Vooral mijn directeur had, gedurende verscheidene jaren (we waren toen nog in de vroege jaren zeventig), geïnsinueerd aan zijn vriend en bridgecollega (waarin hij, mijn directeur, ooit eens kampioen is geweest) Roberto Marinho, eigenaar van de krant O Globo, in Rio (plus andere belangrijke communicatiemiddelen, verspreid over het gehele land) dat hij eindelijk de knoop moest doorhakken en definitief beslissen offset te gaan. Deze beslissing is er maar gekomen gedurende een reis naar São Paulo, waar Octavio Frias, eigenaar van de krant Folha De São Paulo hem trots zijn recente offsetinstallaties had getoond en daarna, in zijn zetel zakkend, nonchalant zijn schoenen had uitgetrokken en ze over zijn schouders geslingerd, natuurlijk met de bedoeling indruk te maken, terwijl hij uitschaterde dat hij, Roberto Marinho (een stijve mens die vooral van discretie en behoorlijk gedrag hield), moest stoppen zich alsmaar te masturberen.
En waarlijk, diene laatste uitspraak heeft hem, juist op tijd, op de beste weg gezet.
Terug in Rio bepaalde hij meteen een vergadering om over zijn nieuw project te spreken met onze directie. Die besliste, voor alle geval, mij mee te sleuren, om technische twijfels te kunnen beantwoorden. Aanwezig ook, op die vergadering (in de loop van de volgende maanden zijn er meerdere gebeurd) was de industriële manager van O Globo, Luiz Antônio De Sa Brandão, die toevallig ook de kozijn was van onze directeur, wat niet belette de eigenschappen van machines aangeboden door onze concurrenten (vooral MAN) aan te halen. We werden ontvangen in een piepklein wachtzaaltje waarin er zich geen enkel meubel bevond en waar men er zeker van was aandachtig bespied te worden, om bewust naar eigenaardige bulten en bubbels in de zakken, onder de oksels en onder de broekriem van eventuele bezoekers te zoeken, want hij, Roberto Marinho, officiële afgevaardigde van de rechts gezinden en vierde "macht" van het land, ferme verdediger van het Amerikaans regime, fel geïnteresseerd in het omverwerpen van linksgezinde bewegingen en aanstoter van de militaire machtsgreep, enkele jaren daarvoor, voelde zich wel een beetje bedreigd. Ik had geen enkele vreemde bult meegebracht, maar wederkerig zoekend naar vreemde bulten in zijn kostuum stootte ik onverwacht op een bult in ZIJN broek. Toen hij zichzelf neerzette in zijn ruime zetel viel het mij dadelijk op dat hij geen onderbroek gebruikte en dat zijn klootzak, daardoor, tot midden in zijn dij was neer gezakt. Allez, ik vond het echt eigenaardig dat diene klootzak zo laag was gevallen, terwijl ik, van de andere kant, zelfs geen glimp van zijn instrument opmerkte...
Die eerste vergaderingen leidden wel duidelijk naar een aankoop van een enorme (toen toch) machine (Goss Metroliner), uitgerust met achttien drukeenheden en drie vouwmachines, alles op een rij van ongeveer zestig meter geinstalleerd, terwijl twaalf meter hoog en drie meter breed, maar vooraleer we daar geraakt zijn is er nog een incident gebeurd, te wijten aan een misverstand over wat er juist allemaal en wat er niet, in de prijs was inbegrepen. Op dat bepaald moment had Roberto Marinho ineens zijn beesten los gelaten (soltou os bichos, in t Portugees) op onze lieve oude Harry Andree (Internationale Verkoopsdirecteur van Rockwell/Goss) die blijkbaar een beetje vals aan het spelen was, tot groot ongenoegen van Roberto...
Op dat ogenblik heb ik iets geleerd van mijn directeur, dat mij mijn eigen leven lang heeft blijven vergezellen (het betreft zich om een gevaarlijke fout, die één van mijn jongere broers, nog altijd, begaat). Hij, mijn directeur, had opgemerkt dat Roberto, zijn persoonlijke vriend, in zijn groeiende opwinding, op het punt stond iets verschrikkelijks naar het hoofd te slingeren van Harry. Meteen stond hij dus beslist recht en vroeg die vergadering onmiddellijk stop te zetten en ze s anderendaags, indien mogelijk, te hervatten, vooraleer hij, Roberto, iets zou zeggen wat hij niet echt bedoelde en er later, waarschijnlijk, spijt van zou koesteren, maar onmogelijk zijn eigen braaksel terug zou kunnen inzwelgen.
Deze intelligente aanpak is beslissend geweest voor de conclusie van de zaak en ik heb die waarschuwing in mijn eigen hoofd geprent, om zeker nooit iets dergelijks te begaan.
Mijn dwaze broer nochtans, heeft die les nooit geleerd en bedrijft ze (de fout) nog alle dagen, vooral als hij dronken is..
De krant O Dia, in Rio de Janeiro, is altijd een typische volkskrant geweest, net zoals, waarschijnlijk, Het Volk, in goed/oud Vlaanderen (waar ik intussen nooit ne meer iets van heb horen spreken). De krant was origineel opgericht geweest door ik weet niet wie precies, maar later gekocht door Chagas Freitas, Gouverneur van de Staat van Guanabara, zoals de Staat van Rio De Janeiro eertijds genoemd werd, toen de lange brug die nu de stad Rio De Janeiro met de stad Niteroi verbind, nog niet bestond. Vooraleer die brug ingehuldigd werd was Niteroi dus de hoofdstad van de Staat van Rio De Janeiro en de stad Rio De Janeiro hoofdstad van de Staat van Guanabara. Die verandering is de oorzaak geweest de belangrijkheid van Niteroi te verminderen.
Diene bepaalde Chagas Freitas was, zoals de meeste rijke mensen in diene tijd, niet gevormd in de universiteit maar wel door het leven en bezat honderden appartementen, verspreid over de gehele streek. Bovendien bewaarde hij, eerbiedig, honderdduizenden dollars in zijn verschillende valieskes. Niemand begreep precies hoe hij zo rap aan zoveel geld en eigendommen is geraakt, maar het zal wel geweest zijn door veel te werken, natuurlijk. Toen zijn gezondheid tekens gaf van vermoeidheid, besloot hij, vooraleer zijn hielen samen te slaan, zijn krant, die toen de grootste oplage van het land bezat (maar ook het kleinst aantal bladzijden), gedrukt in typografische machines en waar het bloed van de verscheidene dagelijkse moorden uit de eerste bladzijde zijpelde, te verkopen aan zijn lokale concurrent, Ary Carvalho, eigenaar van de krant Ultima Hora, ook in Rio De Janeiro (opgericht door Carlos Lacerda, een geniepigaard die verschillende regeringen heeft afgeperst) en medeoprichter van de nog huidige grootste krant van de Staat van Rio Grande Do Sul, Zero Hora. De zoon van Chagas Freitas, Claudio (een playboyachtig type) heeft, na de dood van zijn vader, die zaak nog getracht te kelderen, aanwendend dat hij, zijn vader, niet meer wist wat hij deed toen hij de krant aan het verkopen was, maar het is niet gelukt.
Ary Carvalho, nieuwe eigenaar dus van de krant O Dia, koesterde vooruitstrevende plannen in verband met zijn modernisering, waarvan hij de eerste bladzijde, doordrenkt met bloed, wilde verwijderen om er een middenstandsvriendelijke versie van te maken. Daarvoor was de overgang naar offset onvermijdelijk en werd hij verplicht zich naar ons te wenden, grootste en meest belangrijkste leverancier op dat gebied.
Het probleem bestond erin dat Ary, toen hij nog eigenaar was van Ultima Hora, zijn reputatie had verbrod bij onze directie die hem, als het ware, had beginnen te haten, omwille van een eerdere onderhandeling waarbij hij zich gecompromitteerd had een schuld van praktisch vijfhonderdduizend dollars, opgebouwd gedurende de aankoop van tonnen krantpapier, af te lossen in een bepaald aantal maanden en daarna zijn plechtig woord niet heeft gehouden. Mijn directeur had me daarom praktisch verboden verder contact met hem te blijven onderhouden.
Zonder acces aan onze firma, alhoewel nu eigenaar van de veel grotere krant O Dia, werd hij verplicht zich rechtstreeks naar de fabriek in de VSA te wenden, waar ze hem terug afkaatsten naar onze firma en daar sprong Rudo, noodzakelijkerwijze, tussenbeide. Ik kende al van andere oorlogen (hij was eerder onderhoudsmanager geweest van O Globo, ook in Rio) de door hem recent gecontracteerde industriële directeur en ingenieur Dennis De Oliveira, die me regelmatig verzocht hem raad te geven, om samen, de meest geschikte en de beste configuratie van de zich aan te schaffen offset drukpers te bepalen.
Tot het moment aanbrak om de zaak te sluiten.
