Bij het verlaten van Wickenburg tanken we weer vol en bij het bezinestation zien we een vreemd figuur geketend aan een boom, door de winkelstraat gaat het richting Californië.
We rijden door de Mojave woestijn, de weg er doorheen golft op en neer het lijkt wel tobogan.
Mijlen en mijlen is er niets te zien behalve wat laag struikgewas en de bergen in de verte.
Wanneer we de Colorado rivier oversteken komen we inCalifornië. Om het “Joshua Tree Park” te bezoeken had ik het adres van een camping opgegeven op de GPS maar om een of andere reden stuurde die ons naar een verkeerde bestemming en na ongeveer een kilometer op een hobbelige zandweg gereden te hebben zijn we dan maar omgekeerd. Dan maar rechtstreeks naar het park waar de toegang weer gratis was. Grote borden bij de ingang gaven aan dat alle campings in het park volzet waren. Het is weekend en het was er dus enorm druk zelfs op de voorziene picknickplaatsen vonden we geen plaats. Dan maar langs de kant van de weg gestopt om te lunchen.
Joshua trees waren er in overvloed te zien. Vele rotsformaties in verschillende vormen en afmetingen trokken de aandacht. Die rotsen van graniet waren 160 miljoen jaren gevormd door het magma en nadien naar de oppervlakte gestuwd. Door wind en erosie zijn die dan bloot komen te liggen.
Om een plaats voor de nacht te vinden zijn we dan doorgereden tot in Banning om op een KOA camping plaats te vinden.
Wanneer we vertrekken staat er een stevige frisse wind, vandaag rijden we naar Wickenburg.
We rijden over “route 66” ver voor ons zien we een hoge berg met besneeuwde top “Mount Humpfrey’s Peak van 12633 feet. Het landschap is hier nog vrij vlak. Voorbij Flagstaff nemen we route 89 richting noorden.
Geleidelijk komen we in de bergen en stijgen via een kronkelende weg naar een hoogte van 7000 feet.
Dan weer naar de vlakte waar we grillige rotsformaties zien. De camping waar we aankomen is prima verzorgd en er wonen hoofdzakelijk mensen voor een vast verblijf.
Van op de camping zien we een grote groep gieren rondcirkelen, die hier voor de nacht in de bomen neerstrijken. De wind is ondertussen gaan liggen en het is erg warm. Gelukkig hebben we een goede airco.
Onder een mooi blauwe hemel vertrekken we van uit Holbrook om een bezoek te brengen aan het “Petrified Forest State Park”. Er loopt een weg doorheen van 28 mijl of zo een 45tal kilometer. Voor we daar aankomen rijden we doorheen een landschap waar mijlen in de omtrek geen leven te bespeuren valt. We hebben geluk vandaag want de inkom is gratis. In het park zijn langs de weg op verschillende plaatsen bezienswaardigheden waar ruim plaats is om te parkeren. In het bezoekerscentrum is te zien dat in dit park de archeologen en paleontologen hier vele sporen en fossielen hebben aangetroffen van dinosaurussen en planten over 260 miljoen jaren. Het grootste gedeelte van het park heeft ooit onder water gestaan waar fossielen van vele planten en dieren nu kunnen terug gevonden worden. Het “versteende woud” was ooit een weelderig bos met enorme bomen en planten.
Van die bomen zijn er hier nog velen te zien die helemaal versteend zijn.
Werkelijk indrukwekkend de meeste bomen zien er uit als pas geveld. Aan de heuvels is goed te zien dat die gemaakt zijn door verschillende opeen volgende lagen van sediment in verschillende kleuren.
En dat levert mooie beelden op. Honderden jaren geleden hebben hier ook mensen gewoond en op sommige rotsen zijn heel wat rotstekeningen te zien.
De “route 66” liep vroeger ook door het park, maar nu is het hele gebied beschermd, je mag zelfs geen enkel steentje mee naar huis nemen. In de souvenirsshops zijn die wel te koop want vooraleer het park beschermd was is daar veel weggehaald.
