen camperstops gaan controleren.
Een stevige wandeling brengt ons naar de necropolis waar we verschillende graftombes kunnen bekijken. Die waren diep in de rotsen uitgehouwen en prachtig beschilderd met motieven die aan de overledene herinnerden.
Die graven waren bestemd voor de rijkere klasse want de gewone sterveling kon zich zo iets niet veroorloven. Het is wel hard werken om die allemaal te bekijken want we moeten voortdurend diep afdalen via trappen en dan terug naar boven. Het is wel de moeite waard maar de knieën krijgen het hard te verduren.
In een leuk restaurantje met een zeer vriendelijke uitbater genieten we van een lekkere maaltijd. We keren daarna terug naar het busstation om terug naar de camperplaats te gaan.
Vrijdagmorgen beginnen we aan onze inspectieronde en werken enkele camperstops af.
Bij Viterbo komen we langs warmwater bronnen die een dikke kalklaag achter laten. In de zo gevormde bekkens komen de mensen baden.
In Viterbo zoeken we een parkeerplaats op dicht bij het oude centrum om er de nacht door te brengen. Zoals gewoonlijk ligt het centrum weer boven op de berg. Met nog lood in de benen van gisteren is het zwaar stappen om boven te geraken.
De kerken zijn ook hier weer de meest bezienswaardige monumenten. In de 13de eeuw had de paus hier zijn residentie.
Wanneer we een mooi beschilderde kerk verlaten merken we dat er regen valt, we hebben de dakraampjes laten open staan en dus moeten we terug naar beneden. Nadien ontbreekt ons de moed om terug naar boven te klimmen en genieten van een rustige avond bij de camper. het is nog steeds 30°C.
Dinsdag 2 juni beginnen we aan onze inspectietocht voor Facile Media. De eerste camperplaats ligt in de stad Tarquinia. Nadat we het adres in de GPS ingevoerd hadden gingen we op weg. Op weg naar Napels zien we in de verte de Vesuvius.
%%%FOTO%%%
Enkele kilometers verder viel de GPS uit om een minuut later terug aan te gaan en dan na 30 seconden weer te stoppen. Hierdoor hadden we enkele afritten gemist om voorbij Napels te geraken. We wisten niet goed waar we ons bevonden om op kaart te kunnen verder rijden. We konden de GPS nog net genoeg aan de praat houden om een winkelcentrum in de buurt te vinden. We hebben daar dan een nieuwe GPS moeten kopen, ons vertrouwen in Tomtom hadden we verloren en kozen voor een Garmin. Het was daarmee reeds te laat geworden om ons doel te bereiken en hebben dan de nacht doorgebracht op de parkeerplaats van een museum, waar we zeer rustig geslapen hebben.
Woensdag bracht Garmin ons dan naar Tarquinia waar we vergeefs naar de camperplaats zochten. In het nabij gelegen Lido de Tarquinia, een mooie plaats aan het strand is nog een andere camperplaats waar we blijven staan.
Langsheen Het strand loopt een erg mooi verzorgde promenade waar het in het prachtige weer fijn wandelen is. Van op een terras met zeeblik drinken we een lekkere koffie.
Een aantrekkelijk fietspad nodigde uit voor een fietstochtje en voor de eerste maal hebben we onze fietsen afgeladen. Het was heerlijk fietsen tot aan de zoutpannen van Tarquinia en langs de promenade.
Zondag 31 mei vertrekken we naar Messina voor de overtocht naar het vasteland. Nabij de stad Messina stuurt de GPS ons de bergen in. Het wordt een moeilijke rit met vele steile hellingen en smalle haarspeldbochten, de auto wordt zwaar op de proef gesteld. In Messina hoeven we slechts een korte tijd te wachten om aan boord te kunnen.
Van op de veerboot namen we nog enkele foto’s van Messina. Bij het verlaten van het haventerrein aan de overkant belanden we meteen op de snelweg, die we bij de eerste afrit verlaten om de kustweg te nemen. Het is vandaag flink bewolkt en van mooie zichten op de zee komt niet veel in huis. Onze bedoeling was om in Palmi op een camperplaats te gaan maar toen we daar aankwamen was het aan het regenen. Daarom beslisten we maar om naar een verder gelegen camperplaats door te rijden via de snelweg. Toen we de afrit voor ons doel namen zagen we kort nadien een grote parkeerplaats die ons wel geschikt leek om te overnachten.