Zoals gewoonlijk in zo´n belangrijke zaken, verzochten we de aanwezigheid van twee officiële afgevaardigden van de fabriek in de VSA, zijnde de verkoopsdirecteur (Harry Andree) en de andere een financieringsspecialist (Victor Pocius), want de klant had laten weten dat hij onmogelijk de aankoop contant zou kunnen betalen. Die eerste offset, double-width press (Goss Headliner Offset) koste ongeveer veertien miljoen dollars (ze hebben later nog twee keren andere machines besteld, iedere keer de vijftien miljoen dollars overschrijdend). Die specialist, die het onder zijn verantwoordelijkheid had genomen de financiering toe te staan, zonder enige garantie anders dan de eigendom van die machine, is later met alle eer ontslagen geweest wegens dat aanvaard risico), maar de aanwezigheid van onze directeur op die vergadering werd gewoonweg onvermijdelijk en het was daar waar het schoentje wrong. Hij is er niet aan ontsnapt en alhoewel ze praktisch geen enkel woord hebben gewisseld gedurende die vergadering, is de zaak toch afgesloten geweest... Dankzij Rudo!!
Eigenaardig is dat na de conclusie van deze eerste belangrijke zaak met O Dia, voorganger van twee andere belangrijke onderhandelingen, mijn directeur mij beleefd heeft voorgesteld de helft van mijn commissie af te staan aan zijn enige zoon, die toen pas aangeworven was geweest in onze firma, na een mislukte carrière op zijn eigen vleugels, in een andere firma en die toen nog lang niet genoeg verdiende om zijn familie te kunnen onderhouden.
En zeggen dat ik diene hulp nog ne keer heb moeten herhalen gedurende de aankoop van de tweede machine door O Globo (Goss Colorliner), waar mijn verdiende commissie ook gedeeld is geweest door twee, zonder tegen te hebben geprutteld...
´k Bennekik toch altijd een oneindig goeie mens geweest hé, vindt ge niet?
Ze zaten verzameld (het was duidelijk dat niemand begreep hoe ze daar eigenlijk verzeild waren geraakt en nog minder waarom) rond een wankelend cafétafeltje op het voetpad, gedurende een hete zomernamiddag, terwijl de zon hun versleten benen verbrandde, niet beschermd door de schaduw van het overheersend zonnescherm.
Er bestond geen twijfel aan dat het zich om vier totaal verschillende personen betrof, waarschijnlijk toevallig op elkaar gebotst en elk met zijn eigen bekommernissen, gedachten en goestingen. Één ervan wilde duidelijk in het middelpunt van de belangstelling staan, terwijl hij luidruchtig aan zijn zaktelefoon tierde, zodat er weinig gelegenheid overbleef voor de anderen er enkele woorden tussen te foefelen. Zijn gesprek verliep als het ware zoals de ringer van een wekker. Hij begon met alle geweld, maar de kracht van zijn woorden nam geleidelijk af, tot hij zichzelf terug begon op te winden en daarna terug leeg liep. Een andere sprak voortdurend binnensmonds, zichzelf naar iedereen wendend, maar niemand schonk hem een glimp van aandacht. De onverschilligheid vaststellend probeerde hij interessanter te worden en vroeg opeens, zijn stem verheffend, of ze wel wisten dat hij het gehele land al lang kende. Omdat er niemand reageerde voegde hij er vervolgens aan toe dat hij zelfs de gehele wereld kende, stillekes vermeldend dat hij zijn zoon (heel waarschijnlijk jaren eerder) had bezocht in de VSA en zijn dochter (idem) in Portugal. Zo wist ik meteen dat hij alleen achter was gebleven en niemand verdere belangstelling in hem bezat, zodat hij verplicht was geweest op café te gaan en de gehele dag lang lauw bier te zitten opzuipen, waar hij een vanzelfsprekende hekel aan had, om toch ergens iemand aan de haak te kunnen slaan met wie hij, vooral, zijn hart zou kunnen luchten. Ietwat bezorgd dat hij misschien onbelangrijk werd geacht, bestelde hij meteen een stuk pizza dat hij persé met iedereen wilde delen, zonder succes nochtans, zodat hij de slappe, koude, boel zelf heeft moeten inslikken, zonder goesting.
De derde deed net alsof hij, vergeleken met de andere drie, het best in forme was en ook de knapste en fitste op zijn benen, maar hij was wel de dikste van de vier. Hij schonk echter geen werkelijke aandacht aan eender wie en maakte duidelijk dat ze zich gelukkig mochten beschouwen in zijn gezelschap te mogen verblijven.
De vierde staarde dwaas vooruit, zei niets, hoorde blijkbaar ook niets en zijn gedachten waren oneindig ver weg, misschien zelfs verder weg dan Bagdad.
Het bier werd rap warm en niemand dacht eraan een nieuwe fles te bestellen, waarschijnlijk ook omdat het geld wat krap zat en ze liever wat langer wachtten, tot één van hen het geduld zou verliezen en het initiatief nemen.
(Het is wel ne keer interessant te vermelden dat het alledaagse bier hier verkocht wordt in 600 ml-flessen, zodat iedereen beter uit dezelfde fles drinkt, vooraleer een nieuwe te bestellen. Het is ook gemakkelijk de buitenlanders uit een kring te vissen, want elk bestelt, zoals in Europa, zijn eigen fles, wat opvalt, in een heet land, waar het bier niet lang op de tafel mag blijven staan)
Feit is dat ik ineens vast stelde dat mijn toekomst zich aan het uitlijnen was. Net zoals die tientallen oude meneerkes, in het oude mannekeshuis van Melle (of was het in Peteghem?) in Oost-Vlaanderen, waar het krioelt van de oude peekes. Alleen aan de tafel, zonder iemand om er gedachten mee te kunnen wisselen, of iemand die bereid is te luisteren, tot ge aan het overlopen zijt van het opgestapelde bier en ook van de tranen en ge beseft dat het einde slechter zal zijn dan het begin, dat ook niet gemakkelijk is geweest, zonder te spreken over de rest en dat ge, zoals iedereen, aan het aftakelen zijt en absoluut niemand noch belangstelling zal koesteren in uw lelijk figuur, zelfs de hoeren niet en dat het misschien beter zou zijn rapper te beslissen, vooraleer ge trager zult sterven, van de eenzaamheid...
Q: My husband wants to experience three-in-a-bed-sex with me and my sister.
A: Your husband is clearly devoted to you. He cannot get enough of you, so he goes for the next best thing - your sister. Far from being an issue, this will bring all of the family together. Why not some cousins involved? If you are still apprehensive, then let him go with your relatives, buy him a nice, expensive present and cook him a nice meal and don't mention this aspect of his behavior.
Q: My husband continually asks me to perform oral sex on him.
A: Do it. Sperm is not only great tasting, but has only 10 calories per spoonful. It is nutritious and helps you to keep your figure and gives a great glow to the skin. It also adds protein to your hair and keeps it naturally lustrous. Interestingly, a man knows this. His offer to you to perform oral sex on him is totally selfless. Oral sex is extremely painful for a man. This shows he loves you. Best thing to do is to thank him, buy him a nice, expensive present and cook him a nice meal.
Q: My husband has too many nights out with the boys.
A: This is perfectly natural behavior and it should be encouraged. Man is a hunter gatherer and he needs to prove his prowess with other men. Far from being pleasurable, a night out with the boys is a stressful affair, and to get back to you is a relief for your partner. Just look back at how emotional and happy the man is when he returns to his stable home. Best thing to do is to buy him a nice, expensive present and cook him a nice meal and don't mention this aspect of his behavior.
Q: My husband doesn't know where my clitoris is.
A: Your clitoris is of no concern to your husband. If you must mess with it, do it on your own time. To help with the family budget you may want to video tape yourself while doing this and to sell it at car-booth sales. To ease your selfish guilt, buy your man a nice expensive present and cook him a delicious meal.
Q: My husband is not interested in foreplay.
A: Foreplay to a man is very hurtful. What it means is that you do not love your man as much as you should - he has to work a lot to get you in the mood. Abandon all wishes in this area, and make it up to him by buying him a nice expensive present and cook him a nice meal.
Q: My husband has never given me an orgasm.
A: The female orgasm is a myth. It is fostered by militant, man-hating feminists and is a danger to the family unit. Don't mention it again to him and show your love to him by buying him a nice expensive present ... and don't forget to cook him a nice delicious meal.
Toen Mama aan Nonkel Fons mededeelde dat ze weeral eens zwanger van hem was en hem daarom hartstochtelijk uitnodigde op een geschikte naam te denken voor hun allernieuwste en vrolijkste kindje, in 1948, heeft hij onmiddellijk naar zijn woordenboek Vlaams Esperanto gegrepen en daar een vertaling gezocht voor de volgende woorden die hem, juist op dat moment, in zijn gedachten spookten, terwijl hij vlijtig bezig was de beerput in hun huis, in de Spanjestraat Nº 29, Rumbeke, te kuischen:
Er bestaat geen enkel beroep dat vrij is van eigenaardige serial misdadigers. De meest recente, hier in Brazilië, behoort aan de klasse van de tandartsen.
Ik heb het al ne keer eerder gehad over onbekwame tandartsen die, net zoals proctologisten (medische specialisten die alles van uitlaatbuizen verstaan) er niet terug voor deinzen, zonder vooroordelen, dicht bij de stinkende adem (zij, van voren en de andere, van achteren) plaats te gaan nemen. Niet te verwonderen dat ze allemaal een eigenaardig karakter bezitten, de manier waarop ze zich zo hevig aan dat twijfelachtig beroep vast blijven kleven.