Bijna aan het einde van de route zien we nog de “Painted desert” en de “Painted desert Inn”. We hebben er een mooie dag gehad.
Gisteren verlieten we de camping bij Las Cruces om naar Tuscon te rijden 460km verder.
Op de interstate 10 is het weer vlot rijden zij het wat eentonig.
We rijden door een woestijnachtige streek waar gewaarschuwd wordt dat er zandstormen kunnen opsteken.
Wanneer we de staat Arizona binnen rijden komen we weer in een andere tijdzone terecht en we hebben nu een tijdsverschil van 9 uur met thuis. Op de camping nabij Tucson horen we dat we van daar uit niet de stad in kunnen, en in plaats van twee overnachtingen houden we het met slechts één. We vertrekken vroeg op weg naar Holbrook 430km ver.
Vanop de snelweg krijgen we nog een zicht op Tucson. Wat verder rijden we door een gebied met enorm vele enorme cactussen.
De weg voert door de Apache bergen, dit is Apacheland.
Vanop een rustplaats kijken we naar een prachtig uitzicht op de bergen het lijkt wel de Grand Canyon die trouwens hier niet zover af is. We maken een omweg om naar Fort Apache te rijden. In het museum krijgen we een inzicht over het denken en leven van de Apache, die in harmonie met de natuur leefden. De Apache werden door de blanken massaal gedeporteerd naar Florida en Alabama en andere ver afgelegen staten. Later ontstond er een samenwerking en verstandhouding met de overgebleven Indianen.
Van het fort dat dienst deed van 1870 tot 1922 zijn nog enkele gebouwen bewaard gebleven en ook hier is te zien dat de hogere officieren geriefelijk gehuisvest waren.
Onder een grijze hemel wenden we de steven naar Fort Stockton 500km verder. Onderweg krijgen we enkele lichte regenbuitjes en halverwege komt de zon erdoor.
Waar we eerst door een vrij vlak landschap rijden, komen we nu in een heuvelachtig landschap en later komen de bergen in zicht.
Op de interstate 10 is het rustig rijden de cruise control op 60mijl en maar snorren. Wanneer we bij de camping aankomen is die volzet en worden we doorgestuurd naar een andere camping waar we lang moesten naar zoeken en die eveneens volzet is. We zijn dan maar op de parking van de Walmart blijven slapen. De volgende dag is Las Cruces onze bestemming.
Langsheen de 10 zien we een boortoren puur Texas. Nabij El Paso wordt het weer druk met vijf rijbanen naast elkaar.
We rijden een oversized transport voorbij die twee huizen vervoeren.
De camping is mooi gelegen maar ver van de stad. We hebben er wel mooi uitzicht over het land met in de verte de bergen.
Om 8u30 worden we opgehaald op de camping voor de “Alamo tour” het regent en de hemel zit potdicht. Op het plein voor het Alamo betalen we onze tickets voor de rondrit.
Iets na 9 brengt oze gids naar het Alamo, dat voor de Texanen een heiligdom is want daar sneuvelden 186 mannen, waaronder Jim Bowie en Davy Crockett, voor hun strijd om Texas onafhankelijk te maken van Mexico. Oorspronkelijk was dit de missie San Antonio de Valero en het gebouw dat bewaard is gebleven was de kerk. Binnen is er een verzameling van memorabilia van de mensen die er hun leven lieten.
Het volgende punt op het programma is een bezoek aan de Japanse tuinen. Onderweg vertelt onze gids/chauffeur honderduit over San Antonio. Het regent nog steeds af en toe, en gewapend met regenschermen lopen we rond in de prachtige tuinen, mooi aangelegd en meticuleus onderhouden. Er stond ook een bootrit op de San Antonio rivier op het programma maar wegens het slechte weer werd dit afgelast. We bezoeken vervolgens de “Mercado” een bonte verzameling van Mexicaanse winkeltjes en eetstalletjes, waar het erg druk is.