Maandagmorgen ging het verder langs de kustweg. De zon was ondertussen terug van de partij en we konden weer volop genieten van de vergezichten op de zee en de bergen. De weg liep dan weer kort bij de zee en dan weer hoger de bergen in om ons schitterende panorama’s te bieden. ’s Middags hebben we halt gehouden op het strand voor de middaglunch en de siësta. Enkele kilometers verder werden we de bergen ingestuurd en kregen we weer een totaal ander zicht. Hier en daar zagen we hoog in de bergen kleine dorpen liggen.
Een twaalftal kilometers voor Salerno zijn we gestopt bij een camperplaats. Aan de overkant van de weg zijn verschillende restaurants en cafés, om op het strand te komen moet men wel een financiële bijdrage leveren. Dan maar geen strandwandeling.
Sicilië vrijdag 29 mei verlaten we Palermo en rijden we naar een camperplaats in Reitano. De ophaaldiensten voor het huisvuil zijn hier blijkbaar overwerkt want overal zien we bergen afval naast de containers en langs de straten liggen.
We willen de snelwegen vermijden en rijden langs de kustweg. Dit gaat niet snel want we moeten regelmatig doorheen de dorpen. De straten zijn er vrij smal en om tegenliggers te kruisen is er vaak weinig plaats. We blijven ons verbazen over het rijgedrag van de Italianen ze lappen alle verkeersregels aan hun laarzen. In een kleinere stad werden we door de GPS door een straat gestuurd waar de buitenspiegels net niet de muren raakte. Het mooie aan die route is dan wel dan we langs de kust zeer mooie zichten kregen op de zee.
Bij de stad Cefalu kregen we een schitterende blik op de stad. Bij de camperplaats aangekomen moesten we vaststellen dat die niet meer bestond. We hebben dan zoals vroeger een rustige plaats gezocht met zicht op de zee waar we ’s avonds nog konden genieten van een mooie zonsondergang.
Zaterdag vervolgden we ons reis langs de kust met adembenemende zichten op het landschap. Rond de middag belandden we op een zeer nette camperplaats in Tonnaretta waar een wasmachine beschikbaar was die wel wat aftands was. Zo goed en zo kwaad het kon heeft Anne dan toch een hele was gedaan. Het is inmiddels bewolkt en een mooie zonsondergang is er vandaag niet bij.
Op weg naar Palermo komen we voorbij Segesta een plaats waar ooit een bloeiende Griekse kolonie was, volgens de legende gesticht door de Trojanen. De bouw van de tempel begon tussen 426 en 416 VC maar werd nooit voltooid en is de best bewaarde tempel op Sicilië.
Na meer dan twee eeuwen staat nog stevig recht als eerbetoon aan het vernuft en kunde van de bouwers. Verder op de berg stond de stad waar nog steeds opgravingen gedaan worden, we laten ons met een busje naar boven brengen want het gaat steil de berg op.
Helemaal op de top van de berg ligt een goed bewaard amfitheater vanwaar we een schitterend uitzicht hebben op het landschap.
Rond 15u komen we in Palermo, na wat zoeken op een camperplaats, gelegen nabij een autobus terminal. Met de bus rijden we naar het centrum maar zonder stadsplan hebben we wat rondgelopen zonder veel noemenswaardig te zien. Terug bij de camper verdiepen we ons in de informatie die we hebben. Donderdagmorgen gaan we terug de stad in waar we ons nu toch iets beter kunnen oriënteren. Bij het toeristenbureau krijgen we een stadsplan zodat we nu gericht op zoek kunnen naar de bezienswaardigheden. De stad bezit 156 kerken.
In elke stad zijn de kerken de meest indrukwekkende monumenten die getuigen van een rijk verleden. De kathedraal is imponerend van bouwstijl en het interieur soberder dan in andere kerken die we bezochten.
Het verkeer is erg druk en chaotisch naar verkeersregels wordt nauwelijks gekeken en de brutaalste neemt voorrang, tussen het autoverkeer flitsen scooters langs alle kanten voorbij, hier moet je met een camper niet zijn. Langs de mooie brede lanen komen soms erg smalle straatjes uit waar nog net een Fiatje 600 door kan.
Rond de middag komen we bij het Palazzo Reale ook wel het Palazzo dei Normanni genoemd.
Het werd oorspronkelijk door de Arabieren gebouwd en in 1072 door de Noormannen verbouwd.
Vlakbij is de Porta Major met excentrieke versiering die het begin is van de Via Vittorio Emanuelo die de ganse oude stad doorkruist. Van hieruit lopen we terug naar het busstation.