Feit is dat onlangs de ouders van een speciale jongen (de term "speciaal" wordt hier uitdrukkelijk als een figuurlijke representatie aangewend), van een jaar of twintig, een klacht hebben ingediend tegen een arts die alle tanden van hun zoon had verwijderd, zonder daarvoor eerst hun noodzakelijke goedkeuring te hebben ontvangen, terwijl het zich, in de oorspronkelijke versie betrof om de extractie van amper twee, ietwat aangetaste, exemplaren. Toen de familie van een andere patiënt, ook speciaal, de reportage had gezien op een plaatselijk Tv-kanaal, stelden ze verrast vast dat het zich om diezelfde dokter betrof, die enkele maanden voordien, een gelijkaardige procedure had aangewend, zonder hen daarover vooraf verwittigd te hebben, zodat ze ook verbaasd hadden geobserveerd hoe hun zoon tandloos, maar glimlachend van oor tot oor, uit zijn kliniek was gestapt.
Vandaag is er een derde geval bekend gemaakt, nogmaals met diezelfde tandarts en weeral met een speciaal kind.
Ik moet er aan toevoegen dat in de drie ontdekte gevallen, totnogtoe, alle tanden terug zijn gevonden geweest, zorgvuldig bewaard in een stukske krantpapier, praktisch allemaal in perfecte staat van onderhoud en gezondheid, duidelijk demonstrerend dat er geen enkele medische reden bestond voor hun respectieve verwijdering.
Eigenaardig is dat de betrokken ouders daar niet vroeger hebben op gereageerd, want ze waren sindsdien zelfs verplicht geweest additioneel geld te verspillen aan een splinternieuw, vals, gebit voor hun lievelingen..
Het lijkt erop dat de tandarts in kwestie, net zoals ik, fan is van een bepaald slurpend geluid. Ik zal het proberen te verklaren. Het is, nochtans, belangrijk eerst te vermelden dat ik gewoonweg weiger, in eender welk café of restaurant, een fles bier bediend te worden dat al open is als de kelner er aankomt. Ik ben, zoals hij waarschijnlijk, maar in een simpelere manier, verslaafd aan het fijn geluidje piisssst dat ogenblikkelijk ontsnapt op het moment dat het metalen dekseltje van de hals van de fles wordt geperst, iets wat diene bepaalde dokter waarschijnlijk ook opwindend vind te horen, alhoewel op een wat doffere toon, misschien zoiets als plooffft, iedere keer er een tand uit zijn holte wordt gewipt en het opborrelend bloed een zuigtoon veroorzaakt.
In tegenstelling met mijn gemakkelijk te vervullen verslaving, kan hij, diene eigenaardige dokter, waarschijnlijk heel weinig vrijwilligers lokaliseren om aan zijn geheime, merkwaardige en zelfs bovennatuurlijke wens te voldoen en heeft hij blijkbaar zijn speciale klanten aangemoedigd hem die procedure toe te staan, met de uitleg dat ze er nog wat eenvoudiger zouden uitzien, zonder tanden...
Zoals alle mensen die ietwat bewust zijn van hun uitwendige aantrekkelijkheid, stellen ze de aankoop van een bril zolang mogelijk uit, niettegenstaande het feit dat ze zonder leesbril (vooral), niets ne meer degelijk kunnen onderscheiden, tenware de seks georiënteerde dromen in hun slaap, natuurlijk.
Wij ook hier, thuis, hebben elk een nieuwe bril nodig en ik zelfs twee, zijnde één om ver en een andere, om dicht te kunnen zien. Daarom ook heeft God mij voorzien van een extra grote neus, zodat er nooit plaats zal te kort schieten, zelfs niet in het geval de wetenschap ontdekt dat ik beter weg ben met een Wc-bril. Mijn dochter heeft al verschillende keren laten ontsnappen dat ze een Papa met een kleinere neus zou verkozen hebben, had ze mogen kiezen, maar ik heb daar prompt op gereageerd dat een grote neus, net zoals een groot voorhoofd, bewijzen zijn van grote virielheid, plus natuurlijk ook intelligentie, in die volgorde. Niet alles wat groot is, nochtans, is een voordeel, zoals grote oren (voor absoluut verstaanbare redens) en grote ogen (hier beweren ze dat iemand met grote ogen - een gulzighaard - niet binnen zal gelaten worden in China en vroeg of laat moet ik dat toch eens proberen). Een grote mond is nu ook niet precies iets waar ge hartstochtelijk moet naar verlangen en bij de vrouwen is de grootte van de mond zelfs rechtstreeks evenredig met de omvang van hun andere mond, daar beneden, wat niet erg geapprecieerd wordt, schijnt het, door de experts en liefhebbers. Grote handen, daarentegen, verwijzen ogenblikkelijk naar het instrument van de mannen en de Baetens waren daar absoluut meester in. Ik heb het genoegen te mogen refereren aan één van mijn vorige posts, waar ik het werktuig in kwestie, van Nonkel Marcel met name (en waar Tante Denise zich jarenlang heeft op gebotviert), heb geprobeerd te verbergen met de aanwending van een bananenblad, maar ik beken, zonder veel succes, nochtans.
Tot daar de inleiding.
Maar ik wil het vandaag speciaal hebben over die eerder vermeldde Wc-bril. Is 't u ook nog niet opgevallen dat de WC-bril in het café waar ge een dagelijkse klant zijt (of zowel, in de gemeenschappelijke badkamer van uw broer, in Gent) nooit recht wil blijven staan terwijl ge bevend uw haperende gleuf aan het open peuteren zijt en haastig uwen bijna overstromende pisser te voorschijn haalt en ge de betreffende spier al hebt toegelaten te ontspannen, terwijl ge ineens verplicht wordt u vliegensvlug te bukken om hem, de Wc-bril dus, terug recht te zetten, zodat ge er op pist zonder het te bedoelen, wanneer hij de bruisende straal voorbij passeert en bovendien luidruchtig, de Wc-bril weeral, terug naar beneden bonst, wanneer ge u nogmaals aan het oprichten zijt?
Dat het Wc-papier, iedere keer dat ge een stukje van de rol af wilt scheuren, juist in het midden van het vorige stukje scheurt en ge verplicht zijt nogmaals te proberen om te vermijden dat ge met een half blaadje in uw handen staat terwijl, de omvang van uw achterwerk in overweging genomen, ge op zijn minst drie blaadjes nodig hebt, om uw middelvinger niet vuil te maken?
Dat diene verschrikkelijke worst niet verzwolgen wil worden door het bruisend water, onafhankelijk van hoeveel keren ge probeert hem door het gat te spoelen en dat hij altijd terug opduikt, wat wetenschappelijk bevestigt dat stro.. lichter is dan water en blijft drijven, zodat ge op den duur verplicht zijt een handje toe te steken om hem definitief te doen verdwijnen?
Dat ge heimwee hebt naar die ferme straal die eens een levend bewijs is geweest van de ongerepte staat van uw prostaat, toen ge nog twintig jaar jonger waart en bekwaam op een vlieg te mikken in het piskommetje dat onweerstaanbaar verplicht werd onder te duiken om te kunnen ontsnappen aan de kracht van de straal, maar onafhankelijk van zijn weerstand, toch verplicht was te verdrinken vanwege de dertig seconden durende straal, waar geen enkele vlieg kon van overleven maar nu, tegenwoordig, de vlieg, onbekommerd vast stelt dat het zich om een motregen betreft?
Dat ge, hoe perfect ge ook mikt, de laatste druppels op de WC-bril vallen, als ge geluk hebt, want dat ze meestal buiten de Wc-pot belanden, onafhankelijk van uw mikmethode?
Dat de velletjes papier (enkele of dubbele) altijd overal scheuren, uitgezonderd op de plaats waar de fabriek daarvoor een reeks speciale gaatjes heeft aangebracht en dat zij durven zweren dat ze nergens anders zullen scheuren? Of dat ze te dun zijn, net zoals bijbelpapier en uw vinger er gemakkelijk doorheen schiet, zodat ge niet weet waar juist ge de schoonmaak zult beginnen?
Dat uw pisser altijd dikker en omvangrijker is als ge goesting hebt om het water uit uwe knie te laten vloeien, maar gewoonweg ineenschrompelt en weg kwijnt als ge van plan zijt de bloemetjes eens buiten te zetten? Dat ge niet begrijpt hoe zoveel vrouwen er niet terug voor deinzen diene afschuwelijke darm in hunne mond te steken?
t Is nu intussen voor iedereen al lang duidelijk geworden (de stresserende klootzakken niet inbegrepen) dat links zijn niet overeen komt met communisme en radicalisme" in het algemeen en "goesting om kindjes op te vreten" in het bijzonder. Modern links zijn is vooruit zijn op zijn tijd, ecologisch en natuurgezind, vredeaardig, bekommerd met een evenwichtig en gezond leven voor zichzelf, zijn familie en verder al zijn vrienden en kennissen (hun vijanden, de rechtsgezinden, kunnen op hun gemak hun kloten kussen), waarin er tijd is voor alles wat aangenaam is en de inspanning afgelost wordt door de ontspanning, de godsdienst vervangen door rust, meditatie en de concentratie en de zekerheid dat men hier, op dit brokje aarde, alles moet doen wat enigszins mogelijk is, vooral terwijl men gezond is, om geen enkele gelegenheid te verliezen gelukkig te zijn, al is het maar voor enkele seconden, terwijl men niets moet verwachten van het leven, na de dood. De belangrijkste kant van de linkse is de onzichtbare.