Het loopt tegen het middaguur en we trekken, naar het “Buckhorn Saloon en museum” waar we kunnen lunchen. De saloon is ingericht in de oude stijl en hangt vol met allerhande trofeëen.
Na de lunch bezoeken we er het “Texas Ranger museum” dat een overzicht geeft van het ontstaan en de werking van de Rangers.
De auto waarin Bonnie en Clyde stierven onder een kogelregen van de Rangers is er ook te zien. Op de bovenverdieping lopen we door een enorme verzameling van opgezette dieren van alle continenten. Erg interessant om te zien. Het busje brengt ons naar de missie “San José”. De missies gesticht door de Spanjaarden moesten de Indianen bekeren en hen te “beschaven”!
De kerk die goed gerestaureed is wordt nog steeds gebruikt en we konden er nog net binnen voor ze werd afgesloten omdat er een huwelijk ging plaats vinden. De originele ommuring is nog goed bewaard en verschaft ons een goed idee hoe het leven er verliep. Een groot gebouw was de opslagplaats voor het graan en andere landbouwproducten.
Ze hadden er ook een graanmolen aangedreven met waterkracht. Van de volgende missie “Concepion” is alleen de kerk bewaard gebleven en die wordt ook nog steeds gebruikt voor erediensten.
Ter vervanging van de bootrit gaan we de Tower of the Americas bezoeken, een toren van 220m hoog, gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1986.
Met de lift gaat het snel tot boven vanwaar we een weids uitzicht hebben over de stad en omgeving. Met een bezoek aan een 4-D cinemavertoning “Skies over Texas” maken we een helicoptervlucht mee met spectaculaire beelden, hiermee sluiten we de dag af. We worden netjes terug aan de camping afgezet, einde van weer een mooie dag.
Na het ontbijt nemen we de bus naar het centrumvan San Antonio.
De gelijknamige rivier kronkelt doorheen het stadscentrum en is afgeboord met wandelpaden het is de befaamde “River Walk” van San Antonio.
Langs het water loopt aan beide zijden van de rivier een mooi wandelpad met prachtig verzorgde plantsoenen.
Op het water varen boten met toeristen en onderhoudswerkers af en aan. Verschillende restaurants en café’s wedijveren om de gunsten van de toeristen.
Vroeg in de voormiddag is het nog niet erg druk. Op een leuk terras drinken we een koffie en bekijken de voorbijgangers. Via bruggetjes kunnen we gemakkelijk naar de andere kant om ook daar een kijkje te nemen.
We verlaten even de “River Walk” om in de straten te lopen en komen bij de San Fernando kathedraal met een mooi interieur en een verguld retabel.
We keren terug naar de rivier en tegen de middag wordt het drukker en de terrassen lopen vol. Na enkele uren wandelen waarbij we verschillende leuke hoekjes ontdekken wordt het tijd om te eten en vanop een terras met zicht op de rivier eten we smakelijk. Dat zitje heeft ons goed gedaan want het lopen beginnen we te voelen aan de benen. Na nog een uurtje of zo nog een koffie met gebak en dan terug met de bus naar de camping. San Antonio is zo wat de leukste stad die we in de VS zagen.
Gisteren zijn we vanuit New Orleans vertrokken in de gietende regen met zwaar onweer.
Toen we voor de laatste maal de Mississippi overstaken begon de regen te minderen. Nabij de stad Charles Lake kwamen we in een gigantische verkeersopstoppping waar we minstens drie kwartier in de file stonden. Nabij de stad Beaumont in Texas streken we neer op een mooi verzorgde camping waar we nog een gratis ontbijt kregen. Na dit lekkere ontbijt gingen we vroeg de weg op. Op de weg was het weer vlot rijden, nabij Houston werd het wel drukker met vijf rijbanen naast mekaar.
De camping van KOA van San Antonio was vlug gevonden en op een ruime plaats konden we genieten van een kop koffie.
