ik loop mee met jou en de tijd samen in een pas die ongelijkmatig oogt maar ons zeker leidt zo het diepste dat beoogt
onderweg naar daar waar samen ons roept met wuivende hand, haast onzichtbaar ver, waar wellicht geluk ruimhartig teder baadt langs een paradijselijk strand
voel de loop van mijn rimpels van links naar rechts andersom soms ook wel gekruist
ik zie die van jou, rivieren van voortschrijdend gaan, ze schilderen bewogen, eigenlijk als van zelve, het verlangen dat in ieder huist
ga met me mee naar de bloesem van tastbaar bestaan
|