Aan de andere, tegenovergestelde, kant staan diegenen die de macht nastreven voor de macht, die veel lawijt maken, die geld (absoluut en volmaakt synoniem van God en in zijn naam, veroverd en gebruikt) aanbidden, die andere mensen opofferen om hun eigen overheersing te verzekeren, die voorstanders zijn van langdurige en wrede folteringen en martelingen, gevolgd door de onvermijdbare doodstraf, vooral om de sporen uit te wissen, die veronderstellen dat hun gat van goud gemaakt is, die de anderen uitbuiten, hen gewetenloos uitpersen, die het geweld gebruiken omwille van het geweld en die er daarna gezellig mee zitten te trillen van de opwinding en die, bij het nauwkeurig toezien van het afzien van een andere, gretig opmerken dat het leven nu eenmaal zó is en er niet voor terug schrikken oorlogen te verwekken, of zowel hartstochtelijk te verdedigen, immer in het land van de anderen om zich, zogezegd, preventief te verdedigen, terwijl ze zich veilig verbergen in hun eigen bunkers. Er zitten ook ne hele hoop dwazen en slecht gemeende mensen aan de rechterkant, want alhoewel meneer God en meester Duivel niet bestaan, bestaan er wel goede en slechte exemplaren van sterfbare mensen. De belangrijkste kant van de rechtse is de zichtbare.
Het is ook interessant op te merken dat, als rechts aan de macht is, de rechtse pers langdurig uitlegt waarom de regering geen sociale diensten kan offeren aan de minder begunstigde bevolking, onveranderlijk omdat ze daar eerst een speciale voorziening moeten voor maken, wat niet gemakkelijk is, want ze moeten voordien een hele boel andere maatregelen treffen, allemaal in het voordeel van wie al lang over de nodige middelen beschikt (zogezegd om eerst de koek te doen groeien om hem dan daarna, onder meer mensen te kunnen verdelen), terwijl, als links aan de macht is, de rechtse bereid zijn de helft van de wereld te verzetten om het budget, speciaal bestemd aan de meest benodigde, te verminderen, te verdelen en af te schaffen, intussen niet nalatend de regering te kritiseren, bijvoorbeeld, omdat ze aan het proberen zijn te trachten het pensioen van de gepensioneerden (onder felle druk van jarenlange deficit) volgens de reële inflatie aan te passen, zonder werkelijke verhoging, zoals met het minimum salaris gedaan is geweest, terwijl zij altijd maar aanhaalden, toen ze in dezelfde stoel zaten, dat er daarvoor geen middelen bestonden, enz..
In korte woorden, links is gezond, eerlijk, transparant en betrouwbaar, terwijl rechts, ziek is, vals, geheimzinnig, laf en bedriegend.
Gleiane M. Van Leuven, weeral "Goud" in Fortaleza (vorige zaterdag), tussen atleten van acht verschillende Staten van Brazilië: Maranhão, Pará, Bahia, Paraiba, Rio Grande Do Norte, Pernambuco, Ceará en Sergipe...
Ondergang van een jonge, maar toch al verwende, maatschappij
Het is niet helemaal verrassend, maar wel eigenaardig hoe rap de decadentie, zoals een nevel (mist?), over de VSA aan het trekken is en bijlange nog niet opgelost. Ik had dat al ontdekt, ongeveer twintig jaar geleden, na mijn eerste glorievolle jaren hier, toen praktisch alle Amerikaanse grafische leveranciers en fabrieken, na verschillende jaren succes en in sommige gevallen, zelfs eeuwenoude en beroemde fabrieken, zoals MGD Graphic Systems en Hoe Corp., maar ook kleinere, schitterende en blijkbaar gezonde firmas zoals Idab, Cutler Hammer, Sta-Hi, Western Lithoplate, Compugraphic, Mergenthaler, Autologic, NuArc, AB-Dick, Harris, AM, Versatec, Photon, Varisystems, Dauphin Graphic Systems, enz.. langzamerhand aan het kampen zijn geraakt met financiële problemen, te wijten, in groot part, aan hun zware en kostelijke structuren (net zoals die van Communistische Staats bedrijven, waar er, onveranderlijk, meer chefs aanwezig zijn dan werklui) die onderhouden moesten worden met alsmaar slinkende winsten vanwege de stijgende concurrentie, vooral van firma's afkomstig van de Oosterse landen. Eens "oneindig groot" gewaande maatschappijen, zoals IBM, Xerox, GE en Kodak zijn nu al duidelijk meetbaar, vooral in "duimen" en in "voeten", middeleeuwsachtige manieren om afmetingen en afstanden uit te rekenen.
Vandaag zijn ze allemaal, zonder uitzondering, failliet verklaard geweest, zijn simpelweg gesloten of verkocht, meestal aan Europese of Japanse firma´s en nu recenter, aan Zuid Koreaanse, Chinese en Indische fabrieken, vooral geïnteresseerd in hun patenten, ontwerpen, engineering en technische planten. Het betekent de ondergang van een artificiële jonge zon die zich niet aan de bliksemsnelle tijd heeft kunnen aanpassen, overtuigd dat ze waren (en nog altijd zijn) dat ze vooral in hun persoonlijke God mogen vertrouwen, om alles onder controle te behouden.
De Noord-Amerikanen minachtten toen vooral hun Japanse concurrenten die ze beschuldigden hun machines (slecht) gekopieerd te hebben, om ze aan de helft van de prijs te koop te stellen. Ze vertegenwoordigden, elk van hen, de belangrijkste segmenten in hun respectief gebied van actuering en zijn gewoonweg bezweken onder de druk van kleinere, buitenlandse maatschappijen, met lichtere, gestroomlijnde en goedkopere structuren. Eendere feiten zijn gebeurd, zoals iedereen al weet, met andere en nog veel belangrijkere industries, zoals de automobielindustrie, vliegtuigindustrie, elektronische industrie, enz..
In dat opzicht is het, bijvoorbeeld, eigenaardig vast te stellen hoe een land dat zich vooruitstrevend noemt, nog rekent en werkt met een laagspanning van 110 Volts (mono fase), wanneer men, in de rest van de industriële wereld al lang 220 Volts aanwend in alle elektrische en elektronische toestellen, wat enorm veel voordelen representeert, onder andere, zuinigheid in verbruik en vooral in materiaal, toelatend koperen draden te gebruiken met een kleinere diameter, wat enkele miljarden dollars vertegenwoordigt in extra gewicht en kost.
´t Is eigenlijk geen wonder dat de Amerikaanse belastingbetaler moet ingrijpen om private banken en autofabrieken te redden en/of uit de nood te helpen.
Ik heb gezegd.
NB:
Hier in Brazilië zijn er ne hele hoop mensen die echt verlangen en hopen dat de VSA zich nog ettelijke jaren bezig zullen blijven houden in Afghanistan en in Irak. Zo geraken ze altijd maar dieper en dieper in de put, van de ene kant en blijft er minder geld over en ook goesting, om nieuwe oorlogen aan te vatten in Iran, Venezuela en Noord-Korea, van de andere kant...
Fred was van Cubaanse afkomst en zoals praktisch alle Cubanen die in Miami wonen, fel anti-Fidel gezind. Hij was, ik begrijp niet goed waarom, aangeworven geweest door de firma Idab Corp., gespecialiseerd in de productie van Mailroom Equipment, of in het Vlaams, machines geschikt voor het tellen, transporteren, opstapelen en binden van krantenbundels (of magazines, in andere gevallen), in de functie van Latin America Sales Manager.
Net zoals gebeurde bij de verkoop van offset persen waren wijzelf bekwaam genoeg, niet alleen alle nodige technische en financiële inlichtingen te verstrekken, nodig om de klant te kunnen overtuigen, maar ook om, zonder verdere bemiddeling van de fabriek, de eventuele zaken zelf ook definitief af te sluiten.
Toch vonden we het, somtijds, gepast een directeur van de fabriek in het buitenland uit te nodigen gedurende het tekenen van het ordersheet en het ontvangen van het voorschot, tien percent van de totale verkoopsprijs (meestal rond de vijfhonderd duizend dollars) vertegenwoordigend, om de zaak wat belangrijker en prestigieuzer te doen klinken in de ogen van de klant, die ons echter, in de grond, meer vertrouwde dan gelijk welke afgevaardigde van de fabriek, maar ook niet weigerde er een officiële gebeurtenis van te maken, onder andere door fotos van de gelegenheid te publiceren in hun krant en daarmee te trachten te bewijzen, aan hun lezers, hoe vooruitstrevend ze wel waren en hoe modern, zodat mijn aangezicht hier nu al beter gekend is dan dat van Michael Jackson.
De krant Jornal Do Comércio, van Recife was, na enkele maanden inspanning, ook eindelijk zover geraakt en ik had besloten diene bepaalde Fred uit te nodigen om de fabriek te vertegenwoordigen op dat heerlijk moment, terwijl de klant ook bereid was er een kleine ceremonie van te maken.