Eekhoorns en vele vogels hielden ons gezelschap, één van die zwarte vogels bleek een “roadrunner” te zijn.
We worden gewekt door de regen op het dak. En in de regen stappen we in de shuttlebus naar New Orleans met nog een achttal personen. De bestuurster van het busje vertelt honderd uit over haar belevenissen van de storm Catherine en anecdoten over het leven van vroeger en nu.
Voor we het weten komen we bij het vertrekpunt van de riverboats. Het regent nog steeds en in het Café du Monde gesticht in 1862 gaan we schuilen met een lekkere koffie en de plaatselijke lekkernij “beignets”. Die worden geserveerd onder een dikke laag poedersuiker en zijn luchtig en krokant.
We beginnen onze wandeling aan Jackson Square die gedomineerd wordt door de kathedraal van St. Louis.
We dwalen doorheen het “French Quarter” met Bourbon Street en vele andere straatjes met de typische huizen met doorlopende bebloemde balcons.
De regen is opgehouden en vanop de promenade aan de rivier hebben we mooi uitzicht op de Mississippi en de riverboat Natchez die onder de brug vaart.
Rond het middaguur gaan we wat eten, blij om te kunnen zitten want we hebben weer flink wat gestapt. In de namiddag nemen we voor het gemak de cable car tot bij de “French Market” waar ik mij te goed doe aan een portie vers gekookte rivierkreeftjes.
In de “Market” waar vroeger de levensmiddelen verhandeld werden staan nu vele standjes die souvenirs en vele leuke dingen aanprijzen. Terug aan de aanlegsteiger van de “Natchez” worden we vergast op een concert met stoomfluiten terwijl we wachten op het busje om ons terug te brengen naar de camping.
Eerst weer 170 liter benzine tanken voor we weer verder kunnen. Deze auto rijdt heel prettig maar het is een benzinevretend monster, voor 100km drinkt hij 33 liter. We blijven highway 55 volgen. Het landschap wordt afwisselend en iets heuvelachtig. Het is hier ook veel groener dan in het noorden en de temperatuur gaat de hoogte in we ziijn reeds een 1000km zuidelijker dan Chicago. We rijden nu Mississipi binnen en nabij Jackson, de hoofdstad van de staat komen we op een camping in een State Park.
Aan de rand van het meer mogen we een mooie plaats uitkiezen. Het is aangenaam warm en de short kom uit de kast. ’s Avonds zitten we aan een kampvuur tot we naar binnen moeten van de muggen.
Maandag 11 april
Op een 20km van New Orleans verloopt de weg over een vele kilometers lange brug gebouwd op palen in het water, een reusachtig bouwwerk.
Kort na de middag komen we op de camping aan. Rond half vier nemen we een bus naar het centrum, maar dat is wel veel verder dan we gedacht hadden, aan de stadsrand stappen we dan over op de cable car die ons tot in het centrum moet brengen.
Die rijdt tegen een slakkengangetje en nog voor we in het centrum geraken beseffen we dat we op die manier nooit tijdig kunnen terugkomen, we zijn al anderhalf uur onderweg.
We stappen dan maar af en nemen de retour want de bus die ons terug naar de camping moet brengen rijdt na 7u pas om het uur en de laatste om 9u. Tegen 7 uur waren terug op de camping. Morgen gaan we vroeg met een shuttle de stad in.
Zaterdag 9 juni Onder een mooi blauwe lucht begeven we ons naar Graceland, dat aangrenst aan de camping.
Aan de inkombalie is het nog niet te druk want we waren er vroeg bij. Met een shuttlebusje brengen ze ons naar het woonhuis van Elvis Presley gelegen aan de overzijde van de straat die toepasselijk Elvis Presley Boulevard heet.
Binnenin zijn alle kamers bewaard zoals Elvis ze had laten inrichten. Het geheel doet nogal kitscherich aan met veel bladgoud, spiegels en felle kleuren.