Onderweg komen we nog langs een prachtige fontein waar drie kerken rond gegroepeerd zijn. Nabij de Via Roma lopen we door een smalle straat waar alle dagen markt wordt gehouden. Aan het station zien we onze bus aankomen en zijn tevreden nog een zitplaats te bemachtigen want het is nog een eind terug rijden.
Zondagmorgen nemen we afscheid van Anna en rijden naar Agrigento waar de voornaamste attractie de “Valle dei Templi” of de vallei der tempels is. De reis verloopt gedeeltelijk langs de kustweg en krijgen we een mooie klip van kalksteen te zien genoemd de “Scala dei Turci”.
Nabij Agrigento zien we reeds van ver hoog op een heuvel een tempel staan. Van op de parking is het nog een heel eind de berg oplopen tot bij de tempels. Voor €6 laten we ons met een taxi tot boven brengen zodat we rustig de wandeling naar beneden kunnen maken.
De eerste tempel die we reeds van ver zagen, is de tempel van Juno gebouwd rond 450 jaar VC met nog vele ongeschonden zuilen. Heel de berg was ooit een welvarende stad die dan ook vaak belegerd en ingenomen werd. Er zijn nog heel wat monumentale overblijfselen te vinden.
De tempel van Concordia die nog prachtig bewaard is gebleven is een stille getuige van het vernuft en bouwkunst van de bewoners. In de 4de eeuw werd de tempel door de christenen in gebruik genomen als kerk. We hebben in de 4 kilometer lopen tussen de tempels heel wat kunnen bekijken voor we terug op de parking komen. We kunnen er niet overnachten en moeten een camping opzoeken.
Maandag 25 mei komen we rond de middag aan in Marsala de stad waar de gelijknamige wijn wordt geproduceerd. Rond 3 uur lijken we in een verlaten stad te zijn aangekomen, we hadden niet in de gaten dat de siësta hier ernstig wordt genomen en tot 16u30 is bijna alles gesloten. We keren dan maar terug naar de camper voor onze eigen siësta.
Langs de Via Garibaldi komen we via een hoge poort het oude stadsdeel binnen. De straten zijn geplaveid met witte marmer. Op een plein staan het stadhuis en de hoofdkerk naast elkaar.
De straten zijn allemaal behoorlijk smal en het is moeilijk om ze op de foto te krijgen. Er zijn heel wat mooie gebouwen in barokstijl, De hoofdstraat brengt ons bij nog een andere stadspoort. Er moet ook nog een interessant museum zijn met vele archeologische voorwerpen en een gedeeltelijk gereconstrueerd Punisch schip. Het is echter maandag en dan zijn alle musea gesloten. Dus dinsdagmorgen naar het museum. Het is beginnen regenen en onder een fijne regen gaan we op weg, gelukkig houdt het af en toe op. Na enig zoeken komen we bij het museum van archeologie. Op het enorme terrein dat vreselijk slecht onderhouden is komen we bij de restanten van een Romeinse villa die onder een afdak staat. Op geen van de informatieborden kan nog iets worden afgelezen en de restanten van de villa liggen er onverzorgd bij.
We kunnen toch nog enkel mozaïeken bekijken. Het gebouw met het schip lijken we niet te kunnen vinden tot iemand van het personeel ons de weg toont. In het museum vinden we veel artefacten die hier werden verzameld. Wat er van het schip nog te zien is geeft toch een goede indruk van hoe het moet geweest zijn.
We hebben deze morgen vele kilometers gelopen en zijn blij terug bij de camper te komen.
Na de middagrust op naar Trapani de rivaliserende stad van Marsala. Marsala had vroeger een belangrijke haven die onder het bewind van Karel V werd gesloten. Trapani is nu de belangrijkste haven. Van op een camperplaats nabij de stad kunnen we met de bus naar het centrum. Het oude stadscentrum is niet erg groot. Ook hier vinden we mooie gebouwen die getuigen van en rijk verleden. Sommige gebouwen zijn mooi onderhouden of gerenoveerd en andere zijn hoog nodig aan verzorging toe. Ook hier is het weer moeilijk om foto’s te nemen. Langs de waterkant hebben we enkele mooie uitzichten.
Vele kerken zijn hier weer aan te treffen en de kathedraal is waarschijnlijk wel de mooiste waar onder andere schilderijen van Rubens en Van Dijck te bewonderen zijn.
We hebben ondertussen heel wat kilometers afgelopen en de benen vertellen ons dat het tijd is om terug te keren.