Gedurende enkele eerdere bezoeken van dat wezen aan onze kantoren in Rio had onze eigen directeur speciale aandacht besteed aan Fred, vooral omdat ze beiden, gedurende vele uren, hun vergif hadden zitten destilleren ten opzichte van hun gemeenschappelijke vijand, daar in Cuba en was Fred zich zelfs een beetje zoals de zoon van mijn directeur aan het beschouwen geweest, vooral ook omdat hij ooit eens tranen met tuiten had zitten schreien, omdat hij zijn oud vaderland terug wilde bezoeken, maar vermoedde dat hij omver zou geschoten worden, zette hij daar nog eens een stap binnen.
Hij had gepland s avonds laat te arriveren vanuit Miami en ik had hem gevraagd zich rechtstreeks naar het gereserveerde hotel te begeven waar ik hem, de volgende dag, in de receptiehal, zou ophalen, stipt om 9 uur in de morgen.
Daar stond ik dus, stipt om 9 uur in de morgen en er was niets van meneer Fred te bespeuren. De vergadering met de klant had ik afgesproken om 9u30, want wat later begint hunne alledaagse sleur en kan er nog moeilijk een uurtje afgedwongen worden. Ik wachtte tien lange minuten en toen verloor ik mijn geduld en besloot hem op te bellen in zijn kamer. Niemand nam op. Men zegt hier, in Brazilië, dat tien minuten te laat, nog altijd stipt is en geoorloofd, vooral voor de belangrijke mensen, die zich laten wachten op de minder belangrijke, maar voor mij is stipt, stipt en te laat, te laat. In alle geval, ik vermoedde dat hij zich nog in zijn bed lag te masturberen, of zowel met een slappe afgang op de Wc-pot zat te kampen en daardoor onmogelijk de telefoon kon opnemen, want de receptioniste bevestigde dat hij zich wel degelijk in zijn kamer bevond. Ik heb nog ne keer gebeld en niets. Enfin, het kon me gene barst ne meer schelen en ik liet een boodschap achter aan de receptie dat ik alvast naar de klant was vertrokken. Net toen ik de deur uit beende riepen ze me terug, bewerend dat Fred aan de lijn was, met de informatie dat hij zich overslapen had. Bewust dat hij op zijn minst nog een verder half uur nodig zou hebben om zich gereed te maken, terwijl er al twintig minuten verlopen waren, bevestigde ik mijn beslissing niet op hem te wachten, om het afgesproken uur met de klant niet te verliezen.
En inderdaad een half uur later dook hij daar verward op. We hebben samen de papieren in twee minuten getekend, enkele onnozele foto´s getrokken en ik heb hem, zonder verder onnodige woorden te verspillen, terug afgezet aan het hotel en was van plan hem, beleefd, een goede reis (terug) te wensen toen hij me uitnodigde, s avonds ietske te gaan eten. Daar kon ik blijkbaar niet van-onderen-uit, oordeelde ik en besloot zijn aanbod te aanvaarden, maar ik had daar beter twee keren moeten over na gedacht hebben.
s Avonds was mijn kwaad gemoed nog altijd niet helemaal voorbij, in overweging genomen zijn onbeleefdheid en erger nog, zijn totale onverantwoordelijkheid. We hebben daar stilzwijgend zitten eten, zonder boe noch ba te zeggen en op den duur wilde hij een poging aanvatten te verklaren dat hij een belangrijk wezen was in het leven in het algemeen en in zijn firma, in het bijzonder en dat het hem geoorloofd was een half uur later dan afgesproken op te duiken, wat ik terstond afgewezen heb en waarmee hij besliste zijn derde whisky te bestellen en bleef aandringen dat hij echt belangrijk was en dat ik, integendeel, onbeleefd was geweest met hem, wat ik meteen bevestigd heb en hem ook onmiddellijk naar de hel heb gezonden, terwijl hij besliste zijn vijfde whisky te bestellen (on the rocks dan nog, wat een zonde betekent voor iemand die beweert iets van goede whisky's te kennen) en hij begon te brabbelen met zijn dubbel geslagen tong, in plaats van te redeneren, want ik was ook wel aan mijn vijfde glas bezig, maar het was gewoon bier (hier bestaan Trappist en Tripel niet) en hij beloofde over mijn gedrag te klagen bij mijn directeur, zodat ik hem nogmaals, nog heviger, naar de hel heb gewenst, dreigend dat ik zijn naam zou doorspelen aan Fidel Castro, die ik, alias, beminde vanuit de grond van mijn hart en hem zou aanklagen, wegens verraad en ook onverantwoordelijkheid, tot ik het beu werd en aan een andere tafel heb plaats genomen en hij weeral verplicht is geweest een taxi te roepen, want ik weigerde hem naar zijn hotel te voeren, onder geen enkele voorwaarde en voor geen enkel geld..
Drie maanden later is hij, zonder ceremonie, ontslagen geworden en is zijn firma opgedoekt en verkocht geweest aan een Zwitserse fabriek en concurrent (Ferag) waar ze van hem, een complexe en gefrustreerde verkoper, niet wilden weten en hij waarschijnlijk weeral tuiten heeft zitten wenen bij andere directeurs van andere firmas want mijn directeur heeft hem zelfs onterfd (en verweten als een lastige burden), diene verschrikkelijke bleiter en dronkaard...
Gedurende de installatie van een drukpers in Belo Horizonte, hoofdstad van de Staat van Minas Gerais, had ik langzamerhand nadere kennis gemaakt met de receptioniste van de krant, een redelijk mager meisje (misschien als een valse magere te bestempelen?), van een jaar of twintig, dat zich echt sympathiek en onschuldig gedroeg, zonder vooroordelen of valse indrukken van eender welk type. Een plezant gezelschap dus, praktisch om mee om te gaan, zonder zich te hoeven te storen aan een te stijlvol en eerbiedig gedrag en een vergezellend, respect afdwingend voorkomen, terwijl intussen ook niet te aambetant verlegen of teder om er geen gewaagde grapjes mee te mogen delen.
Het was mij speciaal opgevallen dat haar mond ietwat vooruit gericht gespitst was, net alsof ze misschien van plan was, binnen enkele seconden, een muziekje te fluiten. Iedere man die jaagt op rokken kent dat wel, als het niet is om een beetje te schuifelen, t is om zich gereed te maken om aan de microfoon te gaan zingen. Één van mijn vroegere vriendinnen had precies dezelfde lippen gehad en zij was werkelijk een meester in de zangles geworden, zodat ik meteen, alleen al van de herinnering, mijn onderbroek voelde aanspannen, zonder meer.
Gedurende onze eerste contacten durfde ik geen lastige vragen stellen, maar we werden alsmaar losser en vrijer in onze opvattingen en uitspraken en op den duur waagde ik me zelfs verder en verder vooruit te buigen, om dieper in haar decolleté te kunnen loeren, waar ze blijkbaar geen gevaar in veronderstelde en me dat dus ook niet verhinderde.
Het duurde bijgevolg geen verschillende weken vooraleer ik besloot op de eigenschappen van haar mond te wijzen, eraan toevoegend dat haar lippen me uiterst sensuele herinneringen veroorzaakten. Ze grijnsde wat, maar ik besloot er niet verder op in te gaan, bewust dat ik was de prooi niet voortijdig af te schrikken. Zij echter, nieuwsgierig zoals alle vrouwen, wilde meteen méér daarover te weten komen en drong aan op welk gebied ik die uitspraak eigenlijk gemaakt had. Haperend vertelde ik haar dat ik eens een meisje had ontmoet dat eendere lippen en mond had bezeten en dat ze zo erg vurig was geweest terwijl we vrijden, zodat ik er, maanden en zelfs jaren daarna, nog over fantaseerde, vooral terwijl ik met mijn vrouw aan het stoeien was. Ze lachte, rood uitslaand, luid en ietwat geforceerd. Nogmaals besloot ik de veer van de wekker niet te ver op te winden, maar tezelfdertijd hopend dat zij de draad niet zou laten vallen en waarlijk, ze viel terug in de val. Hoezo vurig?, interpelleerde ze mij belangstellend. Het was mijn beurt rood uit te slaan, vanwege haar aandringen, bewust, een eventueel gevaarlijke richting in te slaan en ik wees haar erop dat ze haar lippen natuurlijkerwijze tuitte, wat, op veel mannen een opwindende indruk na laat. Ze sloeg haar ogen zedig naar beneden, maar bleef aandringen: ik versta nog altijd niet wat ge bedoelt? Dat veroorzaakte bij mij onmiddellijk een gevoelen van: ze wil het echt weten, waarom haar nieuwsgierigheid niet bevredigen? En mijn antwoord vloeide er onbewust en zonder opzettelijkheid uit: dat meiske, dat zo een gelijkaardige mond bezat, kon zo oneindig goed pijpen en ik was mij aan het afvragen, voegde ik er ogenblikkelijk aan toe, of alle meisjes met diezelfde uitdrukking en diezelfde lippen allemaal zo even goed zijn in die kunst.