Buiten ligt een mooi aangelegde tuin met zwembad en een herdenkingsplaats waar Elvis en zijn familie begraven liggen. Met het busje gaan we terug naar de overzijde waar in verschillende toonzalen memorabilia te bewonderen zijn van Elvis.
Een mooie verzameling van al zijn auto’s, zijn gouden platen en kostuums die hij droeg tijdens zijn optredens.
Buiten staan zijn twee privévliegtuigen opgesteld. Een groot en een kleinere, in het grootse wandelen we doorheen en kijken naar het weelderig ingerichte interieur, met vergaderzaal, ontspanningsruimte, zijn slaapkamer en kapsalon. Het kleinere vliegtuig is wel iets soberder.
Heel het complex wordt zeer commercieel uitgebaat en in de verschillende souvenirshops waar je doorheen moet worden een enorme hoeveelheid souvenirs aangeboden.
In de namiddag nemen we een bus naar het centrum van Memphis dat op een 15tal kilometer ligt. In de bus zijn wij de enige blanken want hier wonen zeer veel zwarte mensen. De Presley boulevard verandert van uitzicht en aan beide zijden zijn verschillende verloederde gebouwen en bedrijven te zien met armoedige huizen. Hier is geen weelde te bespeuren. Met ons busticket kunnen we verschillende bussen nemen om tot in het centrum te komen.
Vroeger reed er een trolleytram dwars door het centrum, maar omdat er overal aan het spoor gewerkt wordt zijn die vervangen door bussen die er uitzien als een tram.
We wandelen op de oever van de Missippi vanwaar we een mooi uitzicht hebben over een brug met verschillende mooie bogen. In het centrum is Beale street een druk bezochte straat waar alle muziekcafé’s bij elkaar zijn. Het is er een drukte van belang en in elke zaak wordt eten en drinken aangeboden.
Wij hadden graag een koffie gedronken maar er is overal slechts bier, bier en bier en frisdranken te krijgen. We dachten, hier naar koffie vragen is als vloeken in de kerk. We hebben stiekem toch heel wat kilometers gelopen en zijn blij wanneer we in de bus naar huis kunnen zitten.
Vrijdag 8 juni Voor we de weg naar Memphis inslaan moeten we eerst tanken en om 160 liter benzine te tanken heb je wel geduld nodig. Het is grijs en er staat een stevig koude westenwind.
Op de snelweg is het vlot rijden. Gisteren zijn we vertrokken in de staat Indiana, nadien kwamen we in Illinois en vandaag steken we de Missouri over om Arkansas binnen te rijden.
We zitten ondertussen al een heel eind zuidelijk en de zon begint er goed door te komen. Kort voor Memphis rijden we dan de staat Tenessee binnen. Op de camping Craceland Campgroud vinden we nog een vrije plaats. In Memphis is het zonnig en de temperatuur is aangenaam en voor de eerste maal kunnen we onze deur open laten staan.
Donderdag 7 juni staan we vroeg op want we hebben een rit voor de boeg van 495km naar het stadje Effingham waar we willen overnachten op een camping. Het heeft de hele nacht pijpestelen geregend en wanneer we vertrekken houdt het gure weer aan. Onderweg krijgen we zelfs nog een sneeuwbui. Halverwege klaart het toch op en krijgen we af en toe wat zon te zien. Op de camping krijgen we een mooie plaats aan de rand van een meer.
Woensdag 6 juni moeten we erg vroeg opstaan om met de shuttle naar Middlebury te rijden waar we de camper moeten ophalen. In de lobby van het hotel zit reeds een heel gezelschap die ook voor de campers gekomen zijn. Met de bus rijden we langs Chicago door het drukken ochtendverkeer.
Wanneer we bij de campers toekomen rond 8u30 merken we dat we als laatste op de lijst staan om een camper toegewezen te krijgen, rond 3u in de namiddag zouden wij aan de beurt zijn. We maken dan maar een uitstapje mee naar het plaatsje Shiskewaha. In deze streek wonen vele Amish mensen die niet van moderne dingen moeten weten en zich verplaatsen met paard en kar.