Ze keek me verstomd aan en wist duidelijk niet wat ze dáár moest op antwoorden: bevestigde ze dat ook een uitstekende fellatrix was, dan verraadde ze in een oogwenk wat de meeste vrouwen het liefst zo lang mogelijk verbergen en, in geval ze mijn besluit ontkende, kon ze zowel als een taaie tante doorgaan, de enige ongetrouwde van de familie, die niet alleen niet graag pijpte maar waarschijnlijk ook niet graag vogelde en alle avonden ging slapen met haar lederen onderbroek rond haar billen gespand, zodat zelfs de vlooien er niet in konden kruipen.
Allez, ik heb haar niet verplicht uit één van de twee bestaande alternatieven te kiezen, diezelfde avond nog, maar ik heb duidelijk gevoeld dat ze niet ongevoelig was voor dat bepaald onderwerp en dat ze waarschijnlijk zou verkozen hebben het verder uit te pluizen, te bespreken en uiteen te rafelen, misschien zelfs werkelijk te testen en zich daarin zelfs te oefenen en in praktijk te zetten, maar ongelukkig genoeg, ik voelde dat mijn standbeeld van trouwe man bijna aan het tuimelen was en ik niet bestand zou zijn verdere aanvallen moedig af te weren, zodat ik er daarna misschien spijt zou van kunnen over gehouden hebben, want alles bij alles, het betrof zich niet om een uitspatting van liefde en wel een glimp van pure lust en tussen t één en t ander verkies ik, nog altijd, het eerste....
Bergop is niet altijd moeilijk, bergaf integendeel, somtijds wel
In samenwerking met de gekende drukpersfabriek Solna, van Zweden, had onze firma een montagestructuur opgericht in Campinas, een stad in het binnenland van de Staat van São Paulo, met de bedoeling daar een genationaliseerde versie te creëren van hun populairste sheet-fed offset pers, de Solna 125. Dat bepaald model hadden we, tot dan toe, in groot aantal ingevoerd en om de locale financiering te bevoordelen (Finame), wat de verkoop nog meer zou bevorderen en alsook om vrijstelling van belastingen te bekomen, subsidieerde de regering de productie van dat type machines in Brazilië. Niettegenstaande deze belangrijke voordelen werd het gehele project niet zonder risico's beschouwd.
Nochtans de richting "bergop" vloeide uitstekend en geen enkel belangrijk probleem vereiste grote zorg en bekommernis. Integendeel, de productie van dit model, aanvankelijk vast gesteld op één machine per maand werd rap verhoogd naar twee.
Het succes was absoluut verrassend en in een tijdspanne van amper enkele maanden, werd het aantal geproduceerde machines opgedreven van twee naar vier en vervolgens naar acht, machines per maand. En niet alleen de noodzakelijke investering werd vliegensvlug gerecupereerd maar de netto winst begon aanzienlijk te groeien.
De berg was wel naar boven, maar de wind kwam van achteren en Nonkel Fons was daar niet dichtbij om "remmen" te schreeuwen.
Zoals in alle sprookjes, nochtans, begon er iets mis te lopen en de stijgende inflatie kwam om de hoek loeren, de werkloosheid verhoogde zienderogen, de interesten stegen verontrustend en ne hele hoop andere tegenslagen, het grootste part veroorzaakt door maatregelen getroffen door onbekwame, opeenvolgende, regeringen, maakten van de grafische industrie zijn eerste belangrijk slachtoffer. Terwijl we één, twee, vier en acht machines fabriceerden was de winst constant en praktisch evenredig aan het stijgen geweest, niettegenstaande de groeiende investering, niet alleen in digitaal gecommandeerde industriële werktuigmachines, maar ook in het aantal gecontracteerde arbeiders..
Het gevolg was dat de noodzaak ons verplichte de productie geleidelijk af te doen nemen, het aantal gefabriceerde machines van acht naar zes per maand verminderend, terwijl de winst ineens fel begon in te krimpen en zelfs helemaal aan het verdwijnen was. Toen het noodzakelijk werd het aantal geproduceerde machines terug te voeren, eerst naar respectievelijk vier en daarna naar twee machines, begon de fabriek regelrecht in het rood te werken.
Vooraleer de productie terug week naar één enkele machine per maand is ze stil gelegd geweest, iedereen ontslagen en de boel opgedoekt, in minder dan twee maanden tijd.
En dat avontuur was dus ook weeral voorbij. Iedereen die er bij betrokken is geweest heeft nog in zijne zak moeten peuteren om de schulden te delven en nooit nemeer heeft iemand van een drukpersfabriek in Brazilië gesproken. Het land van de eeuwige twijfel, onzekerheid en onstandvastigheid.
De machine in kwestie deugde wel, technisch beschouwd, maar wat er niet deugde was de algemene corruptie en de onbekwame regeringen.
Conclusie: soms kan bergaf veel lastiger zijn dan bergop...
De algemene afmetingen van het gehele land in overweging genomen is de afstand tussen de hoofdstad Brasilia en Goiânia, hoofdstad van de nabije Staat Gôias, maar een steenworp ver. Ongeveer 200 km.
Zowel met het vliegtuig, vanuit Rio, of met de auto, vanuit Brasília, heb ik dat traject tientallen keren moeten herhalen, vooral om aan onze uitstekende klant O Popular, in Goiânia, over de loop van de jaren, verschillende machines te kunnen verkopen. Mijn collega echter, onze vertegenwoordiger in Brasilia, wilde mij persé om zeep helpen. Gevaarlijke chauffeur, deinsde hij er niet voor terug, aan 150 km per uur, zijn radiostation te synchroniseren met zijn rechts hand, terwijl hij zijn ander open hand uit het venster stak om de wind te vangen (??!!). Zo zat ik daar verontwaardigd te reclameren over zijn roekeloosheid, niet alleen zijn eigen leven, maar ook en vooral het mijne, in het gevaar brengend. Tot we, gedurende één van die reizen, een ongeluk voorbij reden, waarschijnlijk amper enkele minuten voordien gebeurd, met verschillende dode en gewonde mensen uitgespreid op de baan. Hij vertraagde de snelheid genoeg om de gehele toestand niet alleen te kunnen overschouwen, maar ook en vooral om geen enkel detail te missen en ik begreep meteen dat hij een levensgevaar voor mij betekende. Mensen die roekeloos zijn en er van overtuigd zijn dat ongelukken alleen maar met de anderen gebeuren, zijn gedoemd datzelfde lot te ondergaan. Op de terugweg, nog altijd aangetast van het gruwelijk gezicht, heb ik hem beleefd gevraagd de 100 km/uur niet te overschrijden, maar hij wilde mij niet horen. Zonder er verder over te zeuren opende ik de deur van de auto en dreigde er meteen uit te springen, zodat hij, met zijn eigen ogen, kon vast stellen dat ik hem niet zou toelaten verder met mijn leven te spelen en inderdaad hij besloot zijn snelheid wat te verminderen. Nochtans, ene keer dat ge er overtuigd van zijt dat ge ne zekere mens niet kunt vertrouwen moet ge nooit hopen dat hij vanzelf zal genezen en toen hij verplicht was bij te tanken heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt gewoonweg uit de wagen te stappen en mij met de eerste de beste taxi naar een busstation te laten voeren, waar ik rustig van vervoermiddel ben veranderd, richting Brasilia. Hij heeft me nooit ne meer mijn gat doen toeknijpen van angst, voor zo een simpel motief, maar wel voor iets anders..
...want hij is bekwaam geweest me nog ene keer te pesten. Diezelfde klant, O Popular, was zijn vierde machine aan het kopen en we hadden alle handen al gedrukt toen het onderwerp van het gesprek af week naar politiek, in het algemeen. Iedereen begrijpt dat ik, logischerwijze, meer linkser ben dan rechtser, maar dat verklaar ik natuurlijk niet aan iedereen, laat staan aan mijn belangrijke klanten, praktisch allemaal uiterst rechts gezinde mensen en zoals in Goiânia, een streek waar zich enorme boerderijen bevinden, verdedigers van de vrije en goedkope uitbuiting van de arme sukkelaars, waarvan velen nog in de steentijd leven. Het verschil is dat toen, in de slaventijd, de slaven dus, genoeg te eten en een slaapplaats toegewezen kregen om de volgende dag, bergen te kunnen verzetten. Nu echter zijn ze absoluut geen slaven meer, maar in compensatie, hun loon is zo belachelijk laag, terwijl de "gunsten" van gratis eten en slaapgelegenheid ook afgeschaft zijn geworden, zodat ze nu twee opeenvolgende "shift's" aan de berg moeten sleuren om, op zijn minst, toch hun eten en slaapplaats te kunnen betalen. Alhoewel ik nooit bekwaam ben geweest een rechtstreekse vraag daarover, niet op dezelfde toon, onmiddellijk te beantwoorden, moet ik bekennen dat dat geen onderwerpen zijn die men op de tafel gooit, middenin een zaakvereniging..
In alle geval dus, zegt mijn oerdomme collega opeens, zonder enig nut, voordeel of reden, tegen de directeur (José De Oliveira) van de klant, dat ik niet alleen Belg ben (dat wist hij al), maar bovendien, links gezind. Dat wist hij blijkbaar niet en ik heb het ook niet ontkend, want ik heb een stevig karakter, alhoewel de klant meteen zijn spijt uitte met mij ooit zaken te hebben gedaan...
Wat wilt ge, de dommeriken zijn altijd part van ons leven geweest en ik heb alle lopende zaken voltooid en later ben ik er zelfs in geslaagd nog enkele andere machines aan die krant te verkopen, want eerlijker dan ik, bestaat er niet en eerlijke mensen zijn een fortuin waard, vooral, zoals ik al eerder al eens beweerd heb, in het land van de dieven. Ik heb dus op mijn tanden gebeten, heb onze vertegenwoordiger, daarna, toch geen muilpeer verkocht, maar heb hem sedertdien nooit ne meer nodig gehad. Niet als chauffeur en nog minder als raadgever.
(Eigenaardig, maar diene zelfde directeur is twee jaar later ontslagen geweest door de eigenaar van de krant, beschuldigd van corruptie)
Een gelijkaardig voorval is later gebeurd met mijn eigen directeur, nu al rond de negentig, die ook niet bewust was dat ik links gezind was, na dertig jaar samenleving. Maar hij had het me ook nooit rechtstreeks gevraagd.
Feit is dat hij me eens had uitgenodigd voor een middagmaal, tijdens een gepland bezoek aan Rio en toen we een bepaald restaurant binnen stapten, we opeens op enkele oude collega´s botsten die mij direct interpelleerden over hoe het ging met een zekere linkse politicus die ik altijd gewaardeerd heb (Leonel Brizola), maar die algemeen gehaat werd (hij is nu al gestorven) want hoe meer de links gezinde mensen gehaat worden door de rechts gezinde, hoe beter ze staan in mijn opvatting en mijn directeur verstomd stopte en meteen wilde weten of ik dat feit bevestigde, wat ik ogenblikkelijk gedaan heb en hij, mijn directeur, onmiddellijk zijn spijt uitdrukte mij uitgenodigd te hebben voor dat middagmaal (we hebben het zwijgend beëindigd), dat we samen, eerder, al honderd keren eerder hadden genietigd, maar nu maar pas begon te beseffen hoeveel beroepsgeheimen (en ook ne hoop andere geheimen) ik wel wist en dat ik bijgevolg niet aan de kant van de overtreders van de wet sta, maar wel aan de kant van de eerlijke arbeiders, in het algemeen en de politiek achtervolgden in het bijzonder..
Jaja, van stege mensen kan ik méé spreken. Zowel figuurlijk als lichamelijk.
In het verkeer zijn ze onuitstaanbaar. Ze zijn uiterst traag en voorzichtig aan het stuur en hun reacties worden in seconden uitgedrukt. Ze blijven onverstoorbaar in uwe weg rijden, van den ene kant naar de andere zwenkend, maar weigeren absoluut u voorbij te laten passeren en hinderen u, blijkbaar opzettelijk, tot ge het niet meer vol kunt houden en ge de passage forceert, wanneer de mens in kwestie, juist op dat moment, besluit ook zijn gaspedaal in te drukken en te blijven plakken aan uw zijde, zodat ge het gevaar loopt tegen een van de in de tegenovergestelde richting aankomende wagen te botsen en ge er nerveus van begint te toeteren en uw middelvinger gevaarlijk recht begint op te stijgen en pas dan opmerkt dat het zich om een oud wezen betreft dat, onder andere, niet meer kan vogelen, maar in compensatie, ook niemand anders zal laten vogelen.
Op persoonlijk gebied geraakt een eventueel startend gesprek niet vooruit. Ge vraagt iets en de mens antwoordt niet, zelfs niet ná aandringen. Zelf vragen ze ook niets, maar ze slagen er wel in, soms, uw nieuwsgierigheid op te wekken door, bijvoorbeeld, ineens uw voornaam luid uit te roepen, net alsof ze nu pas herinnerd hebben dat ze u iets dringend willen vragen of zeggen, maar wanneer ge u dan omdraait en geïnteresseerd wilt weten wat er op hun hart ligt, ze dan hun ogen vervolgens naar de horizon toe draaien en ze niet antwoorden, of zowel ze er aan toe voegen: laat maar, t is niet belangrijk, t is nikske...., zodat ge beseft dat ge zult moeten gaan slapen zonder ooit te weten wat er eigenlijk echt aan de gang was.
Ik persoonlijk vind dat het woord steeg zo ongelooflijk raak en perfect een toestand uitdrukt, gelijk weinig andere woorden, wanneer iets niet op rolletjes loopt, blijft haperen, onafhankelijk van hoeveel ge duwt, trekt, sleurt en wringt en het een ton blijkt te wegen en niet vooruit geraakt..
Het woord steeg, op zichzelf, is zodanig raak dat het zelfs moeilijk perfect te vertalen is, want het heeft te zien met een mechanische toestand van twee voorwerpen die een gemeenschappelijke contactoppervlakte bezitten die verbroken moet worden om glijding te permitteren en zo een toestand van onwrikbaarheid te overwinnen.
Mijn vrouw is daar absoluut meester in en vele keren vergelijk ik haar, inwendig, met een ezel of een bok, die ineens weigert zich verder te bewegen, in eender welke richting, hoeveel ge er ook op tiert, zweept en sleurt. Er is niets aan te doen, beter dan een uur te wachten, de knop af te draaien en een algemene reset te geven...
Vroeg in het begin nog van mijn verblijf in Rio, in de Rua Fonseca Teles (wijk genaamd São Cristovão), waar de firma gevestigd was, heb ik een ander Vlaams koppel ontmoet dat daar enkele jaren later was gearriveerd en waarvan de man, Jacques, een goedmoedige en gewillige West-Vlaming, voor een rechtstreekse concurrent van ons werkte, in dezelfde straat.
Spreek van een gezellig koppel!
Zijn vrouw, Gerda, een schat op alle gebied en typisch West-Vlaams, met dat mals en aangenaam accent en die speciale, verleidelijke manier van doen. Spijtig dat ik onbekwaam ben geweest er ook zo eentje te vinden voor mezelf. Ze hebben daar zelfs hun kinderen gekocht, maar zijn later definitief terug gekeerd naar hun vaderland. Ik heb ze daarna nog ene keer opgezocht, in hun huis, dicht bij Brussel, waar hij een betere job heeft gevonden.
Om eerlijk te zijn, naast Leo Schooteman, ik geloof ergens vanuit Oost-Vlaanderen afkomstig, ben ik altijd een schone mens geweest. God zij dank en dank u voor 't éés. Burgerlijk ingenieur in elektronica en waarschijnlijk, tussen de rest van ons, Vlamingen in Rio, was hij de eigenaar van het meest gewaardeerd technisch diploma. Hij was aan het werken voor een multinationale firma gespecialiseerd in de ontwikkeling van elektrische commando panels. Een goede brave jongen, die meer luisterde dan sprak, heeft hij zijn velleke kapot gefuckd in de verschillende gaten van de ervaren Lucia, die hij origineel in een nachtclub heeft ontmoet, in Rio. Lucia had altijd veel speeksel in haar mond en ik denk dat ik weet waarom, maar dat komt hier nu niet te pas. Ze zijn wettelijk getrouwd en zijn gezegend geweest met op zijn minst twee zonen.
Sedert ik verhuisd ben naar Recife heb ik ze nooit ne meer gezien.
Zo heb ik nog enkele andere koppels en vrijgezellen gekend in Rio, onder meer Benny Noens en Set (hij is een Jood, veronderstel ik), Leo (de eeuwige vrijgezel, maar die toch van de meiskes hield, gewoon om gedachten te wisselen), Guido en Cristine (over dat interessant koppel heb ik het al meerdere keren gehad), Eric en Marie (ook van West-Vlaanderen), Patrick (een auto-verwoester die later naar Venezuela is uitgeweken en meteen ook verdwenen uit het gezicht), zonder enkele Zwitsers mee te tellen, waarmee we uitstekend om gingen...
Enfin, we waren niet zodanig alleen, in dit overbevolkt continent.
Alle reizen naar Brasilia samen geteld, in de loop van dertig jaar, zal ik zeker over de honderd keren op de luchthaven daar geland zijn, indien niet dichter bij de tweehonderd. Samen met onze plaatselijke vertegenwoordiger bezochten we constant niet alleen de kranten, maar ook en vooral de Grafische Afdeling van de Federale Senaat (CEFRAF) en het Federaal Departement bestemd voor het drukken van alle officiële publicaties van de Staat (IN).
Aan beide hebben we over de loop van de jaren tientallen machines verkocht en speciaal over die laatste institutie heb ik het al ne keer eerder gehad. De eerste, vooral, is een nest van slangen en ander kruipend ongedierte, waar er meer directeurs aanwezig zijn dan feitelijke werkmensen, of zoals ze het hier uitdrukken, meer Chefs dan Indianen. De ene is voortdurend bezig de ander te trachten te ontwrichten in zijn zetel en wordt het koekje niet nat gemaakt, dan is er gene verkoop te vieren. De indrukwekkende belangstelling en interesse om henzelf een extra inkomst te garanderen, deed hen meerdere keren onnodige of verkeerde machines aanschaffen. Één ervan vooral, herinner ik mij uitstekend; een zekere Meneer Carlyle, corrupt tot over zijn oren en tot diep in zijn beenderen en die zich, buiten zijn dagelijkse bezigheden (bij manier van spreken), ook nog aanbood om consultant te zijn in andere, gelijkaardige grafische afdelingen, van verschillende Federale Staten, waar hij zijn vierde of vijfde extra wedde samen rakelde. Zijn chef was toen de onlangs ontslagen Agaciel Maia, wegens ne hele hoop vastgestelde onregelmatigheden.