In het winkelcentrum lopen we door verschillende leuke winkeltjes en genieten van een lekkere koffie.
In de namiddag maken we dan kennis met onze camper en dat blijkt een groot model te zijn met uitschuifstukken, geschikt voor 6 personen. We maken er een korte rit mee naar een warenhuis om wat aankopen te doen. Het is wel even wennen aan de lengte en breedte van dit voertuig.
Dinsdagmorgen 5 juni zijn we ruim op tijd aangekomen op Schiphol. Na de nodige controles konden we naar onze gate waar het vliegtuig een grote Boeing 747 van KLM stond te wachten.
Om 12u50 stegen we op voor de lange vlucht naar Amerika. We vlogen op een hoogte van 11km met een snelheid van bij de 900km per uur.
Boven het dikke wolkendek onder ons scheen de zon in een mooie blauwe lucht. Wanneer we over het Michiganmeer vlogen was Chicago niet ver meer af. Na een vlucht van 8uur landden we op het vliegveld O’Hare om 14u plaatselijke tijd. Een shuttlebusje bracht ons bij het hotel waar we nog wat aten in het restaurant om dan doodvermoeid om 21u onder de dekens te kruipen.
Vrijdag komen we in Arras de laatste stad die we bezoeken voor we naar huis rijden. Arras behoorde ooit tot het graafschap Vlaanderen en de vele mooie huizen met mooie klokgevels getuigen van een rijk verleden.
Het galerijen leiden ons naar het fraaie stadhuis waar we opgewacht worden door de reuzen.
Op het prachtige marktplein laten we ons met een lekker gebak en koffie verwennen. Met een blik op de mooie huizenrij verlaten we Arras en dat is meteen het einde van de reis.
Woensdag 12 augustus komen we aan in Saint-Jouin-Bruneval. De camperplaats bevindt zich aan het strand onder de hoge kliffen.
Toen we ’s morgens vertrokken was het regenachtig maar toen we ons bestemming bereikten was de zon doorgebroken. Op het strand hebben we een fijne wandeling gemaakt met de voeten in de zee. In een strandcafé was het heerlijk genieten van een ijsje met koffie.
Donderdag de 13de vinden we plaats op de stadscamperplaats van Dieppe aan de overzijde van de Arques die hier uitmondt in zee. Van hier hebben we een mooi uitzicht op de stad.
We wandelen over de brug naar het centrum. De mooie gotische kathedraal moet dringend opgeknapt worden.
Het kasteel dat boven de stad torent is een museum geworden. Van waar we mooi over de stad en het strand uitkijken.
In de winkelstraten is het behoorlijk druk en op een leuk terras genieten we weer van een lekkere koffie.
Zaterdag wandelen we in Laval en merken dat we hier reeds eerder waren. We bewonderen toch het middeleeuwse kasteel en een mooie oude stadspoort. In het oude stadsgedeelte is het aangenaam wandelen en zien we leuke hoekjes.
De camperplaats stelt niet veel voor en we rijden verder naar St. Jean sur Mayenne waar we reeds eerder op de camperplaats waren. Mooi gelegen aan de Mayenne die uitnodigt om te vissen.
Maandagnamiddag bevinden we ons in Cormeilles een stadje met talrijke antiekzaken en vele vakwerkhuizen met mooie versieringen.
Dinsdag 11 augustus komen we op een mooi aangelegde camperplaats in een kersenboomgaard gelegen aan de boorden van de Seine in Malleray sur Seine. De Seine is hier erg breed want de zee is nabij. Regelmatig zien we grote schepen voorbij varen.
We maken een lange wandeling langs het water en bewonderen een mooie hoeve in vakwerkstijl. Aan de overzijde zien we de stad Heurtauville dat bereikbaar is via veerponten.