Eens dook hij onverwacht op in onze booth in een internationale grafische tentoonstelling in São Paulo, nadat de openingsuren van het expositiepaviljoen, voor het publiek, al geëindigd waren en wij onszelf al aan het bedienen waren met een scheut pure whisky (type cowboy). Scheut is bij manier van spreken natuurlijk, want ik had er al drie ingeslikt, zonder adem te halen, na ne hele dag lang dwaasheden verkocht te hebben. Hij stevende recht op mij af en vroeg me meteen, zonder blikken noch blozen, maar ook met een fel riekende en ontvlambare adem, waarom hij mijn machine moest verkiezen, boven die andere, die hij zojuist had bezichtigd, in het ontvangstcentrum van onze concurrent, waar ze snakhapjes, bier en ook korte drank opdienden en waar hij de gehele namiddag was blijven plakken, gekkend, brabbelend en ook fluisterend met de verantwoordelijke van hun koop- en verkoopdienst, terwijl hij zich neerplofte op een nabije stoel, zodat ze hem later niet zouden kunnen verwijten dat hij me ook niet had opgezocht gedurende die exhibitie. Op dat ogenblik echter was ik niet bereid verdere uitleg te verstrekken aan iemand die toch al verkocht was en die later mijn eigen argumenten zou aanwenden tegen mezelf, terwijl hij alvast begon te kwijlen van de slaap. Ik heb me naast hem neer gezet en heb hem nog een extra dosis whisky in geschonken, tot we samen zongen: we gaan nog niet naar huis, bijlange niet, bijlange niet en we gaan nog niet naar huis, bijlange niet..
De volgende maand hebben ze dus hun nieuwe machine ingevoerd (hij heeft ook zijne nieuwe auto ingehuldigd) en ze staat, die machine bedoel ik, sedertdien praktisch stil want zij was speciaal gefabriceerd geweest en bestemd voor drukwerk met grote oplagen en weinig verwisseling van type job, terwijl, wat ze echt nodig hadden, was juist het omgekeerde, een drukpers die gemakkelijk aan te passen was van één job naar de andere maar, in compensatie, kleine oplagen heeft.
Over dat woord compensatie, een kleine uiteenzetting:
Een zoontje van acht vraagt aan zijn vader de juiste betekenis van dat woord. Zegt de vader: indien ge je moeder betrapt terwijl ze in mijn bed ligt met een andere man, wat zou ik dan zijn? Ja Papa, dan zou jij een horendrager zijn hé, antwoordt het ventje. Juist, zegt Papa; ik zou een horendrager zijn, maar in compensatie, dan zou jij de zoon zijn van een hoer...
Dicht bij ons paperwinkeltje zit er alle dagen een mager madammeke, precies op het kruispunt van twee belangrijke straten. Ze arriveert stipt om acht uur en verlaat haar werk, ook stipt, om zes uur s avonds. Ze zit gehurkt (op haar hielen dus) juist op de hoek, in de schaduw van een verkeerspaal, zodat ze die fijne streep moet volgen, naargelang ze, onopgemerkt, de positie van de zon volgt. Ze bedelt niet, kijkt strak vooruit, spreekt niemand aan en alhoewel ze de voetgangers wel wat aambeteert, vanwege het obstakel dat ze vormt, juist aan die hoek daar, valt ze niemand lastig. Ik heb haar nooit een roste frank gegeven en ik beloof dat ik dat ook nooit zal doen. Ze heeft duidelijk op die tactiek gedacht vooraleer hem, in de praktijk, aan te wenden. Ze verschilt op dat gebied van andere bedelaars die de aandacht willen trekken en als ge toevallig in hun ogen, of zelfs in hun richting, kijkt, dan zijt ge, ogenblikkelijk, hun nieuwste slachtoffer, want ze zijn zoals strontvliegen, ge krijgt ze niet meer weg, hoeveel ge ook schudt, balanceert en moolwiekt.
Men beweert dat, in het leven in het algemeen en in de kunst in het bijzonder, men af en toe eens van tactiek moet veranderen om de criticus overhoop te halen, maar zij zit daar al een paar jaar en ik ben tot het besluit gekomen dat ze niet bekwaam is andere methoden uit te vinden. Ik beweer dat ik haar nooit iets zal geven, zoals ik nooit iets zal geven aan eender wie, omdat ik ook nooit iets heb gekregen, ook van eender wie, omwille van het feit dat ze dat als een werk beschouwt, zoals een kip op haar eieren broeit, i.e. er een opzettelijke bedoeling in zit, met name, in dit geval, medelijden te verwekken, of beter nog, op de gevoelens van een mens te spelen, zoals dienen anderen daar, twee hoeken verder, die vooral de toeristen zit te bekoren, terwijl hij zich voort beweegt op een plankske met rolwielekes, zijn plat uitgestrekte handen daarvoor gebruikend, te wijten aan zijn mismaakte benen. Nochtans heb ik hem al verschillende keren gade geslagen terwijl hij ontspannen, met behulp van een krukje, rond springt en zijn fles bier aan het opzuipen is. Een andere keer heeft hij me zelfs zodanig geaambeteerd dat ik beloofd heb nooit gene aalmoes meer aan hem te geven (alhoewel ik er nog nooit ene gegeven had). Feit is dat hij, diene bepaalde avond, onder mijn venster, een uur lang, dronken uiteraard, vloekwoorden heeft zitten tieren, bestemd aan een andere bedelaar die hem aan het plagen was. Iemand heeft er zelfs de politie bij geroepen, maar er was geen doen aan..
Terugkerend naar mijn lievelings bedelares, ze zit daar dus gehurkt neer (vanzelfsprekend) en iedereen die passeert in de auto denkt dat hij de kleur van haar onderbroek zal kunnen onderscheiden (ze is niet al te modern gezind vind ik, want ze gebruikt nog altijd een rok tot een beetje onder haar knieën) en nochtans, ik heb ook eens geloerd maar ze sluit haar billen heel goed en men kan absoluut niets zien, zelfs geen beetje schaamhaar, onafhankelijk van de verschillende seconden dat ik geprobeerd heb iets te ontdekken. t Zal dus daarom niet zijn dat ze gehurkt zit en wel degelijk om iets te bewijzen wat ik nog niet versta, tenware het is om geen spataders in haar benen te veroorzaken, door recht te blijven staan. Veel andere uitleg kan ik niet vinden, maar in alle geval, het vermurwt me niet en ik blijf ongenaakbaar: aalmoezen, alleen maar aan toevallige, oude, bedelaars die er nooit hun beroep van hebben gemaakt.
Of ik gierig ben? Natuurlijk! Thuis pers ik geregeld twee kleine stukskes gebruikte zeep zodanig tegen elkaar tot ze één middelmatig groot stuk zeep vormen en ik weer weg kan voor een dag of twee. Hetzelfde met mijn tandpasta: de bedelaar die hoopt dat hij er nog een scheutje pasta zal kunnen uitwringen, als hij de lege tube in mijn vuilnisbak ontdekt, zal er wreed moeten aan duwen om er nog ene enkele kubieke millimeter uit te persen, want daar ben ik specialist in geworden. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik uiterst mistevreden word als ik zie hoe mijn vrouw, op zijn minst tien blaadjes Wc-papier gebruikt om haar poes droog te deppen, na ne keer heerlijk gewaterd te hebben. Ik heb haar al gevraagd La Libre Belgique daarvoor te gebruiken, maar er is daar ook geen doen aan...
"Jamaar, ge drinkt toch veel bier, dagelijks en daar spaart ge ook geen geld mee", zult ge direct beweren. En ik zal antwoorden dat ik altijd eerst vraag, aan de kelner, welk merk van bier, die bepaalde dag, in promotie is. Het beste bier is immers altijd het goedkoopste.
Over bier en promoties gesproken, in mijn stamcafé is er nu een speciaal offer: op de maandagen (segunda-feira) is de tweede (segunda) fles bier gratis; op de dinsdagen (terça-feira) is het derde bier gratis, enzovoort, tot aan de vrijdag (sexta-feira), wanneer het zesde bier gratis is. Ge kunt u voorstellen, mijn strijd, op de vrijdagen, om aan die allerlaatste, zesde fles (gratis) bier te geraken...
Om dit hoofdstuk af te sluiten, voel ik mezelf verplicht aan te duiden dat de plaats waar een bedelaar werkt (i.e. zijn beroep uitoefent) hier beschouwd wordt als een "commerciële drempel", die onderhandeld en dus, verkocht en gekocht kan worden. Tegenwoordig zijn er geen lege plaatsen meer beschikbaar aan geen enkel kruispunt of verkeerslicht van eender welke belangrijke stad in Brazilië. Somtijds is de geïnteresseerde bedelaar ietwat sterker dan de aanwezige eigenaar en brengt hij het geduld niet op de zaak zorgvuldig te onderhandelen. Enkele goed gericht muilperen, zoals in de kapitalistische gemeenschap de regel is, lost dat onmiddellijk op en heerst de nieuwe eigenaar van dat verse opbrengsteigendom tot er iemand anders opdaagt die nog sterker is.